• Buro Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, de overheid in Nederland en Europa kritisch volgt. Een grond-rechten kollektief dat al 30 jaar publiceert over uitbreiding van repressieve wetgeving, publiek-private samenwerking, bevoegdheden, overheids-optreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.
  • Publicaties

  • Migratie

  • Politieklachten

  • Uitbraak nr. 2 1/2

    INFORMATIE OVER DE REPRESSIE TEGEN ANARCHISTEN IN ITALIE FEBRUARI ’98

    nieuws & updates

    Het is nog lang niet voorbij, de repressie tegen anarchisten in Italië, die er door Officier van Justitie Marini van beschuldigd worden een ondergrondse criminele – en subversieve vereniging te vormen. Alles wijst erop dat Marini deze vereniging zelf bedacht heeft om voor eens en altijd af te rekenen met allerlei “lastige” personen die zich verzetten tegen de staat.
    Sinds de Uitbraak 1 en de Uitbraak 2 is het een en ander gebeurd, dat we hier in de vorm van vertalingen van de updates van het CDA (solidariteitscomité in Italië) weergeven. Deze beslaan de periode van 21 oktober 1997 tot 4 februari 1998.
    Naast enkele positieve ontwikkelingen – met name de invrijheidstelling van verschillende personen wegens vormfouten – is er ook slecht nieuws: de Italiaanse politie heeft – in samenwerking met hun Nederlandse collega’s – in Amsterdam een Italiaanse anarchiste opgepakt die gezocht werd in het kader van het Marini-onderzoek. Italië heeft om haar uitlevering gevraagd. Het is bijzonder wrang dat dit gebeurd in dezelfde week dat Frankrijk – eindelijk- besloten heeft de anarchist die daar 10 maanden geleden gearresteerd werd, niet uit te leveren: hij wordt vrijgelaten. En nu dit. Ze zijn hardleers daar in Italië…
    Zoals men kan zien, lijkt de strategie van Marini om de anarchisten te bestempelen als een groep criminelen (“… dit is geen aanval tegen ideeën, maar tegen een groep criminelen..”) vruchten af te werpen.

     

    BONNANO EN SASSOSI VRIJ

    UPDATE VAN 1 NOVEMBER 1997

    Vandaag, 31 oktober 1997, werd Alfredo Bonnano vrijgelaten. Zijn hoorzitting vond, net als die van Emma Sassosi die eveneens vrijgelaten is, gisteren plaats voor het Hof van Cassatie.
    De reden voor de vrijlating is in beide gevallen dat zij niet werden verhoord binnen 5 dagen na hun arrestatie. Na meer dan 13 maanden zijn zij nu eindelijk buiten. Er bestaat nu dus ook voor de overige drie gevangen zittende anarchisten, die in september 1996 werden gearresteerd, goede hoop. In de gevangenis blijven degenen die al zijn veroordeeld, of die nog de uitkomst van andere rechtszaken moeten afwachten (onder andere de Silocchi-rechtszaak ).


    HOF KOMT NIET TOT EEN BESLUIT

    UPDATE VAN 30 NOVEMBER

    Op 26 november jongstleden vond voor het Hof van Cassatie de hoorzitting plaats in verband met het verzoek om vrijlating van de op 17 september 1996 gearresteerde anarchisten.
    Reeds op 30 oktober had het Hof van Cassatie Alfredo Bonnano en Emma Sassosi vrijgelaten uit voorarrest. Hoewel we de redenen voor de uitspraak van 30 oktober niet kennen, gaan we er toch van uit dat ze van technische aard zijn. Overeenkomstig een uitspraak van de Italiaanse Hoge Raad moet iedere aangeklaagde binnen vijf dagen na de arrestatie worden voorgeleid bij de rechter-commissaris (paragraaf 294). Als dat niet het geval is, dan moet de arrestant worden vrijgelaten. Toen zij werden gearresteerd, zijn zij niet verhoord door de rechter-commissaris, maar door de officier van justitie.
    Op 26 november heeft het Hof van Cassatie echter geweigerd om te beslissen over de eventuele vrijlatingen van andere anarchisten uit het voorarrest. Het gaat daarbij om de overige drie anarchisten die in september 1996 werden gearresteerd: Giuseppe Stasi, Antonio Gizzo en Paolo Ruberto. Daarentegen heeft dit hof deze beslissing doorverwezen naar een ander rechtscollege van het Hof voor Cassatie. Dientengevolge zal de beslissing hoogst waarschijnlijk op zijn vroegst over twee maanden worden genomen.


    EERSTE ZITTING MARINI-PROCES

    UPDATE VAN 1 DECEMBER 1997

    Op 1 december vond in de bunkerzaal van de rechtbank Foro Italico in Rome de tweede dag van het ‘Marini’-proces plaats. In de rechtszaal waren tientallen aangeklaagden aanwezig, die nog op vrije voeten zijn, en 6 aangeklaagden in kooien. Onder het publiek bevonden zich nog eens 30 sympathisanten.
    De rechtbank besloot om camera-teams de toegang te verbieden, overeenkomstig het verzoek van de aanklaagden op de vorige procesdag. De rechtbank besloot tevens dat de hekken voor de kooien zouden worden verwijderd om de communicatie tussen de aangeklaagden en hun advocaten te vergemakkelijken. In de loop van dit proces werd overigens meer verzocht, namelijk dat de aangeklaagden zouden kunnen plaatsnemen naast de eigen advocaten.
    Het belangrijkste nieuws is dat Antonio Gizzo huisarrest werd toegestaan. Er blijven dus vanwege het Marini-proces nog slechts drie aangeklaagden in de gevangenis (Pippo Stasi, Paolo Ruberto en, in Parijs, Massimo Passamani) – naast degenen die al vastzaten omdat ze voor andere zaken veroordeeld waren.
    Vervolgens heeft de officier van justitie zijn openingspleidooi gehouden. Het pleidooi was kort en onvolledig, hij heeft niets gezegd over hoe het onderzoek is verlopen en hoe het tot de arrestaties is gekomen. De advocaten hebben zich bezig gehouden met aantal technische zaken, met name met betrekking tot de lijst met getuigen en om inzage te krijgen in alle stukken die zijn toegevoegd aan het dossier.
    Carlo Tesseri heeft een verklaring voorgelezen waarin hij zijn wantrouwen ten opzichte van de rechtbank en het openbaar ministerie uit de doeken deed.
    De volgende procesdagen zijn gepland voor 12 en 26 januari. Ze zullen weer in de bunkerzaal van het Foro Italico in Rome plaatsvinden.


    BEZETTINGSACTIE IN PARIJS

    UPDATE VAN 20 DECEMBER 1997

    Dit bericht kreeg het CDA op 19 december per fax

    “Wij, het verdedigingscomité van Massimo Passamani bezetten op dit moment het Italiaanse Nationale Bureau voor Toerisme in Parijs aan de Rue de la Paix om Massimo’s vrijlating te bereiken
    Massimo Passamani is een Italiaanse anarchist, die in Italië in het kader van de justitiële constructie van officier van justitie Marini is aangeklaagd. Hij wordt beschuldigd van de vorming van een gewapende bende en subversieve vereniging (samen met 68 andere personen). Passamani bevindt zich sinds maart 1997 in de Parijse gevangenis. Op 10 december werd besloten tot zijn uitwijzing, hoewel er geen bewijzen tegen hem bestaan.
    Wij benadrukken dat de Italiaanse staat deze zaak zelf heeft gecreëerd met als doel een groot deel van de anarchistische beweging de kop in te drukken. Zij doet dit door de “deelname aan een bewapende bende” te verzinnen, een bende die nooit heeft bestaan en die geen enkele actie heeft opgeëist. Daarnaast is deze zaak gecreëerd om iedereen die rebelleert te intimideren.
    Vanwege gebrek aan bewijzen wordt de klassieke strategie van de ‘kroongetuige’ benut, in dit geval een jonge vrouw, die door de ROS (een speciale eenheid van de Carabinieri) slecht werd geïnstrueerd.
    Om deze constructie te ontmaskeren werd door onbekenden een ‘interne notitie’ gepubliceerd, een publikatie van de ROS uit 1994, die het voornemen tot het opzetten van bovenstaande constructie duidelijk blootlegt.”


    UITSPRAAK TWEEDE HOGER BEROEP SILOCCHI-PROCES

    UPDATE VAN 9 JANUARI 1998

    In Bologna is eind december het tweede hoger beroep van het Silocchi-proces afgerond.
    In het kort ging het om het volgende:
    In 1989 wordt Parma Mirella Silocchi, echtgenote van een rijke industrieel, ontvoerd. Twintig maanden lang levert het onderzoek niets op. Dan wordt van hogerhand de volgende stelling geponeerd: de verantwoordelijken moeten gezocht worden binnen de sardijnse gemeenschap, en betrokken zijn ook – in dit soort zaken kun je het best meteen maar zo breed mogelijk uitpakken – anarchisten en Armeniërs. Het is het begin van een ongelofelijke reeks beschuldigingen, mede dankzij verklaringen van enkele duistere figuren die door de Geheime Dienst en de politie onder druk gezet worden – zeg maar: gechanteerd – waaruit zou blijken dat de Sardijnse “ontvoeringsindustrie” en een nog onbekende “Romeinse Anarchistiche Groep” erbij betrokken zouden zijn.
    Het eerste proces werd gehouden in Parma, in een sfeer van intimidatie en terreur, en is weinig anders dan een farce: getuigen die niet verschijnen of volledig anoniem blijven, advocaten die niet in staat worden gesteld aan te tonen dat hun clienten er niet bij betrokken zijn omdat de aanklagers totaal geen bewijzen leveren van hun schuld. De straffen zijn zeer zwaar: 6 x levenslang (Garagin, Staffa, Sanna, Porcu, Goddi, Scrocco) en 22 jaar voor Orlando Campo; verschillenden van hen zijn voortvluchtig.
    In februari ’95, in Bologna, bevestigt de jury van het Hof van Beroep de veroordelingen van Parma, met twee wijzigingen: Staffa krijgt 30 jaar ipv. levenslang, en Giovanni Barcia, die was vrijgesproken, krijgt nu ineens levenslang. Het proces in Bologna toont aan dat technische zaken in processessen als deze van weinig of geen waarde zijn: alles staat al van te voren vast, gebaseerd op een repressieve hypothese zonder dat daarvoor concrete bewijzen bestaan.
    Op 18 december 1996 annuleert het Hof van Cassatie verrassend genoeg het vonnis in hoger beroep, gedaan in Bologna, en verwijst de zaak terug naar het Hof van Beroep.
    Daar is dus de afgelopen maanden een reeks nieuwe zittingen geweest. Ook nu heerste er een sfeer die niet direkt gunstig voor de verdachten te noemen was, al zag het ernaar uit dat de technische elementen die de verdediging aandroeg doorslaggevend zouden kunen zijn. We noemen enkele voorbeelden: er werd aangetoond dat tenminste twee van de verdachten (Gregorian Garagin en Rose Ann Scrocco) zich in het buitenland bevonden ten tijde van de ontvoering, de een in Joegoslavië, de ander in de Verenigde Staten. Andere elementen die de aanklagers gebruikten zijn definitief ontzenuwd; één voorbeeld uit vele: de schrijfmachine die bij Orlando Campo thuis werd aangetroffen en die volgens een deskundigenverklaring gebruikt was om brieven aan de familie van de ontvoerde te schrijven. Het bleek echter dat de machine pas gefabriceerd was nadat de brieven verstuurd waren! Dit feit toont ook de zogenaamde deskundigen zich makkelijk voor het karretje van de aanklagers laten spannen.
    Het hof heeft echter slechts ten dele rekening gehouden met deze elementen. Enerzijds werden Staffa en Sanna vrijgesproken (zij werden in eerste instantie beschouwd als bewakers), evenals Orlando Campo. Anderzijds werden de anderen tot 30 jaar veroordeeld (behalve Giovanni Barcia wiens zaak is aangehouden). De motivering van dit vonnis is nog niet bekend, maar het lijkt er wel op dat het luchtkasteel van de aanklagers langzaam maar zeker in elkaar zakt: wat momenteel naar voren komt is een ontvoerdersbende zonder bewakers, met telefonisten in het buitenland enzovoort. De advocaten gaan opnieuw naar het Hof van Cassatie.
    Orlando Campo, vrijgesproken na zes jaar, heeft inmiddels huisarrest; tegen hem bestaat nog de aanklacht van deelname aan een bewapende bende in het kader van het Marini-proces. Een eerste schorsingsverzoek is afgewezen en men wacht nu op het beroep hiertegen.


    MARINI RAAKT BUITEN ZINNEN

    UPDATE VAN 13 JANUARI 1998

    Op 12 januari 1998 vond de derde procesdag plaats in de bunkerzaal van het Foro Italico in Rome. De zitting ging overwegend over technische zaken. Geëist werd dat alle documenten die bij de rechtszaak zouden worden gebruikt aan de advocaten overhandigd zouden worden.
    Als eerste kreeg natuurlijk de officier van justitie Marini het woord. Hij eiste dat er rekening zou worden gehouden met eventuele eerdere veroordelingen van de aangeklaagden. Deze veroordelingen zouden in dit proces de aanklacht van het plegen van delicten in vereniging te staven.
    Na de beëindiging van dit deel van het proces, waarin zowel de aanklager als de verdediging verzoeken hebben ingediend voor de toelating van diverse stukken, hebben de advocaten de vrijlating respectievelijk de verlichting van de hechtenisomstandigheden geëist voor enkele aangeklaagden: Tesseri, Fantazzini, Gizzo (waarvoor ook de opheffing van het huisarrest werd verzocht), Budini, Ruperto, Stratigopulos, Stasi en Jean Weir. Voor Orlando Campo werd daarentegen verzocht om over te gaan van huisarrest naar een meldingsplicht, vanwege de vrijspraak in het zaak Silocchi (de ontvoering van de vrouw van een zakenman, waarvoor anarchisten verantwoordelijk werden gesteld) en vanwege de 6 jaar en 7 maanden voorarrest die hij onschuldig in de gevangenis heeft doorgebracht.
    Met het oog op deze verzoeken heeft de rechter de mening gevraagd van de openbare aanklager Marini. Marini sputterde tegen en begon over de ‘gevaarlijkheid’ van de aangeklaagden, die hij omschreef als “terroristenbende, bommenleggers, en bankrovers”. Hij herinnerde de rechtbank eraan dat zij hebben gezworen om de staat te beschermen voor het terrorisme en dat – als zij de aangeklaagden vrijlaat – de aangeklaagden direct zullen vluchten en stelde dat de rechtbank daar dan verantwoordelijk voor is. Na dit kletspraatje van Marini hebben de rechters zich teruggetrokken voor overleg. Het eerste rechtscollege van de Corte d’Assise in Rome (dat zich met moordzaken bezighoudt) heeft besloten om zich niet met deze kwestie te bemoeien. We zullen daarom de komende dagen meer te weten komen.


    OPNIEUW HUISZOEKING I.V.M. GEHEIM DOCUMENT

    UPDATE VAN 18 JANUARI

    Op zondag 17 januari vond er opnieuw een huiszoeking plaats in het kader van het Marini-proces. Deze huiszoeking werd uitgevoerd door een speciale eenheid van de Italiaanse politie, de ROS uit Rome. Om 7 uur ‘s morgens heeft een eenheid van de ROS opnieuw de woning van een aangeklaagde anarchist doorzocht. Het gaat hierbij om een medewerker van Radio Black Out, kraker van El Paso (een groot kraakpand in Turijn) en medewerker van het Verdedigingscomité van de Anarchisten (CDA). Hij is samen met twee andere medewerkers van de radiozender, vanwege artikel 476, 482 en 468 van het Italiaanse Wetboek van Strafrecht, gearresteerd. Deze wetsartikelen hebben betrekking op valsheid in geschrifte en vervalsen van stempels van de staat. In het arrestatiebevel staat:
    “… omdat hij samenspannend met … met als doel zichzelf en zijn in het genoemde proces (het Marini-proces) mede-aangeklaagden een vals document te verschaffen. Dit document is een notitie voor intern gebruik met betrekking tot een mogelijke onderzoeksmethode tegen de anarchistische subversie, die zou kunnen worden uitgetest….”
    De huiszoeking heeft geleid tot de inbeslagname van een computer, een printer, twee exemplaren van de brochure ‘De ROS is ontmaskerd’ en pamfletten.
    De geschiedenis is bekend: in juli 1997 ontving Radio Black out een anonieme verstuurde envelop, die het bekende document van de ROS, gedateerd december 1994, bevatte. In dit document stond de methode beschreven hoe een groot aantal zogenaamde opstandige anarchisten, die als zeer gevaarlijk worden ingeschat, de gevangenis zouden kunnen worden ingewerkt. Voor deze anarchisten was er nooit voldoende bewijs geweest voor een collectieve veroordeling. In het document werd ook de mogelijke inzet van een valse kroongetuige beschreven, die over enkele van de zwaarste misdaden een ‘verklaring’ zou kunnen afleggen, wat ook daadwerkelijk gebeurde. De media kregen het document, direct na de verplichte aangifte bij de bevoegde politie-instantie, gepresenteerd. Het bracht niet alleen hen danig in beroering, maar ook in de rechtszaal, tijdens de laatste zittingen van het Marini-proces, zorgde het voor ophef.
    Nog geen maand na de bekend worden van dit explosieve document stormde de ROS de ruimte van de radiozender Black Out binnen met een huiszoekingsbevel. Ze namen de computer en de printer in beslag. Daarnaast hadden ze een huiszoekingsbevel voor de woningen van twee medewerkers van de radio, die zoals de wet het voorschrijft – het document eerst aan de Digos (de politieke politie) hadden gegeven, voordat ze het hadden gepubliceerd.
    Klaarblijkelijk kunnen de Carabinieri (de militaire politie) van de ROS, die nu over zichzelf een onderzoek moeten opstarten, niet toegeven dat het document echt is. Ze hebben waarachtig vastgesteld, dat het document niet vals is, maar de stempels en de handtekeningen. Blijkbaar hebben ze nog wat schaamtegevoel als ze het waarheidsgehalte van de inhoud van het document niet kunnen ontkennen; wat wil zeggen dat dit onbeschrijfelijke proces moedwillig geconstrueerd is om anarchisten met gefabriceerde bewijzen in de gevangenis te krijgen.
    Daarom moeten ze tegen iemand een onderzoek voeren om aan te tonen dat dit document een vervalsing is. En wie is daar beter voor geschikt als een van degenen waar al een onderzoek tegen loopt, een bekende anarchist, die ook nog eens medewerker van de radiozender en lid van het CDA is – dat al jarenlang alle rechtszaken tegen anarchisten volgt en ieder nieuwtje daarover verspreidt? En als degene die dit briljante document heeft bedacht, nadat hij 80.000 pagina’s van de procesdossier heeft gelezen en het document vervolgens naar zijn eigen radio heeft gestuurd, daarvoor een computer nodig heeft gehad, welke computer zal dat dan geweest zijn? Natuurlijk die van de radiozender of die bij hem thuis staat!
    Wat betreft de beide “medeplichtigen” hadden ze gerust wat meer fantasie aan de dag kunnen leggen. Het feit dat zij allebei ‘s morgens aan het werk waren bij de radio, toen het document met de post binnen kwam, en dat zij daarom langs moesten bij de Digos, heeft geen enkele betekenis.
    Dus wordt er nu tegen die beruchte anarchist en zijn compagnons, die zich beter met hun eigen zaken hadden kunnen bemoeien, een onderzoek opgestart. Overigens werden zij op maandag 19 januari in de Turijnse kazerne in de Via Valfre verhoord door de ROS uit Rome.


    LAATSTE NIEUWS UIT DE RECHTZAAL

    Zitting van maandag 26 januari ’98

    Een politieagent moest getuigen over de bankroof in Trento, – waarbij in 1994 verschillende anarchisten gearresteerd werden.
    Vervolgens heeft Marini zijn oproep herhaald aan het adres van het Hof om geen van de verdachten in vrijheid te stellen. Hij bleef doorzeuren over hun vermeende gevaarlijkheid.

    Zitting van maandag 2 februari ’98

    Opnieuw verklaringen van diverse politiefunctionarissen over vermeende banden tussen anarchisten en de Sardijnse onderwereld. Ze hadden het met name over de verdachten Garagin, Scrocco, Porcu en Campo.
    Geen van de getuigen kon echter enig objectief bewijs aandragen, dat de verklaringen die diverse “kroongetuigen” hierover al hadden afgelegd, kon ondersteunen.
    Wat Orlando Campo betreft: hij is op vrije voeten. In december werd hij in hoger beroep vrijgesproken van deelname aan de Silocchi-ontvoering, samen met twee anderen.
    Goddi, Scrocco, Garagin, Porcu werden echter opnieuw veroordeeld, ditmaal tot 30 jaar. Aangezien de bewijslast nog steeds ontbreekt en de hele zaak rammelt zijn de advocaten hiertegen opnieuw in cassatie gegaan.
    De volgende zitting is gepland voor 9 februari: op het programma staat de belangrijkste “kroongetuige”, het Iraanse meisje MojdehNamsetchi, en vervolgens worden twee leden van de familie Sforza opgevoerd: ook zij hebben een “kroongetuige”-verklaring afgelgd.


    ARRESTATIE IN AMSTERDAM

    Op 26 januari is alweer iemand, die gezocht werd in het kader van het Marini-onderzoek, gearresteerd, ditmaal in Amsterdam.
    Het gaat om Paola Maria Lo Vecchio, een Italiaanse anarchiste die door een arrestatieteam, bestaande uit Nederlandse en Italiaanse politieagenten, van de straat geplukt werd. Vervolgens werd in haar woning huiszoeking verricht, waarbij allerlei papieren, brieven e.d. in beslag zijn genomen.
    Paola Lo Vecchio wordt – net als alle anderen – deelname aan een subversieve organisatie en een bewapende bende ten laste gelegd; daarnaast wordt ze onder meer beschuldigd van betrokkenheid bij een gewapende overval. De Italiaanse justitie heeft 20 dagen om om een officieel uitleveringsverzoek in te dienen. Vervolgens heeft de rechter twee maanden om te besluiten over een eventuele uitlevering, daarna kan ze nog in beroep gaan.

    Paola Maria Lo Vecchio
    Penitentiaire Inrichtingen Zwolle
    H. van Doornestraat 15
    8013 NR Zwolle


    PASSAMANI VRIJ!

    UPDATE 4 FEBRUARI 1998

    Enkele uren geleden bereikte ons het nieuws over de zoveelste zitting voor de invrijheidstelling vanMassimo Passamani, en eindelijk is er goed nieuws: Massimo wordt op 5 februari vrijgelaten en mag zich vrij bewegen in Frankrijk zodra zijn identiteitspapieren gearriveerd zijn.
    Tegen Massimo was in september ’96 een arrestatiebevel uitgevaardigd in het kader van het Marini-onderzoek. Om arrestatie te ontlopen vluchtte hij naar Frankrijk, waar hij in maart ’97 na een internationaal arrestatiebevel werd opgepakt. Vanaf dat moment volgde de ene procedure na de andere, eerst tegen de uitlevering, daarna voor zijn invrijheidsstelling.
    Een zeer actief solidariteiscomité heeft er alles aan gedaan om hem te steunen. Waarschijnlijk is het feit dat het Hof van Beroep in Rome de laatste weken enkele personen heeft vrijgelaten van invloed geweest op deze beslissing van de Franse rechters.