• Buro Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, de overheid in Nederland en Europa kritisch volgt. Een grond-rechten kollektief dat al 30 jaar publiceert over uitbreiding van repressieve wetgeving, publiek-private samenwerking, bevoegdheden, overheids-optreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.
  • Publicaties

  • Migratie

  • Politieklachten

  • Veiligheidsspiraal

    “De regering is van oordeel dat de bestaande beperkte identificatieplichten niet meer toereikend zijn. Daarom moeten deze worden uitgebreid opdat de bestrijding van de criminaliteit en de rechtshandhaving doeltreffender zullen worden”.

    Met deze nogal stellige overtuiging opende de Minister van Justitie de Memorie van Toelichting van het wetsvoorstel op de uitgebreide identificatieplicht.

    Een stelligheid over een aanpak van criminaliteit die ook in belangrijke nota’s zoals ‘Naar een veiliger samenleving’  is terug te vinden. Niet vreemd dat bij de uitvoering identificatieplicht en de nota ‘naar een veiliger samenleving’ als twee handen op een buik werken.

    ‘Naar een veiliger samenleving’ moest van het kabinet Balkende 2 in 2006 leiden tot een vermindering van 20 tot 25% van de geregistreerde criminaliteit. Dit moest vooral bereikt worden door de ‘aandacht te richten op de aanpak van de ‘notoire’ bronnen (harde kern) van overlast en criminaliteit. Het gaat dan met name om de specifieke groepen die in de publieke ruimte veel overlast en criminaliteit veroorzaken: de groep van stelselmatige daders en de risicojongeren’. De aanpak zou uiteindelijk moeten leiden tot ‘herwinnen van de publieke ruimte’.

    Termen als ‘stelselmatige daders’  en ‘veelplegers’  werden door het Openbaar Ministerie netjes in definities gegoten en een nieuwe wet, de Maatregel Inrichting Stelselmatige Daders (ISD-maatregel) maakte het vanaf 2004 mogelijk deze stelselmatige daders voor twee jaar achter slot en grendel te zetten.

    Het OM heeft drie categorieën samengesteld. Veelplegers, zeer actieve veelplegers en stelselmatige daders. Een veelpleger is iemand met tien processen verbaal (dat kan dus lopen van oversteken door rood licht, wildplassen tot geen identificatiebewijs tonen) in zijn of haar gehele criminele carrière. Een zeer actieve veelpleger heeft deze boetes de afgelopen vijf jaar [vijf wat? Jaar, maanden, dagen, uur? JV] opgelopen. De stelselmatige dader tenslotte is een zeer actieve veelpleger die veroordeeld is vanwege een misdrijf en in de afgelopen vijf jaar al voor drie misdrijven onherroepelijk is veroordeeld.

    Wie achter deze mooie definities op zoek gaat naar de mensen van vlees bloed vindt uiteindelijk de groep mensen waar de regering op doelt. Langverslaafde junkies en alcoholisten, die al jaren van plaats naar plaats verdreven worden in het kader van de overlastbestrijding. De aanpak van deze groep, het opsluiten van toch al hopeloze mensen, moet de criminaliteit doen dalen met 20 – 25 %!

    Het is eigenlijk net als met de identificatieplicht. Je zegt dat je iets op wilt lossen, of verbeteren, maar ondertussen sluit je mensen gewoon twee jaar op en dat zonder duidelijke resocialisatie of intensief nazorgprogramma.

    Natuurlijk zal de betrokken gebruiker twee jaar lang niet stelen, geen auto’s kraken en geen overlast veroorzaken, maar een oplossing voor criminaliteit? Nee, veiligheid creëer je niet door meer controle, door meer opsluiting en langere straffen.

    Veiligheid vraagt om investering in mensen, in verbeteren van zorg, in opvang en ondersteuning. In de gevangenis zullen de veelplegers er niet beter van worden, door controle op identiteit zal de maatschappij niet veiliger worden.

    Beide maatregelen passen in een wereld waarbij de overheid het beschermen van de veiligheid van de burgers tot hoogste prioriteit heeft verklaard. Elk risico dat we lopen om slachtoffer te worden moet worden afgedekt, elke mogelijke dader moet geïdentificeerd worden. Identificeren, registreren en profileren om vervolgens in te kunnen grijpen. En dan liefst hard, want niemand schijnt meer te geloven in resocialisatie. Dat de burger die een potentieel slachtoffer is zelf uiteindelijk ook als potentiële dader wordt gezien door de overheid, lijkt niemand te deren.