Het NRC Handelsblad kopt op 28 december 1991 “Op nauwelijks een uur vliegen van Europa ontstaat een ‘Iran’”. In december 1991 namelijk wint het FIS, Front Islamique du Salut, de parlementsverkiezingen in Algerije. In juni dat jaar winnen zij ook de gemeenteraadsverkiezingen.
Dat sommige leden van het fis druk uitoefenen op andere Algerijnen om mee te doen aan de strijd zal zeker hebben plaatsgevonden, maar dit kan niet de massale steun voor het fis tijdens de twee verkiezingen in 1991 verklaren. Sinds de oprichting van de fis in 1988 wordt er gespeculeerd over de vorming van een islamitische staat, maar of de partij zich helemaal zou gaan afsluiten van de Westerse wereld en of er een islamitische staat zou zijn ontstaan is niet meer te zeggen. In januari 1992 volgt een militaire staatsgreep. Tienduizenden vermoedelijk fis aanhangers worden gearresteerd of verdwijnen.
De militaire staatsgreep wordt door Frankrijk gesteund. In de jaren die volgen ontwikkelt zich een burgeroorlog tussen het gewapende verzet van de ondergrondse beweging van de fis, de gia (Groupes islamiques armés) en later de (Groupe Salafiste pour la Prédication et le Combat) met het leger. In het begin kan het verzet rekenen op brede steun van de bevolking, maar gaandeweg lijkt de gia zich te verliezen in ongerichte moordpartijen. Veel van die slachtingen worden toegeschreven aan de gewelddadige islamitische strijders, maar een uitgebreid onderzoek naar de slachtingen heeft er tot op heden niet plaatsgevonden.
In de jaren negentig wordt Frankrijk nauwer betrokken bij de strijd. Eerst in Algerije in oktober 1993 door de ontvoering van drie medewerkers van het Franse consulaat en een bomaanslag in augustus 1994 in een Franse nederzetting in Algiers. De burgeroorlog komt dichterbij door een vliegtuigkaping in december 1994 als een vliegtuig in Marseille door een Franse speciale eenheid wordt bestormd. In juli 1995 slaat de gia hard toe. In de Parijse metro vallen bij een bomaanslag zeven slachtoffers en 80 personen raken gewond. Frankrijk is nu direct betrokken bij de burgeroorlog en steunt de Algerijnse staatsgreep volledig. De gia zijn de terroristen die bestreden moeten worden. De werkelijkheid lijkt zo simpel. Het Al Qaida van Algerije (de gia) was slecht en had het slechte met het land voor. De geschiedenis van het geweld van de gia lijkt dit te bewijzen. De werkelijkheid is echter niet zoals die lijkt.
Begin 2004 verschijnen er berichten van oud geheime dienst medewerkers dat de Algerijnse geheime dienst (drs) betrokken zou zijn geweest bij aanslagen van de gia. De ontvoering van de medewerkers van het consulaat wordt volledig door de Algerijnse geheime dienst uitgevoerd, volgens voormalig agent Hocine Ougenoune met medeweten van de Fransen. Ougenoune zegt dat een naaste medewerker van de toenmalige minister van Binnenlandse Zaken Charles Pasqua op de hoogte was gesteld en zelfs had meegedacht.
Volgens oud medewerkers komt de bomaanslag op rekening van kolonel Bachir Tartag, chef van de militaire inlichtingendienst van Algerije. De Fransen stellen geen onderzoek naar de aanslag in. Bij zowel de kaping als de bomaanslag op de metro in Parijs speelt Djamel Zitouni e en belangrijke rol. Deze kippenverkoper is een van de mannen van de Algerijnse geheime dienst in de leiding van de gia die de psychologische en daadwerkelijke oorlogsvoering in Europa moest leiden. Hij is het ook die de moord op sjeik Abdelbaki Sahraoui opeist. De 85-jarige imam van een Parijse moskee was medeoprichter van de fis en gold als gematigd islamist die gewoonlijk als gesprekspartner voor de Franse autoriteiten en media werd gezien. Ook zorgt hij dat Ali Touchent ook een medewerker van de drs de verantwoordelijke van de gia in Europa wordt. Abdelkader Tigha ook een oud medewerker van de geheime dienst bevestigt dat Touchent de coördinator van de aanslagen in Parijs is. Touchent kon uit handen van de Franse autoriteiten blijven en rustig terugkeren naar Algerije. De drs en ook de Franse geheime dienst de dst hebben er alles voor over de fis, de gia en later de gspc in een kwaad daglicht te zetten. De vraag is of veel van het geweld van de gia en gspc niet door die diensten zijn georganiseerd en in stand gehouden. Een ding is zeker, de diensten wilden geen dialoog.