• Buro Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, de overheid in Nederland en Europa kritisch volgt. Een grond-rechten kollektief dat al 30 jaar publiceert over uitbreiding van repressieve wetgeving, publiek-private samenwerking, bevoegdheden, overheids-optreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.
  • Publicaties

  • Migratie

  • Politieklachten

  • Parool: Niet meer de deur uit zonder je smartcard

    Het Parool 17/05/2003

    BOAZ GELBORD

    De plannen van de overheid om burgers een smartcard te verstrekken, plaatsen de huidige discussie over de identificatieplicht in een vreemd daglicht, stelt Boaz Gelbord, informatiebeveiligingsspecialist bij TNO Telecom en docent aan de Universiteit Leiden.

    EEN VAN DE maatschappelijke twistpunten waarover de komende regering zich mag buigen, is de immer terugkerende kwestie van de identificatieplicht. De overheid is inmiddels begonnen met de ontwikkeling van een uitgebreide elektronische identiteitskaart, die de huidige discussie over de identificatieplicht overbodig zal maken. Deze kaart is namelijk straks zo’n vast onderdeel van ons dagelijkse leven, dat hij feitelijk als vanzelf verplicht zal worden. 

    Een en ander is voortgekomen uit de inspanningen van de Taskforce PKI Overheid, die onlangs de eerste verkennende fasen heeft afgerond. Dit project is de eerste stap binnen een bredere overheidsvisie, waarin de interactie tussen burgers en overheid via internet centraal staat.

    De identiteitskaart, die is voorzien van een elektronische chip, zal op de bekende pinpas lijken in die zin dat hij van een geheime, voor elke kaarthouder unieke sleutel is voorzien. Op de kaart kunnen veel meer gegevens over de houder worden opgeslagen dan het geval is bij de huidige identiteitspapieren, zoals het rijbewijs en het paspoort. Deze smartcard zal welbeschouwd het identiteitsdocument van de toekomst worden en zo het bestaan van een formele wettelijke identificatieplicht overbodig maken.

    Wat betekent dit voor de burger? Idealiter heel veel gemak, omdat veel transacties papierloos zullen verlopen, informatie toegankelijker wordt en iemands persoonlijke gegevens gemakkelijk allemaal op een kaart kunnen worden opgeslagen. De grens oversteken, een ziekenhuis bezoeken en talloze andere diensten kunnen aanzienlijk efficienter en gemakkelijker plaatsvinden. De keerzijde is echter dat de overheid toegang krijgt tot veel meer informatie over waar wij ons bevinden en wat wij aan het doen zijn.

    Opvallend genoeg heeft het besluit tot invoering nauwelijks nog een publieke discussie op gang gebracht. Dat komt doordat deze kwestie – ondanks de zeer verstrekkende gevolgen ervan – wordt overschaduwd door de discussie over de identificatieplicht.

    Als voorbeeld van hoe een gewone identificatieplicht kan leiden tot de verplichting een smartcard te dragen, is het interessant om te kijken naar Maleisie – een van de eerste landen waar het concept van een smartcard voor elke burger voortvarend is ingevoerd. De Government Multipurpose Card (GMPC), die miljoenen burgers reeds bij zich dragen, bevat allerlei gegevens over onder meer de identiteit van de drager en binnenkort ook over zijn of haar gezondheid. Zelfs een chipknip-achtig systeem met elektronisch geld maakt deel uit van de GMPC. De Maleisische regering heeft zich tot doel gesteld alle papieren identiteitsdocumenten voor 2007 te vervangen. Dit betekent dat de huidige identificatieplicht tegen die tijd neerkomt op een verplichting tot het dragen van de smartcard.

    In Nederland wordt de motivatie van de overheid om elektronische identiteitskaarten in te voeren, meer ingegeven door de wens gelijke tred te houden met de buurlanden dan door de drang naar een totalitair regime.

    Voorlopig spelen er verscheidene technische en logistieke problemen die het welslagen van de door het PKI-overheidsinitiatief ontwikkelde plannen voor een digitale overheid in de weg staan. Ondanks een aantal pogingen in die richting is het bedrijfsleven er namelijk ook niet in geslaagd een uniform PKI-systeem te ontwikkelen. Echter, ervan uitgaande dat deze problemen worden opgelost dan wel dat de overheid bereid is de ermee gepaard gaande risico’s te aanvaarden, zou de wijdverbreide invoering van smartcards in de niet al te verre toekomst wel eens realiteit kunnen worden.

    Om te beginnen zal de elektronische identiteitskaart biometrische gegevens zoals een foto bevatten, waardoor het slechts een kwestie van tijd zal zijn totdat om redenen van efficientie ook onder andere het rijbewijs en paspoort in de kaart worden opgenomen.

    Aangezien de kaart ook bij talloze andere handelingen zal worden gebruikt, zal het vrijwel geen doen zijn om zonder de kaart de deur uit te gaan, net zoals bijna niemand nog zonder pinpas op pad gaat. Los van de vraag of het wettelijk verplicht wordt de kaart op zak te hebben, zal hij zo veel doeleinden dienen dat het geen optie meer zal zijn hem thuis te laten.

    Wat verklaart dan de onverschillige houding van burgers ten opzichte van de plannen voor een nieuwe elektronische identiteitskaart? Een van de redenen is dat het lijkt alsof we het allemaal al eens eerder hebben gehoord, bijvoorbeeld toen de chipknip werd geintroduceerd om contant geld te vervangen; dat is echter eenduur systeem gebleken dat maar weinig wordt gebruikt. Dit geldt ook voor de vergelijkbare smartcardtechnologie die in het kader van de kilometerheffing zou worden ingevoerd, om vervolgens naar de ambtelijke prullenbak te worden verwezen.

    De huidige onverschilligheid is niet terecht. De regering lijkt vastberaden te zijn het project in te voeren en de komst van een digitale overheid lijkt niet te stuiten. Behoudens onverwachte ontwikkelingen hebben we de elektronische identiteitskaart mogelijk al binnen een paar jaar in onze portemonnee.

    Ondanks de logistieke uitdagingen en de ethische vragen die het plan voor een digitale overheid oproept, is het een ambitieus project dat Nederland veel voordeel kan opleveren. Het is echter essentieel dat de discussie omtrent het gebruik van de kaart nu wordt gevoerd en niet pas nadat er reeds ettelijke honderden miljoenen euro in onderzoek en ontwikkeling zijn gestoken. En critici zullen ervoor moeten waken dat zij niet pas proberen het proces te beinvloeden als de regels betreffende het gebruik van de elektronische identiteitskaart allang zijn vastgelegd.

    Als deze discussie er niet komt, zullen we ooit terugverlangen naar de tijd waarin wij slechts een rijbewijs bij ons hoefden te hebben in plaats van een alwetende elektronische identiteitskaart.