Kleintje Muurkrant 15/12/2000
De invoering van het nieuwe fraudebestendige paspoort loopt opnieuw vertraging op. In plaats van 1 april wordt dat 1 oktober, en dit is nu eens geen grap. Terwijl Nederland zich verder ontwikkelt in de richting van een controlestaat draait de spindoctorsdemocratie op volle toeren. Biometrische identiteitsbewijzen zijn een service aan de burger en minister van Boxtel laat weten dat het niet de bedoeling is om de identificatieplicht voor de burger aan te scherpen. De hoogste tijd dus voor een kritische beschouwing en een kleine terugblik.
door Johan van Someren
Een paspoort met een chip die informatie kan uitzenden, dat wordt helemaal de toekomst volgens de paspoortproducent Johan Enschedé. Het is één van de technische snufjes die te zien waren op de afgelopen ‘Chipcard Expo’ in DenHaag. De chip zal worden gebruikt om biometrische kenmerken in op te slaan (zie tevens het artikel “big brothers chipkaart” uit Kleintje nummer 348). Dat deze chip een signaal kan uitzenden heeft een bedoeling; een paspoort is een boekje dat ruimte moet bieden voor visastempels en kan dus niet in een cardlezer worden ingevoerd. Men kiest dus voor een chip die geactiveerd wordt zodra het paspoort in de buurt van een, voor dit doel bestemd krachtveld wordt gehouden of op een plaat wordt gelegd voor identificatie. Geen identificatie maar verificatie zeggen deskundigen. Het verschil is dat men zich in het eerste geval moet identificeren, in het andere geval gaat het om de vraag “hoort dit ID-bewijs of deze kaart bij deze persoon?” een academische kwestie dus, er is alleen verschil als bijvoorbeeld biometrie anoniem wordt toegepast.
databanken
Ondertussen kampt het project nieuwe generatie reisdocumenten opnieuw met vertraging, en wel op een cruciaal onderdeel van de beveiligingsapparatuur. Het nieuwe paspoort zal voortaan niet meer op het gemeentehuis worden ingevuld maar op een centraal punt worden aangemaakt. De persoonsgegevens inclusief digitale pasfoto zullen elektronisch naar de paspoortcentrale worden verzonden en ter plaatse worden ingebrand. Diezelfde gegevens plus digitale foto worden opgeslagen in een gemeentelijke databank. Bij verlies kan dan binnen 24 uur een nieuw paspoort geleverd worden. Het digitaliseren van pasfoto’s begint een alledaags verschijnsel te worden zonder dat daar veel aandacht aan wordt besteed. Op vragen hieromtrent heeft de Registratiekamer laten weten dat dit voor het paspoort is toegestaan, mits alleen voor dit doel gebruikt. Een pasfoto is een gevoelig persoonsgegeven dat zorgvuldig behandeld moet worden omdat er raskenmerken uit kunnen worden afgeleid. Eenzelfde argument geldt voor biometrie, in het bijzonder voor het scannen van het oog; in dat geval zouden er ook conclusies kunnen worden getrokken omtrent iemands gezondheids- of gemoedstoestand. De opname van een chip is gepland voor 2003. De projectgroep heeft een voorkeur voor een combinatie van een digitale handtekening en een vinger of oogscan. Bij een vingerscan bestaat echter de geringe mogelijkheid dat de apparatuur bij hernieuwde verificatie de persoon ten onrechte weigert of een andere persoon ten onrechte accepteert (1). Volgens de Registratiekamer kan dit verschijnsel van invloed zijn voor de acceptatie van biometrie. Het kan pijnlijke situaties opleveren wanneer mensen in het bijzijn van anderen door apparatuur geweigerd worden. De Registratiekamer wijst dan ook op de gevaren van opslag van biometrische gegevens in een centrale database. Dit is in veel gevallen niet nodig en de mogelijkheden tot misbruik zijn te groot. Op Schiphol denkt men daar kennelijk anders over waar ‘frequent flyers’ een vinger- of oogscan kunnen laten maken. De eerstvolgende keer dat mensen de marechausseebalie passeren behoeft men dan bijvoorbeeld alleen maar even strak in de camera te kijken en de controle wordt secondensnel uitgevoerd.
salamitactiek
Volgens minister van Boxtel ligt het niet in de bedoeling om de identificatieplicht aan te scherpen. Deze uitspraak kan het best worden getoetst aan de redenen voor het invoeren van die plicht; en de salamitactiek die daarbij werd toegepast voor het invoeren van andere maatregelen. De ontwikkeling van het paspoort tot high-tech-biometrisch-persoonsgebonden smartcard is geen ontwikkeling die op zich zelf staat. Met de invoering van de Wet op de Identificatieplicht, in 1994 voorgesteld als middel tegen fraude, ‘illegale tewerkstelling’, zwartrijden endergelijke, werd voor mensen zonder paspoort of geldige verblijfspapieren, wettelijk de toegang tot middelen van bestaan onmogelijk gemaakt. Doelbewust werd gekozen voor een beleid van preventieve controle waarbij men zich richt naar de mogelijkheden van de techniek. In 1991 werd in een advies van de voorlopige Raad van de Persoonsinformatievoorziening over de identificatieplicht al het idee van een ID-kaart gelanceerd waaraan door chiptechnologie andere functies kunnen worden toegevoegd. Dat ook het A en/of Sofinummer zou worden opgenomen lag voor de hand maar zover wilde de raad nog niet gaan. Het CDA had echter al geruime tijd plannen in die richting en dat had alles te maken met het ‘Verdrag van Schengen’ dat in het geheim, zonder tussenkomst van volksvertegenwoordigers of het Europese Parlement werd uitgewerkt. Dit verdrag voorziet onder andere in versnelde uitzetting van asielzoekers en de opzet van alles omvattende persoonsregistraties waarbij ook persoonsgebonden nummers worden gebruikt voor het uitwisselen van informatie. In 1996 werd het Sofinummer, in politieke wandelgangen “sofietje” genoemd, met het A-nummer van de gemeentelijke basisadministratie gekoppeld. SofiA was de volgende stap in de richting van de transparante mens en de erosie van wat ooit privacy genoemd werd gaat steeds verder. Het Sofinummer was bedoeld om gegevens van belastingen en sociale verzekeringen aan elkaar te koppelen. Uit het besluit Sofinummers van 26 maart 1996 blijkt dat er inmiddels meer dan 30 instanties gebruik mogen maken van het nummer waaronder private instanties en het CBS (volkstelling). Volgens een onderzoek dat in 1998 door het tros-televisie-programma Radar werd verricht, bleek zelfs dat onze politici niet eens weten wat er allemaal op die lijst staat. Om dat het nummer nu ook op het paspoort en rijbewijs staat betekent dit, dat het nummer ook terecht komt bij instanties waar het niet thuishoort. Een voorbeeld zijn behalve de banken, telefoonmaatschappijen die een copie van het paspoort verlangen voor het aanvragen van een abonnement.
Bij de verbetering van het paspoort gaat het uiteindelijk niet om verbetering van het document zelf maar om een verbetering van identiteitscontroles, of om het in de woorden van de projectgroep uit te drukken: “we zijn er in geslaagd een paspoort te ontwikkelen waarbij we gemakkelijker en sneller kunnen controleren dat iemand is wie hij zegt te zijn”. Om deze reden kiest men dan ook voor biometrie omdat men hiermee de nauwkeurigheid van controle wil verhogen.
Het technocratisch denken dat de politiek begint te domineren komt niet alleen tot uiting in de benadering van criminaliteit of de omgang met vluchtelingen maar ook in de wijze waarop de maatschappij naar de mogelijkheden van de informatietechnologie wordt heringericht. ‘Technology driven’ minister van Boxtel promoot het idee van een elektronische overheid waar de burger met zijn elektronische pas, via de pc zijn rijbewijs kan verlengen of een uitkering aanvragen, en volgens ex-Philips topman Roel Pieper kan het aantal ministeries door de ICT teruggebracht worden tot vier. Om het vertrouwen in de handel en geldtransacties op internet te vergroten wordt voorzichtig het idee van een biometrische identificatieplicht gelanceerd. Dit kan door middel van digitale certificaten in de vorm van een chipcard waarop een biometrisch kenmerk is aangebracht. Ook de Europese Identiteitskaart en de Burger ‘Service’ kaart worden door middel van een chip geschikt gemaakt voor identificatie op afstand. Bij de invoering van elektronische ID bewijzen gaat het dus om twee dingen: ten eerste het verbeteren van de mogelijkheden van het vaststellen van iemands identiteit, en in het verlengde daarvan het natrekken van informatie en ten tweede de introductie van identificatie in een elektronische omgeving, al dan niet vrijwillig, waarbij zekerheid door biometrie moet worden gegarandeerd.
repressie
Deze ontwikkeling wordt door de overheid als service aan de burger gepresenteerd. Het elektronische identiteitsbewijs is een doelstelling die vanaf 1991 stap voor stap wordt gerealiseerd en past geheel in het repressieve technocratisch beleid zoals dat met het accoord van Schengen werd ingezet. ook in andere landen is een tendens waarneembaar om chipcards en biometrie in te zetten op gebieden waar zich vanuit bestuurlijk oogpunt problemen voordoen, bijvoorbeeld in de gezondheidszorg, de sociale zekerheid en vreemdelingentoezicht.. Met de inzet van de techniek groeit echter ook de weerstand vooral in de Verenigde Staten (“Fight the Fingerprint!”). Soms komt die weerstand vanuit onverwachte hoek. Zo heeft op Cyprus de orthodoxe kerk weten te verhinderen dat in het paspoort een chip wordt opgenomen omdat dit een schending van de privacy zou betekenen.
Hoe wakker de Nederlandse bevolking is zal de komende tijd moeten uitwijzen. Het wordt tijd dat de publieke discussie rond de ITC en het gebruik van chipcards op gang komt en dat men beseft dat er meer op het spel staat dan privacy alleen.
noten:
1. “At face value”, Registratiekamer. “false rejection … false acceptance”
Tips om meer over dit onderwerp te weten te komen:
– Overheid Innovatief, september/oktobernummer
– “chipkaarten in de politiek”, brochure van het Nationaal Chipcard Platform (www.ncp.nl/nu)
– “cards in Business”, 4 / 1999
– “Touching Big Brother”, Simon Davies en “ID cards, some views from around the world” (www.privacy.org/pi)
– “sofinummer”, Autonoom Centrum (www.xs4all.nl/ac/sofinr)
– “het botte zwaard van justitia”, door Aart Brouwer uit de Groene (www.dds.nl/groene/oud/7sep/4)
– “privacy en registratie”, 3 / 1991, Stichting waakzaamheid Persoonsregistratie
– “Ze weten alles (hoe wij onze privacy voorgoed verloren)”, HP/De Tijd, 8 augustus 2000
– “Glasvezeldemocratie”, NRC, 2 december 2000
– zoeken op steekwoord “identificatie” en/of “privacy” in het elektronisch archief van ‘t Kleintje (www.stelling.nl/kleintje)