• Buro Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, de overheid in Nederland en Europa kritisch volgt. Een grond-rechten kollektief dat al 30 jaar publiceert over uitbreiding van repressieve wetgeving, publiek-private samenwerking, bevoegdheden, overheids-optreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.
  • Publicaties

  • Migratie

  • Politieklachten

  • De Criminele Inlichtingendienst – Rapport CID-ethiek

    2.6. Rapport CID-ethiek

    In 1991 en 1992 heeft de Begeleidingscommissie CID de RAC verzocht aandacht te besteden aan de ethische aspecten verbonden aan het inlichtingenwerk van CID’en. De reden was het ontbreken van hanteerbare regels voor de wij ze waarop de CID haar informatie vergaarde en het ontbreken van uniformiteit in opvatting binnen het OM.

    In 1993 werd hiertoe een werkgroep Ethische Aspecten van CID-werkzaamheden ingesteld. Deze werkgroep kreeg tot taak een handreiking/ leidraad voor CID-functionarissen op te stellen waarin normatieve, ethische criteria worden gegeven voor het CID-werk.

    De werkgroep had o.a. tot uitgangspunt dat politie en justitie hun werk op fatsoenlijke wijze dienden te verrichten. Dat betekende dat voorwaarden aanwezig moesten zijn waarbinnen politiemensen rechtmatig kunnen handelen. Er moest voor worden gezorgd dat gevaren voor persoonlijke corrumpering zo klein mogelijk zouden zijn. Er moesten maatregelen genomen worden om afglijden van politiemensen naar ongewenst optreden te voorkomen.

    Door de werkgroep werd een ethische code opgesteld die bestaat uit 41 normatief getoonzette regels, die kunnen dienen als leidraad bij het verrichten van werkzaamheden door CIDfunctionarissen. In feite behelzen deze regels niet meer dan tot de politie- professie behorende vakmatige regels die steeds tot doel hebben overwicht en controle op- en afstand tot de informant te bewaren.

    Door de voorzitter van de RAC werd het rapport op 10 juli 1995 aangeboden aan de politie-ministers.