• Buro Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, de overheid in Nederland en Europa kritisch volgt. Een grond-rechten kollektief dat al 30 jaar publiceert over uitbreiding van repressieve wetgeving, publiek-private samenwerking, bevoegdheden, overheids-optreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.
  • Publicaties

  • Migratie

  • Politieklachten

  • BCC duikt in legale georganiseerde misdaad

    Uit: MensenRechtenMagazine 1993, buro Jansen & Janssen.

    Hoeveel slachtoffers heeft de dumping van medicijnen en babyvoeding in de Derde Wereld gekost? Hoeveel mensen zijn gestorven, gehandicapt geraakt of berooid achtergebleven in Seveso, na de ramp met Union Carbide of na het Spaanse spijsolieschandaal? Hoeveel miljarden zijn in de zakken van dictators verdwenen, hoeveel mensen zijn door toedoen van die dictators vermoord? En: Hoeveel geld is verdiend aan het gewetenloos handel drijven? Waarom worden mensenrechtenschendingen slechts aan staten toegeschreven? Niet slechts regeringen of autoriteiten, ook misdadigers en criminele organisaties kunnen in veel gevallen als schenders van mensenrechten beschouwd worden.

    Onlangs kwam de Nederlandse regering met een uiterst alarmerende nota over de georganiseerde misdaad. Het kabinet concludeert in dat rapport onder andere dat de Italiaanse maffia in toenemende mate in en vanuit Nederland opereert, en een deel van haar drugshandel door Nederland laat lopen. Nederlandse banken en wisselkantoren zouden zijn betrokken bij het via internationale transacties doorsluizen van criminele winsten naar legale ondernemingen. Naast Italiaanse zijn ook Nederlandse, Turkse, Surinaamse, Antilliaanse, Marokkaanse en Oostaziatische misdaadgroepen actief. Verwacht wordt bovendien dat misdaadorganisaties uit Oost-Europa ook in Nederland zullen opduiken. Enige tientallen misdaadorganisaties zijn bovendien bezig door te dringen in de bovenwereld. Van ieder tientje zou, aldus Hirsch Ballin, inmiddels al één gulden ‘crimineel besmet’ zijn. De totale omzet in drugs, wapenhandel en het uitbaten van illegale gokhuizen schat het kabinet op tien miljard gulden per jaar. De georganiseerde criminaliteit zou daarmee al tot de grotere sectoren binnen de Nederlandse economie behoren. De toename van corruptie bij overheidspersoneel ziet het kabinet als een reële dreiging. Daarnaast stelde de regering in haar rapport vast dat juridische, financiële en fiscale experts structureel samenwerken met criminele organisaties. Het kabinet komt tot de conclusie dat de georganiseerde misdaad als een ‘serieuze bedreiging voor de rechtsstatelijke en bestuurlijke kwaliteit van de samenleving’ beschouwd moet worden.

    Driedelig-grijs zorgt kennelijk – althans volgens de regering – voor een permanente ondersteuning van de misdaadondernemingen. De illegale handel is inmiddels zo lucratief geworden dat de bendes het geld wel moeten investeren in wat ‘de bovenwereld’ heet, zo is de verklaring. Daarbij is de kennis van juristen, fiscalisten en andere experts onontbeerlijk. Overigens is het maar de vraag of de stap van ‘business as usual’ naar de georganiseerde misdaad zo groot is. Een aantal recente wetenschappelijke en journalistieke onderzoeken laat zien dat nogal wat aan te merken is op de bedrijfsethiek van diverse beroepsgroepen. Georganiseerde misdaden worden ook niet uitsluitend gepleegd door drugssyndicaten met een hoog Rolex-gehalte. Er bestaat ook nog zoiets als gelegaliseerde georganiseerde misdaad: handel.

    “Indische handelaren bijvoorbeeld exploiteren een lucratieve handel in kinderschedels. De handelaren laten eerst kinderen kopen of ontvoeren, om ze vervolgens te vermoorden. Dat kan omdat er vraag naar is van Amerikaanse en Canadese biologen. Die handel is volkomen legaal! Derde Wereldlanden zijn gedwongen op grote schaal hun wouden te kappen vanwege hun enorme gebrek aan deviezen en de vraag naar tropisch hout vanuit industriële landen. Met Westerse know-how worden de bossen geveld. De verkoop van tropisch hout en kinderschedels zijn beide legaal, en maken duidelijk dat ook legaal kapitalisme kan leiden tot ernstige misdaden,” stelt de Frankfurtse politicoloog professor Hans See. “Drugsdoden, werkloosheid, de nood in de Derde Wereld en onherstelbare schade aan het milieu zijn allemaal terug te voeren op zogenaamd legale handel.” De 58-jarige See, die pas ging studeren na 12 jaar als metaalarbeider te hebben gewerkt, is voorzitter van de vereniging Business Crime Control (BCC). Daarvoor had hij al enkele boeken over misdadig ondernemen geschreven, maar het thema raakte hem pas echt na contacten met slachtoffers van dergelijk ondernemerschap. “Drugs-, wapen- en vrouwenhandel, witwassen van geld, giflozingen, corruptie, bankschandalen, grondspekulatie – alleen al de materiële schade is enorm, en dan hebben we het nog niet over de immateriële schade die wordt toegebracht aan mensen en milieu,” aldus professor See. “Niet alleen de herinvestering van drugsgelden bedreigen de demokratie: ook de verdraagzaamheid ten opzichte van wetsovertredingen van complete bedrijfstakken doet dat. Bedrijfscriminaliteit richt bovendien grotere materiële en immateriële schade aan dan alle ‘normale’ eigendomsdelicten samen. Over de sociale gevolgen van deze criminaliteit is nog nauwelijks iets bekend. Onderzoeken die cijfers produceren zijn er genoeg, maar die zeggen niets over de sociale, ecologische en politieke schade die deze delicten aanrichten. En economische delicten van Duitse firma’s in het buitenland worden helemaal niet vastgelegd.” Zijn vereniging, de BCC, richt zich niet slechts op de ‘klassieke’ georganiseerde misdaad, maar wil tevens de aandacht vestigen op de ‘gelegaliseerde misdaad’. De BCC richt zich daarbij bijvoorbeeld op corruptie, grondspe- kulatie, woekerhuur, en de ondersteuning van dictatoriale regimes in de Derde Wereld. Wie het slim aanpakt kan veel geld verdienen. Professor See: “De vraag naar hoeveel slachtoffers bijvoorbeeld de dumping van medicijnen of babyvoeding in de Derde Wereld hebben gekost blijft nog altijd onbeantwoord. Het wordt te snel vergeten dat de spijsolie-affaire in Spanje aan 400 mensen het leven heeft gekost, en aan 25.000 mensen blijvende schade heeft veroorzaakt. En wie weet hoeveel miljarden eigenlijk in de zakken van dictators als Somoza, Marcos, Bokassa en Duvallier verdwenen zijn? Elke onderneming – of die nu illegaal, halflegaal of legaal is – bouwt voort op dezelfde kapitalistische grondbeginselen, die van winstmaximalisatie, vraag en aanbod.” Deze uitgangspunten maken met volstrekt legale handel de meest grove vormen van mensenrechtendingen mogelijk.

    Business Crime Control is in 1991 tijdens de Golfoorlog – in dezelfde tijd dat duidelijk werd dat het wapenembargo in Duitsland op grote schaal ontdoken werd – in Hanau opgericht. BCC wil mensenrechtendingen door misdadige ondernemingen aanvechten. Aan de Engelse naam is af te leiden dat BCC zich daarbij internationaal oriënteert: de oprichters hebben de intentie een wereldwijde organisatie op te bouwen. Organisaties als Amnesty International, Artsen zonder Grenzen en Greenpeace dienden de oprichters van de BCC als voorbeeld en inspiratie. Volgens plan zal de BCC over een paar jaar in alle West-Europese landen afdelingen hebben, om uiteindelijk uit te groeien tot een wereldomvattende ‘business-watch’. Inmiddels zijn in Italië, België en Zwitserland de eerste wetenschappers en journalisten voor het idee gewonnen. Politiemensen worden lid van BCC. Ook Europarlementariërs hebben zich zeer geïnteresseerd getoond. Tot zijn verrassing trof See in de Verenigde Staten een aantal organisaties aan die al veel langer op vergelijkbare wijze werken, en die van veel nut kunnen zijn voor BCC.
    De vereniging wil zo snel mogelijk een documentatie- en informatiesysteem opzetten, dat het hart van de organisatie zal vormen. “Een paar journalisten, die in het verleden enkele zeer ernstige gevallen van bedrijfscriminaliteit hebben opgehelderd, hebben niet de mogelijkheid de juridische afwikkeling van die zaken systematisch te volgen, en bovendien kunnen zij niet de noodzakelijke wetenschappelijke analyses leveren. Business Crime Control kan op basis van een databank systematisch en continu oorzaken, ontwikkelingen, kosten en andere gevolgen van crimineel ondernemen onderzoeken, en zich voor de rechten van de slachtoffers van zulk ondernemerschap inzetten,” licht prof. See toe. De BCC wil een kritisch-observerende en waarschuwende rol spelen, informeren en documenteren. Niet alleen de academische wereld, maar ook slachtoffers en direct betrokkenen zal de vereniging met raad en informatie ondersteunen. Doelgroepen zijn dan bijvoorbeeld vakbonden en ondernemingsraden, milieubeschermers, derde wereld- en vredesgroepen. Het documentatiesysteem zou hen en journalisten ter beschikking moeten staan. Daarnaast zal BCC bijeenkomsten en wetenschappelijke congressen rond dit thema organiseren, en een rol spelen in het publieke debat over georganiseerde misdaad. Om financieel onafhankelijk te blijven is gekozen voor een vereningingsvorm, waarbij de contributie van de leden en donateurs de financiële basis legt voor de activiteiten van de organisatie. Tot nu toe zijn ongeveer honderd mensen lid geworden van BCC, en dat is te weinig voor een gezonde financiële basis. De vereniging verwacht echter nieuw leden naar aanleiding van het eigen tijdschrift, Business Crime Info, dat dit najaar voor het eerst verschijnt. Ook wordt in samenwerking met journalisten een serie documentaires gemaakt die binnenkort op de Duitse televisie zullen worden vertoond. Deze documentaires belichten en analyseren per keer één bepaalde affaire uitvoerig.

    Alle deskundigen zijn het erover eens dat de eenwording van Europa voor de georganiseerde misdaad enorme mogelijkheden biedt. Daarentegen bestaan nogal verschillende inzichten over hoe deze vorm van criminaliteit bestreden moet worden. De Nederlandse regering wil op de eerste plaats een aantal preventieve maatregelen nemen, die met name gericht zijn op het verbeteren van de ethiek op de werkvloer. Strafrechtelijk zal ook een en ander veranderen. Informatie over misdaadorganisaties afkomstig van bijzondere opsporingsdiensten als FIOD, ECD, AID, douane en van de reguliere politie zal worden gebundeld. Het Coördinerend Beleids Overleg van de procureurs-generaal krijgt een ruimere opdracht en een bredere samenstelling op basis waarvan de PG’s zich zullen laten adviseren over de prioriteiten van opsporing. In ieder arrondissement zal tenminste een officier van justitie zich bezig houden met de opsporing en vervolging van misdaadorganisaties. De regionale politiekorpsen zullen elk mankracht vrijmaken voor een bovenregionaal rechercheteam. Wetten die een effectievere opzet van de informatieverzameling over misdaadorganisaties belemmeren zullen worden gewijzigd. Ook op in Europees verband – Europol! – komt verdere samenwerking versneld op gang. In de Verenigde Staten is al langer ervaring met een nationaal programma ter bestrijding van de georganiseerde criminaliteit: de Amerikaanse ‘War on Drugs’ bracht in tien jaar tijd vergelijkbare maatregelen tot stand. Meer manschappen, agressieve wetshandhaving, strengere wetten, meer gevangenissen, betere coördinatie tussen diverse bureaus en tussen de federale overheid en verschillende staten. Sinds enige tijd zijn ook in Amerika steeds meer geluiden te horen van specialisten die kritiek uiten op de ‘War on Drugs’. De tentakels van de drugsbestrijding hebben zich een weg gebaand naar het dagelijks leven van àlle burgers, dus niet alleen in het leven van onderwereldfiguren. Het ‘Big-Brotherism’ ten opzichte van het grote publiek neemt toe in de vorm van afluisteren, surveillance, het doorlichten van persoonlijke gegevens en andere ingrijpende opsporingsmethodes. De snelle verspreiding van verplichte drugstesten voor werknemers en sollicitanten bij de Amerikaanse overheid is daar een duidelijk voorbeeld van. De gegevens van anderhalf miljoen mensen zijn opgeslagen in NADDIS, een databank ten behoeve van drugsonderzoek. Dagelijks belemmert de War on Drugs de bewegingsvrijheid van reizigers die wegversperringen tegenkomen, vastgehouden worden ter ondervraging op vliegvelden, en wier bagage door drugshonden wordt besnuffeld. Een ander voorbeeld is de inbeslagname van auto’s huizen en boten van personen die kleine hoeveelheden drugs bleken te bezitten. Door de verbeurdverklaring van deze goederen worden in feite veel zwaardere boetes opgelegd dan bij een gewone strafrechtelijke vervolging noodzakelijk zou zijn. Al deze maatregelen hebben echter niet het gewenste effect gehad. Integendeel. De zwarte markt in verdovende middelen groeide naar recordhoogte. Het is niet simpelweg zo dat de War on Drugs niets heeft opgeleverd, het heeft juist het probleem vele malen verslechterd. De War on Drugs heeft een web van samenhangende zwarte marktverschijnselen gecreëerd, waaronder 25% van alle moorden in de steden, corruptie van overheidsdienaren, misdaad door verslaafden en narco-terroristische bondgenootschappen tussen Latijnsamerikaanse guerilla’s en drugshandelaren. Natuurlijk was en is dit alles heel voorspelbaar. Het is een kwestie van geld. Ook drugswetgeving moet buigen voor een hogere wet: de wet van de vrije markt, de wet van vraag en aanbod. Ook in Duitsland zijn vergaande wetswijzigingen voorgesteld, en gedeeltelijk al aangenomen, onder meer om het eenvoudiger te maken de criminelen ‘in hun portemonnee’ te pakken. Beslaglegging op eigendommen zou al mogelijk moeten zijn wanneer omstandigheden aanleiding geven dat vermogensbestanddelen van illegale afkomst zijn. Er komt, naar Amerikaans voorbeeld, een programma voor bedreigde getuigen, het artikel (129 StGB) over criminele verenigingen wordt uitgebreid, de beruchte Rasterfahndung krijgt een wettelijke basis, het inzetten van geheime middelen (zoals direct afluisteren) wordt eenvoudiger en de observatie van verdachten en hun niet-verdachte contactpersonen wordt mogelijk gemaakt. De BCC heeft deze voorstellen krachtig van de hand gewezen. Dat lijkt logisch, omdat de wetsvoorstellen op geen enkele wijze tegen de ‘normale handel’ richten. Die afwijzing is wel degelijk opmerkelijk, omdat in het bestuur van deze vereniging twee politiemensen zitting hebben: voormalig BKA-beambte Dieter Schenk en huidig hoofdcommissaris van Cottbus Manfred Such. “Wetten zijn er genoeg, al ontbreekt het nogal eens aan werkelijke controle. De bestrijding van georganiseerde misdaad kan inderdaad niet alleen op lokaal, regionaal of nationaal niveau plaatsvinden,” zegt Hans See. “Maar je moet niet denken dat de georganiseerde misdaad beteugeld zal worden door steeds maar meer politie met uitgebreidere bevoegdheden. Al is het alleen maar doordat corruptie bij de politie en ambtenaren zo vaak voorkomt, althans in Duitsland.””De strijd tegen georganiseerde misdaad zal in theorie en praktijk een strijd om meer demokratie, ook in de ‘vrije handel’ moeten zijn. Met deze voorstellen wordt onder het mom van bestrijding van de georganiseerde misdaad in werkelijkheid vergaande inbreuken op burgerrechten gelegaliseerd. Met name het gebruik van geheime middelen wijzen wij af. De ervaring leert dat de demokratische rechtsstaat niet beschermd kan worden wanneer die door de Staat zelf wordt ondermijnd,” aldus BCC in een verklaring.

    Voor meer informatie:
    Business Crime Control (e.V.)
    Postfach 1575
    6457 Maintal 1
    Duitsland