• Buro Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, de overheid in Nederland en Europa kritisch volgt. Een grond-rechten kollektief dat al 30 jaar publiceert over uitbreiding van repressieve wetgeving, publiek-private samenwerking, bevoegdheden, overheids-optreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.
  • Publicaties

  • Migratie

  • Politieklachten

  • Voorstellen terrorismebestrijding

    Afgelopen maand zijn een aantal voorstellen die de regering sinds januari heeft gedaan omgezet in wetsvoorstellen.

    1. Wetsvoorstel Wijziging van het Wetboek van Strafvordering, het Wetboek van Strafrecht en enige andere wetten ter verruiming van de mogelijkheden tot opsporing en vervolging van terroristische misdrijven

    Op 20 juni jl is het wetsvoorstel wetsvoorstel uitbreiding bevoegdheden politie in terrorismezaken ingediend bij de Tweede Kamer. In het wetsvoorstel worden een aantal verregaande wijzingen van het strafprocesrecht voorgesteld.
    Om te beginnen wil de regering het eenvoudiger maken om verdachten van een terroristisch misdrijf in bewaring te nemen. Waar nu geld dat er ‘ernstige bezwaren’ nodig zijn, stelt de regering voor dit te laten vervallen. Dit betekend dat iemand bijvoorbeeld na een anonieme tip drie weken in bewaring kan worden gehouden.
    Ook wil de regering oprekking van de termijn van negentig dagen tot maximaal twee jaar waarin voorlopige hechtenis mogelijk is. De zaak zou in die periode niet ter zitting beoordeeld hoeven te worden (zoals nu in pro forma zittingen na dertig dagen) en al die tijd hoeft het volledige procesdossier dus niet aan de verdediging te worden gegeven
    Een belangrijk onderdeel van het wetsvoorstel vormt de vervroeging van het moment waarop bijzondere opsporingbevoegdheden door de politie mogen worden ingezet. In de wet bijzondere bevoegdheden tot opsporing (Wet bob) staat nu dat bijzondere bevoegdheden (bv afluisteren, observeren, infiltreren) mogen worden ingezet al er een verdenking is van een misdrijf of van een redelijk vermoeden dat in georganiseerd verband misdrijven worden beraamd of gepleegd. Het wetsvoorstel beoogt uitbreiding voor die bevoegdheden wat betreft terroristische misdrijven te verruimen door deze ook te verlenen ‘in geval van aanwijzingen’ van zo’n misdrijf. Aanwijzingen kunnen bestaan uit moeilijk
    verifieerbare geruchten over voorbereiding of samenspanning tot een aanslag of in
    de uitkomsten van dreigingsanalyses van de AIVD.
    Ook wil de regering het verkennend onderzoek onder leiding van het openbaar ministerie uitbreiden. Koppelen van bestanden en datamining wordt hiermee mogelijk gemaakt.
    Tenslotte wil de regering permanent gebieden aanwijzen waar preventief fouilleren mogelijk wordt, onder andere Schiphol zou hiervoor in aanmerking komen.
    De kritiek op dit wetsvoorstel komt van veel kanten. Zo stelde de Nederlandse Vereniging van Rechtspraak dat de motivering voor het loslaten van het begrip ‘ernstig bezwaar’ bij inbewaringstelling ‘niet genoegszaam overkomt’. De NVVR wijst op artikel 5 EVRM waaruit blijkt dat enige inhoudelijke toetsing noodzakelijk is. Ook vindt de NVVR dat ‘door het onthouden van stukken aan de verdediging en de rechtbank tot twee jaar en 90 dagen na de in
    Bewaringstelling de controle en het toezicht op de voortgang van het onderzoek alsmede de toets of er grond is om de gevangenhouding te laten voortduren minder goed mogelijk zijn”.
    Het College Bescherming Persoonsgegevens kwam tot de conclusie dat ‘de onderbouwing voor de voorgestelde uitbreiding van bevoegdheden voor politie en justitie tekort schiet. Het geeft politie en justitie bevoegdheden die vergelijkbaar zijn aan die van de AIVD. Waarom dat nodig is en waaruit die noodzaak zou kunnen blijken wordt niet geëxpliciteerd, aldus het CPB. Ook stelt het CPB dat ‘het begrip ‘aanwijzingen’ als toepassingsvoorwaarde is nogal onbepaald. Het CBP adviseert te voorzien in inhoudelijke criteria die het gebruik van bevoegdheden voorzienbaar kunnen maken en objectief overheidsoptreden kunnen waarborgen’
    Emeritus Hoogleraar strafrecht Ties Prakken constateerde dat
    het wetsvoorstel de politie de facto bijna dezelfde bevoegdheden als de AIVD geeft. ‘Dat lijkt overbodige machtsuitbreiding voor de politie, nu juist ook al informatie van de AIVD rechtstreeks in het strafproces zal kunnen worden gebruikt. De genoemde voorstellen voor extra bevoegdheden voor de politie zullen van de desbetreffende afdeling van de KLPD een soort schaduw geheime dienst maken en dat lijkt nodig noch wenselijk’.
    Strafrechtdeskunidge Piet Hein van Kempen stelde dat kan worden geconstateerd dat de regering voor vrijwel geen van de voorstellen de noodzaak ertoe aannemelijk heeft gemaakt. Ook bij die voorstellen waar dit wellicht alsnog zou kunnen en die dus wel invoering verdienen – die bevat het concept-wetsvoorstel in mijn ogen zeker – is dit bezwaarlijk. ‘Het gaat ten koste van de hoognodige legitimiteit van de voorstellen en bovendien maakt het ontberen van een voldoende specifieke motivering het moeilijker de voorstellen te verbeteren met het oog op de specifieke doeleinden ervan. Niettemin kan men vaststellen dat de reikwijdte van verschillende voorstellen wel al te ruim lijkt. Nog problematischer is echter dat de voorgestelde bevoegdheden structureel met te weinig rechtswaarborgen zijn omgeven. Zelfs waarborgen die de doelstellingen van de regering moeilijk in de weg lijken te kunnen staan ontbreken veelal’.

    2. Wetsvoorstel meldplicht, gebiedsverbod en/of persoonsverbod goedgekeurd door de ministerraad

    In januari van dit jaar kondigde de regering aan naast het strafrecht het bestuursrecht in te willen gaan zetten bij de bestrijding van terrorisme. Achterliggend idee was dat er een groep ‘vermeende’ terroristen rondloopt waartegen niet strafrechtelijk kan worden opgetreden, maar waartegen optreden wel ‘gerechtvaardigd’ is. De maatregelen zouden moeten gaan gelden tegen personen waarvan op grond van contacten, activiteiten of andere aanwijzingen maatregelen gewenst zijn. De regering schreef in januari dat ‘gedacht kan worden aan een patroon of samenstel van gedragingen en activiteiten, zoals bezoeken van een buitenlands trainingskamp voor terroristen en het zich op verdachte wijze ophouden op bepaalde locaties’.
    Uit het persbericht blijkt dat de maatregel telkens voor drie maanden kan worden opgelegd. Wat al verwacht werd, is dat de maatregelen doorgaans zullen worden opgelegd op basis van AIVD-informatie. De regering geeft ook direct aan dat ‘mocht iemand in beroep gaan, hijzelf geen recht heeft op inzage in de achterliggend stukken die horen bij de AIVD-informatie op basis waarvan de maatregel is getroffen. In bepaalde omstandigheden is het wel mogelijk dat de rechter inzage krijgt’.
    Vooral D’66 toonde zich tot nu felle tegenstander van deze maatregel: Dittrich: ‘Het kabinet werpt de netten erg ver uit om een potentiële terrorist te vangen, maar de hele bevolking loopt de kans in die netten verstrikt te raken. Welk probleem lossen we daar nu mee op? Zou een echte terrorist zich iets aantrekken van een meldplicht om elke maand naar het politiebureau te komen?’
    Maar niet alleen de effectiviteit is een probleem, ook de oncontroleerbaarheid van AIVD informatie is een heikel punt. Wouter Bos melde in een interview met Wordt Vervolgt van Amnesty Internationale dat ‘uitgangspunt is dat de criteria toetsbaar zijn en dat er de mogelijkheid is om in beroep te gaan tegen een beslissing. Tijdens het debat noemde minister Remkes als criterium ‘dat de politie aan z’n water voelt dat er iets aan de hand is met iemand’, toen heb ik gezegd dat ik niet mag hopen dat dát de tekst in het wetsvoorstel wordt.’

    Het wetsvoorstel stelt ook een uitbreiding van de wet BIBOB voor. Middels deze wet kunnen gemeentebesturen bij Bureau Bibob van de KLPD controleren of een aanvrager van een vergunning of een verkrijger van een opdracht voldoende integer is. Aan de hand van allerlei bestanden en zachte informatie adviseert Bureau Bibob over een aanvraag.
    In Amsterdam wordt er sinds de insteek van het prgramma “Wij Amsterdammers”gewerkt aan het opzetten van Bibob scan naar stichtingen/organisaties die mogelijk betrokken zijn bij terrorisme. Doel hiervan is om de subsidies te stoppen.

    Maatregelen terrorismebestrijding