Harrie Timmerman werkte als psycholoog en criminoloog voor de universiteit van Groningen. Hij beschrijft dat van zowel van de kant van de criminologie als vanuit de politie er in de jaren negentig behoefte was aan een samenwerking die er bij Timmerman toe leidde dat hij zes jaar vanuit de universiteit gedetacheerd werd bij de politie Groningen. Hij hield zich daar vooral bezig met Cold Cases, verhoortechnieken, in algemene zin moordonderzoeken en beleidsbepaling.
Tegendraads verhaalt vooral de blunders, de slechte onderzoeken en de belabberde organisatie van de politie. Door het ontbreken van de positieve of neutrale verhalen ontstaat de indruk dat een gemiddeld moordonderzoek in de politieregio Groningen een zooitje is. Het boek lijkt zich daardoor te diskwalificeren als een boek met alleen maar kritiek en dat is jammer. Timmerman beschrijft namelijk van binnenuit, maar ook als buitenstaander de organisatie en legt de vinger op de zere plek.
Harrie Timmerman geeft talloze voorbeelden van de gevolgen van de hiërarchie in het politieapparaat en de top down cultuur. De carrousel waarbij alle tactische coördinatoren van grote onderzoeken aan bod komen terwijl de discussie over kwaliteit uit de weg wordt gegaan. Het macho gedrag van sommige politie functionarissen en het gebrek aan openheid om met kritiek om te gaan. Naast de politie neemt Timmerman ook het NFI, Nederlands Forensisch Instituut en het Openbaar Ministerie op de korrel. Timmerman was de man die in Netwerk van 5 september 2005 over de Schiedammer parkmoord en de onschuld van Cees B. Door de vele voorbeelden is het boek volstrekt geen academische kost.
Het ontbreken van de neutrale en positieve verhalen over de recherche in Groningen van Timmerman maakt het moeilijk een beeld te krijgen van de effectiviteit of zorgvuldigheid van de organisatie. Natuurlijk worden er fouten gemaakt. Politiewerk is mensenwerk en in sommige situatie zal het niet eenvoudig zijn om vriendelijk te zijn voor een verdachte. Ook de plaats van delict zal veelvuldig worden verstoord door agenten die overmand worden door de situatie. Gegevens over de oplossingsgraad, beschrijvingen van moordonderzoeken uit het boekje die er misschien hebben plaatsgevonden hadden de informatie uit het boek in perspectief geplaatst. Deze gegevens doen ook recht aan de verschillende rechercheurs die wel hun werk met passie deden zoals Timmerman beschrijft.
In het boek komen het volledige falen van de organisatie en een cultuur van een gebrek aan verantwoording steeds weer terug. Dat er moordzaken worden opgelost, lijkt bijna onwaarschijnlijk. Timmerman gaat echter niet direct op de oorzaken in. Deze oorzaken vallen ook niet binnen de reikwijdte van het boek en liggen niet primair bij de politie. Uiteindelijk is de politiek verantwoordelijk voor een goede controle op het politieapparaat. Daarmee wordt al meteen duidelijk dat er geen revolutionaire veranderingen zullen plaatsvinden. De politiek is namelijk bezig met het oprekken en uitbreiden van de bevoegdheden van politie en justitie. Tevens wordt er keer op keer een pleidooi gehouden voor meer geld voor de politiefunctionarissen die het zo moeilijk hebben. Timmerman laat met talloze voorbeelden uit de praktijk zien dat deze weergave van de werkelijkheid niet een juiste is. Er is iets mis met de organisatie van de politie en deze is niet op te lossen door centralisatie. Centralisatie zal het probleem naar alle waarschijnlijkheid verdiepen. Niet meer geld, maar een fundamentele verandering in de structuur van de organisatie en de mentaliteit zijn noodzakelijk. Mensen die structureel fouten maken, moeten zeker niet worden gepromoveerd. Het feit dat hoofdcommissaris Welten aangesteld is als korpschef van de politie Amsterdam Amstelland terwijl hij in de tijd dat Timmerman bij de politie Groningen gedetacheerd was, illustreert de organisatie die de psycholoog/criminoloog beschrijft. En klokkenluiders, of beter gezegd, mensen die kritiek hebben op de gang van zaken binnen een onderzoek dienen serieus te worden genomen. Misschien is niet elke kritiek bruikbaar, maar in ieder geval een open houding ten aanzien van kritiek zou al wonderen doen. Kritiek en openheid hebben Timmerman zijn baan gekost, hoewel collega’s zeer over hem te spreken waren en hem een waardevolle aanvulling binnen het politieapparaat vonden.