• Buro Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, de overheid in Nederland en Europa kritisch volgt. Een grond-rechten kollektief dat al 30 jaar publiceert over uitbreiding van repressieve wetgeving, publiek-private samenwerking, bevoegdheden, overheids-optreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.
  • Publicaties

  • Migratie

  • Politieklachten

  • Betogend proza: Het tekstvergelijkend onderzoek

    In april kregen de advocaten van Hans Krikke en Jan Müter voor het eerst een klein deel van het dossier over het journalistencollectief Opstand. VN (8 april 1995) drukte daar fragmenten uit af. Inmiddels is het dossier compleet, zegt Justitie. Een uitvoerig tekstvergelijkend onderzoek van het Gerechtelijk Laboratorium was het sluitstuk. ‘Een lichte vorm van metaforitis,’ zo typeerde de onderzoeker het taalgebruik van RaRa. Maar wat heeft het onderzoek opgeleverd? Betogend proza: Het tekstvergelijkend onderzoek

    Uit: Vrij Nederland, 9 december 1995

    door Eveline Lubbers

    In april kregen de advocaten van Hans Krikke en Jan Müter voor het eerst een klein deel van het dossier over het journalistencollectief Opstand. VN (8 april 1995) drukte daar fragmenten uit af. Inmiddels is het dossier compleet, zegt Justitie. Een uitvoerig tekstvergelijkend onderzoek van het Gerechtelijk Laboratorium was het sluitstuk. ‘Een lichte vorm van metaforitis,’ zo typeerde de onderzoeker het taalgebruik van RaRa. Maar wat heeft het onderzoek opgeleverd?

    Meer dan een jaar heeft Opstand er op moeten wachten, maar nu is het dossier compleet. De rechter-commissaris zegt, dat de verdediging nu alle stukken heeft.

    Na de huiszoekingen bij het bestuur van de Stichting Opstand en op het kantoor van het journalistencollectief in september 1994 kregen de advocaten geen stukken. Ook toen Hans Krikke en Jan Müter twee maanden daarna te horen kregen dat ze alsnog a ls verdachten werden aangemerkt, kwam er niets waaruit deze verdachtmaking moest blijken. Na de aanhouding van het tweetal eind maart dit jaar arriveerde eindelijk een eerste zending. ‘Een fractie van het werkelijke dossier’ zei advocate Ties Prakken dest ijds tegen VN (8 april 1995).

    Sindsdien volgde op gezette tijden een nieuwe stapel papier.

    Ties Prakken: ‘We hebben ontzettend moeten zeuren om de stukken. De indruk bestond dat Justitie dingen achterhield. Maar het kan ook zijn dat er gewoon niet meer wás. De stukken die we wel kregen waren zo nietszeggend.’

    Wat zit er zoal bij?

    Achtendertig velletjes aanvragen en toestemming voor verlenging van telefoontaps, standaardbrieven waarin alleen de datum of het abonneenummer verschilt.

    Opnieuw twintig bladzijden samenvattingen van afgeluisterde gesprekken, op verzoek van de advocaat nu mét vermelding van het nummer waar mee gebeld werd.

    Lijsten met de spullen die de rechter-commissaris nog niet wil teruggeven.

    Zo’n honderd pagina’s van het Interregionaal Team Computercriminaliteit. Vijf kantjes om uit te leggen dat de inbeslaggenomen computers helemaal zijn leeggeslurpt. En dat de data zijn veiliggesteld op een ‘extern opslag medium’.

    De rest van het rapport is een eindeloze uitdraai van de inhoudsopgave van die vier computers, inclusief de programmatuur. Conclusie van het Team Computercriminaliteit: er blijken documenten aanwezig op de harde schijf van de computers! Ook op losse di skettes is dit het geval!

    Verslagen van huisbezoeken aan deelnemers van het Platform Illegale Vluchtelingen (PIV): twintig bladzijden.

    Tien van hen werden gehoord als getuigen. Zes anderen waren, of gaven, niet thuis. Aanleiding was de open brief aan het PIV van ds. Hans Visser van de Pauluskerk in Rotterdam na de aanslag op het huis van staatssecretaris Kosto. Hans Visser riep daarin optot een discussie met sympathisanten van RaRa, over doel en middelen in de strijd tegen het Nederlandse asielbeleid.

    Het proces-verbaal: ‘Op onze vraag aan VISSER waar wij eventueel leden van RaRa moesten zoeken, antwoordde hij ons dat hij ervan overtuigd was dat hij wel eens met RaRa leden had gesproken, maar dat zij zich nooit als RaRa-lid aan hem hadden gemanifest eerd.’ De verbalisanten hadden zijn verklaring graag op papier, maar ds. Visser ziet daar de noodzaak niet van in. De agenten weten genoeg. Andere deelnemers aan het PIV-overleg moeten zeggen wie de radicalen van het Platform zijn, en of zij RaRa kennen.

    Naar Opstand, zo blijkt uit de verslagen, is niet eens bij iedereen gevraagd. De naam Hans Krikke komt sommigen vaag bekend voor, en één getuige heeft Jan Müter kort daarvoor leren kennen.

    Het lijkt er op dat de inbeslaggenomen map notulen van het Platform Illegale Vluchtelingen de Haagse rechercheurs op een nieuw spoor heeft gezet. Met Opstand heeft het weinig te maken.

    De grote vraag blijft waar de verdenking van Opstand op was gebaseerd. Het dossier, dat nu compleet heet te zijn, geeft daarover geen uitsluitsel. Van de aanwijzingen, die al erg mager waren, blijf volgens Ties Prakken, advocate van Opstand, niets over . Zij verzocht de rechter-commissaris meerdere malen om nadere toelichting over het opsporingsonderzoek. Ties Prakken: ‘De politie poneerde voor de huiszoekingen de stelling dat er ideologische overeenkomsten zijn tussen Opstand en RaRa. Waar is dat op ge baseerd? Hoe zijn de contacten van Jan Müter met de Dienst Inspectie Arbeidsverhoudingen in kaart gebracht? Hans Krikke had een afspraak met Aad Kosto op de dag van de aanslag. Heeft de politie ook geconstateerd dat dat toeval was? In het dossier is over deze zaken niets terug te vinden. De suggestie van verdenking blijft in de lucht hangen, maar wordt nergens hardgemaakt.’

    De anonieme brief die Jan Müter beschuldigt van het bezoeken van verjaardagen waar geld ingezameld zou worden voor RaRa blijft een raadsel. Meer dan een vage kopie van een halve brief, zonder aanhef, datering of ondertekening heeft de advocaat noo it gekregen. De advocate vroeg naar het origineel, naar de andere helft, ze vroeg of dit stuk was overgetypt door de politie, maar kreeg geen antwoord.

    Dat het telefoonnummer van Hans Krikke was teruggevonden in de agenda van twee politiek-actieve Turken heeft kennelijk verder geen sporen opgeleverd.

    Een belangrijke reden om over te gaan tot huiszoeking bij Opstand, was het feit dat Hans Krikke wel eens gebruik maakte van de telefoon van het (inmiddels ter ziele) radicale maandblad Konfrontatie. ‘Uit de inhoud van deze gesprekken bleek dat hij cont acten onderhield met aan KONFRONTATIE gelieerde personen en dat genoemde KRIKKE mogelijk werkzaamheden heeft verricht ten behoeve van KONFRONTATIE’ stond in het eerste dossier.

    Genoemde Krikke was erg benieuwd naar de inhoud van deze gesprekken. De politie zocht, en vond. Het bleek te gaan om twee gesprekken op dezelfde dag, in mei 1994. ‘Beide gesprekken hebben betrekking op het betalen van een rekening. Het verslag vermeldt voor het gesprek te 13.39 uur: “Geert belt Hans, gaat over rekening die Hans gestuurd heeft”. Het verslag vermeldt voor het gesprek te 13.49 uur: “Gaat weer over rekening”. Verderzijn deze gesprekken niet uitgewer kt.’

    Het grootste deel van het dossier dat vrijkwam nadat de Opstand journalisten in maart een week vastzaten, bestond uit tapverslagen. Geen uitgewerkte gesprekken, maar samenvattingen van delen die volgens het politieteam veelzeggend waren. Ties Prakken v indt dat de verdachten recht hebben op volledige verslagen, in ieder geval van die gesprekken waarmee de verdachten tijdens hun verhoren werden geconfronteerd. Haar verzoek werd niet gehonoreerd.

    Hans Krikke en Jan Müter ontdekten dat hun telefoons vóór de huiszoekingen in september 1994 al enige tijd waren afgeluisterd. De politie moest desgevraagd toegeven dat er in die periode niet over RaRa was gesproken.

    De oude schrijfmachine waarop de originele claimbrief was geschreven werd bij Opstand niet gevonden, noch sporen van rode vezels die achter de etiketten op de enveloppen van RaRa waren aangetroffen. Meer dan één -overigens nogal curieus gefor muleerd- zinnetje ergens achterin een proces verbaal was het niet waard: ‘Het technisch onderzoek, dat werd verricht door personeel van het Gerechtelijk Laboratorium van het Ministerie van Justitie, bleef zonder gunstig resultaat.’

    Dat was in mei. De politie verwacht dan het tekstvergelijkend onderzoek ‘na de zomer’ af te hebben. In juli maakt de rechter-commissaris daar ‘september of oktober’ van. Uiteindelijk heeft het tot eind november moeten duren voor de laatste stukken er w aren.

    Het Gerechtelijk Laboratorium in Rijswijk rondde op 21 november haar verslag af. Vorige week kreeg de verdediging de twee rapporten toegestuurd van de rechter-commissaris.

    Het machineschriftonderzoek leverde helemaal niets op. Het Vergelijkend tekstonderzoek is iets uitgebreider.

    Voor drs. A.P.A. Broeders begint aan zijn verslag, geeft hij de beperkingen van zijn vakgebied aan. De analyse van teksten op inhoud leidt slechts zelden tot identificatie van een individu. Dit onderzoek richt zich bijna uitsluitend op de vor m van de betwiste teksten. Maar ook hier geldt dat het bepalen van de identiteit van de schrijver zeer veel vaker niet dan wel mogelijk is. ‘Aangezien het in dit onderzoek gaat om betwist materiaal dat misschien het beste kan worden omschreven als bet ogend proza, een in hoge mate door algemene conventies gedicteerde vorm van taalproduktie die, vooral wanneer het om geroutineerde en ontwikkelde taalgebruikers gaat, vaak ook nog zelfregulerende mechanismen kent die het aantal schrijvers kenmerken reduce ren en het aantal groepskenmerken doen toenemen, is de prognose zeker niet onverdeeld gunstig.’ Daarbij moet rekening gehouden worden met dwaalsporen, zoals -naar nu blijkt-ook is gebeurd bij telefonische meldingen waarin de RaRa-aanslagen in 1990, 1991 e n 1993 werden aangekondigd. Analyse van de bandopname heeft uitgewezen dat gebruik was gemaakt van professionele radio sprekers.

    De onderzoeker had het niet makkelijk. Hij kreeg drie dozen met 4113 vellen machinegeschreven tekst op A4-formaat inbeslaggenomen bij Opstand. Daarnaast kreeg hij de integrale kopieën van de harde-schijfinhoud van vier personal computers ende inho ud van 64 diskettes, afkomstig van het journalistencollectief. Het moet een heidens karwei zijn geweest om een betrouwbare selectie samen te stellen uit het woud van subdirectories, teksten ingedeeld bij verschillende tekstverwerkingsprogramma’s, eerdere versies van hetzelfde stuk en reeds weggegooide – en door computerdeskundigen weer opgeviste – kopieën. Het Gerechtelijk Laboratorium koos 124 pagina’s tekst van Hans Krikke, journalistiek werk over o.a. het ‘toyotisme’, de arbeidsmigratie en de conf ectie-industrie, geschreven met de kennelijke bedoeling het te publiceren in Aaneen, Quote, Hervormd Nederland en Management Team. Verder werd geselecteerd een stuk met als werktitel ‘Nederlandse dagbladen over illegalen’ (later verschenen in De Medialeug en, bij uitg. de Papieren Tijger). Bij Jan Müter moest zijn doctoraalscriptie het ontgelden en een aantal strategiestukken, gericht aan gelijkgestemden.

    Het ‘betwist materiaal’ beperkt zich niet tot de claimbrieven van de aanslagen die Opstand worden aangerekend. Oppervlakkige inspectie gaf inhoudelijke overeenkomsten met eerdere teksten van RaRa. Daarom lag het, volgens het Lab, voor de hand om alle p ersverklaringen sinds 1990 en ook het zelfinterview van RaRa in Konfrontatie in de analyse op te nemen.

    De eerste vraag is of deze teksten door dezelfde persoon zijn geschreven. De criteria voor het onderzoek naar de vorm zijn ‘vermoedelijk opzettelijke afwijkingen van de norm’, dat is alternatieve spelling, en ‘onbedoelde fouten’: spelfouten en typefout en. De spelfouten zijn potentieel het meest interessant.

    De inventarisatie levert een lijst (‘indicatief, geen uitputtend overzicht van alle bijzonderheden’) met woorden die ook al voorkwamen in het eerste onderzoek door de politie: burgermeester, geweldadig, politiecorps en Bolkenstein. RaRa blijkt i nconsequent/inkonsekwent met voorkeurspelling en maakt af en toe gruwelijke spelfouten, wordt je, plaatsvind, maar ook veelvoorkomende als kakafonie en bagateliseren. Wat opvalt is dat RaRa vaak te lui is om trema’s te zetten: parl ementeriers, beeindigd, financiele, of het gaat verkeerd: ideologiën. Soms zijn woorden aan elkaar geraakt waar dat niet moet, jammergenoeg, of per abuis uit elkaar gedreven, klaar gestoomd.

    Deze analyse geeft volgens het rapport op het eerste gezicht weinig steun aan het vermoeden dat de teksten door één en dezelfde persoon zijn geschreven. Helemaal als je rekening houdt met de mogelijkheid dat ze zijn uitgetypt door anderen dan de schrijvers, en misschien met grote haast. Anderzijds staan in de laatste twee teksten weer weinig fouten, wat duidt op aanzienlijke vaardigheid op de typemachine.

    Wat in het Rapport van het Gerechtelijk Lab ontbreekt is een vergelijking met een controlegroep van gemiddelde Nederlanders.

    Vluchtige analyse van een stuk geschreven door mensen met een meer dan modale opleiding, die zich bezighouden met dezelfde materie als RaRa, geeft verrassende resultaten.

    Een proces-verbaal van vier kantjes uit het RaRa-dossier (pag. 425 t/m 429), opgemaakt door de opsporingsambtenaren 803_01 en 008_02 van Bureau Bijzondere Criminaliteit bevat veel vergelijkbare fouten.

    Uit de categorie gruwelijkheden: (hij) steld, hij…afwijsd en uit die van de veelvoorkomende: illigale. Gewone typefouten als agwijzen, vergaderiongen en zowek (zoek). Er is sprake vanhypercorrectie zoals in criti sche. Ook de politie heeft moeite met de bijzondere tekens in de computer: opgeeist, distancieren, kopieeren. En soms wordt het helemaal een zootje, iedeeen (voor ideeën). Uitdrukkingen worden aan elkaar geschreven, perongeluk en inverband met, of niet -op één en dezelfde bladzijde- in beslaggenomen en inbeslaggenomen.

    Ook ongelukkige zinsconstructies, iets waar RaRa nogal last van had, ontbreken niet: Het saboteren van de uitvoering van dit verdrag dient volgens (..) te worden gesaboteerd.

    Dit stuk betreft een verslag van de huisbezoeken aan leden van het PIV. Deze verhoren vonden plaats in de maanden maart en april van dit jaar. Het proces-verbaal werd, onder ambtseed respectievelijk belofte opgemaakt en ondertekend, op 7 februari 1995. Het rapport lijkt opgemaakt voor het onderzoek van start ging. Typefout of meineed?

    Het Gerechtelijk Lab maakte een ‘grove indicatie van de inhoud’ door het turven van termen. Dat levert de weinig verrassende conclusie dat in RaRa-communiqués woorden als vluchteling, justitie, politie, racisme, kapitaal en Kosto zeer frequent voo rkomen. De doelstellingen van RaRa blijken weinig te veranderen in opeenvolgende verklaringen. Ook de grammaticale kenmerken vertonen een zekere consistentie, een voorkeur voor lange zinnen waarvan de werkwoordsvorm vaak het slachtoffer wordt. ‘In vrijwel alle teksten worden beeldspraak, plastisch taalgebruik, (wrange) humor en retorische effecten bepaald niet geschuwd.’ In de latere verklaringen ‘neemt het gebruik van beeldspraak zodanig vormen aan dat gesproken kan worden van een lichte vorm v an metaforitis. Het ‘creatieve’ gebruik van beeldspraak en idioom levert soms ongebruikelijke formuleringen op in de vorm van ‘mixed metaphors’ en ‘malapropismen’.’ (van mal-á-propos: te onpas, misverstand).

    Een paar voorbeelden: ‘Kohl haalde de bewuste kastanje uit Neerlands politieke vuur; blijft de naald steken in de versleten groef van de heersende belangen; de maatschappij wordt met de harde hand door elkaar geschud en vooral aan de onderkant in een n ieuw jasje gestoken; quasi-sportief jasje waarin de maatregelen zijn gestoken.’ (zie verder documenten opgenomen als de illustratie).

    Het profiel van de mogelijke schrijver(s) dat hieruit opdoemt heeft slechts geringe onderscheidende waarde. De conclusie luidt dan ook dat ‘niet kan worden uitgesloten dat alle teksten door dezelfde schrijver of schrijvers geschreven zijn’. Deze beoord eling waagt zich niet aan het geven van een mate van waarschijnlijkheid.

    RaRa-teksten zijn geschreven door iemand van universitair niveau, met in ieder geval langdurige politiek-ideologische scholing en enige ervaring in het schrijven van essayistische of journalistieke teksten. Het zal iemand zijn met ‘extreem-links activi stische sympathieën, een meer dan gemiddelde kennis van en belangstelling voor politieke, economische en maatschappelijke problemen, en een aanzienlijke kennis van zowel het linkse als het rechtse gedachtegoed.’

    Passen Hans Krikke en Jan Müter in dit profiel?

    Krikke blijkt – zoals velen met hem – moeite te hebben met de voorkeurspelling en de toegelaten vormen. Gebruikte hij vroeger meer de alternatieve spelling, ideologies, en k waar dat kanvoor c, tegenwoordig corrigeert hij zijn eige n teksten naar de eisen van het Groene Boekje. Soms leidt dat volgens Broeders tot ‘hyperconservatieve vormen’ zoals politiecorpsen net als bij RaRa, en critisch net als bij de politie. Verder maakt Krikke soms rare spelfouten. Ook houdt hij van een creatieve omgang met beeldspraak. Kenmerken met een sterk schrijversonderscheidend karakter levert dit niet op. Kleinigheden als mijn inziens komen weliswaar vaak voor, maar niet in stukken die te vergelijken zijn met RaRa-teksten. Jan M? 252;ter doet het weer anders, die schrijft mijnsinziens. De hele term is door RaRa nooit gebruikt.

    Conclusie van het Gerechtelijk Laboratorium. Zeven spelfouten komen voor bij Opstand én bij RaRa. Gezamelijk, burgermeester, politiecorps, sexuele, productie, intelligentia en kakafonie. Het rapport geeft verder veertie n ‘items met een potentieel schrijvertyperend karakter’ die bij beiden opduiken. Jachtseizoen, ‘busladingen vol’, politieke elite, (een) deze dagen, murw en glijmiddel. Ook Kosto’s uitspraak over zijn vluchtelingenbeleid ‘sober doch humaa n’ blijkt populair. Vastgesteld is tevens dat Opstand minder metaforen gebruikt dan RaRa. Samenvattend stelt het Gerechtelijk Laboratorium dat niet kan worden uitgesloten dat de betwiste teksten door Opstand zijn geschreven.

    Ties Prakken: ‘Het onderzoek heeft niets opgeleverd. Het gerechtelijk vooronderzoek naar de betrokkenheid van Opstand bij RaRa zal binnenkort wel worden afgesloten. Zonder dat voor de journalisten van Opstand duidelijk is waarom de verdenking ooit op h en viel. Een bijzonder onbevredigende situatie.’