In elke legale branche zijn kartelvorming en monopolisme ontwrichtend voor een vrije economische mededinging en voor een concurrerende prijsstelling. Voor de afvalbranche houdt een monopoliepositie van een enkel bedrijf zeer grote risico's in. Een monopolist kan namelijk de hele afvalketen onder controle hebben: Als je de hele keten hebt, kun je pas tevreden zijn sprak een topman van een groot buitenlands bedrijf (Van Vugt, Boet en Berends, 1994, 58). Zo'n controle over een hele afvalketen brengt drie gevaren met zich mee. In de eerste plaats zal vrijwel zeker de prijs voor afvalverwerking stijgen, omdat afval op korte termijn een inelastisch goed is. Daarom kan een monopolist elke prijs vragen. In de tweede plaats wordt het vrijwel onmogelijk op die keten nog controle uit te oefenen omdat alles in n administratie geboekt staat en er van alles met dat afval kan gebeuren dat niet volgens de regels en slecht voor het milieu is, maar goed voor de eigenaar of aandeelhouders. Bovendien stelt een monopoliepositie een afvalverwerker in staat de overheid onder druk te zetten om vergunningen tegen zijn voorwaarden te laten afgeven. Wie anders moet het afval verwijderen of verwerken? Heeft een bedrijf eenmaal een monopoliepositie, dan wordt het bijzonder kwestbaar voor de georaniseerde misdaad. In zo'n situatie is het denkbaar dat door een overname van dat bedrijf een geslaagde poging kan worden ondernomen een (deel van) bedrijfstak onder controle te brengen. Een andere kwetsbaarheid kan ook. In de USA hebben na de privatisering van de huisvuilophaaldiensten criminele groepen kans gezien daarop een stevige greep te krijgen doordat zij via corrupte vakbonden de transportbranche beheersten. Huisvuil moet namelijk worden getransporteerd naar stortplaatsen of verbrandingsovens.
In de USA heeft de FBI enkele onderzoeken verricht naar de banden tussen Italiaanse mafiagroepen en grote afvalverwerkingsbedrijven (Hinchey, 1984; Block, 1991; Szaz, 1995). In Nederland zijn op dit moment twee grote afvalverwerkers druk in de weer een monopoliepositie te verwerven. Nederland wordt daarbij als springplank gebruikt om de Europese markt te veroveren. De Nederlandse wetgeving op het gebied van kartelvorming is niet zo streng als in andere landen in de wereld. Buitenlandse bedrijven kopen in hoog tempo allerlei bedrijven op die in moeilijkheden verkeren en nemen al na korte tijd sleutelposities in branche-organisaties in. Enkele van deze bedrijven zijn in de USA veroordeeld voor overtredingen van de kartelwet (Block, 1994) en proberen ook in Nederland de afvalverwerkingsmarkt in handen te krijgen. Daarbij worden de volgende methoden gebruikt. Zo worden aan ontdoeners van afval prijzen voor verwerking aangeboden die ver liggen onder de kostprijs. Wanneer de concurrentie de strijd niet meer kan volhouden (alle afval gaat nu eenmaal naar de goedkoopste verwerker), gaat de prijs voor de ontdoeners sterk omhoog en kunnen ontdoeners niet meer terug. Branche-organisaties worden gebruikt om concurrenten certificering te onthouden waardoor zij minder opdrachten krijgen. In de branche-organisaties wordt naar de overheid toe de stelling verdedigd dat alleen schaalvergroting met grote technologische investeringen nog verantwoord is uit milieuhyginisch standpunt. Hierdoor worden kleine afvalverwerkers voor de overheid als partner minder interessant. De monopolisten verzoeken de overheid via de branche-organisaties telkens om nieuwe, duurdere technieken van afvalverwerking toe te passen. Alleen zij kunnen uiteraard die technieken leveren. Kennis en mensen worden elders (waaronder ook de overheid) weggekocht. Als laatste middel wordt gebruik gemaakt van het tippen van politie en justitie om illegale activiteiten bij concurrenten aan de kaak te stellen. Daardoor krijgt de concurrent een malafide imago en blijven opdrachten achterwege. Zo heeft een bedrijf enkele andere bedrijven voor een lage prijs kunnen overnemen omdat deze afvalverwerkers in strafrechtelijke moeilijkheden verkeerden.
Hebben dit soort bedrijven eenmaal die positie in handen, dan wordt de afvalverwerking in Nederland oncontroleerbaar en heel duur. De overheid staat dan vrijwel buiten spel en kan slechts vergunningen verschaffen omdat zij dan in een positie is gemanoeuvreerd waarin zij geen kant meer op kan.
Samengevat komt het er op neer dat een een zeer risicovolle situatie ontstaat wanneer een verwerker van een of meer afvalstoffen de hele keten in bezit heeft en er geen concurrentie van andere afvalverwerkers meer bestaat.
vorige         volgende         inhoudsopgave en zoeken