• Buro Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, de overheid in Nederland en Europa kritisch volgt. Een grond-rechten kollektief dat al 30 jaar publiceert over uitbreiding van repressieve wetgeving, publiek-private samenwerking, bevoegdheden, overheids-optreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.
  • Publicaties

  • Migratie

  • Politieklachten

  • Inhoudsopgave Observant #26, april 2004

    01 Ervaringen met de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst: De asielzoeker en de geheim agent
    02 De Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst en de burger, ervaringen van actievoerders en vreemdelingen
    03 Special van Justitiele Verkenningen over inlichtingendiensten
    04 AIVD jaarverslag 2003
    05 Jaarverslag 2003-2004 van de Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten

    Gehele Observant #26

    Observant #26, april 2004

    Ervaringen met de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst
    De asielzoeker en de geheim agent

    Wil van der Schans en Erik Timmerman
    NRC Handelsblad, 8 mei 2003

    De macht van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst neemt toe sinds de moslimextremistische aanslagen. De AIVD krijgt steeds meer bevoegdheden om terreur op te sporen. Maar houdt de geheim agent zich aan de wet? ÔFreek beloofde me een verblijfsvergunning in ruil voor informatie.’

    De Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst en de burger,
    ervaringen van actievoerders en vreemdelingen

    Wil van der Schans en Erik Timmerman
    Justitiele Verkenningen, nr 3, mei 2004

    De gecompliceerde verhouding tussen activiteiten van inlichting- en veiligheidsdiensten en burgerrechten wordt geïllustreerd in de bijdrage van Van der Schans en Timmerman. Zij menen dat deze activiteiten ‘onvermijdelijk’ leiden tot schending van burgerrechten. Ze geven daarvoor verscheidene voorbeelden gebaseerd op ervaringen van antiglobaliseringsactivisten en vluchtelingen. De auteurs verwijzen naar een oordeel van de Raad van State dat luidde dat de destijds geldende Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten in strijd was met de artikelen 8 en 13 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Hoewel de nieuwe wet uit 2002 de taken en bevoegdheden van de diensten nauwkeurig benoemt, wordt het precieze werkterrein van de AIVD niet omschreven. Ook wordt de geïntroduceerde term ‘nationale veiligheid’ niet gedefinieerd. Dit kan er volgens de auteurs toe leiden dat bijvoorbeeld
    vredesactivisten worden beschouwd als een bedreiging voor de nationale veiligheid en om die reden een doelwit zijn van de AIVD.


    Special van Justitiele Verkenningen over inlichtingendiensten
    Jaargang, nr 3, mei 2004

    Inlichtingen- en veiligheidsdiensten zijn sinds het einde van de Koude Oorlog verwikkeld in een ingrijpend veranderingsproces. De overzichtelijke bipolaire wereld van destijds waarin bijna elke brandhaard als vanzelf een oost-westconflict werd, is veranderd in een wereld die weliswaar wordt gedomineerd door de Verenigde Staten, maar die tegelijkertijd vol regionale conflicten is. In toenemende mate beschikken niet-statelijke actoren over (geavanceerde) wapens en wereldwijde netwerken die hen in staat stellen hun eisen met grootschalig geweld kracht bij te zetten. De aanslagen van 11 september 2001 in New York en 11 maart 2004 in Madrid onderstrepen bovendien dat het ‘nieuwe terrorisme’, belichaamd in groepen als Al-Qaeda, afgaande op hun eigen verklaringen niet minder dan een oorlog voert tegen het Westen. Aan inlichtingendiensten stelt deze ontwikkeling nieuwe eisen. Was het tijdens de Koude Oorlog voldoende de CPN in de gaten te houden, tegenwoordig wordt van de AIVD (voorheen BVD) een meer pro-actieve houding verwacht. De dienst tracht potentiële dreigingen
    in een vroeg stadium als zodanig te identificeren. Binnen het aandachtsgebied vallen nu zeer uiteenlopende onderwerpen zoals spanningen tussen bevolkingsgroepen, de werving van jihad-strijders, de smokkel van wapens en nucleair materiaal en de internationaal vertakte georganiseerde misdaad. Binnen de Nederlandse verhoudingen komt daar na de moord op Pim Fortuyn en perikelen rond het koningshuis ook de roep bij om een ruimere taakopvatting van de dienst als het gaat om de beveiliging van politici en antecedentenonderzoek.
    Mede naar aanleiding van deze gebeurtenissen en op verzoek van de Tweede Kamer heeft de minister van Binnenlandse Zaken recent een commissie ingesteld die het werk van de AIVD gaat evalueren en daarmee een antwoord zal geven op vraag of de dienst er in is geslaagd de omslag naar de 21e eeuw te maken. De vraag hoe de activiteiten van de dienst zich verhouden tot de burgerrechten komt in de commissie niet aan de orde, maar wel in dit themanummer van Justitiële verkenningen. Het lijkt slechts een kwestie van tijd voordat
    de roep om ruimere bevoegdheden voor inlichtingendiensten ook in Nederland zal klinken. Op dit moment is het gebruik van AIVD-informatie in het strafproces al een punt van discussie. Door de terroristische dreiging is het maatschappelijk klimaat voor honorering van dergelijke verlangens gunstig, maar het is de vraag hoever een open democratische samenleving kan gaan in haar streven naar veiligheid. Voorts heeft de redactie het onderwerp inlichtingendiensten nadrukkelijk in een historische en internationale context willen plaatsen. Zie voorwoord

    Inhoud:

    Inlichtingendiensten in Europa en Amerika; de heroriëntatie sinds de val van de Muur en 11 september 2001
    door C. Fijnaut

    Het gevaar van succes in de strijd tegen terrorisme; portret van de nieuwe vijand
    door R. de Wijk

    Wie wint de ‘war on terrorism’?
    door B. de Graaff

    De problemen rond de internationale intelligence liaison
    door C.Wiebes

    Veiligheidsdienst in verandering; de BVD/AIVD sinds het einde van de Koude Oorlog
    door P.H.A.M. Abels en R.Willemse

    Infiltratie in de praktijk; BVD en CPN tijdens de Koude Oorlog
    door F. Hoekstra

    De AIVD en de burger; ervaringen van actievoerders en vreemdelingen
    W. van der Schans en E. Timmerman

    Inlichtingenwerk en ethiek; een wildernis van spiegels
    door B. Hoogenboom

    Het gebruik van AIVD-informatie in het strafproces
    door L. van Wifferen


    AIVD jaarverslag 2003

    De AIVD constateert in het verslag dat terroristische netwerken zich in toenemende mate richten op ‘soft targets’, personen of objecten die, omdat ze gemakkelijk te benaderen of toegankelijk zijn, een gemakkelijk doelwit vormen. De netwerken hebben hun organisatorisch zwaartepunt verlegd naar semi-autonome lokale cellen, die in belangrijke mate zelfvoorzienend zijn. De netwerken zijn daardoor lastiger dan in het verleden bloot te leggen en onschadelijk te maken. De AIVD noemt de dreiging van het islamitisch terrorisme – ook voor Nederland – nog altijd aanzienlijk.
    In Nederland richten de netwerken zich vooral op het rekruteren van jongeren voor de jihad en op het faciliteren van de gewapende strijd door middel van valse papieren, verblijfplaatsen en dergelijke. Het gaat hierbij om een qua samenstelling steeds wijzigende groep. Hun aantal beweegt zich rond de 150 personen.


    Jaarverslag 2003-2004 van de Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten

    Met ingang van 1 juli 2003 is de Commissie van Toezicht betreffende de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (hierna af te korten als: de commissie) haar werkzaamheden begonnen. De instelling van deze commissie is geregeld in de op 29 mei 2002 in werking getreden Wet op
    de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002 (hierna af te korten als: de WIV 2002).1 Onder bedoelde diensten begrijpt artikel 1 van deze wet de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) en de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD), die achtereenvolgens vallen onder de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) en de Minister van Defensie, terwijl in het verband van de toezichthoudende taak van de commissie tevens wordt gedoeld op de onder de Minister-President ressorterende coördinator van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (zie artikel 4). Tevens valt onder de taakomschrijving van de commissie het toezicht op ambtenaren van de politie, Koninklijke marechaussee en de rijksbelastingdienst, voor zover deze functionarissen werkzaamheden verrichten ten behoeve van de AIVD (zie artikel 60).
    In hoofdstuk 6 van de WIV 2002 (de artikelen 64-84) zijn de samenstelling, taakuitvoering en andere bijzondere onderwerpen, de commissie betreffende, opgenomen. Voor haar bevoegdheden wordt overigens ook naar andere bepalingen van deze wet verwezen, in het bijzonder de artikelen 34, tweede lid en 55, derde lid. De commissie is krachtens artikel 64, tweede lid, van de WIV 2002 meer specifiek belast met:
    a. het toezicht op de rechtmatigheid van de uitvoering van hetgeen bij of krachtens deze wet en de Wet veiligheidsonderzoeken (WVO)2 is gesteld;
    b. het gevraagd en ongevraagd inlichten en adviseren van de betrokken bewindspersonen (‘Onze Ministers’ als bedoeld in artikel 1 van de wet) aangaande de door de commissie geconstateerde bevindingen;
    c. het adviseren van de betrokken bewindspersonen terzake van klachten;
    d. het ongevraagd adviseren van de betrokken bewindspersonen over de notificatieplicht, die in artikel 34 van de wet is opgenomen.
    Voor de werkwijze van de commissie wordt verwezen naar het door haar vastgestelde reglement van orde dat op 1 september 2003 in werking is getreden3 en als bijlage aan dit jaarverslag is toegevoegd. Zie ook het KB van 22 juli 2002, Stb. 454, dat voorschriften bevat omtrent de rechtspositie van de voorzitter en leden van de commissie.
    Op grond van artikel 80 van de WIV 2002 brengt de commissie jaarlijks vóór 1 mei een openbaar verslag van haar werkzaamheden uit.4 Het verslag wordt aangeboden aan de beide kamers der Staten-Generaal en aan de betrokken bewindspersonen. In artikel 10 van het reglement van orde van de commissie is ten behoeve van een zo groot mogelijke inhoudelijke actualiteit bepaald, dat dit verslag de periode van 1 april van het voorafgaande kalenderjaar tot en met 31 maart van het lopende jaar bestrijkt. Het eerste jaarverslag van de commissie, waarmee aan artikel 80 uitvoering wordt gegeven, bestrijkt dus het tijdvak van 1 juli 2003 tot 1 april 2004.

     

     

     

    De asielzoeker en de geheim agent

    Ervaringen met de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst
    De asielzoeker en de geheim agent
    NRC , 8 mei 2003

    De macht van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst neemt toe sinds de moslimextremistische aanslagen. De AIVD krijgt steeds meer bevoegdheden om terreur op te sporen. Maar houdt de geheim agent zich aan de wet? ‘Freek beloofde me een verblijfsvergunning in ruil voor informatie.’

    Wil van der Schans en Erik Timmerman

    Het is begin 1998 als asieladvocaat Cornhert Schoorl uit Alkmaar tegen een bijzondere zaak aanloopt met twee Iraakse vluchtelingen. ,,De één was persoonlijk secretaris van Saddam Hussein geweest”, vertelt Schoorl, ,,de ander was advocaat. Ze waren via Noord-Irak naar Nederland gevlucht.”
    Hulp hadden ze naar eigen zeggen gekregen van de Amerikaanse inlichtingendienst CIA. Met vervalste paspoorten waren ze op het vliegtuig gezet. Vanuit Schiphol werden ze naar het grenshospitium in Amsterdam-Zuidoost gebracht. Daar verbleven ze op een aparte afdeling waar ze dagenlang werden verhoord, aldus Schoorl. ,,Later begreep ik dat dat door de Binnenlandse Veiligheidsdienst (tegenwoordig AIVD) was.”
    Schoorl werd de toegang tot z’n cliënten ontzegd. Na een week kreeg hij één van de twee cliënten te spreken, de advocaat. De ander bleek spoorloos verdwenen. Schoorl hielp de gevluchte Iraakse advocaat gedurende de rest van zijn asielprocedure.
    Zijn cliënt werd nog regelmatig bezocht door ene meneer ‘Bert’ van de BVD. ,,Deze BVD’er had mijn cliënt een verblijfsstatus beloofd als hij door zou gaan met informatie geven”, zegt Schoorl. Toen Schoorl daarover bij de Adviescommissie Vreemdelingenzaken in Den Haag een hoorzitting aanvroeg ,,zakten hun monden open en de voorzitster nam het erg serieus. Ik heb haar ook gevraagd dit aan te kaarten bij de IND: zo mag het niet en doe dat niet meer, maar nu je het wel gedaan hebt, doe er alles aan om deze meneer nog tegemoet te komen. Kort daarna kwam de status, ik denk niet dat dat los te koppelen valt.”

    lees meer

    De asielzoeker en de geheim agent

    Het is begin 1998 als asieladvocaat Cornhert Schoorl uit Alkmaar tegen een bijzondere zaak aanloopt met twee Iraakse vluchtelingen. ,,De één was persoonlijk secretaris van Saddam Hussein geweest”, vertelt Schoorl, ,,de ander was advocaat. Ze waren via Noord-Irak naar Nederland gevlucht.”
    Hulp hadden ze naar eigen zeggen gekregen van de Amerikaanse inlichtingendienst CIA. Met vervalste paspoorten waren ze op het vliegtuig gezet. Vanuit Schiphol werden ze naar het grenshospitium in Amsterdam-Zuidoost gebracht. Daar verbleven ze op een aparte afdeling waar ze dagenlang werden verhoord, aldus Schoorl. ,,Later begreep ik dat dat door de Binnenlandse Veiligheidsdienst (tegenwoordig AIVD) was.”
    Schoorl werd de toegang tot z’n cliënten ontzegd. Na een week kreeg hij één van de twee cliënten te spreken, de advocaat. De ander bleek spoorloos verdwenen. Schoorl hielp de gevluchte Iraakse advocaat gedurende de rest van zijn asielprocedure.
    Zijn cliënt werd nog regelmatig bezocht door ene meneer ‘Bert’ van de BVD. ,,Deze BVD’er had mijn cliënt een verblijfsstatus beloofd als hij door zou gaan met informatie geven”, zegt Schoorl. Toen Schoorl daarover bij de Adviescommissie Vreemdelingenzaken in Den Haag een hoorzitting aanvroeg ,,zakten hun monden open en de voorzitster nam het erg serieus. Ik heb haar ook gevraagd dit aan te kaarten bij de IND: zo mag het niet en doe dat niet meer, maar nu je het wel gedaan hebt, doe er alles aan om deze meneer nog tegemoet te komen. Kort daarna kwam de status, ik denk niet dat dat los te koppelen valt.” lees meer