• Buro Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, de overheid in Nederland en Europa kritisch volgt. Een grond-rechten kollektief dat al 30 jaar publiceert over uitbreiding van repressieve wetgeving, publiek-private samenwerking, bevoegdheden, overheids-optreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.
  • Publicaties

  • Migratie

  • Politieklachten

  • COA stuurde vrijwilliger weg vanwege geëngageerdheid

    Jan Kees diende in 2013 zijn werkzaamheden als yogaleraar bij het AZC in Leersum te beëindigen. Het Centraal Orgaan opvang asielzoekers vond zijn politieke opvattingen niet stroken met de vereiste neutraliteit. De Nationale ombudsman boog zich over de kwestie.

    Jan Kees maakt, naast portret- en kunstfoto’s, ook foto’s van acties en demonstraties. Daarnaast heeft hij een ruime ervaring in de zorg en was langdurig werkzaam bij het asielzoekerscentrum (AZC) in Leersum. Door bezuinigingen in de zorg, maar ook op de afdeling voorzieningen voor vluchtelingen, raakte Jan Kees zijn werk op het AZC kwijt. Enkele asielzoekers verzochten hem zijn yogalessen in het centrum voort te zetten. Hij stemde daarmee in en moest een contract ondertekenen als vrijwilliger van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA).

    lees meer

    migratie-beleid.nl

    De website migratie-beleid.nl is een nieuw initiatief van Buro Jansen & Janssen. Hierop zullen zoveel mogelijk aan migratie gerelateerde overheidsdocumenten die óf door de overheid zelf openbaar zijn gemaakt óf via de Wet Openbaarheid van Bestuur (WOB) óf de Wet Inlichtingen en Veiligheidsdiensten zijn verkregen, worden gepubliceerd.

    De website is een virtuele kritische onderzoeksgroep naar migratie in Nederland en Europa. In eerste instantie zal het vooral over Nederland gaan, maar uiteindelijk zal ook het migratiebeleid in de gehele Europese Unie onder de loep worden genomen. Naast overheidsdocumenten zullen analyses, publicaties en onderzoek op de website worden gepubliceerd.

    lees meer

    Grensgevangenen

    Het opsluiten van afgewezen vluchtelingen en illegalen is in Nederland onderdeel van het vreemdelingenbeleid. Vreemdelingendetentie wordt door de overheid als sluitstuk van het vreemdelingenbeleid gepresenteerd. Het repressieve beleid heeft intussen geleid
    tot 1500 cel len voor vluchtelingen en illegalen. Mensen die niets anders ondernomen hebben dan de ellende in eigen land te ontvluchten, worden maandenlang opgesloten. Het doel van dit opsluiten is officieel uitzetting naar het land van herkomst, maar meer dan de helft van de gedetineerden wordt uiteindelijk buiten de gevangenispoort op straat gezet. Illegaal (over)leven in Nederland is dan de enige optie. De muren worden hoger, maar wat men wil bereiken – de beheersing van de immigratie – lijkt niet dichterbij te komen. Een oplossing voor de migratiegronden is al helemaal uit het zicht. Om de zoveel tijd halen de vreemdelingengevangenissen het nieuws: hongerstakingen, brandstichtingen, isolatiestraffen, opstanden. Vluchtelingen en illegalen ervaren de detentie als onrechtvaardig en de behandeling als slecht; men komt in verzet. Het antwoord hierop is altijd repressief. Vreemdelingendetentie staat op gespannen voet met mensenrechten.
    Grensgevangenen Autonoom Centrum 1998

    migratie-beleid.nl

    De website migratie-beleid.nl is een nieuw initiatief van Buro Jansen & Janssen. Hierop zullen zoveel mogelijk aan migratie gerelateerde overheidsdocumenten die óf door de overheid zelf openbaar zijn gemaakt óf via de Wet Openbaarheid van Bestuur (WOB) óf de Wet Inlichtingen en Veiligheidsdiensten zijn verkregen, worden gepubliceerd.

    migratie-beleid.nl

    Sloop de Deportatiemachine

    Eind mei 2008 werd de Nederlandse overheid opgeschrikt door een korte, maar zeer krachtige actie. Onbekenden plaatsten de namen, adressen en andere informatie van IND-medewerkers (Immigratie en Naturalisatie Dienst) en politici op een website (deportatiemachine.sarava.org) onder de titel ‘Sloop de Deportatiemachine’. De ophef was groot, ook binnen de actiewereld. Deze ophef werd misschien deels gevoed door de opmerking “zoek de verantwoordelijken op!” die aan de gegevens was toegevoegd. Het gedetailleerde overzicht van persoonsgegevens op de site, was voor veel mensen ook binnen de actiewereld een brug te ver. Naast deze morele verwerping, waren er natuurlijk ook verschillende mensen die de actie als amateuristisch van de hand wezen. Ahimsa Digitala schrijft op Indymedia.nl dat “de auteurs van de website Sloop de Deportatiemachine het verdwijnen van de site aan zichzelf te danken hebben”, ze waren amateuristisch. Op aandrang van politici zou door toedoen van het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP) de website snel weer uit de lucht zijn gehaald, zo luidt de officiële versie. De privacywaakhond heeft bovendien de internet zoekmachines Google en Yahoo gesommeerd alle webarchieven van de site te verwijderen. Volgens het CBP was de site in veel opzichten in strijd met de Wet bescherming persoonsgegevens. In overleg met de top van het Openbaar Ministerie en de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding (NCTb) begon het CBP een onderzoek. De site bleek te zijn ondergebracht op een server van een netwerk van een universiteit in Brazilië. Jansen & Janssen ging met de makers praten over de achterliggende redenen van de site, bekeek acties uit het verleden en onderzocht de juridische haken en ogen. lees meer

    Sloop de Deportatiemachine

    Eind mei 2008 werd de Nederlandse overheid opgeschrikt door een korte, maar zeer krachtige actie. Onbekenden plaatsten de namen, adressen en andere informatie van IND-medewerkers (Immigratie en Naturalisatie Dienst) en politici op een website (deportatiemachine.sarava.org) onder de titel ‘Sloop de Deportatiemachine’. De ophef was groot, ook binnen de actiewereld. Deze ophef werd misschien deels gevoed door de opmerking “zoek de verantwoordelijken op!” die aan de gegevens was toegevoegd. Het gedetailleerde overzicht van persoonsgegevens op de site, was voor veel mensen ook binnen de actiewereld een brug te ver. Naast deze morele verwerping, waren er natuurlijk ook verschillende mensen die de actie als amateuristisch van de hand wezen. Ahimsa Digitala schrijft op Indymedia.nl dat “de auteurs van de website Sloop de Deportatiemachine het verdwijnen van de site aan zichzelf te danken hebben”, ze waren amateuristisch. Op aandrang van politici zou door toedoen van het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP) de website snel weer uit de lucht zijn gehaald, zo luidt de officiële versie. De privacywaakhond heeft bovendien de internet zoekmachines Google en Yahoo gesommeerd alle webarchieven van de site te verwijderen. Volgens het CBP was de site in veel opzichten in strijd met de Wet bescherming persoonsgegevens. In overleg met de top van het Openbaar Ministerie en de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding (NCTb) begon het CBP een onderzoek. De site bleek te zijn ondergebracht op een server van een netwerk van een universiteit in Brazilië. Jansen & Janssen ging met de makers praten over de achterliggende redenen van de site, bekeek acties uit het verleden en onderzocht de juridische haken en ogen.

    De asielzoeker en de geheim agent

    Ervaringen met de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst
    De asielzoeker en de geheim agent
    NRC , 8 mei 2003

    De macht van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst neemt toe sinds de moslimextremistische aanslagen. De AIVD krijgt steeds meer bevoegdheden om terreur op te sporen. Maar houdt de geheim agent zich aan de wet? ‘Freek beloofde me een verblijfsvergunning in ruil voor informatie.’

    Wil van der Schans en Erik Timmerman

    Het is begin 1998 als asieladvocaat Cornhert Schoorl uit Alkmaar tegen een bijzondere zaak aanloopt met twee Iraakse vluchtelingen. ,,De één was persoonlijk secretaris van Saddam Hussein geweest”, vertelt Schoorl, ,,de ander was advocaat. Ze waren via Noord-Irak naar Nederland gevlucht.”
    Hulp hadden ze naar eigen zeggen gekregen van de Amerikaanse inlichtingendienst CIA. Met vervalste paspoorten waren ze op het vliegtuig gezet. Vanuit Schiphol werden ze naar het grenshospitium in Amsterdam-Zuidoost gebracht. Daar verbleven ze op een aparte afdeling waar ze dagenlang werden verhoord, aldus Schoorl. ,,Later begreep ik dat dat door de Binnenlandse Veiligheidsdienst (tegenwoordig AIVD) was.”
    Schoorl werd de toegang tot z’n cliënten ontzegd. Na een week kreeg hij één van de twee cliënten te spreken, de advocaat. De ander bleek spoorloos verdwenen. Schoorl hielp de gevluchte Iraakse advocaat gedurende de rest van zijn asielprocedure.
    Zijn cliënt werd nog regelmatig bezocht door ene meneer ‘Bert’ van de BVD. ,,Deze BVD’er had mijn cliënt een verblijfsstatus beloofd als hij door zou gaan met informatie geven”, zegt Schoorl. Toen Schoorl daarover bij de Adviescommissie Vreemdelingenzaken in Den Haag een hoorzitting aanvroeg ,,zakten hun monden open en de voorzitster nam het erg serieus. Ik heb haar ook gevraagd dit aan te kaarten bij de IND: zo mag het niet en doe dat niet meer, maar nu je het wel gedaan hebt, doe er alles aan om deze meneer nog tegemoet te komen. Kort daarna kwam de status, ik denk niet dat dat los te koppelen valt.”

    lees meer

    Vragen D66 naar aanleiding van Misleidende Methoden

    Schriftelijke vragen van de leden Dittrich en Lambrechts (beiden D66) aan de ministers van Vreemdelingenzaken en Binnenlandse Zaken over het vergaren van inlichtingen ten behoeve van de AIVD bij asielzoekers

    Datum 3 december 2003

     

    1. Kent u de publicatie van onderzoeksbureau Jansen en Jansen “Misleidende methode”, waarin beschreven wordt dat de AIVD aan geselecteerde asielzoekers informatie vraagt en daarbij in elk geval de suggestie wekt dat door medewerking een verblijfsvergunning kan worden verkregen? Wat is daarop uw reactie?
    2. Hoe verhouden de bevindingen van onderzoeksbureau Jansen en Jansen zich tot de richtlijn van minister Dales uit 1992, waarin het de AIVD niet is toegestaan rond het vergaren van inlichtingen bij asielzoekers beloftes cq. suggesties aangaande een te verlenen verblijfsvergunning te doen?
    3. Hoe werkt de in vraag 2 vermelde richtlijn in de praktijk? Aan hoeveel asielzoekers is in ruil voor de informatie die zij aan of ten behoeve van de AIVD verstrekten, sinds 1992 een verblijfsvergunning gegeven? Kunt u een overzicht hiervan aan de Kamer verstrekken?
    4. Hoe beoordeelt u de opmerking dat er asielzoekers zijn aan wie niet eens verteld wordt dat zij met iemand van de AIVD praten, terwijl hen om allerlei informatie wordt gevraagd? Acht u een dergelijke gang van zaken toelaatbaar?
    5. Hoeveel asielzoekers hebben aan de AIVD informatie verstrekt, maar hebben vervolgens van de IND of de rechter een negatieve beslissing op hun asielverzoek gekregen? Hoeveel van hen hebben er van de minister alsnog een verblijfsvergunning gekregen, ondanks een eerdere negatieve beslissing?
    6. Welke dilemma’s komen de AIVD en de IND tegen wanneer asielzoekers wordt gevraagd aan de AIVD informatie te verstrekken? Is er aanleiding om de praktijk te veranderen?
    7. Bent u bereid een commissie in te stellen die van te voren toetst of het contact dat een asielzoeker met de AIVD heeft, hem niet in een afhankelijke positie brengt in zijn relatie tot de IND en die toeziet op de inhoud van die contacten?

     

     

    Vluchtelingen: Toen en Nu

    (Vluchtelingenbeleid in jaren dertig en de jaren negentig) 

    Op 9 november 1938 vond de Kristallnacht in nazi-Duitsland plaats. Naar aanleiding van een aanslag op Ernst vom Rath, lid van de Duitse ambassade in Parijs, door de jood Herzel Grynszpan werden in Duitsland honderden synagogen in brand gestoken, duizenden joodsea zaken geplunderd en honderden joden in elkaar geslagen waarbij 35 doden vielen. 

    Elk jaar wordt deze Kristallnacht in verschillende landen waaronder Nederland herdacht. Dit jaar staat de herdenking in het teken van vluchtelingen in Europa.
    De overeenkomsten tussen het vluchtelingenbeleid van Nederland in de jaren dertig en nu zijn opvallend (dit geldt ook voor de rest van Europa). Het vluchtelingenbeleid in de jaren dertig was er vooral op gericht zoveel mogelijk vluchtelingen buiten de deur te houden. Vanuit de regering verschenen tal van circulaires die dit tot doel hadden. Het beleid werd gerechtvaardigd door met name twee argumenten. Ten eerste de slechte economische situatie en de grote werkloosheid in Nederland (Elke vluchteling zou daardoor een extra last zijn. Later is aangetoond dat de komst van joodse vluchtelingen juist werkgelegenheid heeft opgeleverd). Ten tweede werd het argument gehanteerd dat een toenemend aantal joodse vluchtelingen zou leiden tot een toenemend anti-semitisme. Over Oost-Europese joden (Polen) werd gezegd dat door hen “de Nederlandse samenleving met haar eigen kenmerken in gevaar wordt gebracht.” Zij werden dan ook aan de grens tegengehouden of, als het hen lukte Nederland binnen te komen, uitgewezen.
    De werkelijke motieven waren andere: de aanwezigheid van anti-semitisme bij een deel van de beleidsmakers, het economisch belang van de handel met Duitsland (men was bang dat Duitsland negatief zou reageren als er teveel vluchtelingen werden toegelaten), de aanzuigende werking op potentiële vluchtelingen in Duitsland en de behoefte van de politiek en ambtenarij om zaken te controleren en te beheersen (dit vertaalde zich in steeds meer en strakkere regelgeving). Het zijn motieven die ook nu een belangrijke rol spelen bij het vluchtelingenbeleid.

    Een korte schets van een aantal ‘hoogtepunten’ in het vluchtelingenbeleid van de jaren dertig:
    De eerste grote groep Duitse vluchtelingen in de jaren dertig ontstond naar aanleiding van de op 1 april 1933 door de nazistische Duitse regering georganiseerde boycot van joodse zaken en winkels. Naar aanleiding van de komst van een deel van deze vluchtelingen naar Nederland stond op 6 april voor de eerste keer de vluchtelingenkwestie op de agenda van de Eerste Kamer. Uit de debatten in de Eerste en Tweede Kamer en uit de berichtgeving in landelijke kranten blijkt dat Nederland goed op de hoogte was van wat er zich afspeelde in Duitsland, zowel in 1933 als in de jaren erna.
    Toch was dit niet genoeg om als vluchteling geaccepteerd te worden. Minister van Justitie Van Schaik verklaarde over de Duitse vluchtelingen in 1933: “De positie van joden in Duitsland mogen betreurenswaardig zijn; om voor asielrecht in aanmerking te komen is meer nodig”.
    Naar aanleiding van het arresteren van dertig Duitse emigranten op 4 februari 1934 wegens het niet hebben van geldige veblijfspapieren vond er op 4 februari een interpellatie plaats in de Tweede Kamer. Minister Van Schaik in dat debat: “Verder is op het ogenblik in voorbereiding de instelling van een interneringsinrichting, welke moet dienen als speciaal verblijf voor uit het oogpunt van openbare orde en veiligheid gevaarlijk geachte vreemdelingen.” En over het regime ” … maar aan de ander kant mag het regime dat er zal heersen niet de animo opwekken om er maar zo lang mogelijk te blijven. De betrokkenen moeten een stimulans hebben om als het kan zo spoedig mogelijk uit ons land te verdwijnen.”
    In 1936 verscheen een nota van de ministerraad waarin een onderscheid gemaakt werd tussen vluchtelingen die “uit hoofde van politieke overtuiging, godsdienst of ras vervolgd waren of vervolging vreesden” en zij die “in hun bestaan werden bedreigd. Dit zijn vluchtelingen om economische redenen…geen eigenlijke vluchtelingen”. Overigens werden politieke vluchtelingen, veelal communisten en radicale socialisten, al helemaal niet toegelaten omdat zij als ‘gevaar’ werden gezien voor de Nederlandse samenleving.

    In 1934 werd het vluchtelingen al moeilijk gemaakt om werk te krijgen doordat er een speciale vergunning voor nodig was. In 1937 werd het helemaal onmogelijk gemaakt. In een circulaire van Van Schaik stond dat vluchtelingen niet aan werk of studie geholpen mochten worden.
    Eind december 1938 werd een aantal gebouwen in Hellevoetsluis aangewezen om illegale vluchtelingen op te sluiten. Het gemeentebestuur had hier veel moeite voor gedaan. De burgemeester benadrukte meerdere malen het economische belang voor het stadje met de komst van de illegale vluchtelingen. Het is dezelfde mening die het gemeentebestuur van Vlagtwedde uitdraagt met betrekking tot de komst van een verwijdercentrum in Ter Apel in 1996.

    Na de ‘Anschluss’ van Oostenrijk met Duitsland op 12 maart 1938 werd in een circulaire van Justitie gesteld dat Oostenrijkse vluchtelingen geweigerd zouden worden omdat Nederland niet aan Oostenrijk grensde. De vluchtelingen kwamen eerst door een ander land. Daar hadden ze dan maar asiel moeten aanvragen.
    Na de Kristallnacht besloot de Nederlandse regering onder druk van de bevolking dat een beperkt aantal vluchtelingen alsnog toegelaten zou worden. Zij moesten in opvangkampen ondergebracht worden (op kosten van de vluchtelingenkomitees). In februari 1939 werd besloten tot oprichting van een Centraal Vluchtelingenkamp. Er werd gekozen voor een plek ver van de bewoonde wereld. In eerste instantie op de Veluwe, maar vanwege veel protest uiteindelijk in Westerbork.
    Het toenemende aantal joodse vluchtelingen uit Duitsland als gevolg van de Kristallnacht werd door de opvolger van Van Schaik, minister van Justitie Goseling, beantwoord door 600 man extra grenspolitie in te zetten. Vele vluchtelingen werden aan de grens tegengehouden. Uitzonderingen, zo stond in een vertrouwelijke notitie, werden gemaakt voor mensen die konden aantonen dicht bij Nederland te wonen of konden aantonen direct in levensgevaar te verkeren. Door het slechts zeer beperkt toelaten van vluchtelingen kwamen steeds meer vluchtelingen illegaal de grens over. Dit werd door de overheid beantwoord met verscherpte controles in Nederland. Illegalen werden opgespoord op dezelfde wijze als wat nu genoemd wordt: ‘de vliegende brigades’ (Mobiel Toezicht Vreemdelingen). In een brief van de Procureur-Generaal van Den Haag aan de Marechaussee en Rijksveldwacht op 16 januari 1939 lezen we: “Aangezien dagelijks blijkt, dat, niettegenstaande de verscherpte grensbewaking nog steeds een niet onbelangrijk aantal vluchtelingen zonder verlof of op heimelijke wijze de Nederlandsche grens overschrijdt, is het in het belang van de openbare orde zeer gewenst dat zodanige vluchtelingen zoveel mogelijk binnenlands worden aangehouden”. En verderop in de brief: “Gelegenheid om die aanwezigheid te constateren kan onder meer bestaan….bij het controleren van de naleving der motor-en rijwielwet vooral op de naar de grootte steden leidende verkeerswegen. Toezicht op per trein reizende personen aan de stations is voorts gewenst, zoomede op personen, gebruik makende van de binnenscheepvaart, terwijl postkantoren en andere verzamelplaatsen van publiek aandacht kan worden geschonken.” Het sluitstuk van een restrictief vluchtelingenbeleid. Of zoals de overheid het noemde en noemt: vreemdelingenbeleid.

    Vergelijken we de jaren dertig met nu wat betreft vluchtelingen in Europa dan zien we veel overeenkomsten. Op dit moment worden in Frankrijk naar aanleiding van aanslagen door personen die zeggen uit naam van de Islam te handelen tal van migranten door politie racistisch bejegend, mishandeld en gearresteerd. In heel Europa verschijnen interneringskampen voor vluchtelingen. Er wordt misbruik gemaakt van het onderscheid tussen de ‘echte’ vluchtelingen en de economische vluchtelingen om zoveel mogelijk vluchtelingen te weren. Berichtgeving in de media, de beeldvorming en taalgebruik, veel lijkt een copie van wat er in de jaren dertig gebeurde (de overheid had het in die jaren ook over ‘wassende toevloed’, ‘stromen’ en ‘toestroom’ van vluchtelingen). Er blijft weinig over van het beeld dat Nederland tolerant, humaan en open met vluchtelingen omgaat. Wat naar voren komt is pragmatisch beleid dat zich vooral door politiek-economische factoren laat leiden. Het verhaal van de vluchteling legt daarbij nauwelijks gewicht in de schaal. Dit was toen zo en dat is nu nog steeds zo.