• Buro Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, de overheid in Nederland en Europa kritisch volgt. Een grond-rechten kollektief dat al 30 jaar publiceert over uitbreiding van repressieve wetgeving, publiek-private samenwerking, bevoegdheden, overheids-optreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.
  • Publicaties

  • Migratie

  • Politieklachten

  • Het fata morgana van Tilburg Wietstad

    Schulze op justitie en veiligheid

    In januari 2014 verschijnt in het NRC Handelsblad het artikel ‘Tilburg wietstad’ van de hand van Marcel Haenen. In dit stuk wordt een ‘opsporingsbron’ opgevoerd die de cijfers uit het rapport Integraal Appel en uitspraken van verdachte Alain S. aan de journalist vertelt. Ook de naam van het vertrouwelijke rapport Integraal Appel wordt genoemd.

    Het verhaal van Tilburg als centrum van de Nederwiet is geboren. Hoe kritisch gaat het NRC-Handelsblad en andere media echter om met informatie uit een strafdossier, een politieonderzoek als de Heemskerck-zaak, een toen nog ‘geheim rapport’ Integraal Appel, een verdachte spijtoptant Alain S., discriminatoire opmerkingen van een opsporingsbron die aan een verdachte worden toegeschreven en de opmerking van een medeverdachte die Alain S. een ‘blufprater’ noemt?

     

    Onvindbare citaten

    Voor die vragen moet eerst worden teruggegaan naar de zomer van 2013. Op 27 juli 2013 publiceert het Brabants Dagblad een verhaal over ‘de hennepmaffia van Tilburg en zijn verrader.’ Volgens de krant zijn er naar aanleiding van de verklaringen van de ‘verrader’ ‘zeker dertig verdachten in de Tilburgse drugswereld opgepakt.’ Journalist Pieter van Klinken mag het strafdossier inzien en lijkt uitgebreid uit de verklaringen van de verdachte Alain S. te citeren.

    Wat echter opvalt is dat deze citaten die volgens het artikel uit het strafdossier zijn opgetekend niet zijn terug te vinden in de verhoren van de verdachte. Van Klinken quote verdachte Alain S. verschillende keren. Zo zijn er passages over de schuld die verdachte Alain S. heeft bij de wietfamilie. “Ik denk dat hij zijn eigen hok heeft laten leeghalen om iets in handen te hebben om mij te kunnen beschuldigen.” In een andere ‘quote’ vreest hij voor zijn leven: “Dan kan hij namelijk de wiet verkopen en ook nog eens van mij geld vragen. Dat gebeurt regelmatig in de hennepwereld. Ik vrees voor mijn leven.”

    Andere citaten gaan over het vinden van locaties om wiet te verbouwen, de verhuurders van de panden en het aantal. Volgens verdachte Alain S. is het vinden van de panden eenvoudig: “Dat gaat gewoon via Funda.” De verhuurders zijn altijd toeschietelijk: “Als je een jaar huur vooruitbetaalt vragen ze nergens naar. Dat was algemeen bekend in de hennepwereld in Tilburg.” En het aantal kwekerijen: “We hadden in die tijd van 2003 tot 2006 altijd twaalf kwekerijen tegelijk, soms tien, soms veertien”.

    Over zijn carrière in de wiet sector zou verdachte Alain S. zeggen: “Als je een pand opknapt, kun je een wiethok bouwen ook. Als je dat doet kun je wel hennep vervoeren ook.” En de carrièremogelijkheden zijn groot want naast de wietfamilie kan Alain S. zo elders aan de slag: “Van zeven of acht van de zestig henneporganisaties in Tilburg kan ik zo vertellen hoe ze eruitzien.”

    Alle quotes uit het artikel over ‘de hennepmaffia van Tilburg en zijn verrader’ die aan de verdachte Alain S. zijn toegeschreven zijn niet terug te vinden in de 678 pagina’s verhoor met hem. Buro Jansen & Janssen heeft de verhoren uitgebreid bestudeerd en vraagt zich af waarom geen enkele uitspraak van de verdachte is te koppelen aan de proces-verbalen van de verhoren.

     

    Alle wiet-csv’s van Nederland zijn in Tilburg te vinden

    Zo spreekt verdachte Alain S. steeds over ‘gemiddeld 12 hokken’, het getal veertien komt niet voor in het verhoor. Ook de wijze waarop verdachte Alain S. tot de zestig csv’s is gekomen, is opmerkelijk. Zo stelt hij dat er 180.000 kilo wiet per ‘draai’, kweekcyclus, in Tilburg wordt geproduceerd door 100 kringen of csv’s. “Ja nou om die 180.000 kilo te kunnen halen heb je dus 100 van deze kringen nodig he.”

    Maar Alain S. beredeneert op hetzelfde moment dat het niet gaat om 100 maar om 60 csv’s. “Ik heb redelijk in het begin gezegd van als je aan mij vraag hoeveel van die kringen zijn er dan zijn er zoals … een stuk of 60. kijk en dan pak ik … als apart. En … ook als apart, …”

    Volgens Alain S. kunnen er echter ook slechts twintig csv’s in Tilburg zijn, een derde van de genoemde zestig. Verdachte Alain S. beschrijft namelijk de wietfamilie van Ton K. als een csv, maar tegelijkertijd ook als drie csv’s. Tijdens de verhoren zegt Alain S. bijvoorbeeld dat Marcel S. en Toine of Twan K. allebei een eigen kring hebben en ook wiet produceren. Marcel S. woont zelfs bij een wietkwekerij. De wietfamilie zou dus zowel een csv zijn als meerdere volgens de verdachte.

    Omroep Brabant deelt in tegenstelling tot de beweringen van Alain S. weer anders in. Marcel S. zou onderdeel uitmaken van de bende van Ton K. en Toine K., Ton K.’s broer, zou wel een eigen ‘kring’, maar niet in de wiet productie, maar in witwassen. Marcel S. zou eigenaar van panden zijn en/of huurder. “‘Broer Twan zit niet in de bende, hij had een normale baan, maar wast wel misdaadgeld wit. Zijn uitgavenpatroon valt de politie op,” schrijft Omroep Brabant op 13 april 2019.

    Het Onderzoek ‘Criminele Samenwerkingsverbanden, ontwikkelingen in aanpak en duiding van effectiviteit’ van Korf, Luijk en De Meijer, dat in januari 2019 aan de Tweede Kamer wordt aangeboden, komt op een totaal van 397 aangepakte csv’s in 2012 waarvan 82 actief waren in de grootschalige hennepteelt. De zestig wiet csv’s in Tilburg van verdachte Alain S. zijn 15% van alle csv’s in Nederland en 73% van alle wiet csv’s in Nederland. Erg geloofwaardig zijn de bewering van de verdachte Alain S. over de criminele kringen dan ook niet.

     

    Verhoren of voorgekauwde gesprekken?

    Het Strafdossier is een samenvatting van het politiedossier. Het zijn de belangrijkste elementen waarmee het Openbaar Ministerie probeert verdachten veroordeeld te krijgen. De vraag of daarmee aan waarheidsvinding in de rechtszaal wordt gedaan, wordt hier buiten beschouwing gelaten. Wel is er de vraag of een onjuiste weergave van wat een verdachte c.q. een getuige heeft gezegd tegen een politiefunctionaris niet allerlei vragen oproept. Bij de verhoren van verdachte Alain S. zijn namelijk enkele zaken opvallend.

    Alain zou 24 of 26 keer zijn verhoord. Het is onduidelijk waarom het precieze aantal niet duidelijk is. In totaal 120 uur. Bij acht verhoren ontbreekt het geluid. Daar zijn wel een processen-verbaal van. Die proces-verbalen zijn niet ingezien door Buro Jansen & Janssen, maar gezien de herhalingen in de andere verbalen zou het vreemd zijn dat de acht quotes in het Brabants Dagblad exclusief uit de niet opgenomen en niet te verifiëren verhoren komen.

    Buiten de verhoren zijn er tevens gesprekken geweest in de auto, onderweg van en naar het verhoor. Verdachte Alain S. heeft verklaard dat hij dit moest ontkennen van de politie. Hier zijn geen verslagen van. Volgens de verdediging van de verdachten heeft de politie informatie ‘witgewassen’ door die aan Alain toe te schrijven. In de rechtszaal stelt verdachte Alain S. zelf dat zijn verklaringen door de politie zijn aangepast. Klopt het dus dat de quotes uit het artikel in het Brabants Dagblad niets te maken hebben met de verhoren van de verdachte Alain S.?

     

    Heel Tilburg werkt in de wietindustrie

    Het artikel ‘de hennepmaffia van Tilburg en zijn verrader’ van het Brabants Dagblad zorgt nog niet voor veel ophef. Het is de zomer van 2013. Tilburg wietstad is nog geen landelijk nieuws. Dit verandert in januari 2014. Op 14 januari 2014 publiceert het NRC Handelsblad een verhaal over Tilburg Wietstad van journalist Paul Haenen. Ook hij gebruikt allerlei citaten van verdachte Alain S.

    In het artikel komen allerlei aspecten van de vermeende gigantische Tilburgse wietindustrie aan de orde: Het aantal mensen dat werkzaam is in de industrie, bedreigingen, witwasadvies door advocaten, de wietproductie, wietsoorten, aantal criminele samenwerkingsverbanden (csv’s), natte en droge wiet en financiën.

    Het NRC Handelsblad gebruikt ook allerlei citaten van verdachte Alain S. Zo schrijft de krant: “In Tilburg, zo vertelt de bedreigde getuige, zijn zo’n 1.900 personen “dagelijks bezig met hennepzaken. En dan zitten de knippers er nog niet bij”.” Verdachte Alain S. zou de gehele passage of een deel van de passage over de werkgelegenheid in de wietindustrie hebben verteld aan de politie.

    In het proces-verbaal van het verhoor staat echter: Als elke kring 19 personen beslaat praat je over ongeveer 1900 personen die dagelijks bezig zijn met hennep zaken,” vraagt de verbalisant. Het enige dat verdachte Alain S. zegt is: “Ja.” Bij de knippers gebeurt hetzelfde. De verbalisant vraagt: “En dan zitten de knippers er nog niet bij.” De verdachte antwoordt: “Ja.” De verdachte heeft dus niets gezegd wat volgens het NRC Handelsblad door een ‘opsporingsambtenaar’ aan de verdachte wordt toegeschreven.

    Naast de bovengenoemde 1.900 mensen die fulltime in de hennep werken, zijn er dus de knippers: Knippers, meestal vrouwen, halen de wiettoppen van de plant. Daarmee zijn in Tilburg zo’n 600 personen actief. Ze werken tien uur per dag tegen een contant uurloon van 25 euro. Het hennepbedrijf is daarmee een van de grootste werkgevers van Tilburg,” gaat het artikel in het NRC Handelsblad verder. Verdachte Alain S. zou dit hebben gezegd tijdens de verhoren.

    Waar het aantal van 600 knippers vandaan komt is niet duidelijk. Verdachte Alain S. noemt dat getal niet, wel 400 knippers: “ja dat heb ik wel eerder geloof ik in een verklaring maar dat kun je daar wel bijzetten. 400 knippers zijn dagelijks nodig.” Ook de 25 euro is niet juist. De verdachte heeft het over twintig euro per uur, alleen de hoofdknipster krijgt 25: “Dat was de hoofdknipster zij kreeg ook 25 euro per uur als de rest 20 kreeg.”

     

    De hond die maar niet wilde bijten

    In het Brabants Dagblad wordt verdachte Alain S. geciteerd over zijn schuld aan de Tilburgse wietfamilie. Passages die dus niet overeenkomen met uitspraken van de verdachte zoals ze zijn opgetekend in de verhoren. In het Brabants Dagblad suggereert dat verdachte Alain S. zou hebben gezegd dat hij voor zijn leven moet vrezen: “Ik vrees voor mijn leven.”

    De bedreigingen zouden samenhangen met een schuld van 30.000 euro die verdachte Alain S. zegt te hebben bij de wietfamilie. Of dit juist is, is niet vastgesteld. Alain S. zegt tevens dat schuldeisers elke twee maanden 100.000 euro van hem willen hebben. Het lijkt hier niet om de Tilburgse wietfamilie te gaan. Het is onduidelijk of de politie onderzoek naar deze schuld heeft gedaan. De media laten deze schuld weg.

    In het NRC Handelsblad blijkt de vrees ook deels te bestaan uit honden die op de verdachte worden afgestuurd: ‘Ton stuurde Alain ook een dreigend sms’je dat hij „met de hondjes” (grote vechthonden) zou langskomen’.”  Ook dit citaat is niet terug te vinden in de verhoren van verdachte Alain S. Het blijkt zelfs dat Ton geen honden had, maar slechts één hond en dat Alain S. het goed met die hond kon vinden.

    De vermeende bedreigingen door de wietfamilie aan het adres van verdachte Alain S. zijn de reden waarom de verdachte naar de politie is gestapt om getuige te worden. Gezien ‘de schuldeisers’ waaraan verdachte Alain S. elke twee maanden 100.000 euro aan moet betalen zoals hij tijdens verhoren verklaart, zouden de bedreigingen ook uit een heel andere hoek kunnen komen.

    De vraag is dus of de verklaringen met betrekking tot de bedreigingen aan het adres van de verdachte kloppen. Deze vraag is ook bij andere uitspraken van de verdachte te stellen. Ditzelfde geldt voor de quotes uit het NRC-artikel.

     

    ‘Betere advocaten zouden henneptelers bijstaan’

    In het NRC-artikel wordt Alain S. namelijk ook geciteerd over de wisseling van de wacht: “De stadspolitie wisselt omstreeks die tijd van wacht. Geen agent wil nog vlak daarvoor een aanhouding doen en de nieuwe lichting zit eerst aan de koffie. Dus wij hebben dan een half uur vrij spel wat betreft politiecontrole.” Ook deze uitspraak is niet in de verhoren terug te vinden.

    Verdachte Alain S. verklaart over heel veel zaken iets en lijkt zelfs gehele beroepsgroepen in een verkeerd daglicht te plaatsen. Zo schrijft het NRC ook op basis van verklaringen van een opsporingsambtenaar over verdachte Alain S. “Notarissen en ‘de betere advocaten’ staan de henneptelers bij met adviezen over het witwassen van de criminele verdiensten.”

    Na deze openingszin over het witwassen wordt verdachte Alain S. geciteerd: “Alain praat uitvoerig over een bekende advocaat die uitlegde dat je ‘een jaar of tien goed geld moet zien te verdienen. Daarna, als je dus wilt stoppen met je criminele werkzaamheden, dan verdwijn je een half jaar uit zicht en vertrek je naar het buitenland. Je gooit je telefoon weg en je neemt geen contact meer op. In de tussentijd dat je weg bent, hou ik in de gaten of er onderzoeken naar jou gaande zijn. Als dat niet het geval is, kom je terug naar mij. De advocaat zei dat hij er dan toch voor zou zorgen dat het crimineel verdiende geld door hem of via hem zou worden witgewassen’.”

    Waarom het NRC het eerst heeft over “notarissen en de betere advocaten”, meervoud dus, en vervolgens over een beschuldigde advocaat, maakt de krant niet duidelijk. Als weerwoord citeert het NRC de betreffende advocaat die nooit verdachte in het proces is geweest: “Ik leg alleen uit dat de Nederlandse fiscus amoreel is: ook illegale inkomsten worden regulier belast.”

    Deze opmerking sluit aan bij een passage uit de verhoren van Alain S. die het NRC welgevoegelijk weglaat. Alain S. spreekt eerst in hypothetische termen over het witwassen en vervolgens zelfs over belasting betalen. “Dus uh uh uh dat is een traject waarbij nog niet gezegd is van dat is de constructie. Maar wel de woorden van hey maak helemaal niks wit. Hou het lekker in de pot, op het moment dat jij het nodig hebt dan ga ik dat helemaal voor jou regelen’.” En later in het verhoor: “Dat kost je een bedrag maar hoe dat dat precies ging of dat dat bijvoorbeeld afkopen bij de belasting is of via adviseurs of via buitenlandse bedrijven dat weet ik niet.”

     

    Weglaten cruciale informatie

    De wietproductie zelf komt ook aan de beurt in het NRC Handelsblad. In het artikel staat dat de ‘drugsbende’ waar Alain toe behoorde gemiddeld twaalf plantages had. ‘Gemiddeld twaalf’ is echter niet het gehele verhaal, want dit aantal heeft volgens de verdachte Alain S. betrekking op de periode van 2003 tot 2006. Het NRC laat de periode weg.

    In drie jaar tijd zou de wietfamilie ‘gemiddeld twaalf’ kwekerijen hebben, maar ook dat is niet geheel duidelijk. Verdachte Alain S. zegt namelijk dat er twaalf hokken zijn, maar soms ook tien of veertien. Brabants Dagblad vermeldt dit wel: “We hadden in die tijd van 2003 tot 2006 altijd twaalf kwekerijen tegelijk, soms tien, soms veertien”.

     De ‘drugsbende’ werd in 2012 opgerold. Of en hoeveel wiet er in de periode tussen 2006 en 2012 wordt gekweekt is niet bekend. Hoeveel wiet er in totaal door de familie is geproduceerd zowel van 2003 tot 2006 als in de periode tussen 2006 en 2012, is niet duidelijk. In 2011 zijn twee actieve kwekerijen en een knipperij, die door de politie aan de familie worden toegeschreven, opgerold. De politie heeft bij het oprollen van de bende echter geen enkele kwekerij in bedrijf aangetroffen.

    De krant geeft ook een heel exposé over de soorten wiet die er zijn verbouwd door de groep, Amnesia, Top 44, Northern Light en Skunk, en de kweekcyclus. Die “hebben een ‘kweekcyclus’ van om en nabij de 60 dagen. Daardoor kan er zes keer per jaar worden geoogst.” Het NRC heeft deze gegevens waarschijnlijk overgenomen van de ‘opsporingsbron’ zonder deze echter naast het onderzoek van Wageningen University uit 2005 en de officiële normen van het Bureau Ontneming Openbaar Ministerie (BOOM) van het Openbaar Ministerie te leggen. Die instanties gaan niet uit van zes oogsten per jaar, maar van drie tot vijf oogsten per jaar, waarbij vijf alleen mogelijk is met een zeer strakke planning. Over de soorten wiet zegt verdachte Alain S. zelf tijdens de verhoren dat Top 44 en Skunk niet meer worden gekweekt.

    In het artikel ‘Tilburg wietstad’ schrijft het NRC dat “volgens Alain er alleen al in Tilburg zestig vergelijkbare hennepbendes actief zijn.” De krant legt deze bewering voor aan burgemeester Peter Noordanus van Tilburg, tevens voorzitter van de Taskforce Georganiseerde Criminaliteit Brabant Zeeland, die dit aan het NRC bevestigt. Noordanus zegt in de krant: “De omvang van de hennepteelt in Tilburg (200.000 inwoners) is niet uniek. In vrijwel heel Brabant is de situatie identiek.”

    Ook deze bewering wordt niet getoetst, hoewel het NRC wel het aantal inwoners van Tilburg vermeldt. Een simpele rekensom zou al diverse vragen oproepen. Zestig hennepgroepen per 210.382 inwoners, betekent 707 hennepgroepen in de provincie Noord-Brabant (2,479 miljoen inwoners in 2014). Dit aantal lijkt ongeloofwaardig hoog, helemaal als de berekening doorgetrokken zou worden naar nationaal niveau.

    Vraagtekens of minimaal onderzoek over de juistheid van deze getallen ontbreken. Het ministerie spreekt namelijk in 2011 over 568 criminele samenwerkingsverbanden en in 2012 over 788. Het Openbaar Ministerie zegt dat er in 2012 77 csv’s zich bezighielden met grootschalige hennepteelt. Tilburg zou dus 78% van deze csv’s huisvesten. Een identiek beeld in geheel Noord-Brabant kan cijfermatig al niet kloppen.

     

    NRC schrijft ongefundeerde discriminerende opmerkingen over

    Uiteindelijk komt het artikel bij de totale wietproductie in Tilburg en omstreken en de omzet die er in de wietindustrie wordt gemaakt. “Alain vertelt de politie dat er in Tilburg en omstreken 20.000 kilo natte wiet per week wordt aangeboden aan verschillende opkopers,” schrijft het NRC. In de verhoren zegt de verdachte: “Zijn echt 1000en 1000en kilo’s per dag die rondgaan. Ik zeg al 4000 kilo zet ik laag in, maar ik ga uit van 4000 kilo per dag of 20.000 kilo nat per week 4000 5000 kilo droog per week wordt verhandeld in Tilburg onbewerkt. Per week he, dat is 50 x 4000 is 22000 kilo weed droog uit Tilburg in de maand.”

    Zoals berekeningen in het onderzoek ‘Integraal Appel, Nepwetenschap van Tilburg University’ van Buro Jansen & Janssen laten zien, zijn de hoeveelheden wiet waarmee het ‘geheime rapport’ Integraal Appel komt zo groot dat het metaforisch over de stoepranden in Tilburg klotst. De onderzoekers van Tilburg University komen met verklaringen over opkopers van die wiet en de daarmee gepaard gaande export.

    Volgens Tilburg University zou de Tilburgse wiet worden geëxporteerd naar onder andere “Engeland, België, Frankrijk, Duitsland, Scandinavië en Italië.” Dit zou blijken uit diverse opsporingsonderzoeken. Nader onderzoek van Buro Jansen & Janssen van de gegevens van die opsporingsonderzoeken wijst uit dat de export van de wiet slechts een minuscule fractie is dan wat volgens Integraal Appel in Tilburg wordt geproduceerd.

    Die export is volgens het NRC Handelsblad in handen van Turkse Nederlanders. “Verreweg het grootste deel van de in Tilburg geproduceerde hennep wordt volgens Alain opgekocht door Turkse Tilburgers. Een van de Turkse afnemers is eigenaar van een growshop in Tilburg. Naar verluidt worden de drugs vooral gesmokkeld naar Engeland en Duitsland waar de opbrengst een veelvoud is van die in Nederland. De Turken investeren hun geld volgens Alain in hotels en flats in Turkije,” schrijft de krant.

    De krant dekt zich in voor beschuldigingen van discriminatie en etnisch profileren door de opmerkingen aan verdachte Alain S. toe te schrijven. Dit is echter vreemd, want de opmerkingen staan niet tussen aanhalingstekens. De krant heeft de verdachte niet zelf gesproken, maar een niet nader genoemde opsporingsbron. De krant heeft ook niet de passage uit Integraal Appel overgenomen die in het geheel niet spreekt over smokkel door Turkse afnemers.

    De krant zet de Turkse Tilburgers, op basis van een vage opsporingsbron die zegt de beweringen van de verdachte te verwoorden, weg als opkopers en exporteurs van wiet, maar dus ook als witwassers. “De Turken investeren hun geld in hotels en flats in Turkije.” Integraal Appel spreekt niet over Turken maar veralgemeniseert de stigmatisering tot allochtonen zonder enige duidelijke onderbouwing: “Een allochtone wietcrimineel doneerde bijvoorbeeld bedragen aan de moskee.”

     Tilburg University neemt hierbij opmerkingen uit de verhoren van verdachte Alain S. over. Verdachte noemt in de verhoren vijf Turkse Nederlanders waarvan er een, A. M., duidelijke connecties heeft met de wietfamilie en ook is aangehouden bij de arrestaties van de criminele groep. Over A. M. zegt verdachte Alain S. dat hij “wel een grote jongen is.” Met een vage rekensom over de vijfdaagse werkweek van A. M. in de wietindustrie probeert Alain S. de persoon te karakteriseren.

    Hoeveel waarde aan zijn uitspraken moeten worden gehecht is onduidelijk. Erg vaag is de verdachte zeker. Eerst heeft hij het over bijvoorbeeld meneer A. M. die iets zou doneren aan de moskee en dan is het bedrag onduidelijk. “Iemand geef 4 ton voor een tapijt he bijvoorbeeld meneer M. heeft dat tapijt betaald in de moskee die geeft 400.000 euro”. Later in het verhoor zegt Alain S.: “A. M. heeft tapijt betaald ja, naar mijn weten was dat 400.000 gulden of 400.000 euro. Net in de overgang euro gulden.” De advocaat van verdachte A. M. maakt duidelijk dat de beweringen van verdachte Alain S. niet kunnen kloppen omdat A. M. niet bij de moskee betrokken is en een andere islam praktiseert dan die in de moskee wordt gepredikt.

    Natuurlijk kan de allochtone wietcrimineel van Integraal Appel ook een andere persoon zijn die verdachte Alain S. noemt, namelijk O. “O. heeft de kroonluchter in gehangen he. Zo werkt dat gewoon,” zegt verdachte Alain S. in de verhoren. Ook een grote jongen volgens hem. Hoe serieus de opmerkingen van de verdachte moeten worden genomen na het bestuderen van de verhoren wordt nog onduidelijker.

    Na het noemen van twee Turkse Nederlanders lijken plots alle Turkse Nederlanders criminele donaties aan de moskee te hebben gedaan volgens verdachte Alain S. “En dan zijn er ook nog andere die ook grotere bedragen betaald hebben zeg maar,” zegt hij. En die andere dat zijn alle gastarbeiders die volgens verdachte achter de vuilniswagens liepen en tegelijkertijd in heroïne handelden. “Die gastarbeiders die vroeger achterop die vuilniswagens stonden en die Joop den Uyl aan heeft getrokken om hier lekker de vuilnisbakken te legen die wij uitlachten, die deden toen niks anders dan de import van heroïne. Turks bruin he. Marokkaan is bruin van huidskleur, Turk is bruin van heroïne,” zegt de verdachte tijdens de verhoren.

    Het is eigenlijk schokkend dat een Nederlandse universiteit en een kwaliteitskrant dit soort beweringen van een verdachte opnemen in publicaties, helemaal omdat uit het artikel in het NRC en uit Integraal Appel niet duidelijk wordt of er contact is gezocht met Turkse Nederlanders in Tilburg, de al dan niet Turks Nederlandse eigenaar van de growshop of belangenverenigingen, één of meerder moskeeën of andere representanten van minderheden in Nederland.

     

    Alledaags racisme van een krant en een universiteit

    Het is onduidelijk van wie de namen van de vijf Turkse Nederlanders komen, van de verdachte Alain S. zelf of de politiefunctionarissen die hem verhoren? De passages in het NRC Handelsblad en in een publicatie van Tilburg University tonen nog iets anders aan. Het gemak waarop gevestigde instituten discriminatoire opmerkingen plaatsen op basis van zeer vage verklaringen van een verdachte en het gebrek aan onderzoek naar die verklaringen.

    De beweringen over de drie andere Turkse Nederlanders maken dit duidelijk. Bij de verklaringen over de zoon van Ton K., Mike, noemt de verdachte nog een Turkse Tilburger, M. Hij verklaart iets over incasseren, maar lijkt weinig over hem te weten. M. komt steeds in samenhang met Mike aan bod, maar verder komt de verdachte Alain S. niet: “Maar wat er tussen Mike en M. gebeurd is of wat ze naar mij toe gelogen hebben. Of Mike M. genaaid heeft. Of wat dan ook. Alleen er moet ergens meer zijn. Volgens mij zitten ze allebei in de koepel.”

    Over de eigenaar van de growshop die het NRC noemt, F., zegt de verdachte dat die groot inkocht op een gegeven moment, maar weet niet hoeveel. “Die kochten ook groot in en kijk op een gegeven moment hé we kennen allemaal het traject het Engeland verhaal, het Duitsland verhaal, het Italië, Oostenrijk.” Over welke periode verdachte Alain S. het heeft is ook onduidelijk. Eerder zegt hij over F. dat hij de baas is in 2007: “F. leidde de zaak, alleen hij was toentertijd pas 18 of 19 geloof ik.”

    Wat hij wel zegt te weten is volstrekt niet geloofwaardig. Of de growshop nu naar Duitsland smokkelt of dat Duitsers naar Tilburg reizen om in te kopen, wordt niet duidelijk uit het verhoor. Verdachte Alain S. beweert namelijk dat alle Turkse Duitsers in Tilburg kilo’s wiet komen kopen, en dat moet gezien de aantallen voor filevorming in Tilburg hebben gezorgd: “Hoeveel gaat er naar Duitsland toe? Kijk ik kan dat niet inschatten. Kijk ik denk op een gegeven moment moet die export op zijn. … Er zijn heel veel Duitse Turken uit de grote steden en die komen allemaal 5 kilo’tjes halen, 10 kilo’tjes, 2 kilo’tjes. Maar dat is dag in dag uit, niet een maar 30, 40, 50 bezoeken per dag.”

    Niet alleen naar Duitsland zou er wiet zijn geëxporteerd, maar naar welke landen precies lijkt aan erosie onderhevig. In de verhoren spreekt verdachte Alain S. over Engeland, Duitsland, Italië en Oostenrijk. Tilburg University maakt daar Engeland, België, Frankrijk, Duitsland, Scandinavië en Italië van. En NRC Handelsblad houdt het op Engeland en Duitsland.

    Niet alleen de landen van export zijn aan erosie onderhevig ook wat een grote inkoper zou zijn. Bij O., de man van de kroonluchter, zegt verdachte Alain S. dat die 15 kilo per dag zou inkopen. Over A. M. de man van het tapijt, veronderstelt Alain S. dat hij 400 kilo inkoopt, maar dat is een voorbeeld. O. en A. M. werken ook samen en in dat verband noemt de verdachte dat A. M. de 15 kilo van O. koopt.

    Beide zijn volgens verdachte Alain S. grote jongens die echter verbleken bij een andere Turkse Nederlander ook O. genaamd, die de verdachte of de verhoorders uit de hogehoed toveren. Bij deze O. gaat het om 1.000 kilo of maar een paar honderd of is het allemaal opschepperij van de verdachte? “Nee export waarheen weet ik niet … Wij hebben weleens gehad, lijst wat heb je te koop. 800 kilo, 1000 kilo laat maar komen. Wij willen alles hebben dus echt grote jongens. Als je zegt van schat eens in, daar kan ik geen schatting van maken. Paar 100 kilo per dag kopen die.” Wie die zijn preciseert de verdachte niet, O. wordt niet meer genoemd.

     

    Weerwoord gebruikt om wietstad aan te tonen.

    Turkse Tilburgers worden niet gevraagd naar de beschuldigingen over donaties aan de moskee of hun betrokkenheid bij de Tilburgse wietindustrie. Verdachte Ton K. wordt wel aangehaald als teken van een weerwoord. Probleem is dat onduidelijk is of het NRC Ton K. gesproken heeft, de verhoren daadwerkelijk heeft ingezien of alleen is afgegaan op een ‘opsporingsbron’. De medeverdachte noemt verdachte Alain S. “een blufprater.” Verder gaat hij niet in op de man.

    Het is veelzeggend dat het weerwoord van hoofd van de wietfamilie pas aan het eind van het artikel aan bod komt. Het fata morgana van Tilburg wietstad is dan al uitgekristalliseerd door de opsporingsbron, verdachte Alain S. en een geheim rapport. Hoewel Ton K. Alain S. wegzet als bluffer en zegt dat hij negen jaar geleden is gestopt en nu leeft als een eerzaam burger, presenteert het NRC de andere passages van het verhoor van Ton K. zo dat die de beweringen van de verdachte Alain S. lijken te ondersteunen.

    “Ton geeft wel toe dat er om hem heen nog flink hennep wordt geteeld,” schrijft het NRC en hij zou hebben gezegd dat: “Heel Tilburg een olievlek is.” Ook schrijft de krant dat “in de stad volgens hem “wel dertig afnemers” van hennep.” De aanhalingstekens bij “wel dertig afnemers” zijn van het NRC, maar het is onduidelijk of Ton K. heeft gezegd dat het om hennep afnemers gaat en of het om kleine of grote afnemers gaat.

    Het NRC brengt deze uitspraken als ondersteuning van de beweringen van Alain S. over Tilburg Wietstad, maar deze zouden evengoed passen in het verhaal van de bubbel van de wietfamilie die eigenlijk bestaat uit verschillende persoonlijke criminele groepen onder leiding van broers, zonen en bekenden, die elkaar naar het leven staan.

    Het NRC schrijft dat Ton K. zou hebben gezegd: “Nu is het wereldje veel te schimmig, veel te gevaarlijk. Er gebeuren te veel dingen. Ik wil die ellende niet. Dus pikken, rippen van elkaar, schieten. Daar wil ik niets mee te maken hebben.” Dit zijn allemaal zaken waar Alain S. Ton K. en anderen van de familie van beschuldigd. Ton K. en Alain S. zijn beiden tevens al jaren bekenden van justitie. Zij zullen zeker wiet hebben geteeld, maar van grote jongens lijkt bij beiden zeker geen sprake.

     

    Nepwetenschap in de krant

    In het onderzoek ‘Integraal Appel, Nepwetenschap van Tilburg University’ probeert Buro Jansen & Janssen de uitspraken van de verdachte te duiden. Gezien de bijzondere rekensom zijn er vraagtekens te zetten bij de 20.000 kilo natte wiet die de verdachte misschien wel noemt maar die niet noodzakelijkerwijs uit zijn berekeningen voortkomt. Dit heeft alles te maken met de verhouding tussen natte en droge wiet en zijn kennis over het aantal csv’s, kwekerijen, planten etc.

    Het cijfer 20.000 kilo natte wiet is namelijk afkomstig uit “een vertrouwelijk rapport van het Regionaal Informatie en Expertise Centrum (RIEC) in Brabant en Zeeland, het Integraal Afpakteam Brabant en de Universiteit Tilburg,” zoals het NRC schrijft. Dit rapport ‘Integraal Appel’ zou de verklaringen van Alain hebben bestudeerd” komt uiteindelijk op “een jaarlijkse bruto omzet van tussen de 728 en 884 miljoen euro.” Het NRC voegt daar catchy aan toe dat, “dat evenveel is als de begroting van de gemeente Tilburg.” De droomquote voor PvdA burgemeester Noordanus en zijn Taskforce BZ is geboren, Tilburg wietstad.

    Nu is tegen te werpen dat ‘Integraal Appel’ een publicatie is waaraan een universiteit heeft meegewerkt. De krant zal verwachten dat er gewerkt is met wetenschappelijke standaards en toetsing. Toch vindt niet elk opzienbarend wetenschappelijk onderzoek zijn weg naar de landelijke media. Meestal wordt gekeken of het werk is getoetst door andere wetenschappers en of het onderzoek zijn weg heeft gevonden in de wetenschappelijke literatuur. Soms wordt vermeld dat het een preprint versie is, dus nog niet getoetst.

    Ook dat is allemaal zeker geen waarborg voor kwaliteit, maar op zijn minst enige barrières om te voorkomen dat nepwetenschap zijn weg vindt naar een breed publiek. Want die vraag moet gesteld worden bij ‘Tilburg wietstad.’ Waarom heeft het NRC nagelaten om de basics van checks and balances toe te passen op dit rapport en deze verdachte? Andere al dan niet kritische wetenschappers om commentaar vragen over de beweringen? Officiële cijfers vergelijken met de gepresenteerd gegevens? Een geheim rapport, een verdachte, onduidelijkheid over de herkomst van de gegevens en een toekomstige rechtszaak, vragen om uiterste zorgvuldigheid. Tilburg wietstad is misschien catchy, maar gewoon een fata morgana.

     

    Artikel als pdf

    Integraal Appel, Nepwetenschap van Tilburg University (samenvatting)

    Integraal Appel, Nepwetenschap van Tilburg University (onderzoek)

    Bronnen bij Integraal Appel, Nepwetenschap van Tilburg University

    Verdachte Kroongetuige Informant Fantast?

    Integraal Appel ondermijnt de rechtstaat

    Observant #76 / april 2021 Integraal Appel, Nepwetenschap van Tilburg University (pdf)

    Gehele Onderzoek: Integraal Appel, Integrale Nepwetenschap van Tilburg University (pdf)