• Buro Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, de overheid in Nederland en Europa kritisch volgt. Een grond-rechten kollektief dat al 30 jaar publiceert over uitbreiding van repressieve wetgeving, publiek-private samenwerking, bevoegdheden, overheids-optreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.
  • Publicaties

  • Migratie

  • Politieklachten

  • Peter Blok – Maartens vader

    ‘Ik hoopte het beste en vreesde het ergste’, zo omschrijft Peter Blok het gevoel waarmee hij – als passagier in een bus vol sympathisanten – naar Göteborg vertrok om Maartens rechtszaak bij te wonen. ‘Door alle steun en het tijdsverloop begon ik de afgelopen jaren meer hoop te krijgen. Maar het was ook duidelijk dat er heel rare dingen gebeurden in Zweden, kijk maar naar de film Terrorister.’

    In Zweden wachtte hem een vreemde ervaring. ‘Als ik daar aan terugdenk: dat de kop van je zoon publiekelijk aan een boom genageld is. In dit geval stond er geen ‘WANTED’ boven, maar die aan een boom gespijkerde poster deed me echt aan het wilde westen denken. Er zat een symboliek in, waarop ik niet was voorbereid. Als je het laat bezinken, ben je vooral blij dat er ook daar op een positieve manier aandacht aan wordt besteed.’

    De dag voor het proces bezocht hij Maarten in de gevangenis. Een niet minder vreemde ervaring. ‘Je komt bij zo’n hoog hek, je drukt op een knopje en er gaat een ijzeren wereld voor je open. Het lijkt of ze je daar niet willen hebben: je moet je paspoort laten zien en allerlei informatie verschaffen die je al hebt gegeven bij het aanvragen van het bezoek. Kortom: geen vriendelijke ontvangst.’

    Eenmaal oog in oog met Maarten, lette hij vooral op of zijn zoon er goed uitzag: ‘Heeft hij geen blauwe plekken, is hij helder, praat hij opgewekt. We hadden het over het leven in zo’n “detentiecentrum”, zodat hij daarover kon vertellen. Ik kreeg de indruk dat hij niet heel beroerd behandeld werd en zijn draai wel een beetje had gevonden. Hij had zich aangemeld voor Zweedse les, want hij had zich voorbereid op een langdurig verblijf en wilde de taal leren. Ik geloof niet dat hij er veel vertrouwen in had dat hij vrij zou komen.’

    Tijdens het proces stond de Nederlandse delegatie – bijgestaan door Zweedse medestanders – met spandoeken voor de rechtbank en was er een manifestatie georganiseerd. Prima vond hij dat. ‘De Zweden zouden de arrestaties en de rechtszaken die daarop volgden liever vergeten, nu rakelt een Nederlander alles weer op.’ Na de eerste procesdag waren Maartens kansen moeilijk in te schatten. ‘Vooral omdat de aanklacht in ruimte en tijd was verruimd. Dat betekende feitelijk dat het videomateriaal dat hem had kunnen ontlasten in het niets viel. Ze beweerden eigenlijk dat Maarten die agent had geslagen, zonder een duidelijke tijdspanne aan te geven. Eerlijk gezegd vond ik het walgelijk: Barbertje moest hangen. In een rechtsstaat kun je met zo’n aanklacht niet aankomen, zou je zeggen. Aan de andere kant was er het positieve nieuws dat via het helmnummer van de agent misschien te reconstrueren was dat hij wel de persoon was op de videobeelden. Dat inzicht bleek goed uit te pakken.’

    Dat de elders beschreven inspanningen om die nacht de digitale – veel gedetailleerdere – versie van het bewijsmateriaal uit Kopenhagen te halen ook lukten, wijdt hij aan een gelukkig gesternte. ‘Het was echt onwezenlijk. Een kwartier voor de rechtszaak begon, kwam de verdediging met foto’s die volgens ons bewezen dat die agent loog dat hij barstte. De agent zei natuurlijk dat hij het zich niet meer herinnerde. Het was puur doorzettingsvermogen van de steungroep, formidabel. Ik moet er niet aan denken wat er gebeurd was als die groep er niet was geweest.’

    De terugreis was ‘een ongelofelijke kick’. ‘Dat ontzettend gelukzalige gevoel, de tranen biggelden van puur geluk langs mijn wangen: deze mensen hebben zich ingezet voor mijn zoon en moet je kijken wat ze voor elkaar hebben gekregen. Dit is solidariteit, dit is vriendschap. Ik vond het prachtig om te zien. Als ik er over praat, krijg ik acuut weer kippenvel.’

    Hij merkt dat veel mensen ongemakkelijk op hun stoel beginnen te draaien als hij hierover vertelt. ‘In de reguliere pers komen de andersglobalisten er niet al te positief af. Wat het journaal laat zien, is meestal geen reclamebord. Ze vertonen de pakkende plaatjes zonder de redenering van de activisten uiteen te zetten.’ Dan, lachend: ‘Ik heb mijn eigen vooroordelen ook wel leren kennen.’ Ook het gevaar van dit uitleveringsbeleid blijkt moeilijk uitlegbaar. ‘Breng ze maar eens aan het verstand dat het mogelijk is dat er bij een arrestatie fouten worden gemaakt en er verwarring optreedt waardoor je de schijn tegen je hebt. Los daarvan, getuigenverklaringen zijn gewoon ontzettend onbetrouwbaar. Ik merk het zelf: je construeert er allerlei dingen omheen. Lastig voor de getuige, maar nog veel lastiger voor degene die daardoor onschuldig wordt veroordeeld. Maar dat idee leeft niet. Mensen denken echt dat zaken rechtvaardig verlopen.’

    ‘Het lulligste vind ik dat de overheid, die er toch is om zijn onderdanen te beschermen, je zomaar uitlevert aan een land waarin iemand roept dat je iets hebt misdaan. En dat is er alleen maar erger op geworden.’