• Buro Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, de overheid in Nederland en Europa kritisch volgt. Een grond-rechten kollektief dat al 30 jaar publiceert over uitbreiding van repressieve wetgeving, publiek-private samenwerking, bevoegdheden, overheids-optreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.
  • Publicaties

  • Migratie

  • Politieklachten

  • Kraaijer, de AIVD en de Telegraaf

    Paul Kraaijer kwam in juni 2011 uit de kast na vijfentwintig jaar voor de inlichtingen- en veiligheidsdiensten te hebben gewerkt. Kraaijer laat zich in twee paginagrote artikelen interviewen over zijn carrière. Buro Jansen & Janssen heeft het verhaal met grote belangstelling gelezen en heeft uit diverse hoeken reacties en aanvullingen gehad, maar heeft gekozen om terughoudend te zijn met een reactie. Het interview / artikel in de Telegraaf roept namelijk meer vragen op dan dat je er zinnige conclusies aan kan verbinden.

    Zijn het waarheden, halve waarheden, verzinsels, leugens? Wat wil de Telegraaf met het verhaal, en wat wil de inlichtingendienst? Waarom treedt iemand na zoveel jaar naar buiten? Welke schade heeft hij ondervonden van een 25-jarig dubbelleven? Kraaijer schrijft zelf op de website van Villamedia.nl dat “de Telegraaf zaken nog wel eens uit het verband wil rukken of wil aandikken.” Kraaijer reageert op de passages in het Telegraaf artikel waarin gerefereerd wordt aan zijn rol als journalist. Zijn de andere opmerkingen van Kraaijer dan ook “uit hun verband gerukt of aangedikt”? En wat betekent dat voor het waarheidsgehalte van de twee reportages?

    Bij de zoektocht naar het verhaal achter Kraaijer is het van belang onderscheid te maken tussen wat hij was en wat hij deed. Kraaijer wordt in de Telegraaf gepresenteerd als infiltrant, als agent van de geheime dienst (AIVD-er). Kraaijer lijkt te suggereren dat hij voor de geheime dienst werkte. Hij zegt in het artikel dat hij “24 uur per dag, zeven dagen in de week” actief was. Hij zou na een korte carrière bij de RID, de Regionale Inlichtingendienst van de stad Zwolle voor de dienst zijn gaan werken. Was Kraaijer nu een infiltrant, een mol, een spion, een agent, een informant van de PID (Plaatselijke, Politieke of Politie Inlichtingendienst tot 1993) en later de BVD/AIVD? Komt dat allemaal op hetzelfde neer zoals het artikel in de Telegraaf doet geloven?

    Wat is Kraaijer?

    Het woord spion heeft een positieve lading. De spion is intelligent en meestal knap en het succes is aan zijn kant. James Bond is de spion die tijdens de Koude Oorlog achter het IJzeren Gordijn spectaculair te keer gaat. Hij vertegenwoordigt duidelijk het goede. De spion is in dienst van een gerenommeerde geheime dienst en het woord heeft meestal betrekking op activiteiten van de agent in het buitenland. De term mol is het woord dat wordt gebruikt als er sprake is van een onderzoek in eigen huis. De AIVD heeft bijvoorbeeld een mol in haar midden gehad, in de persoon van audio bewerker (tolk of taalanalist) Outman Ben A. die in 2004 werd gearresteerd. De infiltrant is iemand die met een vooropgesteld plan of opdracht een organisatie binnendringt. Bijvoorbeeld een agent die zich opwerkt in een organisatie als de Arabische Europese Liga (AEL) en daar door provocaties en misleiding verdeeldheid zaait zoals in 2004 het
    geval bleek (april 2005 NRC Handelsblad). In het criminele circuit kan het gaan om een persoon die in drugs handelt om er achter te komen wie de hoogste baas van een drugslijn is. De undercover agent speelt een zelfde rol. De informant tenslotte is de persoon die informatie verzamelt en doorgeeft aan inlichtingendiensten via zijn contactpersoon bij de dienst, zijn ‘runner’. De informant kan actief zijn in verschillende organisaties en daarover inlichtingen doorgeven. Een ‘informant’ kan verschillende gedaantes hebben. Het kunnen mensen zijn die regelmatig een onschuldig lijkend praatje hebben met medewerkers van een inlichtingendienst. Het kunnen ook mensen zijn die actief worden gerund en zich op verzoek van een geheime dienst bij andere groepen aansluiten.

    Het werk van inlichtingendiensten is geen exacte wetenschap en de terminologie bestaat niet uit definities, maar er zijn verschillen tussen spionnen, mollen, infiltranten en informanten. Dat verschil vertaalt zich ook in de wijze waarop Kraaijer werd gerund en hoe hij financieel werd ondersteund. Als wij het verhaal van Kraaijer moeten geloven, werd hij eerst als informant door de PID Zwolle gerund, om in 1993 voor de AIVD te gaan infiltreren in verschillende groepen.

    Wat deed Kraaijer?

    Kraaijer claimt dat hij de dienst jarenlang heeft geïnformeerd over een reeks verschillende actiegroepen. De vraag is of die wapenfeiten te controleren zijn? Kraaijer voert verschillende gebeurtenissen aan die eenvoudig uit de media en van het internet te halen zijn. De demonstratie bij het gemeentehuis van Zwolle bij de installatie van dhr. Ruitenberg van CP’86, de G8-top in Evian, de Animal Rights Gathering in Zweden en de nertsenbevrijding en de verdenking van de bedreiging van de koningin van de Vegan Streaker zijn daar voorbeelden van. Paul Kraaijer zou daar allemaal wel bij aanwezig zijn geweest, maar dat zegt nog niet dat hij daarover informatie heeft doorgegeven aan de BVD en later aan de AIVD. De artikelen in de Telegraaf geven hier geen duidelijkheid over.
    Een voorbeeld uit het eerste artikel: Paul Kraaijer zegt dat hij in contact was met een “jonge activist” waarmee hij samen een actie zou doen in Mannheim. In de Telegraaf: “Spannender waren de nachtelijke acties van Kraaijer in 1990 in Duitsland, waar Nederlandse schepen werden ingezet om Amerikaans defensiemateriaal naar het oorlogsgebied in het Midden-Oosten te varen. Ik was in contact
    gekomen met een jonge activist en samen met anderen zouden we in Mannheim een kraan bezetten, die schepen met oorlogsmateriaal laadde.” Heeft Kraaijer toen een rapportje geschreven over Mannheim in de trant van: “Met Y in de auto gesproken over een actie in Mannheim. Hou het in de gaten.” In het actieblad NN van 10 januari 1991 staat een overzicht van verschillende protesten tegen de eerste Golfoorlog: “Zaterdagmorgen 22-12-90 werd er door de vredeswinkel uit Mannheim en NO PASARAN Zwolle actie gevoerd in de haven van Mannheim waar de afgelopen weken duizenden legervoertuigen werden verscheept naar Rotterdam en Antwerpen. De actie bestond uit het bezetten van een laadkraan en het ophangen van spandoeken. Op het tijdstip van de actie bleken het op het haventerrein geen werkzaamheden plaats te vinden. De actiegroep was zichtbaar verrast.” Was dit de actie waarbij Kraaijer aanwezig was en had de ‘meesterspion’ er voor gezorgd dat het werk was stilgelegd op een zaterdag, of lag het altijd stil in het weekend? “Bij vertrek van het haventerrein werden we verrast door een grote politiemacht die onderweg was naar het haventerrein.” Kraaijer heeft het over nachtelijke acties, maar treedt verder niet in details. De actie uit het bericht van 1990 vond overdag plaats. Was de bezetting van de kraan in Mannheim een nachtelijk plan of bedoelde Kraaijer de actie van 22 december 1990?
    Een ander voorbeeld is de huur van de studio van Kraaijer. De Telegraaf: “Mijn woning werd een organisatorisch, administratief centrum van deze club. In feite stond de Zwolse AFA-afdeling volledig onder controle van de BVD, aldus Kraaijer, die voor zijn inlichtingen- en infiltratiewerkzaamheden stevige vergoedingen kreeg. Mijn studio werd betaald en ik kreeg ruime onkostenvergoedingen. Ik kon er
    prima van leven.” Volgens Kraaijer was het kantoor, zijn huis, het organisatorische en administratieve centrum van de extreem linkse Antifascistische Aktie. “In feite stond de Zwolse afdeling volledig onder controle van de BVD,” “een frontstore van de AIVD,” zelfs, schrijft de Telegraaf. Wie waren echter lid van deze gigantische operatie? Paul Kraaijer in ieder geval, maar wie nog meer?
    Hoe kan Paul Kraaijer zijn verhaal onderbouwen? Heeft de Telegraaf uitgezocht of het klopt dat de huur van de woning van Kraaijer jarenlang door de overheid is betaald?

    Geheimzinnig zonder reden

    Kraaijer krijgt alle ruimte van de journalisten van de Telegraaf om zijn levensverhaal aan de grote klok te hangen. Onduidelijk is hoeveel hij voor het interview heeft gekregen. De geheimzinnigheid van de krant voor Wakker Nederland is opvallend en overbodig. “Het contact verliep moeizaam … een eerste ontmoeting in een land in Zuid-Amerika … afgelopen week op de Nederlandse Antillen.” Kraaijer heeft in augustus 2010 zelf wereldkundig gemaakt in Suriname aan de slag te gaan bij de Parbode. De Stentor van 16 augustus 2010 schreef er een artikel over. Heeft Kraaijer zelf de krant benaderd om zijn verhuizing van Zwolle naar Paramaribo wereldkundig te maken? Misschien is hij zo in contact gekomen met de Telegraaf.
    De Stentor had al eerder een artikel over Kraaijer. Op 2 mei 2006 deelt Kraaijer ook zijn persoonlijke geschiedenis met de lezers van De Stentor/Zwolse Courant. “Na zeven jaar absentie te Almere is hij terug op zijn geboortegrond. Met een nieuw thema: de angst voor een kerncentrale in Suriname. … Zijn belangstelling in het thema groeide toen hij ging samenwonen met Maureen – een Surinaamse. Nadat die relatie strandde keerde hij in Zwolle terug, met een nieuwe relatie op afstand in Paramaribo, waar hij ooit van plan is te gaan wonen. Vanuit Almere keerde hij werkloos naar Zwolle terug.”
    Is er contact geweest met de AIVD om te verifiëren of het verhaal van Kraaijer klopt? Hebben de journalisten de actievoerder uit het Mannheim verhaal opgespoord en gevraagd naar zijn mening? En hoe is komen vast te staan dat de studio door de dienst is betaald? Van Den Heuvel en Olmert schrijven dat de “AIVD niet wil reageren, omdat daarmee de identiteit van bronnen en infiltranten bekend wordt, de modus operandi van de geheime dienst openlijk wordt besproken en het actuele kennisniveau van de AIVD over bepaalde activisten bekend wordt, aldus een woordvoerder.” De journalisten van de Telegraaf lijken te impliceren, niets te kunnen verifiëren omdat de dienst normaliter geen openheid van zaken geeft. Uit de twee reportages wordt echter niet duidelijk of zij voor de hand liggende feiten hebben gecheckt. Daarnaast ontbreekt het in de artikelen ook aan een analyse van de beweegredenen van Kraaijer en de AIVD en de mogelijk vergaarde informatie.

    De media en de AIVD

    Voor een goed begrip van het verhaal van Kraaijer moet ook gekeken worden naar de relatie tussen de media en de dienst en in het bijzonder de Telegraaf en de BVD/AIVD. Journalisten zijn ideale informanten. Zij kunnen overal binnenkomen zonder veel argwaan te wekken. De liefde tussen de inlichtingendienst en de media is wederzijds. In 2006 maakte een redacteur van het NRC Handelsblad, Robert Giebels een overstap naar de AIVD. Giebels werkt nu weer bij de Volkskrant en hij heeft gewerkt voor RTL Nieuws, Elsevier, FEM Business en de Wereldomroep. Giebels stapte over naar de AIVD, andere journalisten gingen werken voor ministeries. Journalist Frenk van der Linden onthulde in 2007 dat een collega journalist van het weekblad De Tijd hem in de jaren tachtig in de gaten heeft gehouden. Hij baseerde zich op het AIVD dossier dat hij had opgevraagd bij de dienst. Of de AIVD op dit moment ook journalisten heeft rondlopen in de Nederlandse media is onduidelijk, de dienst doet daar geen mededelingen over. Daarnaast heeft de krant van wakker Nederland regelmatig bijzondere nieuwtjes van en over de dienst. Onlangs nog met Heleen de Waal en haar partner en een paar jaar geleden met BVD-stukken over de georganiseerde criminaliteit. Ten tijde van de affaire de Waal stond de relatie tussen de dienst en de Telegraaf op scherp. In het verleden is echter gebleken dat de krant warme relaties onderhield met de geheime dienst, met de Amsterdamse politie en andere diensten. Hoe zuiver is die relatie? Hoeveel van de geleverde informatie is het overschrijven van persberichten of verhalen van overheidsdiensten? Dienen media als doorgeefluik van diensten? Wordt er een eigen analyse op los gelaten? Het verhaal van Kraaijer is een monoloog van een man die in Suriname woont en zegt vijfentwintig jaar voor de dienst te hebben gewerkt. Welk onderzoek hebben de journalisten van de Telegraaf zelf uitgevoerd? Hoeveel zicht hebben lezers op het waarheidsgehalte van de reportages? Hoe moeten we in het geval Paul Kraaijer de rol van de media duiden? De combinatie geheime dienst, Telegraaf en Kraaijer resulteert vooral in heel veel vragen, die geen van deze partijen in volledigheid zal willen beantwoorden.

    Was Kraaijer journalist?

    Kraaijer wordt als journalist geportretteerd, maar was hij dat ook? Hij zegt dat hij freelance werkte voor Trouw, maar afgezien van drie ingezonden stukken wordt niet duidelijk wat zijn rol als freelancer is geweest. Hij werd, voor zijn bekendmaking in de Telegraaf van zijn inlichtingenverleden, in de meeste media omschreven als blogger, activist of antifascist. Dat Kraaijer journalistieke ambities had is af te leiden uit de niet aflatende stroom artikelen van zijn hand, maar maakt hem dat tot een serieuze journalist of een wannabe?
    De Nederlandse Vereniging van Journalisten schrijft op haar website:
    “De NVJ zegt met ontsteltenis kennis te hebben genomen van Kraaijers activiteiten die tot op heden door Donner (Minister van Binnenlandse Zaken) niet zijn tegengesproken.” Bij Kraaijers activiteiten gaat het volgens de NVJ om het feit dat: “Kraaijer zich voordeed als journalist, onder meer door een perskaart aan te vragen bij de NVJ en zich uit te geven als journalist werkzaam voor onder andere dagblad Trouw.” Een beetje hypocriet van de NVJ om zich nu druk te maken om Kraaijer, terwijl het eerder aangehaalde geval (Giebels), niet tot ophef binnen de journalistieke wereld leidde.

    Nieuwsgaring is niet aan een specifieke groep voorbehouden. Kraaijer spande zich in om alle demonstraties van de Anti-Dierproeven Coalitie bij te wonen en daar op zijn blog over te schrijven. Journalisten maken daar dankbaar gebruik van. En kranten, tijdschriften, televisieprogramma’s, alles wordt door de geheime dienst opgezogen. Elk artikel over AFA of dierenrechten vindt zijn weg als ‘bewijs’ in het dossier van de dienst. Helaas is iedereen die buitenparlementair actief is in dit land potentieel verdachte voor de geheime dienst. De AIVD heeft namelijk als taak gekregen om de democratische rechtsorde te beschermen en houdt daartoe al het buitenparlementaire politieke
    leven in de gaten. Dat zij de explosie aan zelfgeschreven informatie
    in de nieuwe media, niet alleen opslaat maar mogelijk ook
    actief gebruikt voor contra informatie is niet ondenkbaar.

    Kraaijer wilde graag schrijven en zich graag uitgeven als journalist, maar deed hij dat als dekmantel of was het zijn eigen liefde voor de journalistiek? Wij zullen nooit helemaal weten of het verhaal van Kraaijer wel of niet klopt. In Nederland heerst namelijk een cultuur van geslotenheid. Zelfs dossiers uit het verre verleden (jaren vijftig en zestig) worden niet vrijgegeven, allemaal operationeel, en of iemand nu dood of levend is, de stukken blijven actueel en dus geheim.
    Roept de zaak Kraaijer eigenlijk niet meer vragen op over de rol van de geheime dienst in de democratische rechtsorde dan over het geklik van Kraaijer zelf?

    Onderzoek

    Is er niets aan het verhaal van Kraaijer te verifiëren? Van de door hem gepresenteerde gebeurtenissen zijn er slechts enkele controleerbaar zonder afhankelijk te zijn van de dienst of het verhaal van Kraaijer zelf. Natuurlijk is te controleren of hij aanwezig was bij de demonstraties tegen de kruisraketten in Havelte, bij een kraan in Mannheim, een demonstratie in Mannheim of Venray, maar die aanwezigheid zegt nog niets over zijn werk voor de BVD/AIVD. Dit geldt voor veel gebeurtenissen die Kraaijer in het interview noemt.
    De politiek gevoelige kant van de reportages uit de Telegraaf ligt op één terrein. Dit is niet de mogelijke informatie die Kraaijer over dierenrechtenactivisten, AFA, antimilitarisme en de vredesactivisten heeft verstrekt. Het in de gaten houden van buitenparlementair verzet wordt politiek en maatschappelijk geaccepteerd. Het enige politieke thema dat voor ophef kan zorgen is de rol die Kraaijer heeft gespeeld binnen GroenLinks en de Partij voor de Dieren. Als actief lid en betrokken bij de fractie van GroenLinks in Zwolle speelde hij een belangrijke rol in het verzet tegen CP’86 in de gemeenteraad. Kraaijer zegt dat hij vanaf 1986 zeven dagen in de week 24 uur per dag voor de dienst actief was. Welke informatie heeft hij over de GroenLinks afdeling in Zwolle verzameld? Hoe is deze informatie verwerkt door de BVD? Waarom houdt de geheime dienst een legale politieke partij in de gaten? Worden er ook andere politieke partijen in de gaten gehouden? Kraaijer was in 2008 aanwezig op het partijcongres van de Partij voor de Dieren (PvdD). In welke hoedanigheid bezocht hij deze bijeenkomst? Als journalist, als activist of als informant? Heeft hij een rapport geschreven over deze politieke partij en zo ja, wat stond daar in? Heeft hij andere informatie over de partij verzameld en op welke wijze heeft hij die doorgestuurd? Is hij uit zichzelf naar het congres gegaan of ging hij in opdracht?

    Voor onderzoek naar Paul Kraaijer moet vijfentwintig jaar worden uitgezocht aan relaties, connecties, contacten, gesprekken, e-mails, verhalen, herinneringen, foto’s en andere gegevens die over Kraaijer zijn vastgelegd. Vervolgens ontstaat een beeld, een portret van een mens: misschien een fantast of een zielepoot, een intrigant of een aandachtstrekker of een buitengewoon gewiekst persoonof een journalist, een intelligente man of niets van dat alles? Pas als er meer duidelijkheid is over het waarheidsgehalte van zijn claim dat hij jarenlang gewillig de geheime dienst heeft geïnformeerd over allerlei mensen, kan je beginnen aan een politieke analyse van zijn rol en de gevolgen van zijn activiteiten. Geen overdreven kop als “de biecht van de perfecte mol” of “AIVD-infiltrant Paul Kraaijer sluit spannend jongensboek.” Gewoon een onderzoek naar Paul IJsbrand Kraaijer, geboren op 13 september 1960 te Steenwijk.

    Kraaijer hypothesen

    Voor onderzoek naar het werk van politie en inlichtingendiensten hanteert Buro Jansen & Janssen altijd verschillende hypothesen. In het onderzoek rond Paul Kraaijer staan de volgende hypothesen en combinatie tussen die hypothesen centraal.

    1. Kraaijer was vijfentwintig jaar een infiltrant van de inlichtingendienst. Hij speelde van 1986 tot en met 2010 over allerlei bewegingen informatie door.

    2. Kraaijer speelde in vier periodes informatie door aan een inlichtingendienst. In 1986 aan de CID Zwolle, de Criminele Inlichtingendienst, over de bezoekers van zijn stamkroeg. Van 1993 tot en met 1998 aan de BVD over Anti Fascistische Aktie (AFA). En verder een periode eind jaren negentig over het Koerdistan Informatie Centrum en nog later over de dierenrechtenbeweging. In de tussenliggende perioden, 1987 tot en met midden 1993, eind jaren negentig en van midden 2002 tot en met eind 2007 werkte hij niet voor de inlichtingendienst.

    3. Kraaijer heeft uit zichzelf informatie gedeeld met de inlichtingendienst in de periode dat hij bij AFA Zwolle actief was, om de ‘slechteriken’ door de dienst in de gaten te laten houden. Als actief lid van Groenlinks is zijn uitgangspunt het parlementaire proces en hij vindt dat confrontaties met extreem rechts vreedzaam moeten verlopen. Het werk voor de geheime dienst ziet hij als een positieve bijdrage aan AFA.

    4. Kraaijer heeft een enkele keer informatie doorgegeven aan een inlichtingendienst. Deze incidentele gevallen hebben veel indruk gemaakt op hem en hij leeft in de veronderstelling dat hij als spion voor de dienst heeft gewerkt.

    5. Paul Kraaijer heeft het verhaal over zijn werk voor de Inlichtingendienst helemaal uit zijn duim gezogen. Hij is heel actief geweest, kan dat ook ondersteunen door zijn publicaties, artikelen en blogs. De AIVD geeft geen commentaar. Hij bezit overredingskracht en de journalisten hebben zijn verhaal geaccepteerd. Kraaijer zegt dat hij een infiltrant was.

    6. De inlichtingendienst heeft te horen gekregen dat Kraaijer zijn verhaal vertelt aan de Telegraaf over zijn vijfentwintig jarige carrière. De dienst besluit om de krant niet in te lichten dat Kraaijer een fantast is of zaken overdrijft. De inlichtingendienst wil hiermee de Telegraaf terugpakken voor het verstoren van de relatie met de dienst.

    7. De Inlichtingendienst gebruikt Kraaijer om verwarring te zaaien in de dierenrechtenbeweging en AFA. De dienst wil vooral de Vegan Streaker raken om te laten zien dat ze zijn handel en wandel van dichtbij hebben geobserveerd. Kraaijer is niet actief geweest voor de dienst. Er is nu wel contact geweest met hem en hij krijgt geld voor het vertellen van het verhaal.

    8. De AIVD speelt het verhaal van Kraaijer naar buiten om de aandacht af te leiden van andere informanten, infiltranten van wie de dienst verwacht dat die mogelijk in de problemen komen of met betrekking tot eventuele blunders van de dienst. Kraaijer heeft wel contact gehad met de inlichtingendienst in verschillende periodes.

    9. De Telegraaf publicatie over Paul Kraaijer moet gezien worden in het kader van de strijd tussen de AIVD, het NCTb (Nationaal Coördinator Terrorisme bestrijding) en de Nationale Recherche (NR). Deze strijd gaat over erkenning, toegang tot informatie, maar ook over geld.
    Met de bezuinigingen in zicht wil de NCTb haar werkterrein verruimen naar dierenrechtenactivisme. Erik Akerboom van de NCTb, heeft op een congres in juni 2011 hierop een voorschot genomen. De Nationale Recherche (NR) probeert ook een stukje terrein te veroveren door onderzoek te doen naar Ideologische Misdaad, te vergelijken met het inlichtingenwerk van de AIVD.
    De AIVD is bang haar alleenheerschappij op het terrein van buitenparlementaire acties kwijt te raken. De AIVD besluit het verhaal over Kraaijer in te zetten om te laten zien dat de inlichtingendienst over meer kwaliteiten en kennis beschikt dan de NCTb en de NR samen. Kraaijer heeft wel enkele keren contact gehad maar zeer sporadisch. De dienst begeleidt hem.

    10. De AIVD heeft wat goed te maken met de Telegraaf. De relatie is onder druk komen te staan door de affaire Heleen de Waal en de gijzeling van journalisten in de affaire rond de BVD stukken over het Amsterdamse criminele milieu. Kraaijer heeft wel een periode informatie verschaft over of AFA of de dierenrechten beweging, maar niet vijfentwintig jaar.