• Buro Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, de overheid in Nederland en Europa kritisch volgt. Een grond-rechten kollektief dat al 30 jaar publiceert over uitbreiding van repressieve wetgeving, publiek-private samenwerking, bevoegdheden, overheids-optreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.
  • Publicaties

  • Migratie

  • Politieklachten

  • Inhoudsopgave Dossier Europol 2

    In deze brochure wordt een laagje van de geheimzinnigheid rond Europol afgeschraapt. Op basis van openbare en minder openbare bronnen en documenten. Naast de oprichting van Europol wordt ook gekeken naar tal van andere initiatieven tot Europese politiesamenwerking, waarin Europol steeds als een spin in het web opduikt. Op de achtergrond blijken de kaarten keer op keer geschud.

    europol

    Terwijl parlementariërs zich het hoofd buigen over verdragsteksten waarvan de inkt nauwelijks droog is, is men op Europees niveau al weer drie stappen verder. Dat is het verhaal van Europol. Onder het aanroepen van het spook van de georganiseerde criminaliteit worden bevoegdheden opgerekt en sneuvelen burgerrechten. Er vormt zich een machtig Europees politie- en inlichtingenapparaat dat de touwtjes strak in eigen handen heeft en een eigen agenda voert. Maar in het moderne Europa ben je een kniesoor als je daar over zeurt.

    lees meer

    Politie zonder verdachten

    Bij de officiële opening van het Europolkantoor in Den Haag in maart 1995, bood minister van Justitie Winnie Sorgdrager de Europese politiedienst een boompje aan. “Ik hoop en verwacht dat de jonge loot Europol zich zal ontwikkelen tot een sterk en volwassen onderdeel van ons Verenigd Europa” duidde de minister de symboliek. (1)

    lees meer

    De totstandkoming van Europol: Niet fraai, maar het kon nou eenmaal niet anders

    De totstandkoming van Europol Sinds de jaren zeventig wordt in Europa samengewerkt door de nationale politie- en inlichtingendiensten. De samenwerking had een sterk informeel karakter. Met de verdergaande Europese integratie werd deze samenwerking meer geformaliseerd. Onder de naam Trevi kreeg het overleg een regelmatig karakter en werd de invloed van deze samenwerking op het nationale beleid van de Lidstaten groter. De formalisering van de samenwerking leidde er niet toe dat er meer openbaarheid of democratische controle tot stand kwam. De samenwerking was intergouvernementeel: een onderlinge zaak van de regeringen, waar nationale parlementen niets over te zeggen hebben.
    Met de ondertekening van het Verdrag van Maastricht (december 1991) werd een belangrijke stap gezet om de Europese samenwerking op het gebied van Justitie en Binnenlandse Zaken te intensiveren. In het Verdrag van Maastricht verklaarden de Europese regeringsleiders politie- en justitiezaken tot een kwestie van ‘gezamenlijk belang.’ De samenwerking kreeg een officieel plekje binnen de structuren van de Europese Unie. De Europese Raad voor Justitie en Binnenlandse Zaken (JBZ-Raad) werd het orgaan waarin de samenwerking haar beslag kreeg.
    Toch bleef de samenwerking een vreemde eend in de Europese bijt. De instituten van de Europese Unie, zoals de Europese Commissie, het Europese Parlement en het Europese Hof van Justitie, kregen geen zeggenschap over de politie- en justitiesamenwerking, omdat de samenwerking intergouvernementeel bleef.

    lees meer

    Wat mag europol: Carte Blanche

    Met de ondertekening van het Europol-verdrag wordt de inhoud openbaar. Naast de Kamerleden kunnen nu ook pers en publiek lezen wat er in hun naam is afgesproken door de Nederlandse regering. De kritiek is fors, zowel binnen als buiten het parlement.
    Een gedeelte van de kritiek richt zich op de vele onduidelijkheden in het verdrag. Europol gaat zich bij uitstek bezig houden met de bestrijding van de georganiseerde criminaliteit in Europa. Maar er valt nergens een definitie van georganiseerde criminaliteit te lezen. Uit de praktijk in de verschillende landen blijkt dat er geheel verschillende definities worden gehanteerd.
    Tegelijkertijd staat op verschillende plekken in het verdrag te lezen dat Europol zich ook mag bezighouden met misdaden die ‘gerelateerd’ zijn aan de misdrijven waarvoor Europol officieel bevoegd is. Voorts kan de JBZ-Raad besluiten de taakvelden verder uit te breiden of nieuwe definities toe te voegen. Europol lijkt zich dus met vrijwel alles te kunnen (gaan) bezighouden.

    lees meer

    operationeel, pro-actief, effectief, executief: Actieplan georganiseerde criminaliteit

    Europol is niet het enige project waarin de Europese politiesamenwerking vorm krijgt. Sterker nog: terwijl de verschillende nationale parlementen zich buigen over de ratificatie van het Europol-verdrag, zijn de Europese leiders al weer een paar stappen verder. Er worden volop plannen gesmeed om de strijd tegen de georganiseerde criminaliteit verder te intensiveren en het mandaat en de bevoegdheden van Europol uit te breiden. De politieke druk, vooral vanuit Duitsland, om de Europese politiesamenwerking een nieuwe impuls te geven komt tot uiting tijdens de Europese Top van Dublin in 1996.

    lees meer

    Internationale samenwerking in de praktijk: Wat het daglicht niet kan velen

    Europese politiesamenwerking vond ook plaats voordat Europol in het leven werd geroepen. De ervaringen die daarmee opgedaan zijn, geven inzicht in de alledaagse werkelijkheid van dergelijke samenwerking. Daarmee maakt het tastbaarder wat Europol in de praktijk zal gaan betekenen.

    De Parlementaire Enquete Commissie Opsporingsmethoden heeft in haar onderzoek aandacht besteed aan de internationale politiesamenwerking. Uit het onderzoek blijkt  dat er nogal ruim met de regels van uitwisseling van informatie en het inzetten van infiltranten wordt omgegaan.

    lees meer

    De European Drugs Unit: Kijkje in de keuken

    De European Drugs Unit (EDU) werd, op basis van een Ministerial Agreement tussen de Europese ministers van Justitie, opgericht in 1993. Het is de voorloper van Europol. De EDU wordt omschreven als een ‘niet-operationeel team voor de uitwisseling en de analyse van informatie, verband houdend met illegale drugshandel, de daarbij betrokken criminele organisaties en de daarmee samenhangende activiteiten in het kader van het witwassen van zwart geld die twee of meer Lid-staten raken.’

    lees meer

    Georganiseerde criminaliteit: Moeilijk te meten

    De legitimatie voor de oprichting van Europol, en andere vormen van politiële en justitiële samenwerking, ligt in de bedreiging van de georganiseerde, grensoverschrijdende criminaliteit. Vanaf het einde van de jaren tachtig wordt deze trom steeds veelvuldiger beroerd. Nu bestaat er geen Europese definitie van georganiseerde criminaliteit. Ook in wetenschappelijke kringen worden er verschillende definities gehanteerd.

    lees meer

    Brochure Europol 2

    Inhoud

    1 Politie zonder verdachten
    Inleiding

    2 Niet fraai, maar het kon nou eenmaal niet anders
    De totstandkoming van Europol

    3 Carte blanche
    Wat mag Europol?

    4 operationeel, pro-actief, effectief, executief

    Actieplan georganiseerde criminaliteit

    bijlages

    I Wat het daglicht niet kan velen

    Internationale samenwerking in de praktijk

    II Kijkje in de keuken

    De European Drugs Unit

    III Moeilijk te meten

    Georganiseerde criminaliteit

    lees meer

    Politie zonder verdachten

    Inleiding
    Bij de officiële opening van het Europolkantoor in Den Haag in maart 1995, bood minister van Justitie Winnie Sorgdrager de Europese politiedienst een boompje aan. “Ik hoop en verwacht dat de jonge loot Europol zich zal ontwikkelen tot een sterk en volwassen onderdeel van ons Verenigd Europa” duidde de minister de symboliek. (1) lees meer

    Totstandkoming van europol: Niet fraai, maar het kon nou eenmaal niet anders

    Sinds de jaren zeventig wordt in Europa samengewerkt door de nationale politie- en inlichtingendiensten. De samenwerking had een sterk informeel karakter. Met de verdergaande Europese integratie werd deze samenwerking meer geformaliseerd. Onder de naam Trevi kreeg het overleg een regelmatig karakter en werd de invloed van deze samenwerking op het nationale beleid van de Lidstaten groter. De formalisering van de samenwerking leidde er niet toe dat er meer openbaarheid of democratische controle tot stand kwam. De samenwerking was intergouvernementeel: een onderlinge zaak van de regeringen, waar nationale parlementen niets over te zeggen hebben.

    lees meer

    CARTE BLANCHE, Wat mag europol?

    Met de ondertekening van het Europol-verdrag wordt de inhoud openbaar. Naast de Kamerleden kunnen nu ook pers en publiek lezen wat er in hun naam is afgesproken door de Nederlandse regering. De kritiek is fors, zowel binnen als buiten het parlement.
    Een gedeelte van de kritiek richt zich op de vele onduidelijkheden in het verdrag. Europol gaat zich bij uitstek bezig houden met de bestrijding van de georganiseerde criminaliteit in Europa. Maar er valt nergens een definitie van georganiseerde criminaliteit te lezen. Uit de praktijk in de verschillende landen blijkt dat er geheel verschillende definities worden gehanteerd.
    Tegelijkertijd staat op verschillende plekken in het verdrag te lezen dat Europol zich ook mag bezighouden met misdaden die ‘gerelateerd’ zijn aan de misdrijven waarvoor Europol officieel bevoegd is. Voorts kan de JBZ-Raad besluiten de taakvelden verder uit te breiden of nieuwe definities toe te voegen. Europol lijkt zich dus met vrijwel alles te kunnen (gaan) bezighouden. lees meer

    Brochure Europol 2 – Actieplan georganiseerde criminaliteit

    operationeel, pro-actief, effectief, executief

    Actieplan georganiseerde criminaliteit

    Europol is niet het enige project waarin de Europese politiesamenwerking vorm krijgt. Sterker nog: terwijl de verschillende nationale parlementen zich buigen over de ratificatie van het Europol-verdrag, zijn de Europese leiders al weer een paar stappen verder. Er worden volop plannen gesmeed om de strijd tegen de georganiseerde criminaliteit verder te intensiveren en het mandaat en de bevoegdheden van Europol uit te breiden. De politieke druk, vooral vanuit Duitsland, om de Europese politiesamenwerking een nieuwe impuls te geven komt tot uiting tijdens de Europese Top van Dublin in 1996.

    lees meer

    Kijkje in de keuken

    De European Drugs Unit De European Drugs Unit (EDU) werd, op basis van een Ministerial Agreement tussen de Europese ministers van Justitie, opgericht in 1993. Het is de voorloper van Europol. De EDU wordt omschreven als een ‘niet-operationeel team voor de uitwisseling en de analyse van informatie, verband houdend met illegale drugshandel, de daarbij betrokken criminele organisaties en de daarmee samenhangende activiteiten in het kader van het witwassen van zwart geld die twee of meer Lid-staten raken.’
    In de kern gaat het om uitwisseling van informatie, met inbegrip van persoonsgegevens, tussen Lidstaten ter bevordering van specifiek opsporingsonderzoek van delicten verband houdend met drugs; en het opstellen van rapporten over de algemene situatie en van misdaad-analyses. (1)

    lees meer

    Kijkje in de keuken

    De European Drugs Unit
    De European Drugs Unit (EDU) werd, op basis van een Ministerial Agreement tussen de Europese ministers van Justitie, opgericht in 1993. Het is de voorloper van Europol. De EDU wordt omschreven als een ‘niet-operationeel team voor de uitwisseling en de analyse van informatie, verband houdend met illegale drugshandel, de daarbij betrokken criminele organisaties en de daarmee samenhangende activiteiten in het kader van het witwassen van zwart geld die twee of meer Lid-staten raken.’
    In de kern gaat het om uitwisseling van informatie, met inbegrip van persoonsgegevens, tussen Lidstaten ter bevordering van specifiek opsporingsonderzoek van delicten verband houdend met drugs; en het opstellen van rapporten over de algemene situatie en van misdaad-analyses. (1)
    Concreet gebeurt dit door verbindingsambtenaren in een gebouw bijelkaar te zetten, die ieder toegang hebben tot hun nationale informatiesystemen. De Italiaanse verbindingsambtenaar kan aan zijn Duitse collega vragen of die toevallig informatie heeft over X. De Duitse opsporingsambtenaar kijkt in zijn computer, en als X inderdaad bekend is, worden de gegevens aan de Italiaanse verbindingsambtenaar doorgegeven, die het weer doorgeeft aan de Italiaanse politie.
    Maar nog voor de officiële beslissing van de Europese Top in 1991 om over te gaan tot de instelling van EDU, bestond er al een pilot-project EDU/Europol: in een barak in de buurt van Straatsburg werkten een vijftiental politiemensen uit diverse landen onder leiding van Jürgen Storbeck, afkomstig van het Bundes Kriminal Amt, aan een inventarisatie van de Europese drugshandel. Storbeck mag zich inmiddels directeur van Europol noemen.
    Het mandaat van de EDU werd een aantal malen uitgebreid. In 1995 werden ook mensensmokkel/illegale immigratie, autodiefstallen en nucleaire smokkel bij EDU ondergebracht, in 1996 volgde de bestrijding van kinderpornografie en kinderprostitutie, onder het enigszins verwarrende kopje ‘mensensmokkel’.
    In 1994 ontving EDU 595 informatieverzoeken. In 1995 waren dit er al 1474. In 1996 groeide het naar 2000. Veel van de aanvragen worden door Duitsland gedaan.
    Op basis van een aantal jaarverslagen en rapportages valt er een (zeer onvolledig) beeld te schetsen van de activiteiten van de EDU. lees meer

    << oudere artikelen