Vrije beroepsbeoefenaren, zoals advocaten, notarissen, accountants en belastingadviseurs, kunnen een belangrijke faciliterende rol vervullen voor de georganiseerde misdaad. Zij zijn in staat de benodigde deskundigheid te verschaffen om financile transacties te verrichten of zij kunnen dergelijke transacties autoriseren. Daarnaast bieden de vrije beroepsbeoefenaren goede mogelijkheden tot afscherming. Hun betrokkenheid bij transacties kan de schijn van vertrouwen wekken; de geheimhoudingsplicht en het verschoningsrecht bieden een belangrijke bescherming aan de clinten. Vrije beroepsbeoefenaren zijn om deze redenen aantrekkelijk voor de georganiseerde criminaliteit.
De onderzoeksgroep Fijnaut heeft gevallen van verwijtbare betrokkenheid van de vrije beroepsgroepen in kaart gebracht. Van verwijtbare betrokkenheid van vrije beroepsbeoefenaren bij strafbare handelingen van criminele organisaties kan in tweerlei zin sprake zijn. Ten eerste kan een beroepsbeoefenaar in strafrechtelijke zin betrokken zijn bij de strafbare gedragingen. Deze betrokkenheid kan bestaan uit het medeplegen van of medeplichtig zijn aan de strafbare feiten van de criminele groep, uit het begunstigen van de plegers van deze feiten, bijvoorbeeld door het plegen van heling, of door het belemmeren of bemoeilijken van de opsporing van de misdrijven en de uit misdrijf verkregen opbrengsten (vgl. art. 189 WvSr.). Hier is sprake van verwijtbare betrokkenheid in enge zin. Ten tweede is er verwijtbare betrokkenheid in ruime zin. Hiervan is sprake als de beroepsbeoefenaar in de uitoefening van zijn beroep niet de nodige zorgvuldigheid in acht neemt ter voorkoming van misbruik van zijn beroepsuitoefening voor criminele doeleinden. Er is dan weliswaar geen sprake van het welbewust en opzettelijk meewerken aan strafbare handelingen, maar wel kan worden verweten dat de betrokkene had moeten of kunnen weten dat van zijn diensten misbruik is gemaakt voor criminele doeleinden.
De 8000 Nederlandse advocaten vormen samen de Nederlandse Orde van Advocaten. Advocaten dienen zich steeds te bewegen tussen de onafhankelijk uitoefening van hun beroep en partijdigheid ten opzichte van hun clinten. De geheimhoudingsplicht en het verschoningsrecht zijn noodzakelijke onderdelen van het functioneren van een advocaat. De advocatuur is vanwege haar relevante kennis en het verschoningsrecht aantrekkelijk voor criminele organisaties. De commercialisering van de advocatuur veroorzaakt dat de traditionele professionele normering aan kracht inboet.
Over de omvang van de verwijtbare betrokkenheid van de advocatuur bij de georganiseerde criminaliteit is moeilijk iets te zeggen. In de media zijn verschillende berichten verschenen over de omvang van die betrokkenheid. Daarbij kwam steeds aan de orde dat een lijst zou bestaan van corrupte advocaten. Noot In het verhoor van Wilzing, voormalig hoofd CRI en korpschef IJsselland, kwam dat lijstje aan de orde:
Een drugsdealer zit in voorlopige hechtenis onder alle beperkingen. Hij is er bevreesd voor dat justitie beslag zal leggen op zijn banktegoeden in Zwitserland. De advocaat verzint een mogelijkheid om de tegoeden van de rekening af te halen en voert het plan vervolgens persoonlijk uit.
Ten slotte zijn er voorbeelden van advocaten die bijdragen aan de afscherming van criminele activiteiten. In deze gevallen worden advocaten gebruikt om financile transacties af te schermen. Een bekende, in het buitenland gevestigde, non-profit organisatie wordt opgelicht voor 10 miljoen gulden door enkele personen, van wie n bekend staat vanwege zijn banden met de mafia in New York. Ook wordt een Amerikaanse burger voor ruim 1 miljoen gulden opgelicht. Bij het doorsluizen van een deel van de gelden speelt een Nederlander, samen met zijn (civiele) advocaat een belangrijke rol. De advocaat wordt op een aantal manieren gebruikt: hij houdt de slachtoffers lange tijd in de waan dat alles goed zit door brieven te ondertekenen waarin wordt verklaard dat spoedig terugbetaling zal volgen, en hij ontvangt gelden op zijn kantoorrekening en gaat als ware bankieren voor de Nederlandse verdachte. Deze verdachte neemt geld op van de kantoorrekening en laat via de rekening hoge bedragen doorboeken naar buitenlandse rekeningen. Op deze manier wordt de papertrail tussen het geld en de verdachte doorbroken. Inmiddels heeft de Orde van Advocaten richtlijnen opgesteld om te voorkomen dat advocaten betrokken raken bij criminele organisaties. De richtlijnen verplichten de advocaten tot nader onderzoek en verbieden bijvoorbeeld het aanvaarden van contante betalingen van meer dan 25.000 gulden.
Na de onrust die ontstaan was binnen de Nederlandse Orde van Advocaten over het bestaan van de lijst van Wilzing heeft de voorzitter van het College van procureurs-generaal, Docters van Leeuwen, met de Orde de volgende afspraak gemaakt. Een op het gebied van het gedragsrecht ervaren advocaat krijgt inzage in de vertrouwelijke informatie uit het zogenaamde Finpol-bestand van de CRI, waar meldingen van ongebruikelijke transacties verwerkt worden. Deze advocaat zal het OM adviseren of die informatie concrete gegevens bevat die tuchtrechtelijke stappen tegen advocaten kunnen rechtvaardigen. Deze advocaat krijgt echter geen inzage in informatie uit lopende tactische onderszoeken en in CID-informatie omdat deze zich gezien hun zachte karakter niet zouden lenen voor tuchtrechtelijk ingrijpen. Noot
De notaris is als openbaar ambtenaar de functionaris wiens tussenkomst dwingend is voorgeschreven bij allerlei rechtshandelingen. De notaris heeft nauwelijks de mogelijkheid een clint te weigeren: de notaris heeft een plicht tot dienstverlening (ministerieplicht). Voor de notaris zijn onpartijdigheid en onafhankelijkheid cruciale onderdelen van zijn taakuitoefening. Geheimhouding en verschoningsrecht zijn daarbij instrumenten. De positie van de notaris is om verschillende redenen kwetsbaar voor infiltratie en gebruik door criminele organisaties. De tussenkomst van notarissen is wettelijk voorgeschreven bij verschillende rechtshandelingen. De notaris vormt daarnaast een goede dekmantel voor criminele activiteiten. Daar staat tegenover dat notarissen slechts een geringe weerbaarheid hebben ten opzichte van de criminele groepen. Een notaris heeft nauwelijks mogelijkheden een clint nader te onderzoeken.
Het tuchtrecht en enkele aanvullende bronnen laten voorbeelden zien van notarissen die betrokken zijn bij de georganiseerde criminaliteit. Noot Het gaat dan steeds om gevallen waarbij sprake is van verwijtbare betrokkenheid. In totaal zijn 13 gevallen van verwijtbare betrokkenheid van notarissen gevonden. In n geval had een notaris connecties met personen uit belangrijke criminele organisaties. De betrokken notaris is uit zijn ambt ontzet. Andere gevallen hadden betrekking op ambtelijke dienstverlening die niet verricht had moeten worden De notaris is de criminele organisatie behulpzaam. De notaris weet dat er iets niet deugt, maar neemt er geen actie tegen. Twee voorbeelden:
Een drugshandelaar koopt met medewerking van een notaris een groot aantal huizen op. Hierna worden de huizen door een makelaar voor de driedubbele waarde getaxeerd waarna de huizen via dezelfde notaris weer worden verkocht aan personen met een criminele achtergrond. In veel gevallen werden op deze basis hoge hypotheken verstrekt waarbij kopers de leningen niet aflosten en met de noorderzon vertrokken. Een notaris passeert op een dag driemaal een transportakte met betrekking tot hetzelfde pand waarbij de waarde toeneemt van 7 naar 14 naar 21 miljoen gulden. De notaris verricht de ambtelijke dienstverlening zonder meer.
Daarnaast zijn enkele voorbeelden gevonden waarbij de notaris werd gebruikt als afscherming. De notaris dient
als faade om de werkelijke bedoelingen van de criminele organisatie af te schermen.
Door een drugsorganisatie wordt getracht via een Nederlandse bank een bedrag van 16 miljoen dollar over te
boeken naar een bank in Zuid-Amerika. Een Zwitserse bank zou garant staan. Een notaris waarmerkt de
handtekeningen op het leencontract voor authentiek zonder gegevens van betrokkenen te verifiren waarmee
een schijn van betrouwbaarheid aan het contract wordt gegeven die niet gerechtvaardigd is.
De Koninklijke Notarile Broederschap heeft richtlijnen uitgevaardigd om te voorkomen dat notarissen
betrokken raken bij georganiseerde criminaliteit.
Accountants stellen de betrouwbaarheid van financile informatie vast. Daardoor zijn zij aantrekkelijk voor criminele organisaties die crimineel verdiend geld zo kunnen legitimeren. Accountants treden ook steeds vaker op als adviseurs op administratief en financieel terrein. Accountants hebben een functionele geheimhoudingsplicht, maar kunnen zich niet beroepen op een verschoningsrecht. Inmiddels zijn accountants onderworpen aan een wettelijk geregelde tuchtrechtspraak. In zeven gevallen bleken accountants betrokken te zijn bij het afdekken van zwarte geldcircuits, het geven van adviezen in witwasconstructies of valsheid in geschrifte. De betrokkenheid komt vooral voor bij kleinere kantoren. Betrokkenheid vindt vooral plaats in het voortraject, waarin advies gegeven wordt over constructies en slechts zelden in het natraject van financile controle.
De beroepsgroepen trachten door richtlijnen de accountants af te houden van criminele handelingen. Na lange
discussie is een meldingsplicht ingevoerd.
In Nederland doet zich geen stelselmatige infiltratie door de georganiseerde criminaliteit in de onderzochte vrije beroepsgroepen voor. De gevallen waarin sprake was van verwijtbare betrokkenheid van vrije beroepsbeoefenaren bij criminele organisaties lijken incidenten te zijn. Dat is van groot belang voor het oordeel over de ernst van de georganiseerde criminaliteit. Het functioneren van de rechtsstaat zou ernstig belemmerd zijn indien sprake was van stelselmatige infiltratie van de georganiseerde criminaliteit in de vrije beroepsgroepen.
Niettemin neemt de commissie de gevallen van verwijtbare betrokkenheid bij vooral de advocatuur en het notariaat ernstig. Het aantal incidenten en de aard van de verwijtbare handelingen van de kant van deze advocaten en notarissen zijn verontrustend. Door deze criminele activiteiten kan het aanzien van de gehele beroepsgroep in gevaar komen. Daardoor bestaat het risico dat een politieke discussie ontstaat over de noodzaak van afschaffing van het verschoningsrecht of de geheimhoudingsplicht voor deze vrije beroepsbeoefenaren.
De commissie ziet op dit moment geen aanleiding een dergelijke politieke discussie te beginnen. Wel zal het noodzakelijk zijn de beroepsgroepen ervan te doordringen dat alleen richtlijnen onvoldoende zijn om ook in de toekomst criminele organisaties buiten de deur te houden. Advocaten en notarissen zijn aantrekkelijk voor criminele organisaties. Die aantrekkelijkheid moet verminderen. Daarnaast zal bezien moeten worden op welke wijze de officier van justitie de bevoegdheid kan verkrijgen binnen de kaders van de Advocatenwet om een klacht in te dienen bij de tuchtrechtelijke colleges indien vermoedens bestaan van verwijtbare betrokkenheid van vrije beroepsbeoefenaren.
vorige         volgende         inhoudsopgave en zoeken