• Buro Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, de overheid in Nederland en Europa kritisch volgt. Een grond-rechten kollektief dat al 30 jaar publiceert over uitbreiding van repressieve wetgeving, publiek-private samenwerking, bevoegdheden, overheids-optreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.
  • Publicaties

  • Migratie

  • Politieklachten

  • Voorbereiding van de inwerkingtreding van de Europol-Overeenkomst – voortgangsverslag

    Juridische voorwaarden voor de aanvang van de werkzaamheden

    3. Overeenkomstig artikel 45, lid 4, van de Europol-Overeenkomst vangt Europol zijn werkzaamheden pas aan na de inwerkingtreding van de negen besluiten die daarin worden genoemd. Dankzij de vooruitgang onder vorige voorzitterschappen kon in de Raad reeds overeenstemming worden bereikt over de teksten van de meeste van deze besluiten.

    4. De ontwerpen van de regeling voor de rechten en verplichtingen van de verbindingsofficieren jegens Europol, het reglement voor het gebruik van analysebestanden, het statuut voor het personeel van Europol ,  het reglement ter bescherming van geheime informatie  en van het financieel reglement  worden door de juristen/vertalers bijgewerkt. De formele besluitvormingsprocedures moeten op 1 oktober 1 998 door de Raad van Bestuur van Europol worden afgehandeld.

    5. De nationale bekrachtigingsprocedures van het protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van Europol, de leden van zijn organen, de adjunct-directeuren en de personeelsleden zijn tot dusver in zeven lidstaten afgesloten (6) en de desbetreffende akten van bekrachtiging bij het secretariaat-generaal van de Raad gedeponeerd.

    6. Het ontwerp van de tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de andere lidstaten op gelijke wijze vast te stellen overeenkomsten betreffende de voorrechten en immuniteiten van de verbindingsofficieren en de leden van hun familie, als bedoeld in artikel 41, lid 2, van de Europol-Overeenkomst, is begin zomer 1 998 door het Koninkrijk der Nederlanden aan de lidstaten toegezonden. Verscheidene lidstaten hebben reeds laten weten dat zij met het ontwerp instemmen. In enkele lidstaten moet de overeenkomst door het parlement worden goedgekeurd.

    7. De definitieve versie van de ontwerp-vestigingsovereenkomst tussen het vestigingsland en Europol  is op 30/31 juli 1998 door de Nederlandse delegatie aan de Groep Europol voorgelegd. Enkele lidstaten maakten een voorbehoud voor nadere bestudering bij de recentste wijzigingen van het ontwerp. De overeenkomst moet na eenparige goedkeuring door de Raad van Bestuur van Europol op 1 oktober 1 998 tussen Europol en het Koninkrijk der Nederlanden gesloten worden.

    8. Het ontwerp-reglement van orde van het gemeenschappelijk controleorgaan van Europol als bedoeld in artikel 24, lid 7, van de Europol-Overeenkomst is in de vergadering van de toekomstige leden van het gemeenschappelijk controleorgaan behandeld en aan het Comité K.4 voorgelegd

    9. Hoewel het ontwerp-reglement van orde van de Raad van Bestuur  in artikel 45, lid 4, van de Europol-Overeenkomst niet genoemd wordt, is het praktisch bekeken evenzeer een wezenlijke voorwaarde voor de aanvang van de werkzaamheden van Europol. Ook dit ontwerp wordt door de juristen/vertalers bijgewerkt en moet op 1 oktober 1 998 formeel door de Raad van Bestuur worden aangenomen.

    Oprichting van de instellingen

    10. Op verzoek van het voorzitterschap hebben de lidstaten hun respectieve vertegenwoordigers in de Raad van Bestuur en het gemeenschappelijk controleorgaan van Europol voorgedragen. De constituerende vergadering van de Raad van Bestuur vindt plaats op 1 oktober 1998 wanneer ook de Europol-Overeenkomst in werking treedt. De constituerende vergadering van het gemeenschappelijk controleorgaan volgt in oktober 1 998.

    11. Omdat de aanvang van werkzaamheden van Europol ook de start van de werkzaamheden van zijn directeur veronderstelt, met name omdat een vestigingsovereenkomst moet worden gesloten, moeten de coördinator en de adjunct-coördinatoren van de Europol-Drugseenheid gemachtigd worden de bevoegdheden van de directeur van Europol uit te oefenen voorzover zulks voor de voorbereiding van de aanvang van de werkzaamheden noodzakelijk is. Daartoe moet aan de Raad van Justitie en Binnenlandse Zaken van 24 september 1 998 zo mogelijk als A-punt een ontwerp-besluit worden voorgelegd .

    12. In een brief heeft het voorzitterschap de president van de Rekenkamer van de Europese Gemeenschappen verzocht, de benoeming van de leden van het controlecomité overeenkomstig artikel 36, lid 2, van de Europol-Overeenkomst voor te bereiden

    13. De verdere noodzakelijke benoemingen (directeur, adjunct-directeuren, financieel controleur, leden van het begrotingscomité) zullen door de Raad van Bestuur respectievelijk de lidstaten moeten worden gedaan.

    Andere procedures

    14. De ontwerp-begroting van Europol voor 1999 (3) wordt als A-punt aan de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken van 24 september 1998 voorgelegd.

    15. De werkzaamheden aan het Europol-computersysteem TECS bevinden zich thans in het stadium dat tot aankoop kan worden overgegaan. Bij de aanvang van de werkzaamheden zal Europol in eik geval over een voorlopig systeem als analysesysteem en als indexsysteem beschikken. Een voortgangsverslag wordt als A-punt aan de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken voorgelegd . De strategische leiding over de voortzetting van het TECS-project wordt aan de Raad van Bestuur van Europol overgedragen. Een nota daarover (1) wordt ter goedkeuring aan de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken voorgelegd.

    16. Ook de ontwerpen van de regeling betreffende de ontvangst van van derde partijen afkomstige informatie (2) , de regeling betreffende de verstrekking van persoonsgegevens door Europol aan derde staten en instanties “‘, de regeling betreffende de externe betrekkingen van Europol met derde staten “) en van de regeling betreffende de externe betrekkingen van Europol met aan de EU gerelateerde instantie S ( 5) zijn door de juristen/vertalers bijgewerkt. De formele besluitvormingsprocedures moeten zonder verwijl worden ingeleid.

    Conclusies

    17. Om een snelle afwikkeling van de besluitvormingsprocedures voor de genoemde besluiten te waarborgen, wordt de Raad verzocht de volgende handelwijze te volgen. De Raad zou de lidstaten ertoe kunnen aanzetten hun vertegenwoordigers in de Raad van Bestuur van Europol te verzoeken, mede te werken aan een snelle afwikkeling van de formele besluitvormingsprocedures inzake de besluiten waarvan de ontwerpen reeds in het kader van de Raad zijn opgesteld en welke door de Raad “in de koelkast” zijn gezet. Een nieuwe inhoudelijke behandeling van deze teksten wordt beter vermeden.
    De ontwerpen van de besluiten die de Raad dient te nemen, zouden na behandeling in de Raad van Bestuur op Coreper-niveau kunnen worden besproken en daarna voor de besluitvorming zo spoedig mogelijk als A-punt aan de Raad voorgelegd.
    De besluiten die door de Raad moeten worden genomen, dienen daarna in de L-reeks van het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen te worden bekendgemaakt.

    De volgende, door de Raad van Bestuur te nemen algemeen bindende besluiten moeten in de

    -reeks van het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen worden bekendgemaakt:

    – de regeling betreffende de rechten en verplichtingen van de verbindingsofficieren jegens Europol;

    – het reglement van orde van de Raad van Bestuur;

    – de bepalingen betreffende de externe betrekkingen van Europol met aan de EU gerelateerde instanties.