3.2. De afvalketen en de aard en de omvang van afvalstromen in Nederland

Al deze branche-ondernemingen houden zich bezig met de verwerking van afvalstromen binnen de zogenaamde afvalketen. Deze afvalketen moet worden geplaatst binnen de context van de afvalproduktie. De industrie heeft voor de produktie van goederen grondstoffen en energie nodig. Als reststof van die produktie blijft afval over. Zowel producent als consument produceert afval. Dit afval kan worden onderscheiden in (1) huishoudelijk afval, (2) bedrijfsafval, (3) chemisch afval, (4) bouw- en sloopafval en (5) radio-actief afval. Al dat afval wordt ingezameld, gesorteerd (gescheiden) om vervolgens te worden verbrand, gestort of via compostering en recycling weer geschikt te maken voor grondstof of energie voor produktie. In figuur 1 is te zien dat binnen dit afvalproduktieproces vier fasen kunnen worden onderscheiden: (1) het aanbod van afval, (2) de logistiek van het afval, (3) de verwerking van het afval en ten slotte (4) de afzet van het afval. Afval wordt geproduceerd door burgers, bedrijven en instellingen. Zij bieden dat afval aan in de vorm van huishoudelijk afval, bedrijfsafval, puin, grond en slib. Dit afval wordt ingezameld op stortplaatsen waarna het afval vervolgens, als het gaat zoals is afgesproken met de overheid, wordt gesorteerd en voor verdere overslag wordt gezorgd. Voor de uitvoering van deze drie fasen vormt transport een onmisbare schakel. Na de overslag kan worden besloten het afval voor langere tijd te storten, direct te verbranden of te recyclen (bewerken voor hergebruik; denk hierbij aan composteren). In de verwerkingsfase kan afval wederom worden verplaatst naar een andere bewerkingsvorm. Afval kan eerst worden gestort om daarna, wanneer er voldoende capaciteit is, te worden verbrand. Het afval dat is bewerkt voor hergebruik (recycling) kan vervolgens worden afgezet aan de industrie, landbouw of andere produktiebedrijven om daar dienst te doen als nieuwe grondstof voor produktie. Figuur 1: De afvalketen met afvalstromen en financile stromen

Met de afvalstromen lopen parallel financile stromen. Bij elke pijl in de afvalketen worden financile transacties afgesloten. Voor de aflevering van afval dient te worden betaald (en de prijs variert per soort afval), voor het transport moet worden betaald en ook voor de verwerking van het afval. De industrie of andere producenten betalen als laatste in de afvalketen voor de grondstoffen die hen worden geleverd. Om milieucriminaliteit te kunnen plaatsen moet men
Place text describing image 1 here!
inzicht hebben in de soorten afvalstromen en de daarbij horende financile stromen. Gemeenten houden zich al jaren bezig met de inzameling van huisvuil en grof huisvuil. In de gemeentelijk afvalverordening worden de regels voor de huisvuilinzameling beschreven. Zo wordt daarin geregeld hoe door de bevolking het huisafval moet worden aangeboden en wanneer. Ook wordt in de verordening vastgesteld dat gemeentelijke reinigingsdiensten niet het recht hebben het (grove) huisvuil te doorzoeken. Wel wordt in veel gemeenten oogluikend toegestaan dat mensen of kleine bedrijfjes (kringloopwinkels) het grofvuil doorzoeken op van hun gading zijnd afgedankt materiaal. Dit weggenomen afval blijft in dat geval buiten de afvalstromen en het is dan mogelijk dat dat afval niet op milieuhyginisch verantwoorde wijze wordt verwerkt. De meeste gemeenten voeren het huisvuil nog steeds af naar een (regionale) stortplaats.

In tabel 1 van de Appendix is te zien dat in 1993 ruim 23.400 kton afval in Nederland is gestort, verbrand en gecomposteerd. In totaal werd er ruim 13.000 kton gestort, 2.900 kton verbrand en voor 6.600 kton puingebroken. Composteren heeft slechts betrekking op een klein deel van de totale hoeveel verwerkte afval. Uit diezelfde tabel is op te maken dat de aangeboden hoeveelheid afval de laatste drie jaren nauwelijks is gewijzigd. Wel blijkt er 14% meer te zijn verbrand in 1993 dan het jaar daarvoor. Het composteren is in drie jaar tijd verdrievoudigd. Het aanbod bij puinbrekers is nagenoeg niet veranderd.

De totale hoeveelheid gestort afval in Nederland bedraagt 13.000 kton (zie tabel 2 in de bijlage). De grootste categorien gestort afval in kton gemeten zijn huishoudelijk afval (3.200), bedrijfsafval (2.150), bouw- en sloopafval (2.100) en verontreinigende grond (2.150). Storten is in Nederland nog altijd het goedkoopst. Maar uit een oogpunt van milieubescherming is storten een slechte methode om zich van het afval te ontdoen. Het vergt veel schaarse ruimte, het landschap wordt erdoor ontsierd en er komen allerlei dieren op af (vogels, ratten). Ook kunnen stortplaatsen ernstige bodem- en waterverontreiniging veroorzaken. Om deze nadelen te beperken moeten stortplaatsen van de overheid volgens de zogenaamde IBC-criteria (isoleren, beheersen en controleren) storten: (a) de stort bol leggen en het afstromende regenwater opvangen; (b) het door de stort sijpelende regenwater opvangen en (c) de stort dagelijks samendrukken en met aarde afdekken. Dit wordt gecontroleerd storten genoemd. Bij oudere stortplaatsen wordt de stort nog vaak met plastic afgedekt omdat een drainage ontbreekt. Op 31 december 1993 waren in Nederland 62 stortplaatsen in exploitatie, verkeerden 41 in de aanlegfase en waren voor 10 nieuwe stortplaatsen aanvragen ingediend. Deze stortplaatsen zijn regionaal georganiseerd: regio Noord-Nederland, regio Midden-Nederland, regio Noord-Holland, regio Zuid-Holland en regio Zuid-Nederland. De stortcapaciteit is veel groter dan nodig. Zo wordt ruim 13.000 kton in 1993 gestort terwijl er voor 82.300 kton restcapaciteit bestaat en nog eens 46.400 kton in procedure.

Met betrekking tot tabel 1 van de Bijlage dient wel het volgende te worden aangetekend. De getallen wekken de indruk dat wij te maken hebben met goed gescheiden soorten afvalstromen. Dit is echter niet waar. Noot Dit betekent dat het al bij de stort onduidelijk is met welk soort afval de ontvangende bedrijven van doen hebben of dat enige controle door de overheid ten aanzien van de gescheiden stort niet of nauwelijks kan worden gerealiseerd. Deze mengvrachten bieden, zoals wij later nog uitgebreid zullen zien, gelegenheid tot criminaliteit. Kijken wij naar de afzonderlijke afvalstromen dan valt op dat de hoeveelheid geproduceerde bedrijfsafval fors is afgenomen. Voor een deel is deze afname toe te schrijven aan de afvalpreventie door de hoge kosten, maar is voor een ander deel fictief door het mengen van afval en door veranderingen in de registratie van gestort afval. De hoeveelheden zuiveringsslib, reinigingsdienstafval en bouw- en sloopafval nemen toe en de hoeveelheid huishoudelijk afval neemt in de laatste jaren af. In de toekomst zal huisvuil niet meer mogen worden gestort. Het alternatief is dan composteren of verbranden.

De storttarieven variren per categorie afval en stijgen elk jaar fors. Huishoudelijk afval is binnen n jaar van f.73,- per 1000 kilo gestegen naar f.93,-. Bedrijfsafval van f.80,- naar f.100,- per 1000 kilo.

In totaal wordt er in Nederland 2.150 kton verontreinigde grond gestort waarvan 825 kton is gereinigd en 620 kton kan worden hergebruikt buiten de stortplaatsen. Bij 56 stortplaatsen in Nederland wordt verontreinigde grond geaccepteerd. Daarvan wordt het meeste bij Dok/Verolme/Rotterdam (865 kton) en in Noord-Holland (183 kton), Overijssel (143 kton) en Limburg (142 kton) gestort. Er is echter maar 825 kton gereinigd, terwijl de capaciteit 1.300 kton was in die periode, weer volgens opgave van de VAVV. De reden voor deze ondercapaciteit is dat provincies niet over voldoende financile middelen beschikken om grond te laten reinigen. Wel is 470 kton als afdek of tussendek op stortplaatsen gebruikt (22%). De verwerkingsprijs bedraagt ongeveer f.80,- voor het storten van vervuilde grond (varirend van f.4,- tot f.250,- per ton). De stortprijs verschilt sterk per regio en varieert per stortplaats. Deze verschillen leiden er in de praktijk toe dat afval dat moet worden gestort, over grote afstanden wordt vervoerd om een zo gunstig mogelijke prijsstelling te krijgen. Internationaal gezien zijn de prijsverschillen nog groter. Het is dus voor bedrijven aantrekkelijk in het buitenland te storten om de kosten zo laag mogelijk te houden.

Zoals aangegeven bestaat het grootste deel van het aangeboden afval uit mengvrachten. Deze mengvrachten worden vaak verbrand. In de jaren zestig en zeventig zijn naast de verbrandingsinstallaties in Rotterdam en Amsterdam aan de rand van negen grote steden vuilverbrandingsinstallaties (AVI's) gebouwd. Het doel van verbranden is te zorgen voor volumevermindering van het afval door het om te zetten in gassen en restprodukten (slakken). In de hete oven wordt van het vaste afval 75% omgezet in rookgassen, 23% in slakken en 2% in vliegstof. Deze gassen kunnen sterk bijdragen aan de zure regen. In het vliegstof kunnen gevaarlijke zware metalen en zeer kleine, maar uiterst giftige stoffen zitten. Tot voor enkele jaren konden AVI's deze rookgassen onbelemmerd de lucht in stoten, maar sinds 1989 worden filters voorgeschreven. Het vliegas moet op een gecontroleerde stortplaats worden gestort. De eisen die daaraan worden gesteld, zullen de verwerkingsprijs in de toekomst sterk laten oplopen. In 1993 is in 13 verbrandingsinstallaties in totaal circa 2.9 miljoen ton afval verbrand. In tabel 3 van de Bijlage is te zien hoe die 2.900 kton verbrand afval is verdeeld over de soorten afval. Het meeste verbrande afval in Nederland bestaat uit huishoudelijk afval. Het verbranden van bedrijfsafval neemt toe. Er bestaat in Nederland een grote variatie in prijzen per ton verbrand afval. De laagste vraagprijs voor verbranding van huishoudelijk afval bedraagt f.72,- en de hoogste f.230,-. De gemiddelde prijs voor verbranding van huishoudelijk afval ligt in Nederland op f.159,-. De verbrandingscapaciteit bedraagt 2.982 kton en wordt dus vrijwel in zijn geheel gebruikt. Meer afval betekent dus in wezen dat er meer verbrandingsinstallaties moeten komen. Recentelijk (27 april 1995) is door het Afval Overleg Orgaan (AOO) Noot in een ontwerp voor een tweede Tienjarenprogramma Afval 1995-2005 gesteld dat een uitbreiding van de verbrandingscapaciteit voor afval overbodig is. De reden hier is dat de afvalberg in 1994 - dank zij de gescheiden inzameling van GFT-afval - al met een miljoen ton per jaar is verminderd. Een andere vorm van afvalverwerking is het composteren. Composteren is het omzetten van groente-fruit-tuinafval (GFT) in compost. In totaal werd in Nederland in 1993.883 kton groente, fruit en tuinafval verwerkt tot compost. De prijs hiervoor bedroeg tussen de f.62,- en f.100,- per 1000 kilo.

Het composteren van (ongesorteerd) afval is in de loop der tijden moeilijker geworden doordat het steeds meer onverteerbaar materiaal bevat, zoals glas, blik, plastics en andere kunststoffen. Daarnaast zijn de normen voor compost strenger geworden. Dit houdt in dat het gehalte aan zware metalen drastisch omlaag moet wil men ook in de toekomst nog compost op de markt afzetten. Om de normen te halen is het belang van een aparte GFT-inzameling sterk toegenomen. Composteren is veel goedkoper dan verbranden.

Met betrekking tot puinbreken kan worden opgemerkt dat er een capaciteit bestaat van 10.000 kton en dat daarvan slechts 65% wordt gebruikt.
Samenvattend kan over de afvalketen in Nederland worden opgemerkt dat:
1. er verschillende afvalstromen zijn;
2. de prijs per afvalstroom sterk varieert;
3. de prijs van elke bewerking per afvalstroom varieert;
4. de prijs per gebied, per stortplaats, per verbrandingsinstallatie sterk varieert; 5. de afvalverwerkingscapaciteit in Nederland de laatste sterk is toegenomen; 6. de internationale prijsverschillen van punt 1 tot en met 4 zeer groot zijn; 7. het vaak niet mogelijk is een onderscheid te maken tussen huishoudelijk, industrieel bedrijfsafval, industrieel chemisch afval, enz. De afvalstromen zijn dus moeilijk te scheiden en kunnen gemengd worden aangeboden en verwerkt, terwijl de prijzen per afvalstroom verschillen.


vorige         volgende         inhoudsopgave en zoeken