• Buro Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, de overheid in Nederland en Europa kritisch volgt. Een grond-rechten kollektief dat al 30 jaar publiceert over uitbreiding van repressieve wetgeving, publiek-private samenwerking, bevoegdheden, overheids-optreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.
  • Publicaties

  • Migratie

  • Politieklachten

  • Observant nummer 63, de elektronische nieuwsbrief van Buro Jansen & Janssen

    In deze nieuwsbrief, Observant nummer 63 (de elektronische nieuwsbrief van bjj), aandacht voor de aandacht van inlichtingendiensten voor studenten die protesteerden tegen de bezuinigingen, selectief fouilleren in Maastricht, of de politie discrimineert, Chiquita dat al decennia lang een nauwe band met de Amerikaanse overheid onderhoudt, maar ook met geweld tegen werknemers en vakbonden niet schuwt, een gesprek met de AIVD, Syrië en onze desinteresse, een oude tijdloze publicatie Administratieve Apartheid, Inside British Intelligence en natuurlijk de terugkerende steunaanvraag voor Jansen.

    01 Inhoudsopgave
    02 Ideologische orde: Gaan we protesteren?
    03 Discrimineert de politie?
    04 Preventief fouilleren omdat het mag!/moet?
    05 Chiquita and the Myth of Corporate Social Responsibility
    06 “Hallo, met de AIVD”
    07 Nederlandse strijders in Syrië verdienen een onderscheiding
    08 Inside British intelligence
    09 Administratieve apartheid brochure
    10 Donateurs gezocht

    Ochtendgloren: Nachtelijke politionele phishing acties

    Bestrijding van de criminaliteit door het afsluiten van snelwegen lijkt een uitvloeisel van de aanpak van nodale controle en informatiegestuurde politie. De redenering is eenvoudig. Boeven en andere slechteriken in de woorden van overheidsfunctionarissen gebruiken snelwegen als aan- en afvoerroutes van criminele waar. Door de snelweg af te sluiten en iedereen te controleren wordt de criminaliteit bestreden. Deze ongerichte controle acties gericht tegen niet verdachte burgers lijken proeftuinen voor het samenwerken van tientallen opsporingsdiensten en meer dan honderd functionarissen. Het denken binnen het opsporingsapparaat is duidelijk gekanteld. Iedereen is verdachte op de rijkswegen. Het Kwaad beweegt zich. In het verleden vooral in het oosten van het land, waar de operatie Ochtendgloren zijn oorsprong kent, maar de laatste jaren ook in het westen en zuiden, waar inmiddels vergelijkbare operaties onder de naam Avondlicht worden gehouden.
    Kritische kanttekeningen, vragen, evaluaties, analyses, het is allemaal niet nodig. Twijfelaars van de maatregel worden net zolang onder druk gezet tot ze instemmen en een kritische beschouwing van dit zware middel is nergens in de stukken te vinden. Dat is verontrustend in een rechtstaat waar politie en justitie steeds meer middelen en mogelijkheden krijgen. Zonder nuances worden rechten van burgers alleen maar meer ingeperkt.

    Meerdere keren per jaar worden snelwegen in Nederland door meer dan honderd functionarissen afgesloten om vele honderden automobilisten systematisch te controleren. Alhoewel het formeel om verkeerscontroles gaat blijkt de werkelijke motivatie de bestrijding van de middencriminaliteit te zijn; inbrekers en overvallers die zich per auto verplaatsen. Analyse van deze criminaliteit en de effectiviteit van de kostbare operaties ontbreekt echter. Cijfers laten duidelijk zien dat er aan de veiligheid in de gemeenten langs de snelwegen weinig verandert. De incidentele successen die er tijdens de operaties worden geboekt lijken meer op toevalstreffers dan serieus politiewerk. Waarom er gemikt wordt op grote logge operaties die dagen van te voren en van kilometers afstand zijn te zien, roept vooral vragen op. In de woorden van iemand die post op flitsservice.nl onder de nick-name ‘vw-driver’: “Vanavond weer een actie Ochtengloren langs de A1 bij parkeerplaatsen Boermark en De Hop nabij Holten. Hoezo? Staat er weer het bekende materiaal opgesteld op de parkeerplaatsen?” En een andere bijdrage is van een persoon die zich uitgeeft als ‘classpool’ voegt er aan toe dat er ruime ervaring is bij het omzeilen van de controles: “Het blijft werkelijk een amateuristisch opgezette actie. In beide richtingen kon je voor de controle de snelweg af, stukje binnendoor van 5 minuten en de snelweg weer op.”
    Ondertussen leveren de operaties volgens de betrokken instanties zelf een dusdanig risico voor ambtenaar en burger op dat de locaties als veiligheidsrisicogebied moeten worden aangemerkt. Deze aanmerking biedt gelijk de juridische basis om automobilisten nog eens extra te verwennen door ze preventief te fouilleren. Gestart als reactie op een schietpartij van bekenden van de politie worden nu duizenden Nederlanders onderworpen aan criminaliteitscontroles, terwijl zij niet verdacht zijn van het plegen van een misdrijf. En het resultaat. Cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek laten vooral zien dat het aantal diefstallen en inbraken stijgt. Rijssen-Holten, de gemeente die het fanatiekst is bij het inzetten van Ochtendgloren vertoont een stijging van het aantal inbraken met 25%. Als de politie na het ochtendgloren huiswaarts keert, hebben de “slechteriken uit het westen” in alle rust de huizen van brave burgers leeg kunnen halen. Niet de samenleving verhardt, maar het ongerichte optreden van overheidsdiensten gericht op 100% repressief optreden laat zien wie er nu werkelijk verhardt in zijn standpunt. Of het veiliger wordt is allang geen issue meer.

    Find this story at 24 November 2010

    Operatie Ochtendgloren – Buro Jansen & Janssen

     

     

    Actie preventief fouilleren A2 en camping was misbruik van bevoegdheid

    24 april 2013 – De Nationale ombudsman, Alex Brenninkmeijer, is van oordeel dat de politie Oost Nederland misbruik van haar bevoegdheden heeft gemaakt bij acties van preventief fouilleren langs de A2 bij Geldermalsen en op een camping in Kerkdriel. De gemeente Geldermalsen en het OM hebben geen oog gehad voor de waarborgen voor de burger. In beide gevallen was geen sprake van een veiligheidsrisico waarbij preventief fouilleren zou kunnen worden ingezet. Brenninkmeijer: ‘Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat uit opportunisme is geprobeerd om preventief fouilleren aan het reeds beschikbare arsenaal opsporings- en controlemogelijkheden toe te voegen.’

    De ombudsman deed een onderzoek uit eigen beweging naar een grootschalige preventief fouilleeractie in de nacht van 25 op 26 oktober 2012 op twee locaties langs de A2 bij Geldermalsen. Ook onderzocht hij een preventief fouilleeractie op de camping ‘Maaszicht’ in Kerkdriel. De actie langs de A2 werd gerechtvaardigd onder verwijzing naar een groot aantal inbraken. En de actie in Kerkdriel had als achtergrond de politiemensen te beschermen bij hun zoekactie. Allebei geen reden waarvoor preventief fouilleren is toegestaan, want preventief fouilleren is gericht op openbare orde en niet op opsporen van strafbare feiten.

    Gelet op wat in het voortraject van beide acties is gebeurd, komt het de ombudsman voor dat de burgemeester en de officier van justitie marionetten van de politie Oost Nederland (voorheen politiekorps Gelderland-Zuid) zijn geweest. Brenninkmeijer: ‘Ik ben bezorgd over het gemak waarmee de bestuurders en de officieren van justitie in beide gevallen aan de waarborgen voor de burger voorbij zijn gegaan.’ De Nationale ombudsman doet de aanbeveling om het middel preventief fouilleren niet meer in combinatie met andere controleacties in te zetten, dit om misbruik van het middel preventief fouilleren te voorkomen.
    In een eerder rapport (2011/252) waarschuwden de Nationale ombudsman en de gemeentelijke ombudsmannen van Amsterdam en Rotterdam voor het gevaar dat preventief fouilleren oneigenlijk wordt gebruikt voor de opsporing van strafbare feiten.

    Find this story at 24 April 2013

    Hoeveel ANPR-camera’s zijn er eigenlijk?

    ANALYSE – Uw kenteken wordt straks vier weken bewaard als u langs een ANPR-camera rijdt. De Tweede Kamer is in grote lijnen akkoord met een wetsvoorstel dat dat regelt. Hoeveel van dit soort camera’s zijn er eigenlijk? En waar staan ze?

    In het politieke debat over de opslag van kentekengegevens en de bijbehorende rapporten en adviezen wordt uitgegaan van ongeveer driehonderd Automatic Number Plate Recognition (ANPR)-camera’s. Het doorgaans goed ingevoerde Webwereld sprak gisteren van tienduizenden camera’s. Beide aantallen kloppen niet.

    We kunnen met zekerheid zeggen dat er 1625 ANPR-camera’s langs de Nederlandse wegen staan. Maar ze zijn lang niet allemaal geschikt voor opsporing. Op dit moment worden al die gescande kentekens nauwelijks gebruikt voor opsporing en dat blijft ook wel even zo ondanks de nieuwe wet (daarover volgende week meer op Sargasso).

    Laten we eens gaan tellen.

    De meeste ANPR-camera’s worden ingezet voor verkeersmanagement en vallen onder het beheer van de Nationale Databank Wegverkeersgegevens (NDW). Met een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) hebben we een overzicht van al die camera’s gekregen. Het zijn er duizend en die staan vooral in steden en langs provinciale wegen in de Randstad en Noord-Brabant.

    Encryptie

    De camera’s meten de verkeersintensiteit. Wie bijvoorbeeld via de S112 in Amsterdam de stad binnenrijdt, wordt gescand. De data zijn niet herleidbaar tot een persoon (en in die zin geen persoonsgegevens), want via encryptie omgezet in een geanonimiseerde code. Bij het centrum wordt dezelfde auto weer gescand en herkend. Met die gegevens kan de NDW berekenen hoeveel tijd het kost om de stad in te komen en die informatie staat dan soms op matrixborden langs de weg.

    De NDW beheert deze camera’s niet zelf, maar bezweert dat ze niet voor opsporingsdoeleinden worden gebruikt en dat dat ook niet de bedoeling is. Toch moeten we het opsporingsdoel niet zomaar afschrijven. In Rotterdam maakte de politie dankbaar gebruik van verkeerscamera’s en werd daarbij niet gehinderd door encryptie. Het kan dus wel.

    Politie

    Daarnaast heeft de politie veel eigen ANPR-camera’s. Een aantal korpsen heeft vaste opstellingen en de meeste hebben auto’s die uitgerust zijn met ANPR-apparatuur. Het korps Rotterdam-Rijnmond is voorloper en heeft de meeste camera’s hangen: 64 vaste camera’s en 8 mobiele. Het KLPD heeft 36 vaste camera’s en 35 mobiele. 19 korpsen beheren in totaal 78 mobiele camera’s en 5 korpsen hebben in totaal 119 vaste camera’s (op 21 locaties). Tien korpsen gebruiken ANPR-camera’s van anderen.

    Amsterdam-Amstelland heeft er nog niet zoveel, maar wil zijn arsenaal flink uitbreiden door ook de milieucamera’s op het politiesysteem aan te sluiten. Dat is tot op heden echter nog niet gelukt wegens technische problemen.

    Ook private partijen maken steeds vaker gebruik van ANPR. Tankstations proberen er bijvoorbeeld het wegrijden zonder betalen mee te bestrijden. Het is onduidelijk hoeveel tankstations met dit type camera’s zijn uitgerust, daarom neem ik ze niet mee in de telling.

    Hardnekkige plannen

    Daarnaast zijn er al jaren hardnekkige plannen om alle camera’s van Rijkswaterstaat op een landelijk ANPR-net aan te sluiten. Dat zijn zeker 2000 camera’s. Ik zeg hardnekkig, omdat het technisch gezien erg lastig is om dit soort camera’s op een ANPR-netwerk aan te sluiten. De camera’s moeten bijvoorbeeld stabiel hangen en mogen niet zwenken. Bovendien wil je idealiter op iedere rijbaan een eigen camera hebben, anders mis je veel auto’s. De meeste Rijkswaterstaatcamera’s overzien complete rijrichtingen en niet individuele baanvakken.

    De camera’s van Trajectcontrole tellen ook mee in ons overzicht. We hebben alleen de locaties geteld en niet alle camera’s. Het afgelopen jaar is het aantal meetpunten flink uitgebreid, op de A4 en A2 bijvoorbeeld. Alleen al op het stukje Amsterdam-Utrecht hangen zeker tachtig camera’s, verspreid over acht meetpunten.

    Tot slot zijn er nog de beruchte @migo grenscamera’s. Voor meer dan twintig miljoen euro werden ANPR-camera’s bij de grensovergangen gemonteerd, maar die blijken volgens het Schengenverdrag helemaal niet continu te mogen scannen. Ze worden dus beperkt ingezet.

    Educated guess

    Het aantal ANPR-camera’s dat we documentair hebben kunnen staven bedraagt zeker 1625. Ik vermoed dat het ware aantal, en dat is een educated guess, rond de drieduizend ligt. Mocht het toch lukken om de Rijkswaterstaatcamera’s aan te sluiten, dan zitten we op vijfduizend.

    En waar staan ze dan? Hieronder vindt u twee kaarten met camera’s die bij ons bekend zijn. De eerste toont de camera’s waarvan we zeker weten dat ze er staan. De tweede toont het scenario als de Rijkswaterstaat-camera’s op een ANPR-netwerk worden aangesloten. Je kunt zoomen en (beperkt) zoeken.

    Volgende week hebben we een aantal achtergrondverhalen over (slim) cameratoezicht in Nederland en presenteren we een kaart met alle publiek gedocumenteerde camera’s in Nederland die we met enkele honderden Wob-verzoeken boven tafel hebben gekregen. Tips, vragen en aanvullingen graag in de comments.

    Door Dimitri Tokmetzis
    19:00 donderdag 21 maart 2013

    Find this story at 21 March 2013

    (cc) 2001-2013 Stichting Sargasso

    Landelijk opsporingsbericht: uw kenteken gezocht

    Als het aan de politie ligt, wordt uw kenteken straks overal gescand. Niet alleen kijkt de politie of u iets op uw kerfstok heeft, maar ook of u op basis van uw reisprofiel van plan bent om rottigheid uit te halen: een soort Minority Report op de weg dus. Daarbij worden kentekenscans mogelijk centraal opgeslagen en informatie en camerabeelden uitgewisseld tussen politie en de private sector.

    Dit scenario destilleer ik uit een aantal stukken dat ik met een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) van het KLPD heb ontvangen. Nu al maken verschillende korpsen gebruik van Automated Number Plate Recognition (ANPR), oftewel kentekenherkenning. ANPR wordt op dit moment vooral toegepast voor handhaving, bijvoorbeeld om mensen met openstaande boetes uit het verkeer te plukken. Maar ANPR kan veel meer, zeker als er een landelijk dekkend systeem is.

    De registraties geven een rijk beeld van waar auto’s zijn geweest. Die informatie kan toegepast worden in opsporingsonderzoeken en gebruikt worden voor intelligencedoeleinden. Een centrale stuurgroep onderzoekt de mogelijkheid van van zo’n landelijke toepassing en komt binnenkort – onbekend is wanneer – waarschijnlijk met een voorstel.

    Waarom is dit belangrijk?

    Uit een aantal openbaargemaakte stukken (waaronder een basisdocument van de landelijke werkgroep, Implementatie en Doorontwikkeling ANPR, IDA) blijkt wel waar de voorkeur van de politie naar uit gaat. Ook wordt gewerkt aan een communicatiestrategie. Uiteraard is het niet de bedoeling dat de burger nu al meepraat. Om te voorkomen dat we voor voldongen feiten worden gesteld, nu alvast een bijdrage aan de discussie. Hieronder vindt u enkele tekstfragmenten. Gezamenlijk geven ze een duidelijk beeld van de koers die men dreigt in te slaan. Alle openbare documenten staan onderaan. Een eerder, wat beperkter verhaal, staat hier.

    Tot slot nog even wat u niet mag weten van het KLPD (de zwartgemaakte stukken in de documenten):

    – Het KLPD werkt samen met het Eindhovense bedrijf Technet.

    – Verantwoordelijke bij de Raad van Hoofdcommissarissen (en auteur van het conceptrapport Beelden van de Samenleving is Pieter Jaap Aalbersberg, portefeuillehouder Publiek-Private Samenwerking en Intelligence van de Raad van Hoofdcommissarissen. Blijkbaar is dit ook al privacygevoelige informatie.

    – De locatie van de vaste ANPR-opstellingen worden niet prijsgegeven. Tips kunt u kwijt in de comments, dat werkt wellicht sneller dan een bezwaarschrift. Momenteel werk ik aan een overzichtskaart.

    Uit: ANPR Naar een landelijke toepassing

    Hotlists worden landelijk samengesteld als afgeleide van bestaande registers zoals het opsporingsregister of het kentekenregister. De kentekenverzameling kan naar eigen inzicht worden aangevuld met gegevens uit het korps dat ANPR inzet. Denk daarbij aan speciale doelgroepen en/of subjecten in onderzoeken van CIE (Criminele Inlichtingen Eenheid), TGO’s (teams grootschalig optreden) of BRT’s (bovenregionale recherche teams).

    Opsporing: gepleegde en te plegen strafbare feiten opsporen door balansverstoorders uit de anonimiteit van verkeersstromen te halen. Met ANPR kan bijvoorbeeld een overzicht gemaakt worden van voertuigen die op een bepaald tijdstip in de buurt van een plaats delict aanwezig waren. Een andere toepassingsmogelijkheid is om via ANPR inzicht te verkrijgen in verkeersstromen om vervolgens afwijkende patronen te herkennen.

    Wanneer een ongewoon reispatroon door middel van analyse van het politieregister ANPR aan het licht komt, kan dat voor de politie reden zijn om een onderzoek in te stellen. Zo kunnen potentiële criminele activiteiten tijdig worden onderkend.

    De meerwaarde die ANPR in de toekomst kan bieden is vooral gericht op (proactieve) informatieanalyse, datamining en het versterken van de informatiepositie van de politie. Doelstelling is het ontdekken van trends, patronen en profielen om daar passende interventiescenario’s voor te kunnen opstellen of zelfs ‘criminaliteitsvoorspellingen’ uit te kunnen destilleren. Dat vraagt om een andere soort van analyses, andere vakinhoudelijke kennis en vanwege de bijzondere verstrekkende zoekmogelijkheden om autorisaties van een zeer beperkte kring van politieambtenaren die de vereiste deskundigheid en ervaring bezitten.

    De effectiviteit van ANPR zal toenemen naarmate de inzet breder wordt. Nu wordt ANPR regionaal en periodiek ingezet. De ANPR-systemen kunnen echter ook structureel en landelijk worden ingezet. Te denken valt aan een koppeling van de ANPR-systemen aan de bestaande camera’s van Rijkswaterstaat die langs de snelweg hangen en aan een koppeling aan de camera’s van stadstoezicht. Zo kunnen (potentiële) wetsovertreders nationaal, regionaal en binnen de stad gesignaleerd en eventueel gevolgd worden.

    Een bredere inzet kan ook betekenen dat er meerdere hotlists worden gekoppeld aan de ANPR-camera. Op dit moment wordt vooral gecontroleerd met gegevens van de Rijksdienst voor het Wegverkeer, gegevens van het Centraal Justitieel Incassobureau, gegevens van Politie en gegevens van Justitie. Deze verzameling kan uitgebreid worden met hotlists van andere overheidsinstellingen.

    Samenwerking draagt bovendien bij aan het streven van het kabinet naar één controlerende overheid. Door (al dan niet structureel) samen te werken met eerdergenoemde partijen ontstaat een veel groter arsenaal aan bevoegdheden, interventiemogelijkheden en informatie die in samenhang kan worden ingezet. Deze samenwerking vindt al vaak plaats in het kader van het integrale veiligheidsbeleid, de bestuurlijke aanpak van de georganiseerde criminaliteit, de inzet van Bibob en de multidisciplinaire samenwerking met de Bijzondere Opsporingsdiensten.

    (…) Vanwege de identificerende en signalerende werking krijgt de politie een steeds beter beeld van (potentiële) balansverstoringen en (potentiële) balansverstoorders met een veiligere samenleving als gevolg. (…)

    Verder leren de ervaringen van de politie in Groot Brittannië dat de met ANPR verkregen informatie een grote bijdrage levert aan het oplossen of voorkomen van terroristische aanslagen en zware delicten [wat onzin is, in Engeland gaan er juist stemmen op om het aantal ANPR controles drastisch terug te brengen, dt.]. Wat dat aangaat kan ANPR dus ook gebruikt worden voor bewaken en beveiligen, het vergaren van informatie en intelligence of het tegenhouden van een aanslag. Dergelijke toepassingen zijn natuurlijk wel afhankelijk van de dichtheid van het cameranetwerk.

    Een voorbeeld van hoe de toepassing van ANPR de privacy van een burger kan raken is proactief onderzoek. In theorie is het mogelijk dat personen die niets met een specifiek delict te maken hebben maar die op het verkeerde moment op een verkeerde plaats verblijven in een ‘potentiële verdachten’ bestand terechtkomen. Van belang is dus om als politie goed uit te leggen wat proactief onderzoek inhoudt en dat voldoende wettelijke waarborgen bestaan om onterecht te worden bestempeld als een verdachte.

    Het uitgangspunt daarbij is de inzet van ANPR als handhavinginstrument. Die staat nauwelijks ter discussie en kan relatief eenvoudig worden gerealiseerd. De mogelijkheid om in de toekomst ANPR in te zetten voor opsporingsdoeleinden mag echter niet uit het oog verloren worden en dient meegenomen te worden in de doorontwikkeling van het instrument.

    Uitgangspunt voor verdere implementatie en doorontwikkeling van ANPR is een landelijke organisatie die de ANPR standaarden ontwikkelt en bewaakt en die aanspreekpunt is voor deelnemers en ketenpartners in de ANPR strategie. Daarnaast draagt deze organisatie de zorg voor het beheer van een landelijke database met landelijke hotlists. (…) Het voordeel van deze landelijke regie met regionale autonomie is dat een landelijke ANPR-dekking relatief snel bewerkstelligd kan worden.

    Uit Beelden van de Samenleving een visiedocument van de Raad van Hoofdcommissarissen, februari 2009

    Rol van informatiegestuurd cameratoezicht. Informatiegestuurd cameratoezicht richt zich (in tegenstelling tot andere vormen van cameratoezicht) niet alleen op het verzamelen en verwerken van informatie, maar ook op het analyseren (veredelen) en uitwisselen van deze informatie met publieke én private partners.

    Zo, dan bent u weer bij. Hieronder de documenten en daaronder een filmpje.

    De documenten:

    ANPR naar een landelijke toepassing

    Beelden van de samenleving

    Digitale surveillance op snelwegen

    bijlage 2 IDA (overzicht ANPR-initiatieven per korps)

    Beschrijving legitimiteitsvraagstukken

    Juridisch advies ANPR (hier een verhaal daarover)

    Proces Catch Ken Plan van uitvoering

    Opdracht juridische werkgroep

    Door Dimitri Tokmetzis
    09:00 donderdag 12 augustus 2010

    Find this story at 12 August 2010

    (cc) 2001-2013 Stichting Sargasso

    Amersfoort haalt camera’s weg

    Amersfoort wil minstens acht toezichtcamera’s weghalen uit de stad. Onderzoek heeft aangetoond dat cameratoezicht veel geld kost, maar geen merkbaar effect heeft op de beoogde daling van het aantal geweldsmisdrijven.
    Zelden herkenning
    De politie vraagt vaak beelden op voor opsporingsdoeleinden na incidenten op straat, maar volgens de onderzoekers leiden de camerabeelden hoogst zelden tot herkenning of identificatie van verdachten. Amersfoort heeft op dit moment 17 camera’s op zeven locaties in de stad.

    21 mrt 2013 2 reacties

    Find this story at 21 March 2013

    © Binnenlands Bestuur

    overheid werkt(e) met besmet beveiligingsbedrijf

    Ondanks de voorkennis omtrent gruwelijke misdragingen door veiligheidsagenten van Blackwater, ging het KLPD en de AIVD in 2009 voor een training van (geheim) agenten in zee met dit obscure Amerikaanse particuliere beveiligingsbedrijf.

    “Op 17 november 2009 vertrok ik samen met de majoors Edwin en Mark naar Afghanistan. Wij maken deel uit van de nieuwe missie NTM-A” (Nato Training Mission – Afghanistan), schrijft Kees Poelma (Kmar) op zijn weblog.

    “In mijn vorige functie had ik hele goede contacten opgebouwd met mensen van XE-Services (beter bekend als het voormalige Blackwater)”, zo vervolgt Poelma zijn relaas. “Misschien is ‘beter’ niet het juiste woord, maar daarvoor moet je Blackwater maar eens googelen. Sinds Irak zijn ze namelijk zodanig ‘verstoken van gunsten’ dat ze hun naam maar eens moesten veranderen. XE leidt de Afghan Border Police op en dat doen ze op vier verschillende trainingsites in Afghanistan.”

    Poelma werd uitgenodigd door XE-Services om hun trainingsites te bekijken. Het bedrijf heeft haar naam ondertussen opnieuw gewijzigd in Academi. Zoals Poelma opmerkt is het bedrijf besmet. Het is dan ook opmerkelijk dat het Nederlandse leger en politie ‘hele goede contacten’ onderhouden met de ‘private contractor’.

    Contract

    Op 24 februari 2010 verklaarde de democratische voorzitter Carl Levin van de Armed Services Committee van de Amerikaanse Senaat dat de PEO STRI (Program Executive Office for Simulation, Training and Instrumentation) van het Amerikaanse leger het volgende: “relied on a Dutch officer to act as a Technical Officer Representative to oversee the contract.”

    Het contract waar Levin op duidt, betreft een afspraak met Paravant LLC, een dochteronderneming van XE-Services, voor de training van de Afghan National Army Troops. De hoorzitting vond plaats in verband met diefstal, moord en andere vergrijpen door medewerkers van Paravant in Afghanistan.

    De Nederlandse officier zou werkzaam zijn geweest op het CSTC-A, de plaats waar de trainingen van de Afghaanse politie en het leger worden gecoördineerd. Welke rol de Nederlandse officier bij CSTC-A heeft gespeeld in het verwerven van het contract, en welke relatie de officier met Paravant/Blackwater had, is onduidelijk.

    Blackwater werd in 1997 opgericht door oud Navy Seals man Erik Prince. Voorafgaande de oorlogen in Afghanistan en vooral Irak deed het bedrijf voornamelijk kruimelwerk. De invasie in Irak van 20 maart 2003 betekende een flinke boost voor het bedrijf. De private beveiligingsbedrijven die zowel persoons- als transportbeveiliging uitvoeren, misdroegen zich echter op grote schaal.

    De onvrede onder De Irakese bevolking bouwde zich na de invasie in sneltreinvaart op en kwam tot uitbarsting bij de aanslag op vier medewerkers van Blackwater in Fallujah, maart 2004. De wereld beschuldigde meteen Al Qaeda of de rebellen van de lynchpartij, maar de aanslag was een reactie op het opereren van de ‘private contractors’.

    Gewelddadig optreden

    Hoe de medewerkers van Blackwater zich bijvoorbeeld gedroegen in Irak toont Harper’s Magazine met de publicatie The Warrior Class, geschreven door Charles Glass (april 2012). Het artikel is eigenlijk gebaseerd op een verzameling video’s die Glass van medewerkers van Blackwater heeft gekregen http://harpers.org/archive/2012/04/hbc-90008515. Op de beelden is te zien dat mensen worden overreden, auto’s van de weg worden gereden, er willekeurig wordt geschoten op voorbijgangers en auto’s, dat er wordt gescholden en dat de schending van alle basale rechten van Irakezen met voeten worden getreden.

    Veel beelden waren er nog niet voorhanden, maar de verhalen van schandalig optreden wel degelijk. Februari 2005 schoot een beveiligingsteam van Blackwater machinegeweren leeg op een auto in Bagdad. Dit incident kwam naar buiten omdat Blackwater op dat moment een lid van het Amerikaanse State Department beveiligde. Veel incidenten komen niet aan het licht omdat medewerkers van Blackwater na een incident gewoon doorrijden, zoals de videobeelden laten zien.

    De wetteloosheid van medewerkers van Blackwater vindt zijn dieptepunt op 16 september 2007 op het Nisour Square in Bagdad. Een beveiliger van het bedrijf schoot een bestuurder van een rijdende auto dood, die tengevolge niet tot stilstand kwam. Wat volgde was een bloedbad, waarbij de medewerkers van Blackwater op alles schoten wat bewoog. Bij deze slachting kwamen 17 mensen om het leven.

    Het bedrijf ontkende dat zij verantwoordelijk was voor de moordpartij en dat de beveiligingsagenten slechts reageerden op schoten die op hen afgevuurd werden. De verdachten werden uiteindelijk Irak uit gesmokkeld. Naar aanleiding van de schietpartij op het Nisour Square schreef Jeremy Scahill Blackwater: The Rise of the World’s Most Powerful Mercenary Army (2007), een boek dat de aard, omvang en gedrag van het bedrijf uit de doeken doet.

    Goede contacten

    Kees Poelma van de Koninklijke Marechaussee beschrijft op zijn weblog de goede contacten die hij onderhoudt met ‘mensen van XE-Services’. Over welke contacten heeft hij het? Op 12 januari 2005 sluiten de ‘Dutch Special Forces’ en Blackwater USA een contract voor het gebruik van het Blackwater Training Center, tegenwoordig bekent onder de naam United States Training Center.

    Minister Rosenthal beantwoordt op 14 december 2010 vragen van de Kamerleden Van Bommel en Van Dijk ten aanzien van Blackwater. “Het Korps Commando Troepen heeft van 10 t/m 23 februari 2005 met 60 personen getraind op het Blackwater trainingscomplex in North Carolina. Gedurende deze trainingsperiode is alleen gebruik gemaakt van faciliteiten. Trainingen zijn uitsluitend door eigen instructeurs verzorgd.”

    Het contract vermeldt tevens: ‘Blackwater Training Center welcomes the opportunity to provide range rental for your continuing firearms training.’ Hoewel het Korps Commando Troepen zijn eigen instructeurs heeft meegenomen volgens de minister, wordt in proposal #226 wel een ‘number of personnel 57’ opgevoerd. Of dit slaat op de 60 mariniers is onduidelijk. Waarschijnlijk wel, maar het blijft onduidelijk of Blackwater geen instructeurs heeft geleverd.

    De folder van Blackwater Training Center prijst haar eigen instructeurs op allerlei manieren aan. ‘On over 6000 acres of private land, we have trained and hosted over 50.000 Law Enforcement, Military and civilian personnel. […] Our instructors are ranked the best in the world and our facilities are second to none.’

    De minister zegt dat de “trainingen uitsluitend door eigen instructeurs zijn verzorgd”, maar de aantallen, ook die voor de lunch en het diner, roepen vragen op over de aanwezigheid van Blackwater-instructeurs. ‘Lunch for 75 persons for 11 days and dinner for 75 persons for 11 days.’

    De Sales Coordinator van Blackwater voegt daar op 12 januari 2005 nog aan toe dat ‘the houses are not intended to practice charge calculations. They are designed to practice techniques involved in breaching placement of charges, placement of shooters in relation to the charge and command and control and detonation the charge.’ Het schrijven van 12 januari 2005 lijkt op een set huisregels van Blackwater.

    Voorkennis

    De training vond in februari 2005 plaats, dezelfde maand waarin Blackwater-medewerkers een willekeurige auto in Bagdad onder vuur namen, waarvan het lot van de inzittenden onduidelijk is. Of het ministerie van Defensie op de hoogte was van dit incident valt te betwijfelen. In een voorblad zonder datum met de titel contract Blackwater wordt vermeld dat ‘het gerucht dat de firma Blackwater onder de USNAVY valt en dat het schietterrein van de USNAVY is wil ik bij deze ook heel snel ontkrachten.’

    Het voorblad is opgesteld door de eerste verwerver, een kapitein van de C-Logistiek Brigade/Divisie Logistiek Commando uit Apeldoorn. Opvallend aan het voorblad is de expliciete vermelding dat er geen gebruik wordt gemaakt van instructeurs van de firma Blackwater. Dit wordt vermeld onder het kopje ‘marktverkenning’ dat begint met de zin ‘er is geen concurrentie mogelijk, het betreft hier een monopolist. Het betreft hier een privé onderneming op privéterrein. Wel dienen er vergunningen aangevraagd te worden, indien er gebruik wordt gemaakt van instructeurs van de firma Blackwater.’

    De verwarring van de eerste verwerver over de relatie tussen Blackwater en de USNAVY viel misschien in 2005 nog te begrijpen, na het Nisour Square incident in september 2007 was dat niet langer mogelijk. De status en de rol van Blackwater was toen duidelijk. De kritiek op het bedrijf ook. Het is dan ook onbegrijpelijk dat ruim een jaar later er contact wordt opgenomen met Total Intelligence Solutions LLC voor het bestellen van een Mirror Image Training Program.

    Daar tegenover kan worden opgemerkt dat de Department of Special Interventions (DSI) van het KLPD niet wist dat Total Intelligence Solutions LLC onderdeel uitmaakte van de Prince Group van Erik Prince, de toenmalige CEO van Blackwater, maar het adres in Arlington in de Verenigde Staten zal toch op zijn minst enkele bellen hebben doen rinkelen? Nu staat de DSI niet bekend om haar doortastendheid – zie de wijze waarop een belwinkel in Rotterdam op kerstavond 2010 werd vernield door leden van het team – maar enige background check van bedrijven die worden ingehuurd zou er toch moeten zijn.

    Duidelijkheid

    De Washington Post besteedde op 3 november 2007, twee maanden na de slachting op Nisour Square, een artikel aan Total Intelligence Solutions (TIS) onder de kop ‘Blackwaters Owner Has Spies for Hire’. Het is dus onwaarschijnlijk dat het de overheid is ontgaan dat er een contract met Blackwater werd afgesloten. En hoe staat een contract met Blackwater in verhouding met het principe van duurzaam inkopen dat de overheid hanteert?

    In de overeenkomst met de KLPD die Total Intelligence Solutions LLC op 17 november 2008 opstuurt, worden dan ook naast TIS de bedrijven EP Investments LLC, Terrorism Research Center INC en Blackwater Lodge and Training Center INC vermeld. Het lijken aparte bedrijven, maar vallen allemaal onder Blackwater, later XE Services genoemd, zoals blijkt uit amendment no 1 van 8 juni 2009. In dat amendment is de naam van de Blackwater Lodge ondertussen ook gewijzigd in U.S. Training Center. Al met al was het duidelijk dat Blackwater in het spel was.

    Ook de status van het bedrijf was duidelijk. Op 7 november 2007 beantwoordden de ministers van Defensie en Buitenlandse Zaken, Middelkoop en Verhagen, vragen van kamerlid Pechtold. De ministers verzekeren dat ‘Nederland nooit Blackwater in dienst heeft gehad. De ministeries van Buitenlandse Zaken en Defensie werken wel samen met andere particuliere beveiligingsbedrijven’.

    In het antwoord van de regering komt het huren van de trainingsfaciliteiten van Blackwater door het Korps Commando Troepen niet aan de orde. Opvallend omdat voor de minister van Defensie toch duidelijk moet zijn geweest hoe gevoelig de zaak lag. Pechtold onderstreepte nota bene de onrust door de slachting op Nisour Square.

    Een maand later beschreef de Adviesraad Internationale Vraagstukken in het rapport ‘De inhuur van private militaire bedrijven’ de zorgen over Blackwater. ‘De affaire Blackwater heeft de grote risico’s die aan de inzet van PMC’s zijn verbonden nog eens onderstreept. Het roekeloze en onverantwoordelijke optreden van sommige PMC’s, vooral de veiligheidsbedrijven onder hen, die in Irak immuniteit voor de lokale rechtsmacht genieten, brengt het winnen van de hearts and minds en daarmee zelfs van de hele counter-insurgency in gevaar.’

    Het 59ste advies gaat verder door te stellen dat ‘het in opspraak gekomen Amerikaanse bedrijf Blackwater een negatieve uitstraling op de hele bedrijfstak heeft.’ Extra voorzichtig zijn dus bij het inhuren of gebruiken van diensten van het bedrijf.

    Mirror Image Training

    Een jaar later sluiten de Dienst Speciale interventies (DSI) en Blackwater een overeenkomst voor een Mirror Image Training, verzorgd door het Terrorism Research Center (TRC). TRC maakt deel uit van Total Intel, dat op haar beurt sinds februari 2007 weer onderdeel uitmaakt van Blackwater sinds februari 2007. Voorafgaande de overeenkomst had Blackater al een strategisch partnership met het centrum.

    De Mirror Image Training was er op gericht om in de huid van de terrorist te kruipen. ‘Hierdoor is de deelnemer in staat om zichzelf ook daadwerkelijk als terrorist te zien en door diens ogen de zwakke punten binnen de eigen werkomgeving te herkennen en te begrijpen, die men zelf vaak over het hoofd ziet’, vermeldt de doelstelling van het reisverslag Mirror Image Training in Moyock, NC.

    De laatste zin van de doelstelling is veelzeggend, gelet op het gedrag van Blackwater-medewerkers, maar ook dat van de DSI-medewerkers in gedachten: ‘Met deze inzichten op zak zijn deelnemers na het afronden van de training beter in staat te anticiperen, te voorkomen en te reageren op terroristische dreigingen.’

    Om een beeld te krijgen waar de Nederlandse commando’s en leden van de KLPD en AIVD hun training hebben gekregen, hier een beschrijving van Moyock door Nathan Lodge. In zijn artikel Blackwater: Lawyers, guns and Money van 6 april 2007 probeert Lodge de omvang van het terrein te omschrijven. http://www.wired.com/dangerroom/2007/04/inside_the_bell/

    Lodge: ‘It’s hard to understate how massive the Moyock facility is. The place has 34 shooting ranges, three driving tracks and an airfield. It boasts several ‘shoot houses’ (for indoor shooting drills), a maritime training facility (for hostile boarding practice) and a breaching facility (for breaking down doors), as well as a full armory. It’s like a military base – without the golf course.’

    Mindset

    De cursus voor de leden van de KLPD gaat over het creëren van een ‘mindset’ waarbij ‘de rol van de radicale islam van groot belang is. Dit komt onder andere naar voren tijdens de dagelijkse gebeden en de lessen over de geschiedenis van de islam. Daarnaast wordt ook inzicht geboden in vormen van westers terrorisme, waaronder de IRA.’

    De mindset kan vertaald worden naar de ‘situatie in tal van regio’s, waaronder Afghanistan, Irak, Colombia, Gaza en de West Bank evenals stedelijke gebieden en verschillende terroristische groeperingen.’ De mindset wordt vooral bepaald door ‘contraterroristische technieken gebaseerd op Britse en Israëlische ervaringen’, vermeldt het reisverslag van de training.

    Nu kan het zo zijn dat de Israëliërs veel ervaring hebben met de oorlog in het Midden-Oosten, maar tegelijkertijd roepen hun acties ook veel vragen op. De laatste operatie in de Gaza, Cast Lead, is door verschillende zijden veroordeeld. Ook de Europese Unie is zeer kritisch over de wijze waarop de Israëliërs regelmatig huishouden in de bezette gebieden.

    De Britten zijn overigens ook weer niet het beste voorbeeld van omgang met de opstand in Noord-Ierland. De IRA pleegde regelmatig aanslagen, maar de Britten hebben in de loop van de strijd regelmatig zelf vele slachtoffers gemaakt door infiltratie, informanten, valse beschuldigingen en andere schendingen van mensenrechten.

    Hoewel de training misschien interessant kan zijn, moet een land dat vaak zijn vingertje opsteekt over de mensenrechten in andere landen toch grote zorgvuldigheid in acht nemen als het gaat om samenwerking met bedrijven waar een zweem omheen hangt van strafbare feiten en onoorbaar optreden.

    Laten we daarom nog even een andere mindset van het bedrijf Blackwater bekijken. Naast het wild om zich heen schieten, heeft het bedrijf ook een nogal verwrongen beeld van recht en orde. Het programma Countdown van MSNBC besteedt op 6 augustus 2009 aandacht aan het gebruik van hoeren door leden van Blackwater. http://www.rawstory.com/rawreplay/2009/08/blackwater-provided-child-prostitutes-to-contractors-lawsuit/

    ‘Keith Olbermann (van MSNBC) quoted on Thursday from the employees sworn declarations that Blackwater was guilty of using child prostitutes at its compound in Baghdads fortified Green Zone. The declarations describe Blackwater as having young girls provide oral sex to Enterprise members in the Blackwater Man Camp in exchange for one American dollar.’

    Nu is het zo dat het programma van MSNBC vier maanden na de training van de DSI werd uitgezonden, maar de mindset is wel degelijk belangrijk. Verantwoordelijken binnen de KLPD en als laatste verantwoordelijke, de minister van Veiligheid en Justitie, hadden gezien de status van het bedrijf vraagtekens moeten zetten bij een training door Blackwater.

    Vraagtekens die al in de reactie van het ministerie van Defensie en Buitenlandse Zaken expliciet worden gezet in een reactie op het advies ‘Inhuur civiele dienstverleners in operatiegebieden’. Adviesraad Internationale Vraagstukken in april 2008. ‘De groei van de inzet van particuliere beveiligingsbedrijven in operatiegebieden is niet onomstreden. De recente ophef over het optreden van de firma Blackwater in Irak is aanleiding geweest voor vele kritische vragen.’

    Lofuitingen

    Terug naar de training. De DSI besloot om zich door personeel van Blackwater te laten opleiden. Waarschijnlijk werden ze op positieve wijze beïnvloed door het artikel van David Crane uit oktober 2003. Zijn verhaal ‘Blackwater Training Center Tactical Training For Professionals and Civilians’ in Defense Review is één grote loftuiting op de kwaliteiten van het bedrijf.

    Rick Skwiot doet het in de PortFolio Weekly dunnetjes over onder de titel ‘On the Firing Line The Blackwater Training Center’. ‘The Blackwater Training Center in Moyock teaches soldiers, cops and ordinary citizens how to keep their edge in an increasingly dangerous world.’ En: ‘The most dangerous creatures lurking in The Great Dismal Swamp that spans the Virginia-North Carolina line are not the 600-pound black bears, rattlesnakes or water moccasins. Rather, they’re the men and women—soldiers, sailors, SWAT teams and civilians—taking aim with live ammo in the 5,200-acre Blackwater Training Center.’

    De training van de DSI vond plaats van 27 maart 2009 tot en met 6 april 2009. Niet alleen de DSI doet aan de training mee. Volgens de minister gaat het om vijftien medewerkers van de KLPD. De dienstreizen formulieren die openbaar zijn gemaakt, vermelden vier leden van de DSI, twee leden van de DKDB, twee leden van de DSRT, twee leden van de DNR van de verschillende KLPD onderdelen en twee leden van de AIVD, de inlichtingendienst. Het totaal komt op twaalf.

    Ook op het bestel-aanvraagformulier is sprake van twaalf tickets naar Norfolk in de Verenigde Staten, voor de overnachtingen betreft het twaalf personen. De DSI overnacht het langst, tien dagen, de medewerkers van de AIVD het kortst, twee dagen. Bij de vouchers voor de overnachtingen is het aantal van 27 maart 2009 tot en met 29 maart 2009 ook twaalf. De voucher-nummers van de overige overnachtingen zijn niet vrijgegeven.

    De eerste trainingsdag van 27 maart werd besteed aan het ontwikkelen van het concept mirror image training. ‘Course to be conducted should be designed to replicate terrorism recruitment training, techniques and operational methodology in order to better prepare students to fight the War on Terror. Course of instruction should look towards placing students into simulated terrorist cells in order to receive insight into the mindset and rationale of the terrorist through hands on experience. Cells shall be comprised of approximately eight students per cell with an assigned instructor per cell. Instructors shall have strong backgrounds in unconventional warfare. For instructions and presentations addressing terrorism, contractor shall provide personnel who are high level experts in their field. (CIA, FBI, Department of State, etc…)’, schrijft agent Yvonne C. Frederico over een training van the Naval Special Warfare Group One in juni 2008.

    William J. Henry van het National Guard Bureau is nog explicieter: ‘This training is an intensive, one week classroom and field training program, designed to realistically simulate terrorist recruiting, training techniques and operational tactics. This is a total-immersion course that places the student inside a terrorist organization in order to better teach him how to think and operate like a terrorist. This course includes lodging and meals tailored to simulate living as a terrorist cell.’

    Celadviseur

    De training van de DSI zal er niet zoveel van afwijken omdat de Nederlanders het terrein deelden met Belgische, Amerikaanse en Canadese militairen, politieambtenaren en leden van inlichtingendiensten. Het enige dat de minister van Veiligheid en Justitie los wil laten over die eerste dag is dat ‘na de les de cellen een celadviseur toegewezen krijgen en een operatie werd voorbereid.’

    Op maandagochtend 28 maart werd de operatie uitgevoerd na ‘het ochtendgebed, gevolgd door een les over de geschiedenis van de islam en in het bijzonder de scheiding tussen de sjiieten en soennieten.’ Over de operatie laat de minister angstvallig niets los, maar wel over de lunch ‘bestaande uit een plat broodje, een plak kaas, een bakje humus, fruit en thee of water.’ Maandag stond voor de rest in het teken van HUMINT ‘human intelligence’, informanten en infiltranten en werd ‘de mindset binnen een terroristische cel’ besproken waar ‘bij nieuwe leden van een cel op wordt gelet.’

    Evan Wright beschrijft in ‘Camp Jihad, A ragtag army of cops, soldiers, and G.I. Joe wannabes play terrorist for a week in a counterintuitive counterterrorism program’ (New York Magazine, 21 mei 2005) om wat voor operaties het zou kunnen gaan. De gespeelde cel waar Wright deel van uitmaakte moet een ongelovige vrouw ontvoeren. ‘When I spot the approaching SUVs, I frantically signal LDR. Gunshots start to crackle. A Marine in our cell charges the lead SUV, screaming, Allah akbar!’

    De cel van Wright slaagde in haar opzet, misschien ook de Nederlandse DSI/AIVD terroristencel, want dinsdagochtend ‘volgde een presentatie over middelen tot overwinning.’ De rest van de dag stond in het teken van interne veiligheid en de financiering van de terreur. Na het avondeten kwam een gastspreker een lezing houden.

    De Nederlanders hebben de ontvoering ook nagespeeld, want laat die avond werd er gesproken over losgeld. ‘De groepering die hem had ontvoerd, wilde losgeld van de […] Geld was ook het motief van deze ontvoering. Er was geen sprake van een religieus uitgangspunt’, vermeldt pagina 8 van het dossier dat de minister van Veiligheid en Justitie openbaar heeft gemaakt.

    Woensdag 1 april is ‘net als voorgaande dagen’, vermeldt het verslag. ‘Ochtendgebed, les in de Arabische taal en …’ iets dat geheim blijft. Wright die de training heeft meegemaakt, beschrijft in zijn artikel Camp Jihad dat deze leek op een ‘Renaissance Faire’, zoals de Elf Fantasy Fair in slot Haarzuilens bij Utrecht.

    Wright: ‘Whether a week spent wearing Arab head garb and shooting AK-47s will actually help cops and soldiers plumb the complexities of our enemies’ hearts and minds is an open question. […] But when I first witness my fellow students donning their scarves, some of them shouting, for comic effect, ‘Praise Allah!’ in their best Ali G accents, I momentarily feel as if I’ve entered a weird, terrorist-camp version of a suburban Renaissance Faire.’

    Andrew Garfield

    De training had echter niet alleen een speels karakter, er moest de deelnemers ook wat bijgebracht worden. Naast de lezing op dinsdagavond volgde woensdagmiddag een gedragswetenschapper die een lezing hield over de ‘mindset in het Midden-Oosten’. De minister schrijft, in antwoord op een bezwaarprocedure in het kader van de Wet Openbaarheid van Bestuur (Wob), dat de naam van deze wetenschapper niet meer te achterhalen valt.

    Gedurende de training waar Wright echter aan deelnam, kwam Andrew Garfield, een oud Britse inlichtingenfunctionaris, als spreker opdraven die in het kader van de Terrorist Fair leuk meespeelde in de creatie van het cel-denken. ‘Our Jihad is succeeding beyond our wildest expectations. Look at how the Americans are blundering around in Iraq, filling our ranks with new recruits.’

    Garfield duidde in zijn rol als ‘terroristen-expert’ op het lompe gedrag van de Amerikanen in Afghanistan, Irak en elders. De boodschap van Garfield bij de Mirror Image training was enigszins surrealistisch. Zo zei hij tegen Wright dat ‘killing terrorists or insurgents will not kill the movement.’ Waarom is de training er dan opgericht om terroristen nader te begrijpen om hen te bestrijden?

    Gezien het respectloze gedrag van Blackwater-medewerkers in Irak en Afghanistan, waarbij slachtoffers vielen, is de grote vraag of het bedrijf überhaupt wel in staat is om de ‘mindset in het Midden-Oosten’ te beschrijven. Het kan al niet eens normaal omgaan met burgers, zoals blijkt uit de films die Harper’s Magazine online heeft geplaatst.

    Het feit dat het bedrijf in de afgelopen jaren talrijke naamsveranderingen heeft ondergaan – Blackwater, Xe Services, Paravant LLC, Greystone Limited, XPG, Raven, Constellation, Total Intelligence Solutions, EP Investments, US Training Center, GSD manufacturing, Presidenial Airlines, Select PTC, Academi, R2, Reflex Responses etc. – duidt er tevens op dat het haar naam niet wil verbeteren, maar de aandacht wil afleiden van de vele mensenrechtenschendingen en andere vergrijpen van haar medewerkers. De mindset van Blackwater is het probleem, en daarmee de Mirror Image training.

    De een na laatste dag van de training stond in het teken van de finale. Woensdagavond werd het ‘plan voorgelegd aan een militaire raad’ en donderdag was ‘het de bedoeling om het getrainde in wedstrijdvorm in praktijk te brengen.’ Die dag verliep een beetje rommelig, want naast de wedstrijd gaat het ook over de ‘zelfmoordaanslagen in de metro van Londen op 7 juli 2005’, ‘de politieactie van 22 juli 2005 op metrostation Stockwell’ (het doodschieten van de Braziliaan Jean Charles de Menezes), ‘een blik op de toekomst’, de ‘documentaire Meeting Resistance’ en als afsluiting het ‘martelaarsfeest’.

    Geheime conclusies

    Veel informatie werd via de Wob-procedure niet vrij gekregen omdat er anders er een mirror mirror image training kon worden georganiseerd om de training van de KLPD’ers en de AIVD’ers te spiegelen. De conclusies worden ons volledig onthouden, maar het beeld van de training dat op basis van verschillende artikelen boven komt drijven, is dat van het spel ‘vlag veroveren plus’, met veel testosteron.

    Misschien verklaart de training wel de aanpak van de inval van het belhuis in Rotterdam op Kerstavond 2010. Vraag is alleen of dit iets te maken heeft met het winnen van hearts and minds of het slechten van de oorlog tegen de terreur. Misschien is dat laatste echter in het geheel niet de bedoeling.

    Wright sprak een van de mirror image trainers Frank Willoughby, specialist in hinderlagen en Improvised Explosive Devices, geïmproviseerde bommen. Willoughby staat symbool voor de vercommercialisering van oorlog. ‘The prospect of mounting chaos seems, frankly, to excite some instructors. At times, Frank Willoughby is unable to conceal how glad he is that the war on terrorism promises to be endless. […] Punching his fist into his hand, he adds, ‘Soon as they hit us 9/11’, I told my wife, ‘the game is on!’, schrijft Wright in Camp Jihad.

    Blackwater’s verderfelijke reputatie is een reden om niet met het bedrijf in zee te gaan. Maar een belangrijkere conclusie van dit verhaal is dat de belangen van de private sector niet gericht zijn op vrede. Zij willen oorlog en chaos creëren, omdat dat nu eenmaal de voorwaarden zijn om geld mee te verdienen. Een politiedienst die in deze voetsporen treedt, roept bij elke deur die nutteloos wordt opengetrapt, net als Willoughby, the game is on.

    Find this story at 19 June 2012

    Drones zijn inbreuk op privacy

    ALMERE / JITSKE BOKHOVEN – D66 Almere vindt het gebruik van de Raven, onbemande vliegtuigjes (drones) die sinds enige tijd worden ingezet om inbrekers te pakken, een vergaande inbreuk op de privacy van Almeerders. Fractievoorzitter Jan Lems heeft dan ook schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld om erachter te komen wat hier de argumenten voor zijn.

    De drones zijn door Defensie beschikbaar gesteld. Met behulp van de vliegtuigjes kunnen agenten live beelden van een hoogte van 300 meter bekijken. ,,Ik vind het op z’n zachts gezegd opmerkelijk dat je hier ineens vliegtuigjes ziet vliegen die je boven Afghanistan verwacht’’, reageert Lems. ,,Ik vraag me af wat hier de argumenten voor zijn.’’

    Lems vindt het ook opmerkelijk of Almeerders niet vooraf geïnformeerd hadden moeten worden. ,,Dat moest bij het cameratoezicht wel, vanwege de wet op de privacy. Had dat niet hier ook gemoeten? Ik hoor het graag’’

    Gepubliceerd op 01 februari 13, 12:00 Laatst bijgewerkt op 01 februari 13, 20:42

    Find this story at 01 February 2013

    © 2013 Almere Vandaag

    AIVD: we lezen niet elke e-mail

    De Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) leest niet elke e-mail die wordt verstuurd, ook al is dit een hardnekkige mythe die blijft bestaan, zo liet de dienst onlangs weten. Toch wordt mogelijk dit jaar de wet aangepast waardoor de AIVD meer bevoegdheden krijgt om internetverkeer te onderscheppen.

    Tijdens de NCSC Conferentie in Den Haag sprak Sebastian Reyn van de AIVD over de rol die de inlichtingendiensten op internet spelen en welke risico’s Nederland bedreigen. Dit om meer inzicht in de werking van de diensten te geven en waar die zich mee bezighouden, voor zover het grote publiek dit mag weten.

    “Ik kan jullie niets over onze bronnen, werkwijze en huidige informatiepositie vertellen. Dit vereist geen verdere uitleg”, liet Reyn de zaal weten. Hij begon met het ontzenuwen van populaire mythes, zoals de mythe dat de AIVD al het e-mailverkeer zou afluisteren. “Dat is niet het geval.”

    Dreigingen
    “Het is belangrijk dat burgers begrijpen wat we doen en waarom wat we doen van belang is voor hun veiligheid.” Volgens Reyn zijn cybercrime en cyberspionage in dat licht twee van de grootste dreigingen voor de nationale veiligheid. “Er is geen twijfel dat cyberspionage, samen met cybercrime, de grootste dreiging is waar we in het cyberdomein mee te maken hebben.”

    Vanwege de omvang van de dreiging is het belangrijk dat partijen samenwerken. “Deze dreiging is te groot om alleen aan te pakken.” Daarin spelen ook internetgebruikers een rol. Volgens Reyn gedragen veel mensen zich nog altijd op onveilige wijzen en zijn zich niet van de risico’s bewust. Zo wordt software niet gepatcht, worden wachtwoorden nauwelijks gewijzigd en laat men overal persoonlijke informatie op het web slingeren.

    Voorbeelden hiervan verschijnen dagelijks in de media. Het probleem met cyberspionage is dat het onzichtbaar is. “Het is een feit dat buitenlandse inlichtingendiensten op geheime wijze toegang tot belangrijke informatiesystemen proberen te krijgen.” Veel van deze aanvallen worden door bestaande beveiligingssystemen nauwelijks gedetecteerd.

    E-mail
    “We zijn niet geinteresseerd in elke e-mail of verstuurd sms-bericht, of elk cyberincident. Onze focus ligt bij dreigingen voor de nationale veiligheid.” Cyberspionage en cybercrime ziet de AIVD als serieuze dreigingen, dat geldt echter niet voor cyberterrorisme. Cyberterroristen vormen nog geen grote bedreiging voor de nationale veiligheid, aldus Reyn. “De mogelijkheden die cyberterroristen hebben zijn op dit moment beperkt.”

    Terroristen zouden dan ook nog niet bij grote cyberaanvallen betrokken of hiervoor verantwoordelijk zijn geweest. Ook voor hacktivisten is Reyn niet bang. Hij vergeleek ze met het digitale equivalent van demonstrerende mensen.

    De grootste dreiging komt dan ook van andere staten. Reyn stelt dat in veel landen het de juridische taak van de overheid is om andere landen te bespioneren om hun eigen positie in de wereld te versterken. “Elke dag proberen duizenden mensen die voor legio inlichtingendiensten werken toegang tot de informatie van andere landen te krijgen. En je kunt ervan uitgaan dat een aantal in Nederland is geinteresseerd.”

    En Nederland is voor deze landen een interessant doelwit op zowel economisch, technologisch als wetenschappelijk gebied. Volgens Reyn is er nog een te groot vertrouwen in de veiligheid van ICT-systemen.

    Spionage
    Cyberspionage is voor veel landen aantrekkelijk, ging Reyn verder. “Het is een goedkope manier om in korte tijd een grote hoeveelheid data te verzamelen en is voor een groot aantal doelen te gebruiken. Daarnaast is het risico op detectie klein en is ‘attributie’ lastig.” Het is bijna onmogelijk voor aangevallen landen om te bewijzen wie de dader is. “Landen zoeken bewust naar lekken in software en systemen”, stelt Reyn.

    Volgens Reyn worden soms agenten gebruikt die USB-sticks op systemen aansluiten die niet op het internet zijn aangesloten. Daarnaast worden ook bekendere tactieken toegepast. “We zien vaak valse e-mails met verborgen malware.” Om ervoor dat te zorgen dat het slachtoffer deze e-mails ook opent, gebruiken staten klassieke spionagetactieken. “Ze zoeken naar menselijke kwetsbaarheden.”

    Aftappen
    Aan het eind van de lezing stelde Simone Halink van digitale burgerrechtenbeweging Bits of Freedom nog een vraag over de transparantie en openheid die de AIVD wil uitdragen, terwijl de bevoegdheden waaronder de dienst opereert mogelijk verder worden uitgebreid. Daardoor kan de dienst wel elke e-mail onderscheppen, zowel van Nederlandse als buitenlandse internetgebruikers.

    Nederlandse veiligheidsdiensten hebben op dit moment de bevoegdheid om “ongericht” communicatie te onderscheppen. Ze mogen onder bepaalde voorwaarden de recorder aanzetten. Het gaat dan om “ongericht ontvangen en opnemen van niet-kabelgebonden telecommunicatie”.

    Op dit moment is er een wijzigingsvoorstel voor de Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (Wiv) in de maak, waardoor die bevoegdheid wordt uitgebreid naar het aftappen van communicatie via kabels.

    “De wet is in 2002 gemaakt en sindsdien heeft de technologie zich verder ontwikkeld. De meeste communicatie verloopt tegenwoordig via de kabel. Het is belangrijk dat de wet de spelregels beschrijft waar de inlichtingendiensten aan moeten voldoen, maar dat de wet zelf niet afhankelijk van technologie is”, aldus Reyn.

    Vrijdag,11:38 doorRedactie

    Find this story at 01 February 2013

    © 2001-2013 Security.nl – The Security Council

    Onterechte weigering circus in Almelo. Almelo vreest onterecht demonstraties dierenrechtenactivisten

    Circus Belly-Wien heeft in Almelo bezwaar aangetekend tegen de aan het circus geweigerde speelvergunning voor 2012. In TC/Tubantia lezen we waarom Almelo geen speelvergunning wilde afgeven aan Circus Belly-Wien: De gemeente vreest een verstoring van de openbare orde door vechtpartijen met dierenrechtenactivisten.

    De door de gemeente Almelo genoemde demonstraties van dierenrechtenactivisten en vechtpartijen met dierenrechtenactivisten vonden plaats in voornamelijk 2009. Toen heeft een AIVD-infiltrant onder de schuilnaam “Paul Kraaijer” wekelijks demonstraties georganiseerd bij Circus Belly-Wien met slechts een doel: Het in kaart brengen van de in Nederland opererende dierenrechtenactivisten. Tijdens de demonstraties werden activisten door de aanwezige KLPD agenten gefotografeerd en gefilmd. Deze acties van de AIVD en de politie hebben uiteindelijk geleid tot de arrestatie van enkele bekende dierenrechtenactivisten, waaronder de “Vegan Streaker”. Dezelfde AIVD-infiltrant heeft Circus Belly-Wien in diskrediet gebracht. Sinds 2011 is er geen enkele keer meer gedemonstreerd tegen circusdieren. Ook zijn er sinds 2011 geen vechtpartijen meer geweest; ook niet bij Circus Belly-Wien. Door personeelswisselingen is de “grootste vechtersbaas” ook niet meer bij het circus aanwezig.

    Almelo, 18 januari 2013

    Find this story at 18 January 2013

    © http://www.klassiekcircus.nl/

    Circuscommissie ziet complot van AIVD tegen circus Belly Wien

    ALMELO – De gemeente Almelo heeft circus Belly Wien ten onrechte geweigerd, zegt de Commissie Klassiek Circus. De AIVD en de politie zouden een hetze tegen het circus zijn begonnen.

    De commissie legt die complottheorie uit op de eigen website. Almelo weigert Belly Wien omdat de gemeente bang is voor ongeregeldheden. Die angst is gebaseerd op demonstraties van dierenrechtenactivisten en vechtpartijen elders.

    Geplaatst op:
    21 januari 2013
    Laatste update:
    21 januari, 12:18

    Find this story at 21 January 2013

    Copyright © 2012 Wegener Media

    Defensie probeerde ex-spion af te kopen

    Vijfhonderdduizend euro zwijggeld heeft het ministerie van Defensie geboden aan ex-agent I.A. (42) van de militaire inlichtingendienst MIVD. Op geheime bandopnamen – in bezit van De Telegraaf – biedt mr. Marc Gazenbeek, directeur juridische zaken bij het ministerie van Defensie, duidelijk hoorbaar het ’ongelooflijk mooie’ geldbedrag aan, zoals hij zelf zegt.

    In ruil moet de ex-agent alle juridische procedures staken tegen de ministeries van Defensie en van Buitenlandse Zaken. Bij de onderhandelingen tussen de ex-agent en Defensie waren ook landsadvocaat Eric Daalder aanwezig en I.A.’s advocaat Michael Ruperti.

    door Bart Olmer en Charles Sanders

    vr 18 jan 2013, 05:30

    Find this story at 18 Januar 2013

    © 1996-2013 TMG Online Media B.V., Amsterdam.

    informatieverzoek Occupy beweging in Nederland

    Onderwerp: informatie verzoek inlichtingen- en opsporingshandelingen, databanken, situatierapportages, programma’s, informatieoverdracht, informatie uitwisseling, dataverzameling, optreden, projecten en beleid met betrekking tot mensen/burgers/ingezetenen die actief zijn betrokken bij de Occupy beweging en de Occupy beweging zelf in de plaatsen Amsterdam, Utrecht, Rotterdam en Den Haag.

     

    Geachte Mw./Dhr.,

    Met een beroep op de Wet Openbaarheid van Bestuur, WIV, BUPO, EVRM en andere burger- en mensenrechtelijke wetten en verdragen richt ik mij tot u met een verzoek om informatie.

    openbaarheid verzoek van 20 december 2012 

     

     

    Het betreft informatie inzake inlichtingen- en opsporingshandelingen, databanken, situatierapportages, programma’s, informatieoverdracht, informatie uitwisseling, dataverzameling, optreden, projecten en beleid met betrekking tot mensen/burgers/ingezetenen die actief zijn betrokken bij de Occupy beweging en de Occupy beweging zelf in de plaatsen Amsterdam, Utrecht, Rotterdam, Den Haag en eventuele andere gemeenten.

     

    Ik zou graag alle documenten met betrekking tot mensen/burgers/ingezetenen die actief zijn betrokken bij de Occupy beweging en de Occupy beweging zelf in de plaatsen Amsterdam, Utrecht, Rotterdam en Den Haag van u ontvangen. U kunt hierbij denken aan:

     

    Onderzoeken, evaluaties, rapportages, overzichten, lijsten, check-lijsten, puntenlijsten, formulieren, eventuele processen verbaal, statistieken, beleidsdocumenten, richtlijnen, aanwijzingen, overwegingen, notulen, verslagen, draaiboeken, plannen van aanpak, planningen, concepten, briefings, digitale communicaties, interne communicatie (waaronder e-mail), meldingen, mutaties, databestanden, registraties en andere documenten met betrekking tot inlichtingenhandelingen, databanken, situatierapportages, programma’s, informatieoverdracht, informatie uitwisseling, dataverzameling, projecten en beleid met betrekking tot mensen/burgers/ingezetenen die actief zijn betrokken bij de Occupy beweging en de Occupy beweging zelf in de plaatsen Amsterdam, Utrecht, Rotterdam, Den Haag en eventuele andere gemeenten.

     

    Binnen het kader van de Wob (art. 10 lid 2 sub e) en de Aanwijzing voorlichting opsporing en vervolging kunt u deze stukken gemotiveerd anonimiseren.

     

    Conform de Wet Openbaarheid van Bestuur verwacht ik binnen wettelijke termijnen antwoord op mijn verzoek.

     

    U weet dat er met mij over termijnen en afwikkeling overlegd kan worden.

     

    Gaarne ontvang ik een bewijs van ontvangst.

     

    Een vriendelijke groet

     

    Postbus 10591

    1001 EN Amsterdam

    www.burojansen.nl

    e-mail info@burojansen.nl

    tel 0206123202

    mob 0634339533

    nieuwsblog.burojansen.nl

    www.identificatieplicht.nl

    www.preventieffouilleren.nl

    www.openheid.nl

    www.openbaarheid.nl

    www.justitievrijheidenveiligheid.nl

    Scripties en rapporten over etnisch profileren

    “Leden van etnische minderheden zijn oververtegenwoordigd in de criminaliteitsstatistieken. In Nederland is veel onderzoek gedaan naar verklaringen voor het criminele gedrag van leden van etnische minderheden. Er is daarentegen nauwelijks aandacht besteed aan de mogelijkheid dat de oververtegenwoordiging een weerspiegeling is van selectief politieoptreden. Ik stelde daarom de vraag welke factoren van invloed zijn op de keuzes die politiemensen maken met betrekking tot het staande houden van burgers, een praktijk waarin selectief politieoptreden het duidelijkst op te merken is, en of deze selectiviteit mogelijk een verklaring is van de oververtegenwoordiging van etnische minderheden in de criminaliteitscijfers.”

    Bovenstaande passage komt uit de afstudeerscriptie “Een verdacht profiel, selectief politieoptreden in Veenendaal”. Etnisch profileren binnen het politie en justitie apparaat lijkt steeds meer aandacht te krijgen. Lijkt omdat in de jaren negentig ook al onderzoek werd gedaan naar het selectieve optreden van de politie. Hier een overzicht van de afstudeerscripties en rapporten uit binnen- en buitenland. Niet al het onderzoek is opgenomen. Veel theoretisch werk wordt niet gepresenteerd, alleen een overzichtsartikel en een literatuurstudie. De scripties en rapporten gaan over de praktijk van de politie.

    Find this story at 19 June 2012

    Jacht op de schoonmaakster

    In de afgelopen twee jaar worden in de chique buurten van Haarlem tientallen zwarte schoonmaaksters en klusjesmannen opgepakt. De vreemdelingenpolitie krijgt een tip van busmaatschappij Connexxion. Die heeft last van zwartrijders. In een aantal gevallen blijkt het te gaan om illegale vreemdelingen. De politie volgt zwarte mensen op weg van de bushalte naar hun werk om ze op heterdaad te kunnen betrappen op illegale arbeid. Maar volgens de rechter mag dat niet. De politie mag mensen niet op grond van hun huidskleur volgen en om hun papieren vragen.

    Lees ook het nieuwsbericht: Vreemdelingenpolitie Kennemerland negeert rechterlijke uitspraken

    We krijgen eind september informatie waaruit blijkt dat politie Kennemerland toch doorgaat met de aanhoudingen. We onderzoeken of de vreemdelingenpolitie zich houdt aan de uitspraak van de rechter.

    150.000 schoonmaakhulpen
    In het tijdperk van de tweeverdieners, hebben steeds meer gezinnen een schoonmaakhulp. Volgens een recente schatting van de FNV zijn er daar zo’n 150 duizend van in ons land. Het merendeel van de schoonmakers is van buitenlandse afkomst. Veel van hen zijn illegaal. Ze mogen niet werken en als ze worden aangehouden worden ze het land uitgezet. Ze zijn continu bang om opgepakt te worden.

    Persoonlijk relaas
    In ZEMBLA vertellen twee van de in de omgeving van Haarlem opgepakte schoonmakers over hun aanhouding. Emily werd in juni 2011 aangehouden in Heemstede: ‘De politieman vertelde me dat veel zwarte mensen zonder vergunning werken. Ik zei: ‘Niet alle.’ Hij zei: ‘De meeste.’

    Joseph werd in maart 2010 opgepakt in Overveen: ‘Ze zeiden: ‘Jij gaat terug naar Afrika.’ Hij was aan het lachen: ‘Jullie Afrikanen, jullie komen hier maar, betalen geen belasting, allemaal zwart werk.’

    Ethnic profiling
    De vreemdelingenpolitie is aan strenge regels gebonden bij het aanhouden van Illegalen. Professor van Walsum, hoogleraar migratierecht aan de VU: ‘De politie mag niet zomaar iedereen in het wilde weg aanhouden en naar hun papieren vragen. Er moet wel sprake zijn van een gerechtvaardigd vermoeden van illegaal verblijf.’ Professor Staring, bijzonder hoogleraar Mobiliteit aan de Erasmus Universiteit Rotterdam: ‘Je zit natuurlijk al heel snel op het terrein van racisme, discriminatie, ethnic profiling zoals dat genoemd wordt, en dus willekeur ook. Dus je kunt niet zomaar iemand aanhouden op basis van huidskleur.’

    De hoogste rechter, de Raad van State, maakt in juli vorig jaar korte metten met deze methode van de vreemdelingenpolitie in de dure buurten rond Haarlem. ZEMBLA ontdekt dat ondanks de uitspraak van de Raad van State in juli vorig jaar, de vreemdelingenpolitie doorgaat.

    Research: Marieke van Santen
    Samenstelling en regie: Sander Rietveld
    Eindredactie: Manon Blaas

    Find this story & video at 21 December 2012

    << oudere artikelen  nieuwere artikelen >>