Algemeen Dagblad 08/06/2000
WOUT SMIT
VIJFTIEN JAAR GELEDEN is de Rotterdamse scheepsbeschieter A. van Oeveren (55) volledig arbeidsongeschikt verklaard. Sindsdien is hij afhankelijk van een WAO-uitkering. In de administratie van GAK Nederland, dat de uitkering regelt, is hij dus geen onbekende.
Elk jaar vraagt het GAK hem of er in zijn situatie iets is veranderd. Op basis daarvan beslist het of de uitkering wordt voortgezet.
Vorige week kreeg Van Oeveren een oproep van het GAK. Of hij eerdaags maar op het spreekuur wil verschijnen. Zijn eerste herkeuring in 15 jaar!
Van Oeveren schrok niet van de oproep. ,,Rechten en plichten horen bij elkaar”, zegt hij. Wat hem wel kwetste, waren de eisen die het GAK stelt om er zeker van te zijn dat het met de ware Van Oeveren te doen heeft.
Zo wordt van verzekerden geëist dat zij een geldig identiteitsbewijs meenemen, zoals een paspoort, toeristenkaart of Europese identiteitskaart. Het rijbewijs voldoet voor het GAK niet als geldig identiteitsbewijs.
En dan volgt de waarschuwing: `Indien u geen geldig identiteitsbewijs kunt tonen, kan het onderzoek niet plaatsvinden en kan geen beoordeling omtrent uw arbeidsongeschiktheid volgen, waardoor het recht op eventuele uitkering niet wordt vastgesteld of waardoor dit zal leiden tot een maatregel in de vorm van een korting op uw uitkering’.
Van Oeveren: ,,Zo behandel je mensen toch niet? Alsof ik een oplichter ben. Van het karige inkomen dat ik heb, kan ik niet met vakantie. Daarom heb ik geen paspoort. Ik heb wel een rijbewijs. Tot nu toe kan ik daarmee overal terecht. Zou ik me nu op kosten moeten laten jagen om een Europese identiteitskaart aan te schaffen? Dat geld betekent een week eten voor mij.”
Volgens de Wet op de Identificatieplicht geldt het rijbewijs wel als een ID-bewijs, maar niet in alle gevallen, omdat de nationaliteit er niet op staat vermeld. Maar zou het GAK zou zich van zo’n kleinzielige kant willen laten zien dat het koste wat kost vasthoudt aan zijn legitimatie-eisen?
De identificatieplicht is in 1994 niet zonder slag of stoot van kracht geworden. Nog steeds hebben mensen, vooral oudere, er moeite mee dat hun een identiteitsbewijs wordt opgedrongen. Zo zijn er die, doordat ze geen geldig document hebben waarmee ze kunnen aantonen wie ze zijn, (bijzonder) bijstand mislopen. Dat is schrijnend. De wet is weliswaar bedoeld om fraude en criminaliteit te voorkomen, maar rechtvaardigt dat echt zo’n bureaucratische aanpak?