• Buro Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, de overheid in Nederland en Europa kritisch volgt. Een grond-rechten kollektief dat al 30 jaar publiceert over uitbreiding van repressieve wetgeving, publiek-private samenwerking, bevoegdheden, overheids-optreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.
  • Publicaties

  • Migratie

  • Politieklachten

  • Mag ik uw papieren even zien?

    Wat doe je als een politieagent of een buitengewoon opsporingsambtenaar (BOA) om je legitimatiebewijs vraagt? Als het zonneklaar is dat je een strafbaar feit hebt begaan, je komt bijvoorbeeld een bank uitgelopen met een bivakmuts op en een zak geld in je handen, is een discussie over de rechtmatigheid van de vraag naar je legitimatie door een agent niet op zijn plaats. Hooguit kun je een principieel standpunt innemen, maar of je het daar mee redt, valt te bezien.

    Bega je een overtreding, bijvoorbeeld fietsen zonder licht, iets dat veel minder zwaar weegt, kan weigeren soms succesvol zijn. PvdA Eerste Kamerlid en juriste Mies Westerveld weigerde door te zeggen ‘sorry agent ik heb mijn ID-bewijs thuis laten liggen’ en zij mocht vrolijk verder fietsen. Joris Dobbelaer slaagde er in om met zijn OV-kaart een vasthoudende agente te omzeilen. Op 23 september 2005  werd hij in Amsterdam aangehouden omdat hij zonder licht fietste. Hij moest zijn naam en adres geven en toonde zijn OV-kaart. ‘…maar dat was niet goed genoeg. … Ik deelde haar daarop in redelijk vriendelijke bewoordingen mee dat ik niet meewerkte aan dit soort politiestaat-methoden en dat ze maar een boete moest uitschrijven, als ze dat wilde, maar dat ik die zou laten voorkomen en op principiële gronden nooit zou betalen,’ vertelde hij de politieagente. Hij mocht zijn weg vervolgen met alleen een boete voor het rijden zonder licht op zak.

    Het voorbeeld van het tonen van je OV-kaart komt overeen met de soepelheid die het College van procureurs-generaal omschrijven in hun brief van 14 april 2005. ‘Het produceren van andere pasjes en hulpmiddelen is een teken van medewerking (bij de vaststelling van de identiteit red.),’ schrijft de heer De Wijkerslooth in de brief. Of bij deze pasjes ook het pasje van de Bond van ID-weigeraars hoort wordt niet duidelijk uit de brief. Dit pasje geeft geen inzicht in je personalia en staat in principe gelijk aan een principiële weigering om mee te werken aan de controle naar je identiteit.

    Als volstrekt onduidelijk is waarom een politiefunctionaris om je papieren vraagt heeft het zin om te weigeren. Het humeur van de agent in kwestie kan er echter wel voor zorgen dat je mee moet naar het politiebureau. Afhankelijk van het tijdstip en de drukte kan het zijn dat je na enkele uren weer op straat staat. Silvia Rottenberg was minder fortuinlijk. Zij werd ’s nachts aangehouden omdat ze zou fietsen zonder licht of daar waar dat niet mocht, dat was niet helemaal duidelijk. De politieagenten wilden duidelijk iemand een boete aansmeren. ‘U moet hier niet tegen in gaan, mevrouw. Dit is de derde keer dat wij om uw ID bewijs vragen en anders nemen wij u mee naar het bureau,’ kreeg zij van de agenten te horen. Op het bureau werd een boete voor fietsen zonder licht en het niet tonen van een identiteitsbewijs uitgeschreven. Silvia Rottenberg vroeg nog wat er zou gebeuren als ze principieel zou weigeren. ‘Nou, dan komen wij wel achter uw persoonsgegevens,’ was het antwoord, terwijl Silvia in een politiecel werd opgesloten. Even later kwam een agent de cel binnen en begon rubberen handschoenen aan te trekken. Bij de aanblik van deze handschoenen voelde ze zich zo geïntimideerd dat ze haar paspoort zo snel mogelijk tevoorschijn haalde. De reactie van de agenten laat zich raden. Gemopper en het was natuurlijk allemaal haar schuld.

    Klachten indienen over onduidelijke gronden van controle en de behandeling door de politie is een noodzakelijke, maar taaie aangelegenheid. Voor een klacht is belangrijk dat je de naam, dienstnummer of andere gegevens hebt van de politieagent die aangehouden heeft. Bij een controle moet een agent zich legitimeren of zijn of haar dienstnummer geven. Klagen is niet gemakkelijk. Sommige mensen worden van het kastje naar de muur gestuurd en als je te laat bent met reageren vervalt de klacht. Als je zelf geen slachtoffer bent kun je wel klagen, maar dan wordt de klacht bijna altijd niet ontvankelijk verklaard, hoe ernstig de vergrijpen ook zijn waarover je klaagt.

    Als er een boete is uitgeschreven, kan het zijn dat je lange tijd niets hoort. Het lijkt er op dat je de dans bent ontsprongen, maar dan ligt plots de envelop van de rechtbank in de bus. Je kunt je eigen verhaal vertellen bij de rechter (arrondissementsrechtbank), daartoe hoef je geen advocaat in de arm te nemen. Op dit moment blijft het onduidelijk in welke situaties je wel of niet wordt vrijgesproken van een boete voor het niet kunnen tonen van een geldig legitimatiebewijs. Ook zijn er nog geen gegevens van mensen die in beroep zijn gegaan.