• Buro Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, de overheid in Nederland en Europa kritisch volgt. Een grond-rechten kollektief dat al 30 jaar publiceert over uitbreiding van repressieve wetgeving, publiek-private samenwerking, bevoegdheden, overheids-optreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.
  • Publicaties

  • Migratie

  • Politieklachten

  • Wie: M.B., Wat: bijrijder, Wanneer: september 2006. Waar: Sliedrecht, Zuid Holland

    Het verhaal: Ik reed met mijn broer en een vriend in de auto naar huis. Het was ’s avonds laat en we passeerden een politieauto. De politieauto kwam ons achterna en sommeerde ons te stoppen. De agent die bij de auto kwam controleerde mijn autopapieren. Er was niets aan de hand, mijn autopapieren waren in orde, ik reed niet te hard en had geen openstaande boetes. Toen de agent mijn papieren teruggaf vroeg hij naar de identiteitspapieren van mijn “bijrijder”, mijn broer. Ik vond dit vreemd en vroeg om uitleg. Ik kreeg van meneer de agent te horen dat ik me er niet mee moest bemoeien. De agent zei dat volgens de nieuwe wet iedereen verplicht is zich te legitimeren. Ik vroeg of er sprake was van verdachten, een verdachte situatie of getuigen. Toen ik daarop geen antwoord kreeg, vroeg ik aan de beambte of ik zijn legitimatiebewijs kon zien dat hij bij zich hoort te dragen en op verzoek moet tonen, zoals  staat omschreven in de ambtsinstructie artikel 2. De politieagent vond mij heel erg bijdehand en stond op het punt te ontploffen. Ik toonde toen mijn identiteitskaart van de opsporingsdienst waar ik werk en heb de agent om zijn dienstnummer gevraagd om de volgende dag mijn beklag te doen bij zijn chef. Als ik mijn identiteitskaart niet had laten zien was ik waarschijnlijk tegen een boete aangelopen. De agent had zich waarschijnlijk mooi ingedekt, iets dat in het vakjargon ambtselastiek heet. Toen ik de volgende dag zijn chef belde kreeg ik eerst te horen dat de agent correct had gehandeld, vervolgens dat ik me zou ophouden op een industrieterrein (iets dat niet waar was) en ten slotte gaf de chef mij toch gelijk toen ik meldde dat ik een opsporingsambtenaar ben. Er is puur op uiterlijk gecontroleerd. Drie mensen met een buitenlands voorkomen in een auto en meteen wordt niet alleen de chauffeur maar ook de passagiers gecontroleerd. Ik vind het allemaal erg vreemd.