• Buro Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, de overheid in Nederland en Europa kritisch volgt. Een grond-rechten kollektief dat al 30 jaar publiceert over uitbreiding van repressieve wetgeving, publiek-private samenwerking, bevoegdheden, overheids-optreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.
  • Publicaties

  • Migratie

  • Politieklachten

  • Lokale politiek en belangengroepen

    Het Haags Initiatief tegen Facisme en Discriminatie (HIFD) is één van de organisaties die het initiatief nam tot activiteiten tegen de Koppelingswet. Op 3 november 1995 schreef het HIFD een brief aan alle onderwijsstellingen in Den Haag, waarin kort en bondig werd uitgelegd wat de negatieve gevolgen van de Koppelingswet zullen zijn. De respons vanuit het onderwijs was groot. Veel onderwijsinstellingen schreven een protestbrief naar de wethouder van onderwijs.


    Een discussie-avond op 28 november in de scholengemeenschap Johan de Wit deed de rest. Zowel de forumleden als de ruim aanwezige vertegenwoordigers van Haagse welzijnsinstellingen waren niet te spreken over de Koppelingswet.
    Paul Minderhoud (rechtssocioloog aan de Katholieke Universiteit Nijmegen) maakte duidelijk dat de Koppelingswet eigenlijk overbodig is. Sinds 1992 zijn er al zoveel maatregelen ingevoerd om de toegang tot Nederland te beperken, dat de Koppelingswet onnodig is.
    Hij noemde onder andere de uitbreiding van de visumplicht, de heffing van leges bij het aanvragen van een verblijfstitel, de afschaffing van de beroepsmogelijkheden, de verscherping van het gezinsherenigingsbeleid en regels betreffende het voorkomen van schijnhuwelijken, en een restrictiever asielbeleid. Zijn grootste kritiek op de wet vormt de overdreven regelgeving: ‘Misbruik door illegalen van collectieve voorzieningen komt echt maar sporadisch voor’.
    Bert van Alphen (Johan de Wit scholengemeenschap) hield een emotioneel betoog. Hij omschreef hoe de Koppelingswet lijnrecht staat tegenover het gevoel van onderwijsgevenden. Bert van Alphen:’Illegale leerlingen zijn mensen die naar school willen, die onderwijs willen. Wie zijn wij dan om te zeggen dat dat niet kan?’.
    Nihat Eski (inspraakorgaan Turken) benadrukte in haar betoog de strijdigheid van de Koppelingswet met het integratiebeleid. De Haagse wethouder voor onderwijs, Anke van Kampen, schreef begin december naar aanleiding van het forum een dringende brief aan de Tweede Kamer. ‘Het is principieel niet de taak van de school om de legaliteit van de leerling te toetsen,’ aldus Anke van Kampen. Dezelfde brief bracht zij in in het grote steden overleg, dat ook reageerde met een brief aan de Tweede Kamer. Uit de brief van Den Haag, Rotterdam en Utrecht: ‘De ‘eigenlijke taken’ van de verschillende sectoren staan op gespannen voet met de voorgestelde controlefunctie.’
    De manier waarop het onderwijs de Koppelingswet oppikte was voor het Ondersteunings Komitee Illegale Arbeiders (OKIA) een stimulans om door te gaan in andere sectoren. Mensen in de gezondheidszorg en de huisvesting werden benaderd met een verzoek om een verklaring tegen de Koppelingswet aan de Tweede Kamer te sturen. Ondertussen hebben 75 organisaties in Den Haag zich uitgesproken tegen de Koppelingswet. OKIA wil samen met het Meldpunt Discriminatie Leiden (30 verklaringen) de ingezamelde verklaringen voor de behandeling van de wet in de Tweede Kamer aanbieden aan staatssecretaris Schmitz van Justitie.

    Burgerlijke ongehoorzaamheid?

    Gaat het te ver om nu al op te roepen tot burgerlijke ongehoorzaamheid, mocht de Koppelingswet worden ingevoerd? De afdeling Amsterdam Oud-West van Groen Links riep in haar motie tegen de Koppelingswet tijdens het partijcongres van die partij op 25 november 1995 daar wel toe op. Uiteindelijk besloten zij deze oproep uit de motie te schrappen, omdat zij voorzagen dat dat een struikelblok zou zijn.

    Dat partijcongres nam de motie over de Koppelingswet aan. ‘Daarom roept Groen Links regering en parlement op zich te bezinnen en een eind te maken aan dit mensonterende beleid,’ schrijft de Groen Links afdeling Amsterdam Oud-West. Een afdeling in een zo’n typische Amsterdamse wijk met een markt waar mensen van Marokkaanse, Turkse en Surinaamse afkomst hun waar aanbieden naast de witte medelanders. Maar ook een wijk met stil en openlijk racisme. De afdeling verwijst niet alleen naar de Koppelingswet, maar zet deze wet naast alle maatregelen van de afgelopen jaren die het illegaal verblijf in Nederland aan banden willen leggen. En wat doet Groen Links vraagt de afdeling zich af? Sybe Soutendijk van de afdeling:’In plaats van voorop te gaan, werd de aangenomen motie niet in het partijblad vermeld.’ Laat die partij het daar dan bij?

    WAAN

    De afdeling in Alkmaar in ieder geval niet. De Groen Links raadsfractie in die stad heeft met succes een motie tegen de Koppelingswet door de gemeenteraad geloodst. Op een bijeenkomst op 2 februari 1996 in Alkmaar van de Werkgroep Administratieve Apartheid Nee (WAAN) vertelde dhr. H. Vogelzang, chef afdeling Kinderbijslag van de Sociale Verzekerings Bank, dat de SVB niet van plan was om naar verblijfsstatussen te vragen. En op de vraag of de invoering van de Koppelingswet daarin verandering zou brengen, antwoordde dhr. Vogelzang:’Dan hebben wij een probleem!’

    Naar aanleiding van dezelfde bijeenkomst schreef de raadsfractie van GroenLinks een brief aan B en W van Alkmaar:’Wij vragen het college bij de Tweede Kamer te protesteren tegen de gevolgen van de ontwerp-Koppelingswet. Nog beter is het voorbeeld van de gemeente Leiden te volgen. Een dergelijk signaal zal de ‘illegale’ bewoners van de stad een hart onder de riem steken.’ Burgemeester en Wethouders schaarden zich achter het standpunt van de fractie en schreven een brief aan de Tweede Kamer. Burgemeester R. Bandell:’Instellingen dienen bij aanvaarding van de Koppelingswet door de Tweede en Eerste Kamer aan allochtonen de vraag te stellen of zij (nog steeds) rechtmatig in Nederland verblijven. Veel alloch-tone medeburgers die al jaren in Nederland wonen en werken zullen hiervan hinder ondervinden. Wij vrezen dat hierdoor een sfeer van wederzijds wantrouwen zal ontstaan, die niet bevorderlijk is voor het ontstaan van een lokale multiculturele samenleving.’
    Dat een kleine organisatie de discussie in een stad met succes kan starten heeft WAAN in Alkmaar duidelijk gemaakt. Drie werknemers in de welzijnssector die weigerden een kopie van hun paspoort in het kader van de Wet op de Identificatieplicht aan hun werkgever te overleggen, startten in december 1995 met de werkgroep WAAN. Hun weigering leverde hen plaatsing in het anoniementarief van de Loonbelasting op, zoals vele andere mensen in Nederland. De WID-weigeraars voeren actie door middel van kort gedingen en processen tegen werkgevers en de Staat der Nederlanden. Evenals de Koppelingswet is de Wet op de Identificatieplicht een schakel in de toenemende registratie in Nederland. De werkgroep WAAN wil zich niet alleen in haar activiteiten, maar ook in haar naam zich uitspreken tegen administratieve apartheid in Nederland.

    Leiden tegen de Koppelingswet

    Alkmaar is de vijfde gemeente die zich openlijk tegen de Koppelingswet uitspreekt en zich aansluit bij de gemeente Leiden die op 8 januari 1996 een motie tegen de Koppelingswet aannam. De motie: ‘De gemeente Leiden garandeert het gebruik van onderwijs en zorgvoorzieningen voor alle inwoners van Leiden ongeacht hun verblijfsstatus.’ Daarmee gaat Leiden een stap verder dan de drie grote steden Den Haag, Rotterdam en Utrecht. Evenals in Den Haag verzamelt het Meldpunt Discriminatie Leiden verklaringen tegen de Koppelingswet van verschillende organisaties.

    Heeft het nog zin?

    Bij het onderzoek naar de mogelijkheden van het organiseren van het verzet tegen de Koppelingswet in diverse plaatsen, vroegen enkele organisaties zich af of het nog wel zinvol was om in verzet te komen. De betreffende personen gingen ervan uit dat de wet reeds door de Tweede Kamer was aangenomen. Dit is tekenend voor het aanwezige ‘vertrouwen’ in de politiek. Welke kritiek je ook laat horen, het parlement gaat toch zijn eigen gang.
    Dat de lokale politiek zich nog gevoelig toont voor argumenten, laat de houding van de burgemeesters en wethouders van Alkmaar en Leiden zien.
    De resultaten die in verschillende steden worden behaald, vormen een stimulans voor verschillende groepen om ook in actie te komen. Op de achterpagina staat een adressenlijst van de plaatselijke initiatieven.