• Buro Jansen & Janssen, gewoon inhoud!
    Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, overheid in Nederland en de EU kritisch volgt. Een grondrechten kollektief dat al 40 jaar, sinds 1984, publiceert over uitbreiding van repressieve wetgeving, publiek-private samenwerking, veiligheid in breedste zin, bevoegdheden, overheidsoptreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.
  • Publicaties

  • Migratie

  • Politieklachten

  • Misleidende methode

    Ahmed was in Irak advocaat van iemand uit de `inner cicle’ van Saddam Hoessein. De CIA en de BVD waren zeer geïnteresseerd in zijn ervaringen en spraken hem meerdere malen na zijn aankomst in 1999 in Nederland. Ahmed vertelt: `”Natuurlijk”, zei meneer Bert van de BVD, “krijg je een verblijfsvergunning voor bewezen diensten.”‘ Eerst moest Ahmed echter alles wat hij wist netjes aan de geheime dienst vertellen. Zijn advocaat, mr. Schoorl uit Alkmaar, moest hem duidelijk maken dat de bvdgeen verblijfsvergunningen verstrekt.
    Dit boek is een vervolg op De vluchteling achtervolgd, het in 1990 door Buro Jansen & Janssen uitgevoerde onderzoek naar de bemoeienissen van de BVD met vluchtelingen en asielzoekers. De belangrijkste conclusie van dat onderzoek was toen dat het voor de betrokken asielzoekers en vluchtelingen vaak erg onduidelijk en verwarrend was dat de bvdook via de politie opereert. Het onderscheid tussen de vreemdelingendienst van de politie (destijds verantwoordelijk voor procedures rond verblijfsvergunningen) en de inlichtingendienst (die mensen werft als informant) was niet altijd duidelijk. Omdat die twee functies in de praktijk vaak ook nog werden gecombineerd door een en dezelfde persoon, was het voor nieuwkomers extra moeilijk om erachter te komen waar ze aan toe waren.
    Voor de betrokken asielzoeker betekende dit systeem van `dubbele petten’ dat er weinig overeind bleef van het officiële recht om medewerking aan het werk van inlichtingendiensten te weigeren. Helemaal omdat, zoals uit dat onderzoek bleek, middelen als intimidatie, bedreiging en misleiding (`Als je niet meewerkt, waarom zouden we je dan een asielstatus verstrekken?’) niet werden geschuwd.
    De vluchteling achtervolgd deed bij verschijning in 1991 behoorlijk wat stof opwaaien. Er was veel media-aandacht voor het onderzoek en het leidde tot Kamervragen. Het boekje zorgde voor verspreiding van kennis over de risico’s van samenwerking met inlichtingendiensten.

    Nieuw onderzoek

    Tien jaar later is er veel veranderd, maar de pogingen om asielzoekers en migranten te werven als informant gaan door. De politieke verhoudingen in de wereld hebben zich gewijzigd: het zijn nu andere landen waar vluchtelingen vandaan komen, en ze komen deels om andere redenen. Tegelijkertijd staan terrorisme en mensensmokkel hoog op de politieke agenda. De asielprocedures zijn aangescherpt en het is nu niet langer de Vreemdelingendienst maar de Immigratie- en Naturalisatiedienst IND, van het ministerie van Justitie) die verantwoordelijk is voor de toelatingsprocedure. De IND heeft haar eigen Bureau Bijzondere Zaken voor onderzoek naar asielzoekers die van een misdrijf worden verdacht, en om de inlichtingendiensten van interessante informatie te kunnen voorzien.
    In dezelfde periode is het werk van inlichtingendiensten en het opsporingsonderzoek van politie en justitie naar elkaar toe geschoven, deels overlapt het elkaar zelfs. Dit levert onduidelijke situaties op waar ook asielzoekers en migranten mee te maken kunnen krijgen. Zo let de AIVD niet langer alleen op de politieke achtergrond van asielzoekers en migranten (een inlichtingentaak), de dienst doet ook onderzoek naar mensensmokkel en georganiseerde misdaad (meer opsporingswerk). Dit alles in nauwe samenwerking met gespecialiseerde politiediensten binnen heel Europa.
    De afgelopen jaren zijn de procedures voor een verblijfsvergunning in Nederland strenger geworden, en de mogelijkheden er een te krijgen kleiner. Voor asielzoekers, die toch al in een kwetsbare positie verkeren, werd de afhankelijkheid van Nederlandse instanties daardoor versterkt. Tegen deze achtergrond waren wij benieuwd hoe het nu toegaat bij het benaderen van asielzoekers.

    Openlijke controle

    Dit hernieuwd onderzoek naar de bemoeienissen van inlichtingendiensten met asielzoekers en migranten vond plaats vanuit de doelstelling die Buro Jansen & Janssen al jarenlang nastreeft: meer openheid over en controle op politie, justitie en inlichtingendiensten. Zonder publicatie van praktijken die anders geheim zouden blijven, is geen openbare controle mogelijk.
    Daarnaast streven we naar de versterking van de positie van asielzoekers, die zich tijdens de procedure voor een verblijfsvergunning in een onzekere positie bevinden. Voor hen moet duidelijk zijn wanneer ze met de IND te maken hebben inzake hun eigen asielverzoek, en wanneer het belang van inlichtingendiensten vooropstaat. Met deze publicatie in de hand kunnen advocaten, vluchtelingenorganisaties en andere belangenbehartigers een asielzoeker die benaderd is beter bijstaan of, zo mogelijk, voorkomen dat het zover komt.
    Dit boek Misleidende Methode begint met enige achtergrondinformatie over de positie van asielzoekers in Nederland en de procedures waarmee ze te maken krijgen. Hoofdstuk 2 gaat over de Immigratie- en Naturalisatiedienst. De IND speelt een centrale rol in de asielprocedure en het horen van asielzoekers. Wat gebeurt er met de informatie uit de vertrouwelijke gehoren van asielzoekers? Welk onderzoek doet de IND zelf? En wat is hierbij de rol van het Bureau Bijzondere Zaken van de IND? Voor welke asielzoekers bestaat bijzondere belangstelling?
    Centraal in hoofdstuk 3 staat de BVD(tegenwoordig AIVD)en de manier waarop deze dienst informatie verzamelt onder vluchtelingen. Wie benadert de BVD, en waarom juist deze mensen? Op welke manier gebeurt dat, en zijn degenen die benaderd worden om informatie te leveren gezien hun (kwetsbare) positie in staat om medewerking te weigeren? Is het voor hen mogelijk een inschatting te maken van de gevolgen van het praten met de BVD?
    In hoofdstuk 4 onderzoeken we de samenwerking tussen de verschillende diensten die zich bezighouden met het verzamelen van informatie over asielzoekers en migranten. De IND, haar afdeling Bureau Bijzondere Zaken, de BVD, de Vreemdelingendienst en buitenlandse inlichtingendiensten azen allemaal op bepaalde informatie. Hoe werken zij samen? In hoeverre hebben zij toegang tot elkaars informatie, en is er overleg? Is deze samenwerking inzichtelijk en controleerbaar, of kunnen asielzoekers en migranten alleen maar hopen dat informatie over hen niet bij de inlichtingendienst van hun land van herkomst terechtkomt?
    In de conclusies komen de lijnen uit de voorgaande hoofdstukken samen en kijken we naar de ontwikkelingen op dit gebied die plaatsvonden in de onderzoeksperiode, van de publicatie van De vluchteling achtervolgd (begin jaren negentig) tot in het begin van de nieuwe eeuw. Wat is er in die tijd veranderd? En waar gaat het naartoe?

    Verantwoording
    Tot slot een verantwoording over de gebezigde onderzoeksmethoden en bronnen. We hebben gebruikgemaakt van informatie die openbaar was en informatie die we met een beroep op de Wet Openbaarheid van Bestuur openbaar hebben gemaakt (zie literatuurlijst).
    Daarnaast hebben we voor dit onderzoek honderden telefoontjes gepleegd: met asielzoekers, vluchtelingen en migranten, met advocaten, vluchtelingen- en migrantenorganisaties, met deskundigen van universiteiten en met journalisten. In enkele tientallen gevallen leidde dit tot gesprekken met de asielzoeker en/of migrant zelf of zijn belangenbehartiger. Sommigen van hen zijn met naam en toenaam terug te vinden in de voorbeelden die dit boek illustreren, anderen bleven om begrijpelijke redenen liever anoniem.
    Het was niet makkelijk om met asielzoekers te spreken over hun ervaringen met inlichtingendiensten. Sommigen waren bang dat dit gevolgen voor hun procedure voor verblijfsrecht in Nederland zou hebben. Anderen waren bang voor repercussies uit de eigen gemeenschap als ze te boek kwamen staan als iemand die contacten met inlichtingendiensten had gehad. Vaak wilden mensen maar liever niet herinnerd worden aan die gesprekken.
    We hebben ook veel migrantenorganisaties aangeschreven en gesproken. Politieke organisaties van bijvoorbeeld Turkse, Koerdische of Iraanse migranten hadden wel ervaringen met informanten, maar verkozen om daarmee niet in de openbaarheid te treden. Anders dan tien jaar geleden hadden ze er nu ieder hun eigen reden voor om de zaken in eigen kring af te handelen.
    Degenen die wel met ons spraken, deden dat omdat ze het belangrijk vonden hun teleurstelling en frustratie over de werkwijze van inlichtingendiensten met andere vluchtelingen(organisaties) te delen. Sommige verhalen mochten we slechts als achtergrondinformatie gebruiken, andere konden wemet of zonder de naam van degene die het betrof publiceren. Instemming van de betrokkenen stond voor ons voorop bij het maken van dit boek.

    Een van onze informatiebronnen vraagt om wat nadere toelichting, en dat is Hilbrand Nawijn. Het is van belang te weten dat wij voor dit onderzoek met hem spraken in augustus 2001. Hij was toen vreemdelingenadvocaat; daarvoor was hij jarenlang directeur van de IND. Na het gesprek is hij een paar maanden minister van Vreemdelingenzaken en Integratie geweest voor de Lijst Pim Fortuyn, de [kk]lpf[kx]. Nawijn gaf ons achtergrondinformatie over het functioneren van Bureau Bijzondere Zaken van de IND.

    Opvallend is dat we vooral met mannen gesproken hebben. Onduidelijk is of de inlichtingendiensten vooral mannen benaderen, bijvoorbeeld omdat die vaker `interessante’ functies in het leger hebben, en wij dus bij navraag naar deze gesprekken automatisch bij mannen terechtkwamen. Het kan ook zijn dat vrouwen die benaderd zijn hierover geen contact hebben gezocht met bijvoorbeeld hun advocaat, waardoor hun verhaal onbekend bleef.

    Hoofdstuk 1
    De procedure

    Hoofdstuk 2
    Het hemd van het lijf gevraagd: de IND op het inlichtingenpad

    Hoofdstuk 3
    Asielzoekers bespied

    Hoofdstuk 4
    Samen weten we nog net iets meer

    Conclusie

    Nawoord

    Tips lees meer

    ND: CDA: Leugenaar en zwijger lang in cel

    Nederlands Dagblad 13/11/2003

    van onze redactie politiek

    DEN HAAG – Wie na invoering van de identificatieplicht niet zegt wie hij
    is, belandt langdurig in een politiecel. Desnoods totdat zijn identiteit
    kan worden vastgesteld en niet voor maximaal twee keer zes uur, zoals het
    kabinet voorstelt.

    lees meer

    Verslag wijziging van de Wet op de identificatieplicht 2003 29 218

    Tweede Kamer der Staten-Generaal

    2

    Vergaderjaar 2003/–2004
    KST71843
    0304tkkst29218-6
    ISSN 0921 – 7371
    Sdu Uitgevers

    29 218 Wijziging en aanvulling van de Wet op de identificatieplicht, het Wetboek van Strafrecht, de Algemene wet bestuursrecht, de Politiewet 1993 en enige andere wetten in verband met de invoering van een identificatieplicht van burgers ten opzichte van ambtenaren van politie aangesteld voor de uitvoering van de politietaak en van toezichthouders (Wet op de uitgebreide identificatieplicht)

    Nr. 6 VERSLAG

    Vastgesteld op 13 november 2003
    De vaste commissie voor Justitie 1 belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, brengt als volgt verslag uit van haar bevindingen.Onder het voorbehoud dat de regering de gestelde vragen tijdig zal hebben beantwoord, acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.

    lees meer

    Radio uitzending Misleidende Methode

    De Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) probeert via vluchtelingen die naar Nederland komen informatie te vergaren.

    lees meer

    Biometrie

    Wikipedia 01/11/2003
    Biometrie betekende vroeger het vaststellen van meetbare eigenschappen van levende wezens, zoals de gemiddelde levensduur en raciale kenmerken. Sinds het eind van de 20e eeuw duidt het op een identificatiemethode aan de hand van unieke lichaamskenmerken van personen. Het is in feite een voortzetting van de dactyloscopie, het onderzoek van vingerafdrukken, dat evenals identificatie aan de hand van DNA-kenmerken vooral wordt toegepast voor misdaadbestrijding?. Biometrie is echter veel breder toepasbaar en uitermate geschikt als beveiligingsmethode. Er zijn vele toepassingsmethoden mogelijk of in ontwikkeling. Biometrie kan in principe vele pasjes, sleutels, wachtwoorden, codes, foto’s en handtekeningen gaan vervangen en is vooralsnog niet fraudegevoelig.

    lees meer

    Een ingewikkeld spelletje schaak

    Jelle van Buuren en Wil van der Schans

    Internationale opsporing in de praktijk
    Terwijl in Brussel een ingewikkeld besluitvormingsproces loopt om de Europese poli¬tie- en justitiesamenwerking in het vat te gieten, draaien politieteams dag in dag uit internationale opsporingsonderzoeken. Want of er nu wel of niet besluiten uit Brussel komen, de internationale politiesamenwerking gaat door. Wat zijn nu ei¬genlijk de obstakels in de Europese politiesamenwerking? Bieden Brusselse besluiten adequate oplossingen voor de internationale politiesamenwerking, of liggen de op¬lossingen elders? lees meer

    Advocaten op beenkappen

    Controle op de internationale opsporing
    De politie stuit regelmatig op allerlei obstakels bij de internationale opsporing. Maar met wat creativiteit en goede persoonlijke contacten valt daar vaak wel een mouw aan te passen. Advocaten stuiten echter óók op obstakels bij de verdediging van verdachten, die in internationale onderzoeken zijn aangehouden. Voor hen blijkt het lastiger om deze obstakels te overwinnen. Internationale opsporing voltrekt zich vaak in een juridisch schemergebied. lees meer

    Even Limburg bellen

    Jelle van Buuren en Wil van der Schans

    Pionieren in de grensregio
    Bij Europese politiesamenwerking gaat de meeste aandacht uit naar de bestrijding van zware grensoverschrijdende criminaliteit. Maar er bestaan ook andere vormen van grensoverschrijdende politiesamenwerking. Bijvoorbeeld in de grensregio’s, waar burgers uit verschillende landen voortdurend bij elkaar over de vloer komen en politie en justitie gedwongen zijn de handen ineen te slaan. De politieke aandacht voor deze grensoverschrijdende vormen van alledaagse politiezorg is echter mini¬maal. lees meer

    Een steen in de hofvijver

    Jelle van Buuren en wil van der Schans

    Donners visie op de Europese politiesamenwerking
    In de eerste hoofdstukken van het boek viel regelmatig de stelling te beluisteren dat het Nederland ontbreekt aan een duidelijke visie op de Europese politie- en justitie¬samenwerking. Tijdens het schrijven van het boek kwam minister van Justitie Don¬ner echter onverwacht tóch met een nieuwe kijk op de Europese politiesamenwerking. Van een gebrek aan visie kan Donner dus niet beticht worden. Maar snijdt die vi¬sie ook hout? lees meer

    De democratische spagaat

    Jelle van Buuren en Wil van der Schans

    Controle op de JBZ-samenwerking
    In het vorige hoofdstuk zagen we hoe moeizaam de besluitvorming over het Europees politie- en justitiebeleid plaatsvindt. Maar hoe is het eigenlijk gesteld met de demo¬cratische controle op dat beleid? Heeft het Nederlandse parlement nog iets te zeggen over de Europese politiesamenwerking? En waarom is er zo weinig maatschappelij¬ke discussie? lees meer

    Keizer in lompen

    Politiesamenwerking in Europa

    Dossier Europa 2

    Wil van der Schans & Jelle van Buuren

    Dit boek kwam mede tot stand dankzij een subsidie van het Fonds voor Bijzondere
    Journalistieke Projecten

    Hoofdstuk 8: Advocaten op beenkappen

    ANP: Centraal archief in strijd paspoortfraude

    ANP 24/10/2003

    AMSTERDAM, 24 oktober 2003- Nederlandse gemeenten hebben vorig jaar al stappen genomen om te voorkomen dat handelaars in paspoorten steeds nieuwe reisdocumenten aanvragen om deze door te verkopen. Volgens het samenwerkingsverband van de vier grote steden, de G-4, worden fraudeurs geregistreerd in een centraal archief waarin alle gemeenten inzage hebben. In een rapport van de Koninklijke Marechaussee, dat woensdag uitlekte, werd de verstrekking van paspoorten via gemeenten fel bekritiseerd. Mensen die het document zijn kwijtgeraakt, kunnen volgens de marechaussee zonder veel problemen een nieuw exemplaar krijgen. Zo zouden de afgelopen jaren meer dan duizend mensen vier tot zes keer aangifte hebben gedaan omdat ze hun paspoort kwijt waren. Een persoon deed zelfs dertien keer aangifte van diefstal van zijn paspoort.

    Volgens de G-4, waarin Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Den Haag zitten, is dit probleem al veel eerder door de gemeenten gesignaleerd en zijn daar stappen tegen genomen. “Eind vorig jaar zijn er regels opgesteld die de mogelijkheid creëren om paspoorten te weigeren”, aldus een woordvoerster. “De marechaussee baseert zich in het rapport waarschijnlijk op oude gegevens.” Volgens de woordvoerster mogen gemeenten weigeren reisdocumenten te verstrekken. “Als een gemeenteambtenaar een redelijk vermoeden heeft dat een aanvrager van een paspoort regelingen misbruikt, kan die aanvraag worden aangehouden. Het verzoek wordt dan doorgestuurd naar het agentschap Basisadministratie Persoonsgegevens en Reisdocumenten (BPR) van het ministerie van Binnenlandse Zaken voor onderzoek. Als daaruit blijkt dat er sprake is van fraude, wordt de aanvrager opgenomen in het centraal register paspoortsignalering. Om te voorkomen dat de aanvrager ergens anders nogmaals probeert een paspoort aan te vragen, kunnen alle gemeenten de gegeve ns van dit archief inzien.”

     

    Incidenten AIVD dwingen tot scherpere controle

    De AIVD heeft genoeg geblunderd. Hoog tijd dat aansturing en controle ervan worden verbeterd, zegt Louis Sévèke in de Volkskrant. Binnenkort spreekt de Tweede Kamer over het al dan niet blunderen door de Algemene Inlichtingen-en Veiligheidsdienst (AIVD) in de ‘zaak’ rond mevrouw Wisse Smit. Begin november wordt er gedebatteerd over het wetsvoorstel terroristische misdrijven.

    Een element daarbij betreft het strafbaar stellen van werving voor de Jihad. De enige die daar stellige uitspraken over deed, is diezelfde AIVD. Alvorens tot nieuwe wetgeving over te gaan, zou de Kamer de juistheid en betrouwbaarheid van de AIVD-informatie nader moeten onderzoeken. Daar bestaat inmiddels voldoende aanleiding toe.

    lees meer

    NRC: Snuffelwet

    NRC Handelsblad 20/10/2003

    VIJFENZESTIG PROCENT van de rechters denkt volgens een recente enquête van Vrij Nederland dat de privacy zal verslechteren. Ze worden op hun wenken bediend door het kabinet-Balkenende. Op voorstel van minister Donner (Justitie, CDA) is het akkoord gegaan met een wetsvoorstel dat voorziet in een algemene inlichtingenplicht voor burgers tegenover de politie. De plannen hiervoor zijn onder Donners voorganger Korthals (VVD) opgesteld door een commissie onder voorzitterschap van de Rotterdamse hoogleraar strafrecht Mevis. ,,De ontwikkelingen in de informatietechnologie bieden mogelijkheden waaraan de opsporing niet voorbij kan gaan”, verklaarde Korthals.

    De voorstellen van Mevis c.s. zijn in de juridische vakpers met reden neergesabeld als een inbreuk op de basisstructuur van onze strafrechtspleging. Dat geldt trouwens ook voor de grondslagen van de ‘informatiemaatschappij’ die van overheidswege wordt gepropageerd. De comissie-Mevis is geheel voorbijgegaan aan de vraag of de informatiemaatschappij met haar nieuwe mogelijkheden voor de overheid niet juist noopt tot beperking van de staatsbevoegdheden. Zelfs gegevens over sport en spel en hobby’s van de burger zijn niet veilig voor snuffelende politiemensen. Van een afweging is nauwelijks sprake; het belang van het onderzoek heeft absolute voorrang. Een concrete verdenking is in veel gevallen niet meer nodig. De politie kan naar believen het net door de vijver halen.

    BEDENKELIJK is niet in de laatste plaats de cumulatie van de voorgestelde inlichtingenplicht met andere verruimingen van politiebevoegdheden. Er is al een wetsvoorstel van Korthals in behandeling dat voorziet in het grootscheeps vorderen van telecommunicatiegegevens. Ook hier is een verdenking niet nodig; een aanslag op de internetvrijheid. Donner kwam onlangs ook al met een wetsvoorstel op een uitgebreide identificatieplicht. Een algemene identificatieplicht mag het nog steeds niet heten van de regering, hoewel de Raad van State terecht opmerkte dat het verschil niet te merken is. Hoe algemeen de inlichtingenplicht waartoe nu besloten is zal uitpakken, is nog niet duidelijk. Het wetsvoorstel moet nog naar de Raad van State en is dus geheim. Dat de regering haar toevlucht zoekt in woordenspelletjes als het gaat om de burgerlijke vrijheden, belooft in elk geval weinig goeds.

    NRC: Voorstel kabinet: ruimer snuffelen in privé-gegevens

    NRC Handelsblad 18/10/2003

    Door een onzer redacteuren

    DEN HAAG, 18 OKT

    Justitie en politie krijgen meer bevoegdheden om persoonsgegevens op te vragen bij maatschappelijke instellingen en bedrijven. Dat moet dan wel noodzakelijk zijn voor de opsporing. Dat staat in een wetsvoorstel van minister Donner (Justitie) waarmee het kabinet gisteren heeft ingestemd. Het voorstel wordt voor advies naar de Raad van State gezonden. Daarna buigt de Tweede Kamer zich erover. 

    lees meer

    << oudere artikelen  nieuwere artikelen >>