• Buro Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, de overheid in Nederland en Europa kritisch volgt. Een grond-rechten kollektief dat al 30 jaar publiceert over uitbreiding van repressieve wetgeving, publiek-private samenwerking, bevoegdheden, overheids-optreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.
  • Publicaties

  • Migratie

  • Politieklachten

  • Gezocht: man met baard

    Overheid moet oppassen voor stigmatisering bij terreurbestrijding

    Door Wil van der Schans
    Contrast nr 19, 8 oktober 2004
    Stigmatiserend, bruut, een nachtmerrie: de commentaren op de inval vorige week bij een Marokkaans gezin in Utrecht waren niet mis te verstaan. In de strijd tegen terrorisme spreekt het kabinet over ‘een oorlogssituatie’. Dat mag echter niet ontaarden in willekeur en discriminatie.

    In een verklaring, ondertekend samen met veertig Utrechtse Marokkanen, noemde burgemeester Brouwer de inval bij een onschuldig Marokkaans gezin in de Bucheliusstraat vorige week ronduit stigmatiserend. De voltallige Tweede Kamer sprak haar zorgen uit en zowel D66 als Groenlinks willen een reactie van de minister. Lousewies van der Laan (D66) wil dat minister Donner zijn excuses aanbiedt om het publieke draagvlak voor terrorismebestrijding in stand te houden. Wim de Bruin, woordvoerder van het Landelijk Parket van het Openbaar Ministerie, vindt overigens niet dat met te veel machtsvertoon is binnengevallen. ‘Het hoort erbij dat het soms misgaat en dat is ook uit te leggen.’
    De sfeer rondom terrorismebestrijding wordt grimmiger. Een grootschalige inval in Utrecht, een constant terreuralarm, meerdere verdachten zijn gearresteerd en het kabinet kondigt bijna wekelijks nieuwe maatregelen aan. Op een persconferentie begin september omschreven ministers Johan Remkes en Piet Hein Donner de situatie zelfs als zeer uitzonderlijk. ‘We leven momenteel eerder in een oorlogssituatie dan in een gewone situatie’, aldus Remkes. Daarbij passen volgens het kabinet bijzondere maatregelen: meer bevoegdheden voor politie en AIVD, storend optreden tegenover mogelijke terroristen, gegevensbestanden op profielen doorzoeken en het vreemdelingenbeleid inzetten om terroristen op te sporen.
    De terrorismedeskundigen van het Crisis Onderzoeks Team en Clingendael, Erwin Muller en Rob van Wijk, spreken ernstige twijfel uit over de ‘oorlogssituatie’ waarin Nederland zich zou bevinden. Tijdens een op 23 september gehouden congres over terrorisme spiegelden beide sprekers het publiek een genuanceerder beeld van de terreurdreiging voor. ‘Nederland is niet gebaat met een overdreven beeld van de dreiging. We zitten echt niet in een situatie die vergelijkbaar is met een oorlog, ook al willen sommigen ons dat doen geloven’, aldus Muller. ‘Uitbreiding van bevoegdheden, van zowel politie als AIVD, lijkt momenteel overbodig’, vulde van Wijk aan. De ministers denken er duidelijk anders over.

    Moslims
    Een greep uit de voorgestelde maatregelen maakt duidelijk dat meer mensen in het web van politie en inlichtingendiensten zullen komen. Dat onder hen verhoudingsgewijs veel moslims, vluchtelingen en andere migranten zullen zitten, zal geen verbazing wekken. Een belangrijke zet wordt het vroegtijdig ingrijpen. Aan de hand van profielen wil men gegevensbestanden gaan doorzoeken om mogelijke terroristen tijdig te ontdekken. Dus stel, je belt regelmatig via het net geopende Internet Phone Centre, je huurt je videofilms bij Videocenter Kahn, stort maandelijkse een bijdrage aan je ouders via een hawala-tussenpersoon, bezoekt af en toe de Arrahmane-moskee in de Amsterdamse Pijp en in de bibliotheek leen je van tijd tot tijd een boek over Nederlandse architectuur. Is dat verdacht of gewoon een dagelijkse routine? Met de nieuwe plannen valt dergelijk gedrag snel op.
    In Duitsland wordt al sinds september 2001 gewerkt met dit systeem. Duizenden gegevensbestanden werden doorzocht op profielen. Mogelijke terroristen zouden man zijn, betrokken bij de islamitische geloofsovertuiging, legaal verblijven in Duitsland, geen eigen kinderen hebben, student, meertalig, zonder criminele antecedenten, veel reisgedrag vertonen, vaker een visum aanvragen en financieel onafhankelijk zijn. Landen van herkomst: Afghanistan, Saoedi-Arabië, Algerije, Libië, Irak, Iran, Jordanië, Syrië, Egypte, Koeweit, Verenigde Arabische Emiraten, Libanon, Jemen, Soedan en Pakistan. Later kwamen daar Bosnië, Israël en Frankrijk bij.
    De hele exercitie leverde veel onrust op, maar geen resultaat. Acht miljoen persoonsgegevens werden verzameld, waarvan elfduizend nader onderzocht moesten worden. Het kostte de politie handen vol werk om al deze mensen te bezoeken. Uiteindelijk leidde het tot geen enkele verdenking.
    Dit <I>profiling<I> is omstreden, ook binnen het kabinet. Minister van Vreemdelingenzaken en Integratie Rita Verdonk schreef in november 2003 aan de Tweede Kamer dat het moeilijker wordt om profielen op te stellen. De relevante categorie wordt namelijk steeds ruimer, zo meent Verdonk. Ook is zij bang dat profielen kunnen leiden tot een blikvernauwing bij degenen die ze hanteren. ‘Profiling’ kan bovendien leiden tot stigmatisering. ‘Met het gebruik van zulke kenmerken tref je wel overduidelijk een bepaalde bevolkingsgroep’, vindt Marijke Vos, Tweede-Kamerlid voor Groenlinks. ‘De hele teneur is dat mensen sneller verdacht worden en dat je als verdachte van terrorisme minder rechten krijgt. Er wordt aan alle kanten gemorreld aan de rechtsstaat.’
    Ernstiger vindt advocate Britta Böhler het gevaar dat de burgerrechten van een grote groep mensen worden aangetast. ‘Binnen elk opgesteld profiel vallen essentiële burgerrechten die met profiling in een verdacht kader worden geplaatst. Bijvoorbeeld de vrijheid van meningsuiting, om te reizen of in vrijheid te kunnen surfen op internet. Bovendien schuift de grens weer een stapje verder op. Het onderscheid tussen verdachten en niet-verdachten vervaagt. Iedereen die binnen het profiel past, wordt onderzocht. Het redelijk vermoeden van verdenking vervalt.’
    Een aantal koppelingen is al tot stand gebracht of in voorbereiding. Zo onderzoekt een gezamenlijke werkgroep van de AIVD en het Korps Landelijke Politiediensten (KLPD) de mogelijkheden om informatie van de politie direct door te kunnen sluizen naar de AIVD. Voor het einde van het jaar wil men in ieder geval het VROS (Verwijsindex Rechercheonderzoeken, waarin alle lopende rechercheonderzoeken zijn opgenomen) toegankelijk maken voor de AIVD. Uiteindelijk wil de regering een Contra-Terrorisme-Infobox opzetten, waar informatie van de politie, de AIVD, het Openbaar Ministerie, de Immigratie- en Naturalisatiedienst, het FIOD, enzovoort over terrorisme bijeengebracht wordt.
    Ook het OM krijgt in de plannen van Remkes meer bevoegdheden om ‘verkennend onderzoek’ te verrichten. Nu mag het bij een verkennend onderzoek slechts databanken van de overheid raadplegen, in de toekomst mogen ook gegevens bij particuliere instanties (bijvoorbeeld stichtingen, verenigingen, banken) worden opgevraagd en gekoppeld aan gegevens die al bekend zijn bij de politie.

    Kruisdatabank
    De AIVD heeft bovendien al bijna een jaar toegang tot het gegevensbestand Basisvoorziening Vreemdelingen. Een projectgroep van het ministerie van Justitie onderzoekt of een koppeling te maken is van alle databanken met gegevens over vreemdelingen. Bij de AIVD zou een kruisdatabank moeten komen met al deze gegevens, met als doel mogelijke terroristen toegang tot Nederland te kunnen weigeren of uit te kunnen zetten. Bij elke aanvraag of verlenging van een verblijfsvergunning of bij het indienen een asielverzoek zou de AIVD moeten speuren naar connecties met terrorisme. De projectgroep komt deze herfst nog met haar aanbevelingen. Data-mining, profiling, koppeling en registratie worden geflankeerd door maatregelen die de politie en inlichtingendiensten de bevoegdheid geven al in te grijpen als slechts sprake is van ‘vermoedens’ dat iemand betrokken is bij terrorisme. Nu mag pas worden afgeluisterd of gevolgd als er ‘concrete aanwijzingen’ zijn.
    Behalve over de aantasting van burgerrechten heerst grote ongerustheid over de stigmatiserende werking van de maatregelen. Dick Sas van het Landelijk Bureau ter Bestrijding van Rassendiscriminatie (LBR) maakt zich zorgen over de verslechterde beeldvorming die over moslims is ontstaan. ‘Terrorismebestrijding is hard nodig, maar het vereist van de overheid wel een zeer zorgvuldig optreden. Als je nu bijvoorbeeld kijkt naar het machtsvertoon bij de inval in Utrecht, dan moet je als overheid daarna ook een gebaar maken richting dat gezin en de samenleving als blijkt dat het allemaal onterecht was. Het is juist een taak van de overheid om rust te houden in de samenleving en tegenwicht te bieden tegen negatieve beeldvorming rondom moslims.’
    Peter van Heemst (PvdA) sluit zich aan bij de woorden van Sas. ‘De overheid moet zoeken naar een goede middenweg tussen obsessie en naïviteit. Je moet oppassen voor een overdreven hysterie waarbij alles en iedereen verdacht is. Onze inzet is: goede analyse en besluitvorming en degelijke controle, liefst door gespecialiseerde mensen. Dan voorkom je al te veel fouten.’ Marijke Vos (Groenlinks) vreest vooral voor de afkalving van de rechtsstaat als gevolg van de voorstellen. ‘De teneur is dat mensen, en dan wel een bepaalde bevolkingsgroep, sneller verdacht zijn. Tegelijkertijd krijg je minder mogelijkheden als je gearresteerd wordt. Je mag langer worden vastgehouden, dossiers worden niet meer volledig vrijgegeven en AIVD-informatie mag wel worden gebruikt in een rechtszaak, maar is ontoegankelijk voor een verdachte. Hier wordt teveel gemorreld aan de rechtsstaat.’
    De AIVD zelf lijkt ook een kloof te willen voorkomen tussen het islamitische en niet-islamitische deel van de bevolking. ‘We willen als inlichtingendienst weten wat in de buik van de samenleving rommelt, maar willen benadrukken dat we ervoor moeten oppassen een klopjacht te ontketenen. We zijn bij uitstek niet op zoek naar “mannen met baarden”‘, aldus Gerben Visser, plaatsvervangend hoofd Democratische Rechtsorde AIVD in het Recherchemagazine.
    Misschien moeten de ministers zich nog iets beter later informeren.

    Wil van der Schans is medewerker van Buro Jansen & Jansen, een onderzoeksbureau dat politie en inlichtingendiensten kritisch volgt