• Buro Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, de overheid in Nederland en Europa kritisch volgt. Een grond-rechten kollektief dat al 30 jaar publiceert over uitbreiding van repressieve wetgeving, publiek-private samenwerking, bevoegdheden, overheids-optreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.
  • Publicaties

  • Migratie

  • Politieklachten

  • Linkse activist krijgt van politie stempel terrorist

    Jonas, een activist uit Amsterdam, werd tijdens een demonstratie opgepakt op beschuldiging van belediging. Dit bleek het begin van een langdurige reis langs zowel orwelliaans sinistere geheime diensten en hun verreikende volgsystemen, als langs kafkaiaans tragikomische ambtenaren en hun bureaucratische acrobatiek. Hier volgt zijn relaas.

    ‘Op 1 mei 2012 nam ik in Amsterdam deel aan een strijdbare demonstratie die in het teken stond van de dag van de arbeid. Al na een paar honderd meter vanaf het startpunt op het Mercatorplein werden we ingesloten en aangevallen door de politie. Hoewel ik niet actief was in de voorbereidingsgroep en langs de zijlijn meeliep, was ik een van de eersten die door stillen werd aangehouden. De reden was volstrekt onduidelijk. Net als de meeste andere arrestanten werd ik geregistreerd voor het niet opvolgen van een niet nader gespecificeerd ambtelijk dienstbevel, maar een van de stillen siste in het arrestantenbusje toe dat ze ‘weten wie ik ben’ en dat ze mij het ‘lastig gaan maken’.

    ‘Het waren dezelfde stillen die ik twee dagen eerder op mijn werkplek, waar ik werkzaam ben als beveiliger, tegen het lijf ben gelopen. Zelf zet ik mij reeds vijftien jaar in voor diverse kraak- en antifascistische groepen. Ik fungeer daar veelal in als perswoordvoerder en overleg met ambtenaren en politie in het kader van de te voeren openbare acties.

    ‘Na mijn aanhouding werd ik gedurende twee dagen in voorarrest geplaatst. Hoewel mijn woonadres bekend is bij de politie, verklaarden mij ‘dakloos’ waardoor ze me langer dan normaal mochten vasthouden. Het bleef tijdens verhoren onduidelijk waarvoor ik vastzat, maar de agenten maakten wel kenbaar dat ze mijn werkvergunning als beveiliger wel eens zouden intrekken. Dit wordt gek genoeg niet vermeld in het proces-verbaal van verhoor. Vlak voordat ik vrij kwam, kreeg ik alsnog een duidelijk geantedateerde en afgestemde verklaring van de aanhoudingseenheid in handen waarin wordt gesteld dat ik zou zijn opgepakt wegens belediging van een agent. Mijn dagvaarding werd snel nog even aangepast.

    Aanname onbetrouwbaarheid

    ‘Ik vernam vervolgens geruime tijd niets meer van deze zaak totdat ik op 6 juni 2012 een brief ontving van de politie waarin werd gesteld dat ze de toestemming voor mijn werk als beveiliger wilden intrekken op grond van een ‘algemene aanname van onbetrouwbaarheid’. Als beveiliger heb je goedkeuring nodig van de politie in de vorm van een werkvergunning. Ik had op dat moment nog een blanco strafblad, maar de politie mag zich voor intrekking van werkvergunning van de wetgever ook baseren op zaken waar ik nooit voor vervolgd ben en gegevens van zowel de CIE (Criminele Inlichtingen Eenheid) als de RID (Regionale Inlichtingendienst. Mijn advocaat en ik gingen hiertegen in verweer en ondertussen kwamen de stukken voor mijn strafrechtzitting ook binnen.

    ‘Tot onze verbazing troffen we in mijn dossier een ‘dienstgeheim, na gebruik vernietigen’ uitdraai aan van een soort Google-zoekopdracht van 11 juni 2012, uitgevoerd door een politieambtenaar in 27 verschillende databanken en volgsystemen. Het betrof niet alleen bestanden van bijvoorbeeld de gemeente en de RDW, maar ook allerlei interne politiesystemen. Al snel bleekt dat meerdere arrestanten van die 1 mei betoging zo’n uitdraai per ongeluk (?) in hun dossier hadden ontvangen, maar ik was de enige waarbij vermeld stond dat ik per 8 mei 2012 ben toegevoegd aan de ‘doelgroepmonitoring Terreur, politie Amsterdam Amstelland’ in het ‘NL-VIP’ bestand.

    ‘Op 8 juli 2012 moest ik, samen met een aantal andere verdachten van de betoging, voor de politierechter verschijnen. Mijn advocaat en ik wilden natuurlijk allerlei getuigen horen, waaronder de stillen die me hebben aangehouden, maar ook de commissaris die verantwoordelijk is voor de mysterieuze doelgroepmonitoring. De politierechter schoof echter alles wat niet direct met de feiten waarvan ik werd beschuldigd van tafel onder het mom dat ik daar een klachtenprocedure over diende te voeren.

    ‘Wél mocht ik wat agenten en getuigen laten horen over mijn aanhouding, waardoor mijn zaak niet inhoudelijk werd behandeld. De aanwezige rapporterende journalist van Het Parool miste helaas de potentiële scoop van hetgeen er besproken werd over het bestaan van geheime terreurverdachtenlijsten waar zonder democratische controle politiek activisten met blanco strafbladen op worden geplaatst door anonieme politiefunctionarissen. Mijn zaak werd terugverwezen naar de rechter-commissaris voor aanvullende verhoren en voor onbepaalde tijd aangehouden.

    ‘Het leek er in de maanden die volgden op dat ze bij het OM hard hun best deden om mijn zaak te vergeten. Maar zolang de kwestie niet was afgerond en mijn werkvergunning nog steeds in gevaar was, bleef mijn advocaat hen verzoeken om het verhoor van onze getuigen in te plannen. Inmiddels had ik ook videobeelden als bewijsmateriaal in handen gekregen die mijn onschuld aantoonden. Als de verhoren dan eindelijk in maart 2013 (bijna een jaar later) plaatsvinden, bleek dan ook dat de zaak van het OM nergens op rustte. Helaas konden ze de zaak formeel niet meer seponeren. Ik wacht tot op de dag van vandaag op de afronding van mijn zaak ter zitting.

    Klachtenprocedure

    ‘Ondertussen was ik natuurlijk wel begonnen aan een officiële klachtenprocedure. Op 18 juli 2013 diende ik een klacht in bij zowel de Nationale als de Amsterdamse politie en bij het landelijk parket. Omdat ik er rond deze tijd ook achter ben gekomen dat een onbekende geheime dienst geprobeerd heeft een oud-collega van mij als informant te werven, die was gevraagd om bij mijn huidige werkgever te gaan werken om mijn vertrouwen te winnen, diende ik tevens een klacht in bij het ministerie van Binnenlandse Zaken en de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen en Veiligheidsdiensten (CTIVD). Omdat ik inmiddels toch wel erg pisnijdig was geworden van de hele situatie, diende ik tenslotte ook een verzoek in tot inzage van mijn volledige politie- en AIVD dossiers.

    ‘Wat volgde was een ellenlange correspondentie, veel afwijzingen, nieuwe vragen, kastjes en muren. Het Landelijk Parket schreef dat ze ter goeder trouw hadden gehandeld, de Nationale Politie schoof alles af naar regiokorps Amsterdam-Amstelland, het ministerie van Binnenlandse Zaken wees mijn klacht af en stuurde me door naar de CTIVD, de instantie die me even daarvoor had laten weten mijn klacht af te hebben gewezen omdat de minister nog bezig zou zijn met de zaak. Uiteindelijk kreeg ik een deel van mijn AIVD-dossier thuisgestuurd. Over de informant die men heeft proberen te werven werd ontkennend gecommuniceerd, laat staan dat iemand mij heeft gemeld of dat was gebaseerd op mijn plotselinge status van ‘terrorist’.

    ‘Wie mij op als terrorist heeft aangemerkt, op welke gronden, hoe ik weer van dat label af kom, wie inzage heeft in die doelgroep monitoring, wat voor gevolgen het voor mij heeft; ik kreeg pagina’s antwoorden toegestuurd maar allemaal nietszeggend. November 2013 mocht ik langs komen bij de CTIVD, maar kreeg daar geen enkel officieel antwoord. Wel moest ik uitgebreid mijn verhaal toelichten. Tussen de regels door werd me echter duidelijk dat de informant waarschijnlijk door de Amsterdamse politie was geworven.

    ‘Langzaam maar zeker kon ik zo wel een aantal zaken, samen met Buro Jansen & Janssen, bij elkaar puzzelen. De doelgroepmonitoring blijkt een project te zijn van politiekorps Amsterdam-Amstelland. NL-VIP staat voor ‘verwijs index personen’ en betreft het volgsysteem waar je ook wordt geregistreerd als junkie-veelpleger, hooligan of outlaw lid van een motorclub. Iedere keer dat je met de politie in aanraking komt, op welke manier dan ook (niet alleen als verdachte maar ook als slachtoffer, getuige of bij zaken als vergunningen) wordt deze feiten gekoppeld en samengebracht.

    ‘Het lijkt erop dat instanties als OM, CTIVD en het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP) geen enkel toezicht houden op deze databanken/bestanden. Het is onduidelijk welk persoon, om welke reden(en) door welke ambtenaar wordt ingezet en of, hoe en wanneer je er weer uit de databanken verwijderd wordt of niet. En behalve politiefunctionarissen (en dan niet alleen de recherche en RID/CIE maar ook de wijkagent) zouden ook zogenoemde ketenpartners als het OM, maar ook de psychische hulpverlening, theoretisch inzicht kunnen krijgen in de doelgroepmonitoring. Tenminste, bij de verslaafde veelplegers is dat zeker het geval.

    Monitoring links activisme

    ‘Naar aanleiding van mijn klachten ontving ik op 4 december 2013 een brief van de politie Amsterdam dat ik de bewuste uitdraai nooit had mogen ontvangen en dat ik daarmee dus ook geen weet zou mogen hebben van mijn opname in dit terreurregister, aangezien ze je daar niet over hoeven te informeren. Wel werd mij medegedeeld dat dankzij mijn klacht (over iets wat ik dus niet mocht weten) ze inmiddels besloten hadden dat ik per abuis opgenomen ben in de doelgroep monitoring ‘terreur’ en dat ze een nieuwe doelgroep monitoring ‘links activisme’ hadden aangemaakt waarin mijn gegevens zijn ondergebracht. Of er sprake is geweest van een informant lieten ze niets los. Wel benadrukte de politie dat ze vanwege hun taken op het gebied van de bescherming van de openbare orde het recht hebben om informanten te werven en te runnen.

    ‘Ik stelde hierop natuurlijk direct een nieuwe klacht op waarin ik aangaf te willen weten welke grond de politie het recht geeft om bestanden over linkse activisten aan te leggen en waarom dergelijke zware middelen (opname in een databank terreur en het werven en runnen van informanten) zouden mogen worden ingezet tegen een persoon met een blanco strafblad, die al jaren in alle openbaarheid optreedt als perswoordvoerder en contactpersoon voor de politie rondom demonstraties en die bij een daarvan bewijsbaar onrechtmatig werd aangehouden.

    ‘Uiteindelijk werd deze kwestie in juni 2014 afgekapt met een brief van de politie waarin wordt vermeld dat ze mij nu ook uit de doelgroep monitoring ‘links activisme’ hebben verwijderd en ik dus niet langer belanghebbende ben. Echter alle mensen wiens gegevens er nog wel instaan, worden hier dus echter nooit over geïnformeerd (tenzij per ongeluk zoals in mijn geval). Vanwege die onbekendheid is niemand in staat om zich hiertegen te verweren. Aangezien het duidelijk is dat er ook niemand toezicht houdt op deze informatie vergaring en labeling, kan het zomaar zijn dat iedereen, ook u, in zo’n databank vermeld wordt.

    ‘Inmiddels is het november 2014 en wacht ik nog steeds op afronding van mijn rechtszaak, hangt mij nog steeds een intrekking van mijn werkvergunning boven het hoofd en heb ik ordners vol met brieven, dossiers, klachten, halve antwoorden en afwijzingen in bezit. Ik heb wel echter heel wat kleine snippers informatie bij elkaar gesprokkeld over deze doelgroepmonitoring en vergelijkbare systemen, waar ik samen met Buro Jansen & Janssen verder in wil duiken.
    artikel als pdf
    Politie ICT demonstrant is terrorist
    Grasduinend door mijn politiedossiers
    dossier Jonas
    Doelgroep monitoring: politiek protest