3. ORGANISATIE EN STRUCTUUR VAN DE AFVALVERWERKINGSBRANCHE

3.1. Soorten bedrijfstakken in de afvalverwerkingsbranche

Uit gegevens van het jaar 1992 komt naar voren dat er - op basis van informatie afkomstig van de Handelsregisters van de Kamers van Koophandel - in Nederland 594 bedrijven zijn die zich bezig houden met de afvalstroom chemisch afval en 747 bedrijven die bij de verwerking van niet-chemische afvalstroom zijn betrokken (Andersson, Elffers en Felix, 1992). Na aftrek van bedrijven die in beide afvalstromen actief zijn, resteren er tussen de 900 en 1000 bedrijven in deze branche.

Voor de stroom chemische afval zijn er 160 inzamelaars en transportondernemingen in Nederland, voor het storten 125 plaatsen, en er zijn 77 installaties waar chemisch afval wordt verbrand. Van de in totaal 351 houden zich op commercile basis 210 bedrijven bezig met de bewerking van chemisch afval en 141 met de terugwinning van grondstoffen daaruit. Wat betreft de behandeling van industrieel slib zijn er 210 bedrijven actief. Bijna 350 bedrijven zijn gespecialiseerd in de bemiddeling van chemisch afval: de zogenaamde afvalmakelaars. Voor niet-chemisch afval zijn er voor de inzameling en voor het transport 283 bedrijven werkzaam, bestaan er 144 plaatsen waar dat afval kan worden gestort en houden zich met de bewerking en terugwinning 99, respectievelijk 272 ondernemingen bezig. Bemiddeling wordt door 340 bureaus verzorgd. Industrieel slib dat niet-chemisch afval bevat, wordt door 259 instellingen behandeld. Voorts zijn er bijna 260 laboratoria in de afvalbranche werkzaam voor de controle van afvalmonsters. Voor bedrijven die in de afvalbranche actief zijn is het van belang meer schakels van de afvalketen te beheersen omdat daarmee de winstmogelijkheden aanzienlijk worden vergroot.

De afvalververking en afvalverwijdering in Nederland zijn beide voor een deel ondergebracht bij bedrijven die zijn verenigd in de Vereniging van Afvalverwerkers (VVAV). Deze belangenvereniging bestaat uit 39 (en 8 aspirant-leden) bedrijven en overheidsinstanties die afvalstoffen verwerken door middel van verbranden, storten en/of composteren. Naast de VVAV zijn de volgende branche-verenigingen actief:

1. Voor de inzameling van afval: het VNPM, Transport en Logistiek Nederland (voor het vervoer), en het NVRD (ten behoeve van gemeentelijke inzameldiensten);
2. voor de bewerking van te verbranden afval: de FHG (recycling van stoffen), met de volgende verenigingen voor deelstromen: NSV (schroot), SVN (shedderafval), STIBA (autosloperijen), VHNFM (non-ferro metalen), FNOI (oud papier/karton), VHT (textiel), NVG (glas), NFK (kunststoffen), VACO (autobanden);

3. voor de bewerking van te storten materiaal: de NVPG (verontreinigde grond), BRBS (bouw- en sloopafval), Vliegasunie (E-centrales), de FHG (ten behoeve van de NSV, VHNFM, SVN, VACO)

4. voor chemische afvalverwerking: de NVCA.
Wat aan de bovenstaande, summiere opsomming opvalt is dat de milieubranche erg versnipperd en gefragmenteerd is en dat elke afzonderlijke soort afvalbewerking of -verwerking haar eigen belangenvereniging kent. Dit komt onder andere voort uit de behoefte van de branche qua verwerking zich te specialiseren op stof- en materiaalniveau. Deze belangenverenigingen zijn om die reden klein: elk daarvan bestaat uit een gering aantal leden. Die leden zijn royaal vertegenwoordigd in de bestuur van die brancheverenigingen. Dat betekent dat een grote belangenverstrengeling bestaat tussen de leden en het bestuur. Het is voor een buitenstaander of voor een overheidsorganisatie moeilijk onderscheid te maken of men in overlegsituaties te doen heeft met een bepaald bedrijf of met de branchevereniging. Het is vrijwel onmogelijk na te gaan wat de werkelijke hoeveelheid geld is die in de afvalbranche omgaat. Gelet op de prijzen die voor de stort en de verwerking van afval worden berekend en de hoeveelheden afval die jaarlijks worden geproduceerd, moet de omzet van deze branche elk jaar enkele miljarden guldens bedragen.


vorige         volgende         inhoudsopgave en zoeken