Benadering van buitenlanders: het geval Quimpo
Uit: Utrechts Nieuwsblad, buro Jansen & Janssen, 1991.
De Filipijnse asielzoeker Nathan Quimpo kreeg onlangs van twee heren – agenten van de BVD en de CIA – duizend dollar aangeboden, als voorschot op het salaris dat hij als informant zou gaan verdienen. Quimpo is niet de eerste vluchteling die een baan als verklikker aangeboden krijgt. Een onderzoek van Buro Jansen & Janssen dat eerder dit jaar onder de titel De Vluchteling Achtervolgd werd gepubliceerd, toont aan dat de Binnenlandse Veiligheidsdienst stelselmatig vluchtelingen en asielzoekers benadert.
Dat is overigens niet verboden; de BVD màg vluchtelingen aanspreken, de dienst mag elke burger om informatie vragen. Daartegenover heeft ieder het recht te weigeren de geheime dienst ter wille te zijn. Ook asielzoekers zijn vrij in hun beslissing al dan niet met de BVD in zee te gaan. Gewoonlijk maken ambtenaren van de BVD zich echter niet als zodanig bekend: ze presenteren zichzelf onder andere als functionarissen van de sociale dienst, medewerkers van Justitie, of als journalisten. De man die Quimpo op straat aansprak identificeerde zich slechts met een pasje van Binnenlandse Zaken. Blijkbaar is het de bedoeling dat de feitelijke professie van een BVD-agent zo lang mogelijk onbekend blijft. Daarbij komt dat sommige functionarissen van de BVD ook werkelijk een andere werkkring hebben: het zijn politieagenten die bij de PID’s, de Plaatselijke of Politieke Inlichtingendiensten werken. Deze PID-ers verrichten hun inlichtingenwerk binnen een politiekorps, in opdracht van de BVD. Vaak werken deze agenten part-time voor de geheime dienst, en maken zij hun werkweek vol bij, bijvoorbeeld, de Vreemdelingendienst. In veel korpsen staan trouwens zowel de Vreemdelingendienst als de PID onder bevel van een en dezelfde chef. Zo voorziet de asielzoeker die zijn relaas doet tegenover de agent van de Vreemdelingendienst tegelijkertijd, zonder het te weten, de BVD van informatie.
Het vreemdelingenbeleid – toelating, afgifte van verblijfsvergunningen, controle op verblijf, uitzetting van uitgeprocedeerde of ongewenste vreemdelingen – wordt gevoerd door het ministerie van Justitie. Wie in Nederland politiek asiel aanvraagt is verplicht alle gegevens die van belang kunnen zijn voor zijn asielverzoek te verstrekken. Wanneer hij volgens Justitie daarbij in gebreke blijft, wordt de asielaanvraag zonder meer afgewezen. De informatie die Justitie van de vluchteling verlangt betreft niet alleen gegevens over zijn achtergrond, afkomst, en bewijzen van op de persoon gerichte vervolging door de autoriteiten, ook wordt er een uitgebreide beschrijving van het politieke verleden verlangd. De asielzoeker moet daarbij met de billen bloot: lidmaatschappen van politieke partijen of maatschappelijke organisaties, informatie over de structuur van deze organisaties en over andere mensen die daarin actief zijn; alles komt aan de orde. Het is niet verwonderlijk dat het voor veel vluchtelingen zeer onaangenaam is deze onderwerpen zo uitgebreid te moeten toelichten. De verlangde informatie is, zacht gezegd, van nogal privacy-gevoelige aard. Zeker gezien de langdurige geschiedenis van vervolging die de meeste asielzoekers achter de rug hebben, is het uiterst kwalijk dat de verstrekte gegevens voor andere doelen dan enkel de beoordeling van de asielaanvraag worden gebruikt. Tijdens het gesprek met de CIA-agent en de BVD-er werd het Nathan Quimpo duidelijk dat de inlichtingendiensten uitstekend op de hoogte waren van zijn politieke verleden en zijn privé-situatie. Het onderzoek De Vluchteling Achtervolgd toont aan dat agenten van de BVD over gegevens beschikten die zij uitsluitend uit dossiers van de vreemdelingendienst en Justitie konden hebben gekregen. De gedetailleerde informatie die de asielzoeker aan Justitie moet geven om Überhaupt een kans te maken op een vluchtelingenstatus komt dus ook bij de geheime dienst terecht. En ook dat mag; het is zelfs wettelijk zo geregeld. De wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten verplicht medewerkers van de Vreemdelingendiensten, evenals alle andere politiemensen, van “de hen ter kennis gekomen gegevens, die zij voor een Dienst van belang achten” aan hun contactambtenaar mededeling te doen. Hetzelfde geldt overigens voor ambtenaren die belast zijn met de grensbewaking. Ook de direktie vreemdelingenzaken van het ministerie van Justitie is op grond van dezelfde wettelijke regeling verplicht medewerking te verlenen wanneer de BVD om informatie verzoekt. Dit betekent dus dat de BVD te allen tijde kan beschikken over gegevens die door vluchtelingen verschaft zijn bij hun asielaanvraag. Dat dat de betrokken asielzoekers niet medegedeeld wordt, ligt voor de hand.
De asielzoeker die met de BVD te maken krijgt, wordt meestal wel snel duidelijk gemaakt dat de dienst op de hoogte is van zijn persoonlijke situatie. De dienst hanteert ook andere methoden om vluchtelingen te intimideren: asielzoekers wordt bescherming aangeboden opdat zij “geen problemen krijgen en in alle rust kunnen leven”. Waaruit de bescherming dan vervolgens zou moeten bestaan wordt nooit geheel bekend gemaakt; de BVD laat asielzoekers aanhoudend in het ongewisse over de gevolgen die het al dan niet meewerken met de dienst met zich mee kan brengen. Asielzoekers krijgen geld aangeboden, en daarnaast wekken BVD- agenten de indruk betere huisvesting, een goede opleiding of visa voor familieleden te kunnen regelen. De BVD maakt expliciet misbruik van de moeilijke positie van vluchtelingen door te suggereren hen een verblijfstitel te kunnen bezorgen, of, anderzijds, te dreigen dat bij niet-coöperatief gedrag geen asiel zal worden verleend. Verblijfsvergunningen en paspoorten kunnen weliswaar door de BVD worden beloofd, formeel is het Justitie die daarover beslist. In een aantal zaken is echter gebleken dat de top van het ministerie van Justitie verzoeken van de BVD om bepaalde vluchtelingen wel een verblijfstitel te verschaffen heeft ingewilligd. Met de affaire-Quimpo rijst het vermoeden dat ook de CIA invloed kan uitoefenen op het beleid van Justitie.
De kans in Nederland een vluchtelingenstatus te verwerven is minimaal, slechts vijf procent van het aantal aanvragen wordt gehonoreerd. Vluchtelingen zijn niet bekend met hun rechten tegenover de BVD. Deze omstandigheden maken asielzoekers uiterst kwetsbaar voor de methoden van intimidatie en chantage die de BVD hanteert om hen te werven. Het ligt waarschijnlijk in de aard van een inlichtingendienst om daarvan misbruik te maken; dat daarmee een rechtvaardige en zorgvuldige asielprocedure ondermijnd wordt is in ieder geval niet het probleem van de BVD.