• Buro Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, de overheid in Nederland en Europa kritisch volgt. Een grond-rechten kollektief dat al 30 jaar publiceert over uitbreiding van repressieve wetgeving, publiek-private samenwerking, bevoegdheden, overheids-optreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.
  • Publicaties

  • Migratie

  • Politieklachten

  • Geheime stukken over het CICI

    Inhoud:

          1. Brief van de Directie Politie over het WOB-verzoek
          2. Brief van Binnenlandse Zaken aan politie Nijmegen, akkoord subsidie-verzoek CICI, incl. begroting
          3. Brief van Nijmeegse politie over WOB-verzoek
          4. Brief van Politie Nijmegen aan Binnenlandse zaken, officieel verzoek om akkoord start CICI
          5. Plan van Aanpak (6e versie) van Nijmeegse politie voor CICI
          6. Bijlage: Lijst van akties die bestaansrecht CICI moeten aangeven


    1.


    Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

    Aan: De heer E. Timmerman
    Buro Jansen & Janssen
    Postbus 10591
    1001 EN Amsterdam

    Datum 21 december 1999
    Onderdeel directie Politie
    Inlichtingen: Mesu
    T (070) 426 6467
    F (070) 426 7441

     

    Onderwerp WOB-verzoek inzake centraal informatiepunt milieuactivisten en CICI.

    Geachte heer Timmerman,

    U stuurde mij een verzoek in het kader van de Wet openbaarheid van bestuur terzake van de opzet van een centraal informatiepunt over milieuactivisten en het Centraal Informatie- en Coördinatiepunt Infrastructurele Projecten (afgekort als CICI). In vervolg op mijn brief van 1 december jl. (EA99/98759) ga ik bij deze in op uw verzoek. U hebt een gelijkluidend WOB-verzoek gericht aan het regionale politiekorps Gelderland-Zuid.

    Ik deel u mee dat ik op de hoogte ben van het bestaan en de activiteiten van het CICI, maar dat mij van de opzet van een afzonderlijk centraal informatiepunt over milieuactivisten niets bekend is.

    U vraagt concreet om zeven categorieën documenten. Ik beschik alleen over enige documenten betreffende voorbereidende werkzaamheden met betrekking tot het opzetten van het CICI. Bijgaand treft u mijn brief aan de dato 14 december jl. (EA99/U96065) die gericht is aan het regionale politiekorps Gelderland-Zuid. Deze brief behelst een toekenning van subsidie voor het starten en functioneren van het CICI. De correspondentie die het genoemde politiekorps aan mij heeft gericht zal dit korps aan u toesturen.

    Ik verwacht u hiermee naar voldoening te hebben geïnformeerd.

    Hoogachtend,

    DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES,

    voor deze,

    de secretaris-generaal,

    W. J. Kuijken


    2. Brief van Binnenlandse Zaken aan politie Nijmegen, akkoord subsidie-verzoek CICI, incl.begroting


    Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

    Aan:
    De korpschef van het regionale politiekorps Gelderland-Zuid
    Mr B. Poelert
    Postbus 9109
    6500 HL Nijmegen

    Van:
    Onderdeel DGOV directie Politie
    Inlichtingen: Mesu
    T (070) 426 6467
    14 december 1999

    Onderwerp: Centraal Informatie- en Coördinatiepunt Infrastructurele Projecten

     

    Geachte heer Poelert,

    U hebt mij een voorstel gedaan voor de op zet en financiering van een Centraal Informatie- en Coördinatiepunt Infrastructurele Projecten (CICI). Dit voorstel hebt u met de directeur Politie in verkennende zin besproken op 30 juni jl. Vervolgens hebt u het voorstel in de vorm van een werkplan besproken met het hoofd van de afdeling Bestuurlijke en Juridische Zaken van de directie Politie op 16 november 1999.

    Ik stem in met het werkplan (zoals vastgelegd in de vierde versie, de dato 16 november 1999 en het bijbehorende financieel overzicht de ‘ dato 8 november 1999). Gezien het belang van bovenregionale samenwerking op het genoemde terrein ben ik bereid een subsidie te verlenen ten behoeve van de vorming van een CICI conform de opzet van het werkplan. Voorwaarde die ik hierbij stel is dat de directie Politie van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) vertegenwoordigd wordt in het landelijk platform dat het CICI begeleidt. Verder ga ik ervan uit dat BZK eens per kwartaal een voortgangsrapportage ontvangt.

    De hoogte van de subsidie stel ik vast op f 384.030,- jaarlijks in de jaren 2000 en 2001. Dit betreft in hoofdzaak personele kosten. Hiernaast neem ik eenmalig fl 25.322,50,= voor mijn rekening voor aanloopkosten. Bij de aanschaf van (roerende) zaken zoals kantoormeubilair, computerapparatuur en telefoons ben ik ervan uitgegaan dat deze over een langere termijn dan twee jaar zullen worden afgeschreven, zodat ze nadien gebruikt zullen worden door uw korps. Ik ben bereid hiervan de helft te vergoeden. Zoals eerder mondeling afgesproken blijven huisvestingskosten voor uw rekening. Een specificatie van mijn bijdrage treft u bijgaand aan.

    U kunt een factuur sturen naar:

    Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
    Directie Politie
    T.a.v. Mw. M. Gobert
    Postbus 20011
    2500 EA Den Haag

    Ik verwacht dat u ernaar streeft de werkzaamheden van het CICI zodanig in te richten dat na 2001 de taken kunnen worden overgenomen door de reguliere politieorganisatie.

    Ik wens u veel succes toe met het werk van het CICI.

    Hoogachtend,

    DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES,
    voor deze,
    de wnd. directeur Politie,

    J.C. Goet

    Een ieder wiens belang rechtstreeks bij dit besluit betrokken is, kan tegen deze beslissing binnen zes weken na de dag van verzending van het besluit bezwaar maken. Het maken van bezwaar gebeurt door het indienen van een bezwaarschrift bij de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (Directie Politie/Afdeling BJZ), Postbus 20011, 2500 EA Den Haag. Het bezwaarschrift moet op grond van artikel 6:5 van de Algemene wet bestuursrecht zijn ondertekend en bevat ten minste de naam en het adres van de indiener, de dagtekening, een omschrijving van het .besluit waartegen het bezwaar is gericht en de gronden waarop het bezwaarschrift rust. Zo mogelijk wordt een kopie van het bestreden besluit bijgevoegd.

     


    Bijdrage ministerie van BZK
    t.b.v. Centraal informatie- en Coördinatiepunt Infrastructurele Projecten;

    Overzicht 23 november 1999.

    Jaarlijks Eenmalig
    Salarissen chef (0,5) 62.500
    analist 88.000
    informatierechercheur 88.000
    adm. Kracht 35.000
    overuren etc. 9.000
    reis-/verblijfskosten 5.000
    opleidingen 5.000
    meubilair 12.000
    lease-auto’s 35.520
    brandstof 6.000
    automatisering 5.000 12.500
    telefoonverbindingen 8.460
    autotelefoons; aanschaf 822,50
    abonnement en gesprekskosten 7.050
    bureaubehoeften 5.000
    boeken etc. 1.500
    vergaderkosten 1.000
    representatie 1.000
    voorlichting 1.000
    geheime uitgaven 20.000
    Totaal f 384.030 f 25.322,50


    3. Brief van Nijmeegse politie over WOB-verzoek


    Politie Gelderland-Zuid
    Postbus 9109
    6500 HL Nijmegen
    Telefoon: 024- 3276281
    Fax: 024- 3226489
    Bezoekadres: Stieltjesstraat 1

    Korpsonderdeel: Divisie COZ RID
    Behandeld door: H.M.O.

    Aan:
    de heer E.Timmermans
    Buro Jansen en Janssen
    Postbus 10591
    1001 EN Amsterdam

    Datum: 15 december

    Onderwerp: WOB verzoek betreffende CICI

    Bijlagen: vier

    Geachte heer, mevrouw,

    In antwoord op Uw verzoek, gedaan in het kader van de Weg Openbaarheid van Bestuur, betreffende het opzetten van het Centraal Informatie- en Coördinatiepunt Infrastructurele Projecten, kan ik U berichten dat er op dit moment sprake is van de oprichting van een dergelijk project.

    De door U gestelde vragen zal ik in algemene zin beantwoorden en voeg daarbij de relevante stukken.

    Het initiatief tot oprichting van het CICI project is ontstaan tijdens een bijeenkomst van enige leden van de Raad van Hoofdcommissarissen op 31 maart 1999. Gesproken is over samenwerking tussen korpsen waar sprake is van verzet tegen grote infrastructurele projecten.

    Een brief over een landelijke aanpak heb ik op 5 juli 1999 gestuurd aan het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Een kopie treft U aan. Vervolgens is over de oprichting van een dergelijk project en het concept werkplan oriënterend gesproken tijdens reguliere overlegstructuren. Als vervolg op het eerder aangehaald schrijven van 5 juli jl. is een werkplan gemaakt dat is aangeboden en besproken op het Ministerie van BZK. Dit werkplan wordt als bijlage bijgevoegd, evenals de in het werkplan genoemde actielijst. Het Ministerie van BZK heeft vanaf 1 januari 2000 financiën voor het project beschikbaar gesteld. Van het Ministerie vernam ik dat zij U een overzicht van de beschikbare financiën zullen toezenden.

    Op dit moment wordt gezocht binnen politieregio’s naar geschikte medewerkers voor het team. Er wordt naar gestreefd het team medio januari 2000 operationeel te hebben. Een ontwerp privacyreglement is op dit moment nog in bespreking.

    Antwoorden op vragen als taakopdracht en werkplan en dergelijke vindt U in de bijgevoegde stukken.

    Ervan uitgaande U naar behoren te hebben geinformeerd teken ik,

    Hoogachtend,

    Namens korpschef van Gelderland Zuid
    Hoofd Divisie Centrale Operationele Zaken

    G.J. Veldhuis


    4. Brief van Politie Nijmegen aan Binnenlandse zaken, officieel verzoek om akkoord start CICI


    Politie Gelderland-Zuid
    Postbus 9109
    6500 HL Nijmegen
    Telefoon (024) 327 60 00
    Fax (024) 327 66 66
    Bezoekadres Stieltjesstraat 1

    Aan:
    Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
    Directie Politie
    t.a.v. Mr. J. Vrolijk
    Postbus 20011
    2500 EA ‘S-GRAVENHAGE

    Korpsonderdeel: Korpsstaf Secretariaat
    Behandeld door: I. Mol
    Doorkiesnummer: 024-3276012

    Datum 5 juli 1999

    Onderwerp Openbare orde infrastructurele werken

    Geachte heer Vrolijk,

    Zoals mondeling met u besproken 30 juni j.l., deel ik u het navolgende mede rondom bovengenoemd,onderwerp.

    Inleiding.

    In Nederland staan we aan de vooravond van de aanleg van enkele grote infrastructurele werken. De HSL-lijn, de Betuwelijn en de uitbreiding van Schiphol zijn daarvan de belangrijkste.

    Het zijn opvallende projecten, die van grote invloed zijn op ons land. Volgens velen is het een aantasting van ons milieu en daarom blijven de projecten zeer omstreden.

    In enkele landen (Engeland, Japan etc.) is ervaring opgedaan met de aanleg van deze grote omstreden projecten. In enkele gevallen hebben zeer actieve groeperingen zich zeer ingespannen om tot grote verhinderingen c.q. vertragingen te komen bij de aanleg. Hierbij zijn nieuwe methoden gebruikt, naast de vele juridische procedures.

    De groeperingen zijn doorgaans zeer goed georganiseerd. Zij werken in principe geweldloos en proberen de lokale bevolking voor zich te winnen. Zij vestigen zich in gebouwen, waaronder woningen, die aangekocht zijn om de werken te kunnen aanleggen.

    Zij hebben een zeer effectieve techniek ontwikkeld, om het de uitvoerders zeer moeilijk te maken om aan de slag te gaan. Zij ketenen zich vast hoog in bomen, zij graven zich in een ingewikkeld net van ondergrondse gangen. Hierop zijn veel varianten denkbaar. Het gaat er om, dat zij veel publiciteit halen, sympathie verkrijgen omdat ze geen geweld gebruiken en zij voorkomen dat grondwerken plaats kunnen vinden. Zij zitten ver onder de grond en met de bijbehorende publiciteit is dit een effectieve blokkade. In Engeland hebben zich deze fenomenen fors voorgedaan. De Engelse politie heeft zich sterk geprofessionaliseerd op het gebied van informatie-inwinning en preventie, doch maakt gebruik van private organisaties om de actievoerders te verwijderen. Er is daarvoor een internationale private organisatie, die opgeleide klimmers en speleologen heeft, die de mensen namens de overheid kunnen verwijderen.

    Al enige tijd hebben enkele politiekorpsen interesse en kennis van deze acties (Kennemerland en Gelderland-Zuid) en anticiperen hierop.

    Situatie in Nederland.

    De aanleg van de HSL-lijn en zeker die van de Betuwelijn is zeer omstreden. Niet alleen is er werk van actievoerders te verwachten, maar ook van de lokale bevolking. Preparatie vanuit de politie in het belang van de openbare orde, is dan ook van groot belang.

    Dit klemt te meer, nu in de politieregio Gelderland-Zuid zich signalen voordoen, die erop kunnen wijzen dat ook bij genoemde infrastructurele werken acties zullen komen. Zo zijn er diverse woningen, die recent aangekocht. zijn door de N.S., gekraakt op het Betuwetraject door actievoerders. Zij zijn bezig een goede relatie op te bouwen met de lokale bevolking en er zijn signalen dat men aan het graven is. (De vraag is of dit op dezelfde wijze mogelijk is als in Enge land; onze grondstructuur leent zich er nauwelijks voor.)

    Na overleg met de BVD is gebleken dat actievoerders zich gedeeltelijk laten leiden door activiteiten van actievoerders in het buitenland, waaronder Engeland.

    Hoewel alles zich in een zeer vroeg stadium bevindt, is er voldoende aanleiding om gericht actie op landelijk niveau te ondernemen.

    Start van de aanpak.

    Als start van de aanpak is er een vergadering georganiseerd, op initiatief van de korpschef Gelderland-Zuid en voorgezeten door de heer E. van Hoorn, korpschef Brabant-Noord, in zijn hoedanigheid van portefeuillehouder RID.

    Deze vergadering vond plaats op 31 maart 1999. De vergadering werd bijgewoond door de korpschefs van korpsen, waar één van de grote infrastructurele werken doorheen gaat. Dit zijn, naast Gelderland-Zuid, Gelderland-Midden, Noord- en Oost-Gelderland (noordtak Betuwelijn), Zuid-Holland-Zuid, Rotterdam-Rijnmond (Betuwelijn), Kennemerland, Hollands-Midden: en, Midden- WestBrabant (HSL). Tevens waren aanwezig de directeur van de BVD, drs. E. Akerboom met een teamleider en de directeur van het LSOP, omdat de totale politiële aanpak aan de repressieve kant een grote mate van scholing van politiemensen, waaronder M.E., vraagt. Tevens was als deskundige aanwezig de heer H. Oolbekkink, chef RID te Nijmegen.

    Door twee politiemensen uit Engeland is met lezingen en videobeelden een indruk gegeven van de situatie zoals in de inleiding vertaald. Nadrukkelijk werd gesteld dat:

    • De goed georganiseerde actievoerders de aanleg met jaren konden vertragen;
    • De aanlegkosten extreem omhoog gingen;
    • De betrokken politiekosten (b.v. Thames Valley Police) qua bedrijfsvoering alle accent op de acties moest leggen.

    Door de BVD werd een presentatie verzorgd over milieuactivisme met een visie op de toekomst, speciaal gericht op acties tegen de Betuwelijn. Ook is er ten behoeve van de aanwezigen en alle overige korpschefs een analyse overhandigd.

    Uitvoerig werd stilgestaan bij het belang van informatie-inwinning en analyse, om goed te weten wat er gebeurt en om preventie te kunnen toepassen.

    In de vergadering werd unaniem gevonden dat er op landelijk niveau, actie geboden is. Een landelijke aanpak is, gezien de veelheid van regio’s en de (inter)nationale organisatiegraad van de actievoerders, geboden. Tevens werd vastgesteld dat het beleid sterk georiënteerd zal moeten zijn op informatie-uitwisseling en preventie. Tenslotte werd vastgesteld dat de korpsphef van de regio Gelderland-Zuid, tezamen met de heer E. van Hoorn van de Raad van Hoofdcommissarissen (RvHC), met voorstellen zullen komen voor de aanpak.

    Aanpak.

    Gezien vorenstaande worden de volgende acties geadviseerd:

    1.
    Te komen tot een landelijk, gestructureerd overleg, waarbij periodiek de stand van zaken wordt opgemaakt op een niveau, dichtbij de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). Mogelijk kan de DG OOV dit periodiek overleg voeren en gedegen geïnformeerd worden over de situatie. Aan dit landelijk platform doen naast de DG OOV mee, een directeur van de BVD, een directeur van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat, de portefeuillehouder van de RvHC, de heer E. van Hoorn en de korpschef van Gelderland-Zuid.

    Dit overleg dient in het najaar van start te gaan en kent een frequentie die overeenkomt met de ontwikkeling in het actieveld, Het platform wordt ontbonden, zodra blijkt dat de genoemde problematiek zich niet doorzet.

    2.
    De Divisiechef van Gelderland-Zuid, G. Veldhuis CvP, wordt belast met het maken van een regieplan om alle mogelijke vormen van aanpak in beeld te brengen. Dit zijn maatregelen op het gebied van met name preventie, maar ook preparatie en tenslotte repressie.

    De divisiechef is actief onder de verantwoordelijkheid van de portefeuillehouder van de RvHC, de heer E. van Hoorn.

    3.
    De Divisiechef stelt het plan van, aanpak op in nauwkeurig overleg met,’ BZK/BVD, de Nederlandse Spoorwegen en het Ministerie van Verkeer en Waterstaat.

    In het plan van aanpak zal tevens aandacht worden geschonken aan o.a.: het organiseren van het landelijk inwinnen, verzamelen, verwerken, bewerken en analyseren van relevante informatie. Het opzetten van een coördinatiepunt kan daarbij één van de opties zijn. Indien voor zo’n coördinatiepunt wordt gekozen, kan dit in het ~ korps Gelderland-Zuid worden ondergebracht.

    De regio Gelderland-Zuid is bereid een substantiële inspanning ten behoeve van deze landelijke ontwikkeling te leveren. De kosten ten behoeve hiervan (inclusief de eérste fase/aanzet voor verzamelen en coördineren) worden geschat op ongeveer f 60.000,–.

    Conform afspraak zal het plan van aanpak de onderlegger zijn voor onze vervolgdiscussie, waarvan ik verwacht dat deze eind september, begin oktober 1999 zal plaatsvinden.

    Het begin “go or no go” zou dan moeten worden gegeven, omdat tijdverlies nadelig is voor het tijdig verkrijgen van overzicht, inzicht en doorzicht in de mogelijke acties tegen het realiseren van grote infrastructurele werken en waartegen openbare orde maatregelen (mogelijk) moeten worden genomen.

    Hoogachtend,

    Mr. B. Poelert

    Korpschef

    Afschrift aan:
    Hoofddirecteur Binnenlandse Veiligheidsdienst, de heer S.J. van Huist c.q. directeur drs. E. Akerboom;
    Portefeuillehouder Raad van Hoofdcommissarissen, de heer E. van Hoóm, ‘s-Hertogenbosch;
    Directeur LSOP, de heer P. IJzerman.


    5. Plan van Aanpak van Nijmeegse politie voor CICI


    6e versie Algemene Aanpak Infrastructurele Projecten

    Werkplan Centraal Informatie- en Coördinatiepunt

    Inleiding

    Dit werkplan is het uitvloeisel van het initiatief van de korpschef van de regiopolitie Geldierland-Zuid om te komen tot samenwerking tussen politiekorpsen ten behoeve van de informatievergaring ‘en coördinatie van politieactiviteiten in het belang van de handhaving van de openbare orde rond de bouw van grote infrastructurele projecten in Nederland.
    De aanzet daartoe is gegeven in een verkennend gesprek met de directeur politie van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties op 30 juni 1999.
    Op 31 Maart 1999 is in de vergadering van de Raad van Hoofdcommissarissen onder voorzitterschap van de portefeuillehouder inlichtingendiensten in de Raad, de heer E. van Hoorn, het principebesluit genomen dat de meest betrokken regionale politiekorpsen een samenwerkingsverband aangaan.1) De onderbouwing van de noodzaak voor deze samenwerking is beschreven in de brief van 8 juli 1999, kenmerk 2507199, van de korpschef van de regiopolitie Gelderland-Zuid, gericht aan het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

    In de maanden juni tot en met oktober 199 is de opportuniteit van de aandacht van de politie – en met name de regionale inlichtingendiensten – voor in het bijzonder de ontwikkelingen rond de Betuwelijn toegenomen. Daartoe dient te worden gewezen op het besluit van de minister van Verkeer en Waterstaat om vanwege financiële redenen af te zien van, de aanleg van de Noordtak. Bestuurlijk gezien heeft dit geleid tot een opleving van de discussie over de vraag of het hele project nog wel door moet gaan. Parallel daaraan was verlevendiging te zien van de activiteiten van alle geledingen van de milieubeweging, zowel in parlementaire als in buitenparlementaire zin. Een overzicht van acties en protesten is bij dit werkplan gevoegd.

    Op 25 oktober vond in de Tweede Kamer, een hoorzitting plaats waar vertegenwoordigers van, zes provincies en verschillende gemeentes het woord hebben gevoerd en waar zij pleitten voor het laten doorgaan van de Noordtak van de Betuwelijn. Ook waren verschillende actiegroepen uitgenodigd het woord te voeren. De staatssecretaris van de deelstaat Noordrijn-Westfalen verklaarde dat de Duitse overheid alsnog vasthield ‘aan de aanleg van de Noordtak van de Betuwelijn.
    Op 28 oktober volgde een plenair debat in de Tweede Kamer waarin de Minister is gevraagd eerst een grondige studie te laten verrichten naar de gevolgen van het niet doorgaan van de Betuwelijn.

    In de afgelopen maanden is een aantal politiekorpsen van start gegaan met de hierboven bedoelde samenwerking. De aanleiding daartoe lag in de noodzakelijke operationele aandacht voor! een aantal acties tegen de komst van de Betuwelijn. Er is veel contact geweest met de burgemeesters van de gemeenten waar deze acties plaats hadden. Er is daarnaast al een bottom-up contact ontstaan met de bouwcombinatie NS-VWS-bouwondernemingen teneinde vooral preventief in te spelen op de acties welke door de milieuactivisten waren gepland. Terzijde kan worden vermeld dat het stilleggen van bouwactiviteiten door een actie bij het Sophiatrace waardoor de werkzaamheden daar voor een dag werden stilgelegd, een schade van fl. 200.000, – opleverde, volgens opgave van de projectleiding Betuweroute.

    Ter inleiding dient tenslotte nog te worden opgemerkt dat de afgelopen maanden laten zien dat het internationale aspect van de activiteiten van de milieubeweging in belang toeneemt. In Duitsland hebben milieuorganisaties en bewonersgroepen in Noordrijn-Westfalen aangekondigd zich te zullen verzetten tegen de aanleg van de spoorlijn.
    De al bestaande netwerken en informatie-overdracht lijkt zich te intensiveren. Daarbij kan worden vermeld dat op initiatief van de Engelse politie, regio Staffordshire wordt gewerkt aan coördinatie van het politiewerk te dien aanzien. Dat gebeurt onder de vlag van de Europese Unie.

    Doelstellingen van de samenwerking

    De bovenregionale samenwerking dient de volgende doelen:

    • De politie treedt op als een concern in de richting van private en publiekprivate actoren welke betrokken zijn bij de aanleg van de projecten.
    • De politie informeert en adviseert middels inlichtingen analyses ten behoeve van haar beleidsbepaling in een zo vroeg mogelijk stadium het bevoegd gezag en over de te nemen maatregelen in termen van preparatie, preventie en waar nodig repressie.
    • De politie heeft in een zo vroeg mogelijk stadium zicht op activiteiten en ontwikkelingen rond grote infrastructurele projecten welke een impact hebben of kunnen gaan hebben op de openbare orde.

    Deze doelstellingen zijn abstract geformuleerd en naar hun aard nauwelijks te kwantificeren en te meten. Hier zij opgemerkt dat dit inherent is aan inlichtingenwerk.

    Aanpak

    Om de doelstellingen te halen worden de volgende taken uitgevoerd:

    • Het inwinnen van informatie over groepen en organisaties die tot doel hebben de aanleg van infrastructurele projecten te verhinderen dan wel te bemoeilijken.
    • Het samenbrengen van de informatie uit de verschillende korpsen naar het samenwerkingsverband zodat vanuit de concerngedachte optimaal rendement kan worden geput uit de voorhanden zijnde informatie.
    • Het bewerken en analyseren van de informatie door deskundige medewerkers en het opsporen en uitzetten van lacunes in de informatie.
    • Het exploiteren van informatie via de in de samenwerking betrokken korpsen. De bestaande verantwoordelijkheden van lokale regionale inlichtingendiensten, lijnchefs in de regionale politiekorpsen en burgemeesters blijven gehandhaafd.
    • Het namens de samenwerkende korpsen aangaan en onderhouden van contacten met bij de bouw van grote infrastructurele werken betrokken private en publieke actoren. De politie zorgt ervoor dat opgetreden wordt vanuit de concerngedachte met een loket.
    • Het voortdurend inventariseren en evalueren van actiemethodes. De informatie daarover wordt doorgegeven aan het LSOP ter opleiding en oefening van specialistische politie-eenheden zoals de M.E.

    Juridisch kader en samenwerking met de Binnenlandse Veiligheidsdienst

    Alle activiteiten van de politie worden uitgevoerd naar de letter en de geest van de standpuntbepaling inzake informatie-inwinning door de politie ten behoeve van de handhaving van de openbare orde welke is vervat in een brief van de ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal d.d. 5 oktober 1999, kenmerk EA99/U87264 en de handreiking welke de Minister van BZK en Justitie binnenkort aan de korpsen zullen sturen.

    Met vertegenwoordigers van de Binnenlandse Veiligheidsdienst is overeengekomen dat de informatieuitwisseling tussen het centraal informatie- en coördinatiepunt en de BVD zal verlopen via een liaisonfunctionaris, die geen onderdeel zal zijn van het samenwerkingsverband. De bemoeienis van de BVD is immers beperkt tot de mogelijkheden en beperkingen die de Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten aan de samenwerking met de politie ook op dit terrein aan de partners toedelen.

    Organisatie en werkwijze

    Om de doelstellingen te kunnen bereiken en de taken daartoe te kunnen uitvoeren zal er een bovenregionaal samenwerkingsverband op basis van dit werkplan voor de duur van twee jaar, ingaande 1 januari 2000, worden georganiseerd, met een eventuele verlenging, indien daar behoefte aan is. Dit samenwerkingsverband zal worden aangeduid als centraal informatie en coördinatiepunt infrastructurele projecten, kortweg CICI.

    Het CICI valt onder de beheersverantwoordelijkheid van de korpsbeheerder van de regiopolitie Gelderland-Zuid Conform de beleids- en verantwoordingsstructuren van dit korps worden viermaandelijkse managementrapportages vervaardigd welke tevens kunnen dienen voor bespreking in een landelijk platform zoals voorgesteld in de eerder vermelde brief van de korpschef van de regiopolitie Gelderland-Zuid d.d. 8 juli 1999. In deze brief wordt de suggestie gedaan dit platform te laten bestaan uit vertegenwoordigers van betrokken ministeries, de Raad van Hoofdcommissarissen en de BVD ten behoeve van het informeren van de Minister van BZK.

    Het CICI valt in de lijn onder de korpschef van de regiopolitie Gelderland Zuid, die zich voor de operationele verantwoordelijkheden bedient van de divisiechef van de regiopolitie Gelderland-Zuid. De adviescommissie inlichtingendiensten, onder voorzitterschap van de heer E. van Hoorn, korpschef van de regio Brabant Noord, heeft zich uitgesproken een adviesfunctie voor het Cici te zullen vervullen ten aanzien van het te voeren beleid. Het CICI zal bestaan uit:

    • Een operationele chef De regiopolitie Gelderland-Zuid stelt daartoe het hoofd RID van haar korps beschikbaar.
    • Een bewerker/analist.
    • Een administratief medewerker.
    • Meerdere informatierechercheurs welke worden geleverd door de regiokorpsen die betrokken zijn bij de noodzaak tot samenwerking.

    Alle medewerkers vallen onder het regiem van artikel 18 WIV. De medewerkers van het CICI vallen rechtspositioneel onder de detacheringsbepalingen van het BARP.

    De uitdaging voor de korpsen is vooral gelegen in de wil om informatierechercheurs voor het CICI ter beschikking te stellen. Daartoe zal na goedkeuring van dit werkplan voortdurend op basis van het operationele werkaanbod overleg met betrokken korpsen worden gevoerd. De valkuil is een eventueel gebrek aan wil of mogelijkheid om menskracht voor het CICI beschikbaar te stellen. Indien dat het geval mocht blijken te zijn zal dat gemeld -kvorden aan de Minister van BZK na bespreking van dit ‘feit in de RHC.

    Finaciën

    De samenwerkende regionale politiekorpsen zullen het samenwerkingsverband vanuit hun eigen regio ondersteunen.

    Van het Ministerie van BZK wordt gevraagd de personele kosten te dragen van de operationele chef voor 50 procent een bewerker/analist een administratieve kracht een informatierechercheur.

    Een begroting daartoe voor de jaren 2000 en 2001 is bij dit werkplan gevoegd.

    1) regio’s Rotterdam- Rijnmond, Zuid – Holland Zuid, Gelderland -Midden, Gelderland -Zuid, Noord en Oost Gelderland, Twente, Midden – en West – Brabant en Hollands Midden, Kennemerland.


    6.


    Acties

    April 1998 Kraakactie boerderij Ressen door Groen Front tegen de aanleg van de Betuwelijn. Pand is nog steeds in gebruik. Hier wordt regelmatig vergaderd.

    Op 9 december 1998 werd er op de Waalkade en op de spoorbrug te Nijmegen actie gevoerd tegen de Betuwelijn door verschillende groepen. (Zowel bewoners als milieu-actiegroepen.)

    Op 29 januari 1999 werd een voormalig Ascot-terrein in Meteren gekraakt door leden van Groen Front. Zij hebben hier een permanent actiekamp tegen de aanleg van de Betuwelijn gevestigd. Is nog steeds bewoond en van daar uit wordt regelmatig een actie georganiseerd .

    Op 15 februari 1999 werden in de gemeente Andelst-Zetten door Groen Front drie panden gekraakt. Ook deze panden liggen op de route van de Betuwelijn. Ook deze panden zijn nog steeds bewoond en in gebruik.

    Op 15 februari 1999 een bezettingsactie op het NS Rail-infrabeheer kantoor in Utrecht. Actie door dertig leden van Groen Front tegen de aanleg van de Betuwelijn.

    Op 15 februari 1999 werd door Groen Front een woning gekraakt op het traject in Vuuren. Werd door de eigenaar middels een knokploeg ook weer ontruimd.

    Begin februari – maart; verschillende pogingen panden te bezetten in de gemeenten Bemmel en Eist. Panden zijn direct daarop ontruimd.

    Op 2 april 1999 werden in Meteren diverse vernielingen gepleegd aan graafmachines en schaftketen welke gebruikt worden voor de aanleg van de Betuwelijn.

    Op 27 juni 1999 werd in Den Haag een grote snelwegbezetting georganiseerd tegen het groeiende autoverkeer en de daarbij horende uitbreidende infrastructuur.

    In juli 1999 werd er verschillende keren een bezettingsactie gehouden in een natuurgebied in Pannerden . Ook weer door Groen Front, met sympathie van buurtbewoners –

    Van 12 tot en met 18 september 1999 werd vanuit het actiekamp Andelst- Zetten een aktieweek georganiseerd.

    Deze week leidde o.a. tot;
    13 september bezetting NS kantoor te Tiel
    14 september de bezetting van een bouwplaats te Papendrecht
    Later bleek dat de schade van de dag dat er niet gewerkt kon worden fl. 2.00.000,- bedraagt.
    16 september verstoring van een congres over infrastructurele werken in Noordwijk. Kortsluiting, chaos en er werd met taarten gegooid.
    18 september spoorlijn bezetting in de gemeente Velp. Groen Front samen met een honderdtal buurtbewoners.

    Op 29 september 1999 werd voor de tweede maal het bouwterrein in Papendrecht bezet. Actievoerders van Groen Front bezetten het terrein en klommen in machines.

    Op 5 oktober 1999 werd aangifte gedaan van vernieling van een kast met data-communicatie bij een spoorwegovergang in de gemeente Eist. Hierbij werd een printplaat welke de wisselverwarming in werking stelt, ontvreemd.

    Op 7 oktober 1999 werd bij een grootschalige rampenoefening in de Nijmeegse Spoorkuil een spandoek actie gehouden tegen de mogelijke gevolgen van de Zuidtak van de Betuwelijn. Deze actie was georganiseerd door de Vereniging Milieudefensie Nijmegen.

    Op 12 oktober 1999 werd er in Nijmegen en in Slijk Ewijk een grote vergadering georganiseerd door verschillende milieubewegingen. Deze vergaderingen gaven voorlichting over de gevolgen van de Betuwelijn, de Zuidtak, het container uitwisselpunt bij Valburg etc. Op deze vergaderingen werd ook gesproken over de acties op 24 oktober. Zie onder.

    Op vrijdag 15 oktober 1999 werd in de gemeente Oosterhout een boerderij gekraakt. De krakers onderhouden nauwe contacten met de bewoners van de gekraakte panden in Andelst/Zetten. De boerderij in Oosterhout is gekraakt omdat die moet wijken voor een Recreatieplas die aangelegd gaat worden als onderdeel van de Waalsprongplannen. De krakers vinden dat er niet nog meer schone Betuwe mag verdwijnen.

    Op 24 oktober is op 10 verschillende plaatsen in Nederland actie gevoerd tegen de Betuwelijn. Onder de noemer van Groene Herfst heeft de vereniging Milieudefensie acties en manifestaties georganiseerd onder ander in; Groessen, Slijk Ewijk, Rotterdam, Amsterdam, Deift, Haren en Leiden.

    Op 22 oktober is in Nijmegen door de Vereniging Milieudefensie Nijmegen een protestbijeenkomst georganiseerd op het Stationsplein . Hierbij werd aandacht gevraagd voor de problematiek van de Betuwelijn middels spandoeken, folders, treinlawaai en kraampjes.

    Het is bij de RID bekend geworden dat men bij de verschillende gekraakte panden langs de Betuwelijn bezig is met het graven van tunnels onder de panden en onder de tuinen, en dat men bezig is de panden van binnen uit te barricaderen.