Het onderzoek naar criminele groepen in Nederland is onderverdeeld in twee delen: autochtone groepen en allochtone en buitenlandse groepen. Dit onderscheid is gemaakt omdat belangrijke verschillen bestaan tussen deze soorten groepen. De Hollandse netwerken hebben hun basis in Nederland zelf, terwijl in allochtone gemeenschappen in Nederland criminaliteit voorkomt die direct verbonden is met de drugeconomie in het land van herkomst, te weten Suriname, Turkije en Marokko. De verbinding met de drugeconomie in deze landen heeft duidelijk andere effecten op de allochtone gemeenschappen in Nederland dan op de Hollandse netwerken, waarin allochtonen overigens ook een rol kunnen vervullen. Daarnaast zijn er buitenlandse criminele groepen die nauwelijks een binding hebben met personen van die nationaliteit in Nederland. In deze paragraaf komen de autochtone criminele groepen aan de orde.
De zogeheten Hollandse netwerken spelen een belangrijke rol in de georganiseerde criminaliteit in Nederland. Het gaat daarbij om criminele organisaties waarvan de deelnemers overwegend bestaan uit personen die Nederland als land van herkomst hebben.
In de Nederlandse geschiedenis hebben bendes bestaan die voldoen aan de hedendaagse definitie van georganiseerde criminaliteit. Georganiseerde criminaliteit is in Nederland geen recent verschijnsel. Het is ook geen verschijnsel dat recent door buitenlanders en allochtonen naar Nederland is gebracht. De georganiseerde criminaliteit heeft diepe wortels in de Nederlandse samenleving.
De Bruinsma-clan was in de voorbije decennia de eerste groep die met behulp van geweld een weg naar de
top van de hasjgroothandel vond. Klaas Bruinsma had organisatietalent waardoor hij in staat was een harde
kern van tien man te sturen. Daarnaast werd Bruinsma constant geadviseerd door allerlei personen die legale
bedrijven hadden. Opvallend was het gebruik van excessief geweld. De Bruinsma-clan bleef lang buiten schot
van de politie. Er zijn aanwijzingen dat Bruinsma het geld dat hij verdiende, investeerde in legale activiteiten.
De autochtone georganiseerde criminaliteit van dit moment houdt zich vooral bezig met grootschalige drugshandel. De onderzoeksgroep Fijnaut heeft zeven toonaangevende criminele groepen nader bezien. Deze groepen zijn hoofdzakelijk actief in de grootschalige hasjhandel en in mindere mate in de handel in cocane en herone, amfetamine en XTC-preparaten, en nederwiet. De autochtone georganiseerde criminaliteit is klassiek van aard: levering van illegale goederen en diensten.
Het begrip octopus dat wel als aanduiding van bepaalde criminele groepen in Nederland is gebruikt, verwart
eerder dan dat het een duidelijk beeld geeft.
Daarnaast zijn er meervoudig samengestelde druggroothandelsgroepen, die zich richten op druglijnen naar meer landen. De inkomsten van deze groepen worden deels teruggeleid in de criminele handel en deels legaal genvesteerd in Nederland en in het buitenland.
Groep B werd geleid door kamper C die gezien werd als een van de grootste handelaren in Nederland. Hij
controleerde drie hasjlijnen uit Pakistan en Libanon, in 1988 samen goed voor ongeveer 30 ton. Politie en
justitie twijfelden er niet aan dat C verschillende mensen had laten ombrengen. C was niet zo zeer leider van
een criminele groep maar eerder een makelaar in illegale goederen. C probeerde het risico van de
hasjtransporten ook zo veel mogelijk te spreiden. Groep B heeft zich toegelegd op zeer riskante, maar ook zeer
lucratieve grote partijen drugs.
Daarnaast zijn er groepen die zich tussen beide andere groepen bevinden. De leiders daarvan stammen uit de
kring van de woonwagenbewoners. De bazen bemoeien zich nog intensief met het exploiteren van de
drugslijnen. Er is een grote bereidheid tot het gebruik van geweld.
Groep D had een leider E die de naam had een geweldenaar te zijn. Hij ripte partijen drugs uit handen van andere criminele organisaties. Hij wordt verantwoordelijk gehouden voor liquidaties van ettelijke personen. E kon terugvallen op een omvangrijke groep handlangers, maar ook op een advocaat, een accountant, een bankemploy en een medewerker van een Kamer van Koophandel. De belangrijkste drugslijn die groep D exploiteerde was een lijn op Marokko. Langzaam werden hasjlijnen met andere landen uitgebouwd. De groep deed al het mogelijke om de interne communicatie geheim te houden.
Slechts een enkeling investeert in legale sectoren. Het merendeel van deze criminele organisaties gebruikt het met criminele activiteiten verdiende geld voor eigen consumptie en verbetering van de bedrijfsvoering. Van substantile vermenging van crimineel geld met legale geldstromen is voor wat betreft deze groepen geen sprake. Deze criminele organisaties kunnen over zeer omvangrijke geldbedragen beschikken.
Naast de top van de criminele organisaties bevinden zich criminele netwerken waarbij de leiders contact hebben met leden van de onderzochte zeven organisaties en de criminele uitvoerders. Zij vormen deels groepen op zichzelf. Netwerken op het middenniveau zijn er zeer veel. De leden van een aantal van die netwerken hebben voortdurend contact met elkaar.
De Hells Angels vormen een dergelijke tussengroep. Zij investeren in horeca-ondernemingen, motorhandel en onroerend goed. De financile middelen komen uit de handel in verdovende middelen, wapenhandel en de protectie op de Wallen.
Mede vanwege de aandacht van politie en justitie voor de top van criminele organisaties is er nauwelijks zicht
op de basis van de georganiseerde criminaliteit.
Het onderzoek naar de autochtone criminele groepen levert een gedifferentieerd beeld op. Het gaat om enkele
tientallen autochtone criminele organisaties die zich vooral bezig houden met de traditionele georganiseerde
criminaliteit, waarbij de handel in softdrugs de boventoon voert. Deze criminele organisaties plegen zware
misdrijven. Van structurele vermenging tussen de criminele groepen en de legale bovenwereld is weinig
gebleken. Er bestaat slechts zelden een duidelijk hirarchische structuur. Veelal is sprake van losse netwerken.
De Hollandse netwerken vormen een belangrijk deel van de georganiseerde criminaliteit in Nederland. Zij zijn
grotendeels verantwoordelijk voor de georganiseerde criminaliteit voor wat betreft de handel in softdrugs. Deze
handel in softdrugs wordt omringd met andere vormen van georganiseerde criminaliteit waaronder de handel
in harddrugs. De omvang van Hollandse netwerken kan groot zijn: sommige bestaan uit meer dan 100
personen. Daarbij is te zien dat criminele groepen steeds vaker samenwerken met criminele groepen in andere
landen. Het geweldgebruik door deze criminele groepen is in een aantal gevallen intensief. Als zodanig
vormen de autochtone criminele groepen een cruciaal object van onderzoek door politie en justitie. Politie en
justitie besteden aan de Hollandse criminele netwerken in vergelijking met andere criminele groepen terecht
veel aandacht. Van enige inmenging in de bovenwereld door investeringen van crimineel geld door deze
groepen is in een enkele branche gebleken. Verontrustend is verder de constatering dat enkele van deze
groepen zich systematisch bezig houden met contra-strategien tegen de overheid. In het verhoor van officier
van justitie Valente kwam aan de orde dat n van de criminele organisaties gewoon verder functioneerde
ondanks het feit dat de leider in de gevangenis zat. Noot De mogelijkheden tot het daadwerkelijk doen
beindigen van de activiteiten van criminele groepen zijn beperkt. Op dit moment lijkt het hoogst haalbare het
frustreren van de criminele bedrijfsvoering door het arresteren en laten veroordelen van enkele sleutelfiguren.
De commissie constateert dat een criminele organisatie nog nooit volledig ontmanteld is.
vorige         volgende         inhoudsopgave en zoeken