Het op grote schaal monitoren van mensen op online en social media kwam eind 2016 in de Verenigde Staten in het nieuws. De Amerikaanse burgerrechten beweging ACLU (American Civil Liberties Union) publiceerde in oktober 2016 een rapport over het Amerikaanse bedrijf Geofeedia, dat data van Facebook, Instagram, Twitter en andere social media ter beschikking stelt aan Amerikaanse opsporingsdiensten. In reactie op het nieuws besloten Instagram, Facebook en Twitter Geofeedia geen toegang meer te geven tot openbare data van de social media bedrijven. In de Verenigde Staten laaide de discussie over social media surveillance bedrijven als Geofeedia op.
In de VS is een controverse ontstaan naar aanleiding van een publicatie over de mogelijke aanwezigheid van een FBI-informant bij de Black Panthers in de jaren ’60. Deed Richard Masato Aoki het nu wel of niet?
Op 20 augustus 2012 publiceerde The Center for Investigative Reporting (CIR) een verhaal over Richard Masato Aoki, een voormalig lid van de Black Panther Party in de jaren ’60-’70 en inmiddels overleden. Op de website van CIR gaf Seth Rosenfeld het artikel de titel ‘Man who armed Black Panthers was FBI informant, records show.’ De San Francisco Chronicle publiceerde nog dezelfde dag exact hetzelfde verhaal met de titel ‘Activist Richard Aoki named as informant.’ Het nuanceverschil in de kop van markeert de discussie die zich ontpopte in de dagen die volgden.
De Amerikaanse voormalig spion Jonathan Pollard zit een levenslange gevangenisstraf uit. Als werknemer bij de VS Marine Inlichtingendienst stal hij honderdduizenden geheime documenten en verkocht die aan Israël. De man die hem ontmaskerde, schreef er een boek over.Bradley Manning wordt verdacht van het lekken van geheime documenten van de Amerikaanse overheid. Deze documenten werden openbaar gemaakt voor Wikileaks. Nog voordat Manning een eerlijk proces heeft gekregen, zit hij al een ruim een jaar in eenzame opsluiting.
De omvang en gevoeligheid van de Wikileaks-documenten vallen echter in het niet in vergelijking met het aantal geheime stukken dat Jonathan Pollard begin jaren ’80 aan de Israëliërs heeft overhandigd. Pollard werkte voor de Naval Intelligence Service. Van juni 1984 tot zijn aanhouding in november 1985 wandelde hij bijna dagelijks het gebouw van de Naval Intelligence Command uit met een tas vol top secret documenten.
De voormalig CIA-agent Tennent B. Bagley presenteert zich in het fascinerende boek Spy Wars als de enige die het ware verhaal achter de Russische spion Yuri Nosenko weet te vertellen, zo lijkt het.
Tennent B. Bagley is een begenadigd Amerikaans schrijver. Hij werkte lange tijd voor de Contra Inlichtingen-afdeling van de CIA. Zijn kennis van de verschillende CIA-projecten, namen van collega’s en leidinggevenden en allerlei Russische overlopers en spionnen vormen geen belemmering. Spy Wars lijkt een kruising tussen fictie en non-fictie. Omdat Bagley zijn betrokkenheid bij het CIA-werk zo precies weet over te brengen, leest het boek als een trein.
The TSC estimated that, as of September 9, 2008, the total number of unique individuals on the watchlist was approximately 400,000
(verslag 2009)
Een beperkte set van identiteitsgegevens, zo omschrijft minister van Veiligheid en Justitie, Ivo Opstelten, de database van het door de Verenigde Staten opgezette ‘Terrorist Screening Centre’. Ook wel bijzonder dat de minister zonder blikken of blozen opschrijft dat ‘de opgenomen gegevens uitsluitend niet-geclassificeerde identiteitsgegevens (naam, geboortedatum en paspoortnummer) betreffen’. De gegevens zijn inderdaad puur ter identificatie, de classificatie zit hem natuurlijk in het feit dat deze gegevens in de terrorisme database zijn opgenomen.