• Buro Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, de overheid in Nederland en Europa kritisch volgt. Een grond-rechten kollektief dat al 30 jaar publiceert over uitbreiding van repressieve wetgeving, publiek-private samenwerking, bevoegdheden, overheids-optreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.
  • Publicaties

  • Migratie

  • Politieklachten

  • Hoofdstuk 4 Verbod of beperken van demonstreren in Den Haag

    In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de beperkende maatregelen rondom demonstraties, in de eerste plaats zoals die staan opgesomd in wettelijke regelingen: welke beperkingen mag de burgemeester opleg- gen aan een demonstratie en wanneer mag hij overgaan tot een verbod, hoe vindt het vooroverleg tussen de politie en de organisatie van een demonstratie plaats en hoe dwingend kan de politie in dat overleg bepaalde eisen stellen? Daarna wordt de Haagse praktijk beschreven. In dit hoofdstuk betreft het de- monstraties die van tevoren wel volgens de regels zijn aangemeld. Wel zijn er enkele demonstraties toe- gevoegd die niet voor de termijn van 4 keer 24 uur zijn aangemeld, maar binnen die termijn.

     

    1. De beperkingen volgens de Wet Openbare Manifestaties

     

    Demonstreren is een grondwettelijk recht. De regering benadrukt dat nog eens ten overvloede in ant- woord op vragen van Tweede Kamerleden de afgelopen jaren. Toch is dat recht ook weer niet almach- tig. In de Grondwet (artikel 9 lid 2) staat vermeld dat er regels gesteld kunnen worden ‘ter bescherming van de gezondheid, in het belang van het verkeer en ter bestrijding of voorkoming van wanordelijkhe- den’. Met deze regels kan het recht op demonstatie dus ingeperkt of verboden worden. Deze beperkin- gen zijn uitgewerkt in de artikelen 2, 5, 6, 7 en 9 27 van de Wet Openbare Manifestaties (WOM). Het is in alle gevallen alleen de burgemeester die bevoegd is een beperking of verbod op te leggen.

     

    In antwoord op vragen van het Tweede – Kamerlid voor Groenlinks Pitstra (van 8 februari 2002) over beperkende maatregelen bij demonstraties antwoordde de toenmalige Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de Vries dat:

     

    ‘Ik hierbij aanteken dat het onwenselijk is voorwaarden bij de uitoefening van het recht tot betoging op te nemen die afbreuk doen aan het laagdrempelige karakter van dit grondrecht; juist voor burgers die geen toegang hebben tot de media is het van belang dat zij in staat zijn zonder het verrichten van onnodige formaliteiten in het openbaar uiting te geven aan gevoelens of wensen op maatschappelijk en poli- tiek gebied.’

     

    Wanneer kunnen beperkingen of verboden worden opgelegd?

     

    Binnen de opbouw van de WOM kan de burgemeester de bevoegdheden van de artikelen 5, 6, en 7 WOM alleen inzetten ‘ter bescherming van de gezondheid, in het belang van het verkeer en ter bestrij-

    27 Artikel 5

    1. De burgemeester kan naar aanleiding van een kennisgeving voorschriften en beperkingen stellen of een verbod
    2. Een verbod kan slechts worden gegeven indien:
      1. de vereiste kennisgeving niet tijdig is gedaan;
      2. de vereiste gegevens niet tijdig zijn verstrekt;
      3. een van de in artikel 2 genoemde belangen dat
    3. Een voorschrift, beperking of verbod kan geen betrekking hebben op de inhoud van hetgeen wordt beleden, onderscheidenlijk van de te open- baren gedachten of gevoelens.
    4. Beschikkingen als bedoeld in het eerste lid worden zo spoedig mogelijk bekendgemaakt aan degene die de kennisgeving heeft Artikel 6

    De burgemeester kan tijdens een samenkomst tot het belijden van godsdienst of levensovertuiging, vergadering of betoging aanwijzingen geven, die degenen die deze houden of daaraan deelnemen in acht moeten nemen.

    Artikel 7

    De burgemeester kan aan degenen die een samenkomst tot het belijden van godsdienst of levensovertuiging, vergadering of betoging houden of daaraan deelnemen opdracht geven deze terstond te beëindigen en uiteen te gaan, indien:

    1. de vereiste kennisgeving niet is gedaan, of een verbod is gegeven;
    2. in strijd wordt gehandeld met een voorschrift, beperking of aanwijzing;
    3. een van de in artikel 2 genoemde belangen dat

     

    ding of voorkoming van wanordelijkheden’, de beperkinggronden zoals genoemd in artikel 9 lid 2 van de Grondwet.

    De wetgever heeft ook duidelijk aangegeven dat een demonstratie slechts ‘in dwingende situaties’ pre- ventief mag worden verboden: een van de in artikel 2 genoemde belangen moet dat ‘vorderen’ (…) en de situatie moet van dien aard zijn dat niet met een lichtere maatregel – bijvoorbeeld het stellen van voorschriften en beperkingen – kan worden volstaan’ 28. Dit betekent dat voordat een verbod wordt op- gelegd eerst gekeken moet worden of een demonstratie onder voorwaarden doorgang kan vinden. Een verbod of beperking moet dus proportioneel zijn, het belang dat met het verbod of de beperking wordt gediend moet naar objectieve maatstaven van groter belang worden beschouwd dan het belang dat door het grondrecht wordt beschermd. Bijvoorbeeld dus het verkeersbelang ten opzichte van het recht op be- toging.

     

    Slechts bij diplomatieke vestigingen (en andere onder artikel 9 lid 1 WOM genoemde organisaties) kan de burgemeester ingrijpen als het functioneren van deze instellingen wordt verstoord.

     

     

    Welke beperkingen en voorschriften zijn van toepassing?

     

     

    Als één van de bovenstaande belangen in het geding is (en ook alléén dan!) mag de burgemeester voor- schriften en beperkingen opleggen. In de Memorie van Antwoord van de WOM 29 staat wat de wetgever hieronder verstaat:

     

    ‘Met de term ‘voorschriften en beperkingen’ die in het voorstel van wet een aantal malen voorkomt, wordt gedoeld op wat in het verleden werd aangeduid als ‘voorwaarden’ bij vergunning e.d. (. . .) Door de gestelde ‘beperkingen’ wordt de toegestane manifestatie als zodanig omlijnd. (. . .) Bij ‘voorschriften’ gaat het om concrete gedragsvoorschriften die zijn gesteld met het oog op een goed verloop van de manifes- tatie; te denken valt aan onderwerpen als het volgen van een bepaalde route, het bewaren van een afstand tot bepaalde gebouwen, het voorkomen van excessieve geluidsoverlast en het al dan niet laten deelnemen van voertuigen’.

     

    Deze maatregelen dienen wel te worden genomen, zoals eerder beschreven, in het kader van de be- scherming van de gezondheid, in het belang van het verkeer en ter bestrijding of voorkoming van wan- ordelijkheden.

     

    Er zijn twee situaties mogelijk waarbij de burgemeester een beperking of verbod kan opleggen: in over- leg met de organisatie of éénzijdig.

     

    1. In overleg met de organisatie:

    Na binnenkomst bij de gemeente van een melding voor een demonstratie kan de organisatie of persoon worden uitgenodigd voor overleg. Daarbij kan worden geïnventariseerd wat de wensen van de organisa- tie of persoon zijn en welke andere belangen (bijna altijd alleen die van het verkeer) afgewogen dienen te worden. In overleg kunnen dan tijdstip en route worden bepaald. Mocht geen overeenstemming worden bereikt, dan kan de burgemeester éénzijdig voorwaarden opleggen.

     

    1. Eénzijdig:

    De WOM en de APV leggen aan organisatoren van een demonstratie geen verplichting op om in over- leg te treden met de gemeente. Doen zij dat echter niet, dan kan de burgemeester éénzijdig voorwaar- den, beperkingen of een verbod opleggen. Een dergelijk besluit is een besluit in de zin van de Algemene Wet Bestuursrecht (AWB) waartegen bezwaar en beroep aangetekend kan worden.

     

     

    28 Kamerstukken II 1985/1986, 19 427, nr. 3

    29 Kamerstukken II 1985/1986, 19 427, nr. 3, p. 19

     

    Conclusie

    De Wet Openbare Manifestaties geeft de burgemeester de mogelijkheid om beperkingen of een verbod op te leggen, maar dan alleen ter bescherming van de gezondheid, in het belang van het verkeer of ter bestrijding of voorkoming van wanordelijkheden. Bij diplomatieke vestigingen kan de burgemeester ingrijpen als het functioneren van deze instellingen wordt verstoord. Overleg kan leiden tot gezamenlijke afspraken.

     

    1. De algemene beperkingen volgens artikel 2 30 van de Wet Openbare Manifestaties

     

     

    1. Bescherming vanwege gezondheid

    In principe is het mogelijk om demonstraties te verbieden als die een gevaar vormen bijvoorbeeld bij een uitbraak van een epidemie. Deze bepaling wordt echter uiterst zelden toegepast.

     

    Conclusie

    Beperking van het recht op demonstratie op grond van bescherming van de gezondheid komt zelden voor.

     

    1. Belang Verkeer

    Het belang van het verkeer en het belang van een demonstratie kunnen al redelijk snel met elkaar in con- flict komen. Demonstranten willen graag gezien en gehoord worden, terwijl automobilisten, fietsers en voetgangers gewoon hun weg willen vervolgen.

     

    De vraag is natuurlijke welke van deze twee belangen voorrang verdient boven de ander. Een absoluut antwoord is hier niet te geven. De belangen moeten per situatie afgewogen worden waarbij rekening wordt gehouden met omstandigheden als grootte van de demonstratie, tijdstip, duur en het belang van de te doorkruisen verkeersweg. De wetgever benadrukt daarbij dat in de afweging meespeelt in hoeverre organisatoren meewerken door bijvoorbeeld verkeersregelaars in te zetten. Al bij de behandeling van de Grondwetswijziging in 1977 31 kwam het tegenstrijdige belang van verkeer en demonstraties aan bod. De regering gaf toen aan dat er naar een balans gezocht moet worden. In de Memorie van Toelichting werd gesteld dat een vlottere doorstroming van het verkeer niet altijd een hoger goed is dan de uitoefening van een grondrecht.

     

    ‘Niettemin is het noodzakelijk, dat bij het houden van betogingen ook aan de eisen van het verkeer aandacht wordt besteed. Niet het een of het ander zal steeds het zwaarst moeten wegen; bij de toepassing van deze beperkinggrond zal met het oog op concrete situaties een af- weging van belangen moeten plaatsvinden, die primair door de wetgever en wellicht ook door lagere organen zal moeten worden verricht.’

     

    En volgens dezelfde Memorie van Toelichting zal:

     

    ‘Het gewicht van het verkeersbelang (…) kan variëren afhankelijk van het karakter en van de plaats.’ Zo stelde de regering dat een ver- bod bijvoorbeeld geoorloofd zou zijn bij: ‘Een aangekondigde blokkade van een belangrijke verkeersweg, die om redenen van verkeersbe- lang ten allen tijde open dient te blijven.’

     

    Bij de behandeling van de Wet Openbare Manifestaties in 1985/1986 verwees de regering naar de Grondwetswijziging 32. De context is van belang:

     

    ’Het gewicht van het verkeersbelang zal afhankelijk van het karakter van de plaats kunnen variëren.’

     

    Bij de beantwoording van een aantal Kamervragen is de balans tussen verkeer en demonstratie ook een aantal keren aan de orde gesteld.

     

     

    30 Artikel 2

    De bij of krachtens de bepalingen uit deze paragraaf aan overheidsorganen gegeven bevoegdheden tot beperking van het recht tot het belijden van gods- dienst of levensovertuiging en het recht tot vergadering en betoging, kunnen slechts worden aangewend ter bescherming van de gezondheid, in het belang van het verkeer en ter bestrijding of voorkoming van wanordelijkheden

     

    31 TK 1976 – 1977, 13872, nr. 7 p33

    32 Memorie van Toelichting (Kamerstukken II, 1985/86 19427 nr. 2)

     

    Zo stelde het Tweede-Kamerlid Van Dijke (ChristenUnie) op 2 mei 2002 vragen aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de demonstratie te Assen ter herdenking van de Ar- meense genocide. De politie had ingegrepen door bepaalde leuzen niet toe te staan. In zijn antwoord 33 stelde minister De Vries dat:

     

    ‘De keuze van de organisatie is in eerste instantie bepalend en moet het uitgangspunt zijn voor het lokale bestuur.’

     

    In datzelfde jaar had De Vries al aangegeven dat de medewerking van organisatoren van demonstraties, bijvoorbeeld door het inzetten van verkeersregelaars, mee zal wegen in de belangenafweging verkeer – demonstratie.

    De Vries antwoordde 34 op vragen van het Tweede Kamerlid Pitstra (GroenLinks) over gemeentelijke voorschriften bij demonstraties dat:

     

    ‘Bij de beoordeling van de vraag welke voorschriften en beperkingen moeten worden opgelegd om een ordelijk verloop van een demonstratie te waarborgen, de burgmeester rekening zal dienen te houden met (onder meer) het verkeersbelang. Indien een ernstige verstoring van het verkeer in de verwachting ligt, mag de burgemeester – na het maken van een noodzakelijke belangenafweging – maatregelen treffen om dit effect te beperken. De mogelijkheid om een demonstratie te laten plaatsvinden op het door de organisatie voorgestelde tijdstip en locatie, hangt mede af van de te verwachten ontregeling van het verkeer. Indien de organisatoren van een manifestatie op vrijwillige basis meewer- ken aan een goed verloop van de manifestatie door bijvoorbeeld eigen verkeersregelaars of ordediensten in te zetten, kan dit ertoe leiden dat de burgemeester met minder beperkende voorschriften kan volstaan, hetgeen ook in het belang is van de organisatoren en de demonstran- ten zelf. Het ligt dan in de rede dat eerder kan worden tegemoet gekomen aan keuze van de organisatie voor het tijdstip en de plaats van een betoging.’

     

    In de balans verkeersrecht – demonstratierecht heeft het Europese Hof van Justitie (EHJ) in 2003 een belangrijke uitspraak 35 gedaan, die de balans in het voordeel van het recht op demonstratie doet door- slaan. Het hof deed een uitspraak naar aanleiding van een procedure van een transportbedrijf tegen de Oostenrijkse overheid die in juni 1998 een manifestatie met blokkade van de Brennerpas had toegelaten. De blokkade begon om vrijdag 11 uur en duurde tot zaterdag 15.00 uur. De Oostenrijkse autoriteiten hadden alle vereiste toestemming verleend en de demonstranten werkten nauw samen met de Oosten- rijkse ANWB.

    Het hof bepaalde dat een afweging moet worden gemaakt tussen het recht op vrij verkeer en de vrijheid van meningsuiting en vergadering. Die laatste mensenrechten zijn aanwezig in de grondwettelijke tradi- ties en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Met die algemene beginselen moet volgens het hof dus rekening worden gehouden. De loutere omstandigheid dat mensen door een actievorm fy- siek worden belemmerd in hun bewegingsvrijheid ontneemt volgens het hof geenszins het vreedzaam karakter aan de uitoefening van de vrijheid van demonstratie. Wel stelt het hof dat er een proportionali- teit moet bestaan tussen de legitieme doelstelling en de inkrimping van het vrije verkeer, de beperking van het vrije verkeer moet met andere woorden ‘redelijk’ zijn.

     

     

    Conclusie

    Beperking van het recht op demonstratie op grond van het verkeersbelang vereist ‘dat met het oog op concrete situaties een afweging van belangen plaats zal moeten vinden’. Medewerking van de organisatie kan leiden tot minder beperkingen van de demonstratie in het belang van het verkeer, de nadruk dient daarbij te liggen op het recht op demonstreren (Zie uitspraak over Brennerpas, EHJ).

     

     

     

    33 Aanhangsel Handelingen nr. 1224, vergaderjaar 2001–2002

    34 Vragen van het lid Pitstra (GroenLinks) aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over gemeentelijke voorschriften bij demonstra- ties. (Ingezonden 8 februari 2002)

    35 HvJ EG 12 juni 2003, Schmidberger http://europa.eu.int/smartapi/cgi/sga_doc?smartapi!celexapi!prod!CELEXnumdoc&lg=NL&numdoc=62000J0112&model=guichett.

     

     

    1. beperkingen ter bestrijding of voorkoming van wanordelijkheden

    In het hoofdstuk over de wetgeving komt al aan de orde dat de burgemeester verschillende mogelijkhe- den heeft om wanordelijkheden bij demonstraties te voorkomen of te bestrijden. In de WOM geldt dat, net als bij het verkeersbelang, bij het bestrijden of voorkomen van wanordelijkheden de context een rol speelt. De Memorie van Toelichting van de WOM gaat hier dieper op in:

     

    ‘wanneer er sprake kan zijn van wanordelijkheden hangt niet alleen af van de (verwachte) gedragingen, maar ook van de plaats waar de manifestatie wordt gehouden en de mate van orde en rust van die plaats in zijn algemeenheid. Er kunnen ook redenen zijn om tussen verschillende plaatsen te differentiëren. De voorkoming en bestrijding van wanordelijkheden in de nabijheid van bijvoorbeeld gebouwen van buitenlandse vertegenwoordigers, parlementsgebouwen, beschermde natuurgebieden, ziekenhuizen en begraafplaatsen kan zwaardere eisen stellen dan op andere plaatsen het geval is.’

     

    Dit betekent dat beperkingen of een verbod op deze grond ook af hangt van de plaats waar men wil demonstreren. Bovendien moeten er duidelijke aanwijzingen zijn dat er wanordelijkheden worden ver- wacht. De rechtbank Den Bosch omschreef dat als volgt in een uitspraak op 17 april 2000.

    ‘Er moeten dus concrete gegevens aanwezig zijn en er moet sprake zijn van bestuurlijke overmacht, het recht op demonstreren dient zoveel mogelijk voorrang te krijgen.’

    Ook bij het verbieden of toelaten van demonstraties van extreemrechts is deze kentering zichtbaar. Ja- renlang werden deze demonstraties verboden op grond van het voorkomen van wanordelijkheden. Bij een demonstratie van extreemrechts werd immers jarenlang een tegendemonstratie georganiseerd door Anti Fascistische Actie (AFA). Daarna volgde een periode waarbij grote beperkingen werden opgelegd aan extreem rechts en AFA, maar waarbij er wel gedemonstreerd mocht worden. Na een uitspraak van de rechtbank in Arnhem van 13 mei 2005 zijn er ook grenzen gesteld aan de op te leggen beperkingen. Het Comité Kusters/Malcoci was naar de rechter gestapt nadat de burgemeester van Arnhem besloten had beperkingen op te leggen aan een demonstratie die deze extreemrechtse organisatie wilde houden. Het Comité Kusters/Malcoci kreeg van de burgemeester de beperking dat ze op 14 mei 2005 slechts tussen 09.00 en 11.00 uur op de Schaapdijk te Arnhem mocht demonstreren, omdat AFA dezelfde dag een tegendemonstratie organiseerde. Volgens de burgemeester was de kans op wanordelijkheden hier- door zeer groot. Het Comité Kusters/Malcoci won de rechtszaak omdat de rechtbank van mening was dat:

    ‘Het recht op betoging door de onderhavige voorschriften en beperkingen te zeer wordt ingeperkt. Daarbij overweegt de voorzieningenrech- ter dat het recht tot betoging beoogt de deelnemers aan een betoging in staat te stellen hun gedachten en gevoelens over maatschappelijke en politieke kwesties op de openbare weg kenbaar te maken aan anderen. Aan dit kenbaar maken wordt ernstig afbreuk gedaan als, zoals in dit geval, de betoging slechts mag plaatsvinden op een afgelegen plaats in de vroege ochtenduren, omdat naar verwachting op deze locatie en op dit tijdstip nauwelijks mensen aanwezig zijn die kennis kunnen nemen van de meningsuiting van de betogers. De omstandigheid dat verzoeker met zijn betoging aandacht van de media kan krijgen, doet hieraan niet af. De voorzieningenrechter overweegt verder dat een dergelijke vergaande beperking van het recht op betoging in beginsel geen rechtvaardiging kan vinden in de overweging dat mogelijke onwettige gedragingen van derden tegenover de deelnemers aan een betoging verstoring van de openbare orde tot gevolg zal hebben. Dit be- ginsel kan slechts tot een uitzondering leiden indien er een bestuurlijke overmachtsituatie dreigt te ontstaan. Een andersluidende opvatting zou de uitoefening van dit grondrecht te veel ondermijnen. Van een situatie van bestuurlijke overmacht is hier geen sprake, zoals verweer- der ter zitting ook heeft aangegeven. De voorzieningenrechter merkt verder nog op dat op de overheid – in beginsel – de plicht rust om maatregelen te nemen om een vreedzame betoging te beschermen tegen verstoringen door derden.’

     

     

    Conclusie

    Beperking van het recht op demonstratie ter bestrijding of voorkoming van wanordelijkheden is mogelijk indien er sprake is van een bestuurlijke overmachtsituatie. Voorwaarde is dat er concre- te aanwijzingen dienen te zijn voor het ontstaan van wanordelijkheden.

     

    1. Inhoud van mee te voeren teksten: vooraf geen controle mogelijk

     

    In artikel 6 en 9 van de Grondwet heeft de Staten Generaal vastgelegd dat de overheid zich niet mag bemoeien met de inhoudelijke kant van betogingen. Het was juist expliciet de bedoeling hier volledige vrijheid in te creëren. Dit idee is uitgewerkt in artikel 4 lid 3 36 WOM dat er ook geen twijfel over laat be- staan dat de overheid géén gegevens mag vragen over de te openbaren gedachten of gevoelens. De overheid mag zich principieel niet vooraf bemoeien met de te uiten mening. Er zijn mogelijkheden die het strafrecht biedt (belediging, discriminatie, e.d.) waarmee de overheid kan ingrijpen als ze geuit wor- den tijdens een betoging. Dit kan zowel gebeuren als de uitingen mondeling dan wel op spandoeken worden gedaan.

     

    Bij de beantwoording van Kamervragen van 5 juli 2002 van het Tweede-Kamerlid Van Dijke (Christen- Unie) 37 bevestigde de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties dat:

     

    ‘Een voorafgaande controle van en actieve bestuurlijke bemoeienis met de uit te dragen standpunten niet binnen het kader van de Wet Openbare Manifestaties valt en ongeoorloofd is. ‘

     

    De vraag was of de demonstranten die de Armeense genocide herdachten zich niet hielden aan de met de politie gemaakte afspraken over het niet doen van opruiende en/of beledigende teksten.

     

    ‘Er was geen basis voor de volgens de gemeente voorafgaand aan de demonstratie gemaakte afspraken met het 24 april comité. Daaren- boven is – zoals eerder door mijn ambtsvoorganger werd aangegeven – het vooraf beoordelen van teksten van spandoeken op hun inhoud een schending van het verbod van censuur dat voortvloeit uit de artikelen 7 en 9 van de Grondwet.’

     

    In antwoorden op vragen van de Kamerleden Slob en Rouvoet (ChristenUnie) 38 over een demonstratie naar aanleiding van de aanslag op de toenmalige Hamas leider Sjeik Yassin (oprichter en geestelijk leider van de Palestijnse Hamas beweging) stelde de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Remkes dat: ‘Tegen beledigende leuzen in beginsel niet wordt opgetreden. Belediging is namelijk een klachtdelict.’

    Conclusie

    De overheid mag zich niet bemoeien met de inhoudelijke kant van een demonstratie. Spandoe- ken mogen niet vooraf gecontroleerd worden. In Den Haag gebeurt dit wel. Er kan echter alleen ingegrepen worden indien ter plekke geconstateerd wordt dat een wet wordt overtreden.

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    36 Artikel 4 lid 3 WOM

    Over de inhoud van de te openbaren gedachten of gevoelens worden geen gegevens verlangd.

    37 TK 2001 – 2002, nr. 1639

    38 TK 2003 – 2004, nr. 1557

     

    1. De algemene situatie in Den Haag

     

    Alvorens dieper in te gaan op de praktijk van demonstreren in Den Haag is eerst het algemene gemeen- telijke beleid bekeken aan de hand van een aantal door het College van Burgemeester en Wethouders geproduceerde nota’ s over demonstreren in Den Haag. Welke beperkingen en voorwaarden gelden er bij demonstraties in Den Haag? Tevens gaan we in op de vraag hoe deze beperkingen zich verhouden tot het grondwettelijk recht op demonstratie.

     

    In de Leidraad Grootschalig en Bijzonder Politieoptreden (de meest recente versie, 1.05), het Plan van Aanpak Openbare Manifestaties (1993) en het Plan van Aanpak Grootschalig Optreden (2000) is het be- leid van de gemeente en de politie rondom grootschalige openbare manifestaties vastgelegd. Deze plan- nen richten zich nadrukkelijk op grote demonstraties en manifestaties.

     

    Het beleidsuitgangspunt ten aanzien van demonstraties wordt in alledrie de nota’s omschreven als een grondwettelijk recht waaraan veel ruimte moet worden geboden. Het Plan van Aanpak Openbare Mani- festaties uit 1993 verwoordt het als volgt:

    ‘De politie bewaakt het recht op demonstratie en zoekt naar het juiste evenwicht met betrekking tot de uitoefening van dit grondrecht en de noodzaak van beveiliging van de politieke ambtsdragers en hun vestigingen. Gestreefd wordt naar een klimaat, waarin demonstraties kunnen plaatsvinden onder minimale politietoezicht. Tegen de achtergrond van de wettelijke bepalingen stellen wij dat het recht tot ver- gadering en betoging uiterst belangrijk is en slechts onder bijzondere omstandigheden beperkt mag worden.’

    Onder het kopje ‘zorgvuldig overheidsoptreden’ benadrukt het College van B&W ‘dat toepassing van inperkende wettelijke bepalingen zal, zeker gezien de bijzondere positie van Den Haag als centrum van openbaar bestuur, met de nodige zorgvuldigheid moeten worden benaderd’.

     

    Conclusie:

    Het beleidsuitgangspunt van de gemeente Den Haag ten aanzien van demonstraties sluit aan bij artikel 9 van de Grondwet. Slechts onder bijzondere omstandigheden mag dit recht beperkt worden. Gezien de bijzondere positie van Den Haag moet dit zorgvuldig gebeuren.

     

    Dit uitgangspunt is terug te vinden in de wijze waarop het politieoptreden vorm wordt gegeven. ‘De be- scherming van het grondrecht tot vergadering en betoging’ noemt het College van Burgemeester & Wethouders het belangrijkste uitgangspunt.

     

     

    Vervolgens komt ‘zorg voor een ordelijk verloop van de manifestatie (handhaving van de openbare or- de, handhaving van de verkeersveiligheid en voorkomen van wanordelijkheden en confrontaties).’ Alle- maal punten dus die rechtstreeks gerelateerd zijn aan de WOM . Een ander uitgangspunt van het politie- optreden vormt ‘het voorkomen van veiligheidsrisico’s voor burgers en politiemensen.’ Ten slotte geeft het college aan dat ‘de handhaving van de rechtsorde binnen door gezag aangegeven kaders plaats moet plaatsvinden’ en dat ‘de uitgangspunten van de driehoek (OM, politie, gemeente) uitgevoerd dienen te worden.’

     

    De Leidraad Grootschalig en Bijzonder Optreden van de Politie Haaglanden geeft aan dat:

     

    ‘De burgemeester de randvoorwaarden opstelt voor demonstraties en openbare manifestaties. Vervolgens stelt de driehoek op advies van de politie vooraf vast welke maatregelen er getroffen moeten worden voor de organisatie van een bepaalde demonstratie of manifestatie. De burgemeester bepaalt in samenspraak met de politie welke maatregelen door de organisatoren getroffen moeten worden bij de organisatie van een evenement of manifestatie. De maatregelen worden vastgelegd in een helder en communiceerbaar convenant.’

     

    De leidraad legt verder uit dat: ‘De burgemeester een grote rol speelt bij het treffen van maatregelen ter voorkoming van verstoringen van de openbare orde door, namens hem, door de Dienst Stadsbeheer of de politie voorschriften of voorwaarden te laten verbinden aan het organiseren van de manifestatie of het evenement.’

     

    Bij de beoordeling worden betrokken:

    • de inspanning van de organisatie om de orde en rust rondom het evenement te bewaren
    • de omvang van het politieapparaat dat moet worden ingezet, waarbij van belang is: De impact op de openbare orde en/of samenleving, alsmede de economische impact, aard en omvang van het eve- nement, de kans op schade en letsel, het aanvangstijdsip, de verwachte wijze van vervoer, andere lo- kale omstandigheden (bijvoorbeeld koopavonden).

     

    In deze versie van het rapport hebben we geen gebruik kunnen maken van de notulen van het overleg van de driehoek (OM, Burgemeester en politie). Een aantal termen (rechtsorde binnen door het gezag aangegeven kaders, uitgangspunten van de driehoek) kunnen slechts getoetst worden indien er inzage is in deze stukken. Zodra deze stukken aanwezig zijn zal een aanvulling op dit rapport verschijnen.

     

    Voorlopige conclusie:

    Het gemeentelijke beleid ten aanzien van het politieoptreden bij demonstraties is dat het ten dienste moet staan aan het recht op demonstratie. Beperking van dat recht vindt plaats ‘binnen door het gezag aangegeven kaders.’ Of die kaders overeenstemmen met de WOM zal nader on- derzocht moeten worden.

     

     

    De situatie die in dit hoofdstuk aan de orde is, betreft de gemelde demonstraties. Een organisatie heeft in zo’n geval in ieder geval 4 keer 24 uur voor aanvang van de demonstratie een melding gedaan bij de afdeling Operationele Zaken van de politie Haaglanden.

     

    De melding geschiedt in Den Haag middels een kennisgevingsformulier (bijgevoegd als bijlage). Indien dit formulier volledig is ingevuld en ondertekend, heeft de organisatie van een demonstratie aan zijn wettelijke plicht voldaan.

    Op basis van de gegevens van het kennisgevingsformulier moet de burgemeester volgens de WOM be- kijken welke beperkingen nodig zijn als er een gevaar is voor de gezondheid, of het verkeersbelang in het geding komt of dat er wanordelijkheden dreigen.

     

    De nota’s in Den Haag geven echter een aantal andere overwegingen waar de burgemeester naar kijkt. Zo bekijkt hij welke inspanning de organisatie verricht om de orde en rust te handhaven, wat de omvang is van de inzet van politie, de economische impact, kans op schade of letsel, andere lokale om- standigheden. Het is een veel ruimere opsomming van omstandigheden dan de WOM noemt.

     

    Vervolgens worden de uitgangspunten van het politieoptreden kenbaar gemaakt aan de organisatoren. Deze afspraken worden schriftelijk vastgelegd in de kennisgeving. Daarnaast wordt vastgelegd wat de mogelijke consequenties zijn van het niet nakomen van de afspraken. Als een openbare manifestatie niet van tevoren gemeld is bij de politie, maar waarvan deze wel ambtshalve kennis draagt, wordt soms het initiatief genomen zelf in contact te treden met de organisatoren.

     

    De organisatie heeft volgens genoemde nota’s zorg te dragen voor:

    • het tijdig informeren van het gezag
    • een bijdrage te leveren in de voorfase, uitvoering en evaluatie
    • het nakomen van de vastgelegde afspraken
    • zorgen voor een herkenbare en getalsmatige aanwezigheid van de organisatie en de ordedienst
    • een directe communicatielijn met de politie
    • deelnemers moeten afdoende geïnformeerd zijn over de te volgen route

     

    Onder het kopje ‘afspraken met organisatoren’ vermeldt de Leidraad Grootschalig en Bijzonder Politie- optreden een lijst punten ‘waarover voorafgaand aan een evenement of manifestatie met de organisato- ren afspraken over de voorwaarden worden gemaakt’.

    • wel of geen ordedienst
    • afspraken over de invloed van de ordedienst
    • route en locatie
    • politiebegeleiding
    • fasering politieoptreden
    • tolerantiegrenzen
    • communicatie tussen politie en organisatie en afspraken over liaisons
    • informatie aan de deelnemers over eventuele beperkingen
    • informatie aan organisaties van bewoners en ondernemers
    • aan- en afvoer van deelnemers
    • het meevoeren van demonstratiemiddelen
    • niet te bezigen uitingen
    • evaluatie
    • omgang met de media

     

    Op het kennisgevingsformulier zijn een aantal van deze punten terug te vinden. Zo moet de organisatie onder andere aangeven ‘welke maatregelen zijn genomen om een ordelijke verloop van de manifestatie te bevorderen’. Onder het kopje algemene richtlijnen wordt onder andere aangegeven onder welke om- standigheden de politie zal ingrijpen, dat de ordedienst minimaal 10% van het aantal deelnemers dient te

     

    bedragen en moet beschikken over een commandostructuur. Ook vermeld het formulier dat er onder de deelnemers aan de manifestatie geen stokken e.d. aanwezig mogen zijn.

     

    Nadat het kennisgevingsformulier is ingevuld en opgestuurd wordt de organisatie van de demonstratie uitgenodigd voor een overleg bij de afdeling Operationele Zaken van de politie Haaglanden. ‘In dit over- leg wordt door de politie aangegeven welke algemene richtlijnen gelden en beoordeeld of er met de or- ganisatoren afspraken moeten worden gemaakt om een ordelijk verloop van de vergadering of betoging te garanderen’.

     

    De afspraken die in deze fase worden gemaakt mogen alleen betrekking hebben op de in artikel 2 WOM genoemde beperkinggronden (gezondheid, verkeer, wanordelijkheden). Uit de al eerder aangehaalde antwoorden op vragen van het Tweede Kamerlid Pitstra blijkt dat de afspraken vooraf zich daartoe die- nen te beperken:

     

    ‘Tijdens de totstandkoming van de WOM is uitdrukkelijk gekozen voor een stelsel van voorafgaande kennisgeving (met de mogelijkheid van een verbod als aan de gestelde voorwaarden daarvoor is voldaan) in plaats van een vergunningenstelsel dat een instemming met de manifestatie impliceert. Het spreekt vanzelf dat het kennisgevingenstelsel in de praktijk niet zodanig mag uitwerken dat er de facto een vergunningensysteem geldt.

    Zoals boven aangegeven is het niet aan het bestuur om in eerste instantie te bepalen waar en wanneer een manifestatie kan plaatsvinden. Met de wens van de organisatoren zal het lokaal gezag zoveel mogelijk rekening dienen te houden, maar tegelijkertijd kan de bescher- ming van belangen als genoemd in artikel 9 Grondwet meebrengen dat die wens niet, of niet volledig, in vervulling kan gaan’.

     

    Het overleg zal zich dus moeten richten op de afweging tussen het recht op betoging en het belang van het verkeer en de (indien er concrete aanwijzingen zijn) voorkoming van wanordelijkheden. In de ken- nisgevingsformulieren die voor dit onderzoek beschikbaar zijn gesteld komen echter ook veel andere af- spraken voor.

     

    Dit overleg heeft voor veel organisatoren een dwingend karakter. We willen hier een aantal uitspraken aanhalen die de voormalige ploegchef deed in een interview gepubliceerd op 19 oktober 2001 in het blad Binnenlands Bestuur. Het betrof een artikel over demonstreren in Den Haag geschreven door Maurice Swirc. Onder de kop ‘Demonstratierecht in de knel’ beschreef Swirc de Haagse situatie.

     

    Uit het interview met David van Baarle, destijds ploegchef Operationele Zaken bij de Haagse politie:

     

    ‘We gaan verder, omdat we vaak geconfronteerd worden met kennisgevingen, die kant nog wal raken. Wij gaan in overleg nadat mensen kennis hebben gegeven zodat we komen tot een demonstratie die wel wordt gedragen door het bestuur. Wij zijn de makelaars tussen de organisaties en de burgemeester. En we gaan verder, omdat daardoor minder kans bestaat op beperkende maatregelen. Mijn stelling is dan ook dat we het grondrecht niet inperken, maar uitbreiden.’

     

    ‘Wanneer er sprake is van een koninklijke verloving zullen we iemand die wil demonstreren er eerst van proberen te overtuigen dat het wel erg vervelend is om tijdens een verloving negatieve geluiden te laten horen. Maar daar heeft iedereen recht op. Dat moet dus kunnen. Stel dat iemand met spandoeken wil staan langs de route waarlangs het verloofde paar rijdt. Allereerst halen we de stokken uit de span- doeken, omdat die niet mogen worden gebruikt. Wanneer demonstranten in verband met de situatie in Argentinië met een spandoek ko- men met de tekst ‘Maxima ga weg’, is dat wat ons betreft prima. Maar dan geven we wel aan op welke locatie ze mogen staan. Meestal spreken we vooraf met de burgemeester een aantal scenario’s door en bepalen op welke locaties eventueel gedemonstreerd mag worden. In bijna alle gevallen komt het er uiteindelijk op neer dat de organisatie eieren voor z’n geld kiest en dat de demonstratie in zodanige setting plaatsvindt dat het bevoegd gezag ermee kan leven.’

     

    ‘Wanneer demonstranten akkoord zijn gegaan met de afspraken, maar ze toch op een andere plek gaan staan dan we hebben afgespro- ken, houden ze zich niet aan de voorwaarden. Wanneer ze wel toestemming hebben om ergens met een spandoek te staan, maar met nogal vervelende tekst daarop, zijn we daar met veel politiemensen aanwezig. We noemen dat ‘inpakken in blauw’. Dat betekent dat we daar met veel zichtbare politie omheen gaan staan. Verder beoordelen we of die spandoeken toelaatbaar zijn.’

     

    In antwoord op vragen van het VVD gemeenteraadslid Peter Smit naar aanleiding van een artikel in de Haagsche Courant van toenmalig hoofdcommissaris Jan Wiarda antwoordde burgemeester Deetman:

     

    ‘De Haagse politie toetst niet vooraf welke leuzen demonstranten meedragen. Wel wordt gevraagd welke leuzen men van plan is om mee te nemen. In sommige gevallen is het van belang dat de betogers weten hoe de politie zal handelen, dat kan achteraf getoetst worden bij de rechtbank. Betogers hoeven zich hier niks van aan te trekken, “maar dan weten ze dat de politie zal ingrijpen.’

     

    Conclusie:

    Van organisatoren van een demonstratie in Den Haag wordt veel verlangd. Zo moet er ‘een or- dedienst worden ingesteld’, worden er afspraken verlangd over ‘mee te voeren demonstratiemid- delen’ en ‘niet te bezigen uitingen’. Inhoudelijke beperkingen bij demonstraties door de burge- meester zijn niet toegestaan. Ook in antwoord op vragen van de Tweede Kamer heeft de rege- ring aangegeven dat er geen wettelijke ruimte is voor afspraken die een beperking zijn op de in- houd.

     

    De nota’s vermelden daarnaast nog een aantal andere specifieke punten waaraan betogingen in Den Haag getoetst moeten worden.

    • het functioneren van internationale instellingen mag niet door demonstraties gehinderd worden. De politie wil daarover strikte afspraken met de organisatoren (op basis van artikel 9 WOM)
    • afspraken met de voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer, het Ministerie van Algemene Zaken en de Raad van State over de gang van zaken bij manifestaties op en rond het Binnenhof
    • afspraken met ondernemers in de binnenstad betreffende geluidsoverlast en

    In het Plan van Aanpak Openbare Manifestaties 39 en de notitie manifestaties op en rond het Binnenhof en in de binnenstad 40 wordt als volgt uitgebreid ingegaan op de voorwaarden die de gemeente Den Haag stelt in het gebied rondom het Binnenhof: ‘In bijvoorbeeld de nabijheid van ambassades, consula- ten, parlementsgebouwen, beschermde natuurgebieden, ziekenhuizen en begraafplaatsen kunnen zwaar- dere eisen worden gesteld dan op andere plaatsen.’ Deze overweging komt uit de Memorie van Toelich- ting van de WOM. Het betreft de uitleg bij het begrip ‘bestrijden of voorkomen van wanordelijkheden.’ De regering stelde dat er gedifferentieerd kan worden gekeken naar openbare plaatsen. Per concreet ge- val moet dit bekeken worden. Volgens het College van Burgemeester en Wethouders in zijn notitie ma- nifestaties op en rond het Binnenhof en in de binnenstad van 18 november 1994 doet een dergelijke si- tuatie zich voor rondom het Binnenhof en het aangrenzende deel van de binnenstad. ‘De werkzaamhe- den in de parlementsgebouwen en de demonstraties moeten met elkaar zodanig in evenwicht dienen te zijn dat de voortgang van het totale democratische proces gewaarborgd is.’

     

    Het College van B & W gaat in op de balans tussen beide en behandelt de geluidsoverlast en de bereik- baarheid/toegankelijkheid van het Binnenhof. Wat de geluidsoverlast betreft gebruikt het college de handelswijze ten aanzien van vergunningsplichtige evenementen. Het in de APV opgenomen verbod op gebruik van geluidsversterkende apparatuur geldt niet voor aangemelde demonstraties. In de notitie wordt gesproken over de functionaliteit van de geluidsversterking: ‘Lijkt het redelijk daarbij uit te gaan van een maximale duur van een half uur.’ Wat bereikbaarheid betreft stelt het college dat de gebouwen rondom het Binnenhof: ‘In beginsel moeten de gebouwen via de reguliere toegangen kunnen worden betreden.’ Als voorwaarde geldt verder dat een aantal met name genoemde ingangen altijd bereikbaar blijven.

    Deze afspraken zijn terug te vinden in het Plan van Aanpak Grootschalig Optreden en zijn vooraf be- sproken met de voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer, ondernemers in de binnenstad en andere belanghebbenden. Ook kunnen, zoals in de eerder genoemde notities worden genoemd, verkeersbelan- gen een rol spelen. In de notities worden maxima genoemd van toe te laten demonstranten per locatie. Zo mogen op het Plein maximaal 5.000 demonstranten in de winter en maximaal 3.500 in zomer (in

    39 Plan van aanpak openbare manifestaties, 10 december 1993

    40 Manifestaties op en rond het Binnenhof en in de binnenstad, 18 november 1994

     

    verband met de terrassen) samenkomen, op het Binnenhof maximaal 2.000, terwijl op de Lange Poten en de Hofplaats geen demonstraties zijn toegestaan. De binnenstad roept volgens de notitie teveel span- ning op met het verkeersbelang door het winkelgebied en de (toen nog) doorgaande wegen.

     

     

    Conclusie:

    Demonstraties rondom ambassades, het Binnenhof en de binnenstad zijn met het huidige beleid beperkt mogelijk. De wet stelt echter dat bekeken moet worden of door (dreigende) wanorde- lijkheden het functioneren van diplomatieke vestigingen of het functioneren van het parlement in gevaar worden gebracht. Die belangenafweging is noodzakelijk. De uitspraak van het Europe- se Hof van Justitie over een blokkade bij de Brennerpas vereist een dergelijke afweging.

     

    Stokken

     

    Wat verder opvalt in de kennisgevingen is het verbod op het gebruik van stokken bij demonstraties, waarmee wordt bedoeld het gebruik van stokken voor het omhoog houden van de spandoeken. Een verbod op het gebruik van stokken tast in principe het recht op betoging aan; het is immers niet goed voor te stellen hoe zonder stokken spandoeken kunnen worden meegedragen. De politie en de gemeen- te wijzen naar het Rode Vlaggen arrest 41 ter rechtvaardiging van deze beperking.

     

    Bedoeld arrest rechtvaardigt echter niet een preventief stokkenverbod bij een demonstratie. Het gaat in dit arrest om de vraag, of het gegeven dat een groep demonstranten een stok met rode vlag aan het Utrechtse stadhuis heeft bevestigd, zal leiden tot wanordelijkheden. De politie meent van wel en neemt de stok met vlag daarop in beslag. De Hoge Raad keurt de handelswijze van de politie goed.

     

    De casus waar het hier echter om ging was dat er wanordelijkheden dreigden rondom het plaatsen van de stok (op het stadhuis van Utrecht), niet dat die wanordelijkheden dreigden te ontstaan door het dra- gen van een spandoek met stok. Een beroep op dit arrest ter rechtvaardiging van het verbod op het ge- bruik van stokken bij demonstraties in Den Haag is dan ook niet terecht.

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    41 NJ 1977/288

     

     

    Aangemelde demonstraties in 2000 en 2005

    Aantal beschreven demonstraties: 62 Uitleg beschrijvingen

    Wanneer:                        datum van de demonstratie

    Waar:                              plaats waar de demonstratie plaatsvond

    Hoeveel:                         het aantal deelnemers aan de demonstratie

    Waarom:                         waarom werd er gedemonstreerd

    Wat gebeurde er:            verloop van of de onderhandeling voor of het ingrijpen na de demonstratie Arrestatie: het aantal mensen dat gearresteerd is tijdens de demonstratie

    Duur:                              hoe lang duurde de demonstratie

    Vervolging:                     is er vervolging ingesteld, wat is de uitkomst, is er een klachten procedure ge- volgd

     

    01 Ingegrepen in verband met openbare orde?

     

    Wanneer:                        31 augustus 2005

    Waar:                              het Malieveld (demonstratie naar het Plein)

    Hoeveel:                         1000 demonstranten

    Waarom:                         protest tegen het regeringsbeleid

    Wat gebeurde er:                     in de kennisgeving bij de door de organisator genomen maatregelen om een or- delijk verloop van de manifestatie te bevorderen: ‘De organisatie verricht de be- nodigde inspanningen om de deelnemers gedurende de gehele demonstratie en manifestatie een gevuld programma te bieden.’

    Uit het politiejournaal blijkt dat er een probleem te zijn met het alcoholgebruik en het afsteken van vuurwerk door de demonstranten. De politie wil ingrijpen op het Plein, maar besluit de omliggende supermarkten te benaderen om zo de de- monstranten droog te leggen. Een aantal demonstranten wordt gearresteerd. Op de terugweg doen demonstranten een oproep om niet zonder de gearresteerde kameraden de stad te verlaten. Een grote groep besluit de Utrechtsebaan te blok- keren.

    ‘Ruim tweehonderd demonstrerende havenwerkers hebben woensdagmiddag korte tijd de Utrechtsebaan (het einde van de autoweg Utrecht – Den Haag) in Den Haag bezet. De politie en ME moesten ingrijpen om de demonstranten van de rijbanen te krijgen. Dat maakte de politie woensdag bekend. (…) Hoewel er behoorlijk vuurwerk werd afgestoken op Het Plein voor de Tweede Kamer, ver- liep de demonstratie rustig. Toen de actievoerders terugliepen naar het Malieveld hielden tweehonderd van hen stil op de Utrechtsebaan. Voor het verkeer leidde dat tot nogal wat oponthoud. Nadat de politie de betogers had verzocht door te lopen, raakten enkele havenwerkers slaags met de dienders. De ME moest er uit- eindelijk aan te pas komen om de weg weer vrij te maken. Daarbij zijn volgens de politie dertien personen aangehouden voor onder meer openlijke geweldpleging en opruiing.’ (ANP bericht)

    Arrestatie:                      13 arrestanten

    Vervolging:                     –

     

    Wanneer:                        5 juni 2004

    Waar:                              het Plein (demonstratie naar het Centraal Station)

    Hoeveel:                         330 demonstranten

    Waarom:                         protest tegen een demonstratie van extreem rechts

    Wat gebeurde er:                     in het draaiboek van de politie van de demonstratie wordt verwezen naar eerdere ‘wanordelijkheden’: ‘Tijdens een demonstratie door een aantal linkse organisaties in 1 maart 2002 is de Amerikaanse ambassade beklad’ (de beschrijving van deze demonstratie is te vinden bij 03).

    Uit het proces-verbaal van bevindingen: ‘Gekomen bij het Tournooiveld beslo- ten de AFA demonstranten tegen alle afspraken in om rechtsaf richting het Ma- lieveld te gaan in plaats van linksaf richting Kneuterdijk. Men wilde kennelijk de confrontatie met het ‘Comité tegen de Amerikaanse Agressie Politiek’, georgani- seerd door de Nederlandse Volksunie aan. Om een confrontatie tussen de ge- noemde actiegroepen te voorkomen werden de AFA demonstranten op weg naar het Malieveld door de Mobiele eenheid tegengehouden. Kort hierna besloot een aantal AFA demonstranten met geweld door de gevormde ME linie te breken.’ Uit de brief van de algemeen commandant op de dag zelf: ‘Daarmee was duide- lijk dat het enige doel van de demonstranten kennelijk en alleen erin was gelegen om te komen tot een confrontatie met de deelnemers aan de andere demonstra- tie. Dit bleek temeer uit het feit, dat de groep als geheel met gebruikmaking van geweld door de linie van op het Tournooiveld opgestelde eenheden in ‘dagelijks tenue’ trachtte te breken. (…) Door de politie-eenheden in dagelijks tenue is ge- tracht de demonstranten tegen te houden. Daarbij is ook van de zijde van de po- litie geweld gebruikt.’

    Uit het Zwartboek politieoptreden 5 juni 2004: ‘op het moment dat we van onze route afweken werd de politie erg zenuwachtig. Terwijl wij op een geweldloze manier probeerden langs de politielinies te komen ((…)).’ ‘Op het moment dat het uit de hand liep, waren er mensen die weg wilden van de demo. Deze werden echter door de ME die in de rug kwam terug geslagen naar de groep, alwaar ie- dereen dus is ingerekend.’

    Arrestatie:                      330 arrestanten

    Vervolging:                     nee, hoofdofficier van justitie schrijft aan de burgemeester: ‘De situatie op 5 juni 2004 werd door de politie als dreigend ervaren. Zo dreigde een aantal AFA de- monstranten door de gevormde politielinie heen te breken. In deze hectische si- tuatie kon een bevel als bedoeld in het tweede lid van artikel 9 van de APV niet aan de demonstranten gegeven worden, maar is direct tot aanhouding overge- gaan. Na afloop van de wanordelijkheden en aanhoudingen is geconstateerd dat de aangehouden demonstranten niet op grond van artikel 9 lid 2 van de APV vervolgd konden worden.’

     

    Wanneer:                        9 januari 2004

    Waar:                              de Rijnstraat bij een filiaal van de ABN AMRO

    Hoeveel:                         7 demonstranten

    Waarom:                         vanwege de steun van ABN AMRO aan het Britse defensiebedrijf INSYS

    Wat gebeurde er:      uit het politiejournaal: ‘Om 13.40 uur bericht ontvangen dat twee demonstranten de ingang blokkeren. Om 13.49 uur aanhouding wegens het niet voldoen aan be- vel of vordering.’

    Uit de klacht van de demonstranten: ‘De betrokken agenten leken niet op de hoogte van de kennisgeving en waren niet erg bereid tot overleg met de demon- stranten. Wel lieten zij zich meteen door medewerkers van de bank informeren. Gedurende de aanhouding heeft de kennisgever nog telefonisch contact opge-

     

    nomen met de ambtenaar die de kennisgeving had behandeld. De agenten ter plekke weigerden in eerste instantie zelf contact op te nemen met deze ambte- naar. Deze ambtenaar adviseerde hen niet tot aanhouding over te gaan.’

    Uit het proces–verbaal: ‘Wij, verbalisanten, zijn vervolgens het filiaal in gegaan en hebben daar contact gemaakt met de filiaalhouder. Wij hoorden hem zeggen dat de dames met het spandoek al een aantal malen had verzocht om voor de ingang van het pand weg te gaan zodat de doorgang voor bezoekers vrij werd gemaakt. (…) Wij, verbalisanten hoorden de demonstranten zeggen dat zij niet weg wilden gaan en dat zij gewoon op de openbare weg stonden zonder dat mensen daar hinder van hadden.’

    Arrestatie:                      2 arrestanten

    Vervolging:                     in eerste instantie veroordeling tot boete, later vrijspraak.

    Uit het oordeel door de rechter: ‘Het filiaal van de ABN AMRO bank is gelegen op een straathoek en de hoek wordt gemarkeerd door een pilaar en de ingang van de bank is via 2 kanten gelegen links en rechts van de pilaar te bereiken; dat de bezoekers van de bank in ieder geval via één van beide doorgangen langs de pilaar een volledig vrije doorgang naar de ingang van de bank hadden.’

    De demonstranten hebben ook een klacht ingediend bij de Onafhankelijke commissie voor klachten tegen politie Haaglanden.

     

    Wanneer:                        25 april 2003

    Waar:                              de Uithof (naar waarschijnlijk het Centraal Station)

    Hoeveel:                         250 demonstranten

    Waarom:                         herdenking van het uitroepen van de Republiek der Vrije Zuid-Molukken

    Wat gebeurde er:            na een manifestatie in de Uithof is er een spontane demonstratie. De burgemees- ter heeft spontane demonstraties onder voorwaarden toegestaan.

    Uit de brief van de burgemeester: ‘De groep Molukkers hindert de doorgang van het verkeer doordat zij tergend langzaam deze kruising passeert.’ Twee automo- bilisten kunnen niet wachten en rijden door de menigte heen, dit in tegenstelling tot andere automobilisten die wel wachten. ‘Er vallen dan slagen op beide auto’s en ook wordt van een van de voertuigen een zijruit ingegooid.’ De automobilis- ten vervolgen hun weg, maar besluiten terug te rijden. ‘Hij rijdt met hoge snel- heid terug naar eerder genoemde kruising en rijdt de menigte in.’ Opnieuw wordt er op de auto geslagen. ‘Hierop besluit de tweede bestuurder ook terug te rijden teneinde de andere automobilist te ontzetten, daarmede een of meerdere Moluk- kers aanrijdend, (…) .’ Elf personen raken gewond van wie acht in het zieken- huis behandeld moeten worden. De politie ontzet de automobilisten en schiet daarbij in de lucht.

    Arrestatie:                      2 arrestanten

    Vervolging:                     ja, vervolging van de automobilisten

     

    Wanneer:                        19 maart 2003

    Waar:                              het Plein (demonstratie naar de Amerikaanse ambassade)

    Hoeveel:                         15 demonstranten

    Waarom:                         protest tegen de mogelijke oorlog tegen Irak

    Wat gebeurde er:                     in de kennisgeving onder het kopje door de organisator genomen maatregelen om een ordelijk verloop van de manifestatie te bevorderen staat: ‘De organisatie heeft de demonstratie schriftelijk aangemeld en heeft aangegeven hiermee aan de meldingsplicht te hebben voldaan. Bij plaats en, voorzover van toepassing, de gewenste route, verzamelplaats en plaats van beëindiging staat: Let op: zie gestel- de beperking door de burgemeester m.b.t. de route en demonstratielocatie nabij

     

    de Amerikaanse ambassade. De verplaatsing van het Plein in Den Haag naar de Amerikaanse ambassade dient te geschieden via de Korte Vijverberg. Indien er na de actie bij de Amerikaanse ambassade terug gegaan zal worden naar het Plein dient dit tevens via de Korte Vijverberg te geschieden.’

    Uit het politiejournaal: ‘Om 11.45 uur wordt er door de politie gemeld dat zich inmiddels 3 demonstranten hebben verzameld op het Plein. Om 12.22 uur is er een melding van 15 demonstranten die hun actie gaan voeren zoals aangemeld. Indien demonstranten niet aan de opgelegde beperkingen voldoen zal tot aan- houding worden overgegaan. Om 12.56 uur lopen 8 demonstranten en 5 pers- mensen de route via Korte Vijverberg. Om 13.02 uur meldt de politie 2 arrestan- ten en 4 demonstranten. Men mist er twee. Oproep aan de eenheden om alert te zijn.’

    De demonstranten liepen van het Plein naar de Amerikaanse ambassade voor de arrestatie van G.W. Bush. Daar aangekomen moesten zij op een afgezette locatie hun protest voortzetten.

    Uit de verklaring van de demonstranten: ‘Omdat het voor het theatrale karakter van de actie noodzakelijk was borden op te hangen aan de hekken van de ambas- sade, zijn we met twee personen over het dranghek van de ‘demonstratiekooi’ bij de Amerikaanse ambassade geklommen (…). Kennelijk vond de politie dit geen goed idee en werd er onmiddellijk ingegrepen.’ Na aanhouding zijn de demon- stranten in vrijheid gesteld zonder bekeuring of dagvaarding.

    Arrestatie:                      2 arrestanten

    Vervolging:                     wel beroep dat niet ontvankelijk is verklaard aangezien de demonstranten niet vervolgd zijn.

     

    Wanneer:                        13 maart 2003

    Waar:                              het Malieveld (demonstratie naar het Malieveld)

    Hoeveel:                         7.000 demonstranten

    Waarom:                         tegen de bezuinigingen op het onderwijs

    Wat gebeurde er:                     in de kennisgeving staat onder de kop afspraken, aanvullend op de algemene richtlijnen in de toelichting, om de manifestatie ordelijk en veilig te laten ver- lopen: ‘Bij ontwikkelingen in de wereld omtrent de oplopende spanningen tussen VS en bondgenoten en Irak bestaat de mogelijkheid dat er door de burgemeester aan de manifestatie beperkende voorwaarden kunnen worden opgelegd. Daar- naast staat er onder een onduidelijke kop dat door de organisatie zal gebruik ge- maakt worden van geluidsversterking. Bij klachten zal in overleg met de politie het geluidsniveau bepaald worden. Bij ordelijk verloop van de demonstratie, waarbij men zich o.a. houdt aan de in het kennisgevingsformulier aangegeven route, zal de mobiele eenheid zoveel mogelijk uit het zicht van de demonstranten gepositioneerd worden.’

    Het politiejournaal: ‘Politieambtenaar meldt dat veel studenten arriveren in het bezit van stokken. Iemand gaat de studenten hierop aanspreken.’ Er staan voorts opmerkingen in het politiejournaal over de goede sfeer van de demonstratie. Om

    14.37 uur meldt het politiejournaal: ‘Het Helletje wordt met een spandoek afge- sloten. Eenheden er op af. Spandoek wordt tussen twee bomen gehangen. Men gaat akkoord.’ Om 14.42 meldt het politiejournaal: ‘Demonstrant te water in de Hofvijver. Bootje gaat de hofvijver in. Zwemmer gaat richting eiland. Om 14.50 uur staat de zwemmer op het eiland en wil daar een vlag hijsen. En om 14.58 uur wordt de zwemmer aangehouden.’ Vervolgens vindt er een korte actie op straat plaats. Enkele demonstranten gaan zitten op de rijweg, maar de actie duurt hooguit 15 minuten dan vervolgt de demonstratie zijn weg.

     

    Het ANP bericht: ‘Een jongen arresteren, af en toe wat mensen vermanend toe- spreken en een paar stokken van spandoeken en vlagen in beslag nemen. Veel meer werk was er niet te doen voor de politie die donderdag massaal in Den Haag op de been was voor de studentendemonstratie.’

    Arrestatie:                      1 arrestant

    Vervolging:                     –

     

    Wanneer:                        25 april 2002

    Waar:                              het Malieveld (demonstratie naar het Malieveld)

    Hoeveel:                         450 demonstranten

    Waarom:                         herdenking van het uitroepen van de Republiek der Vrije Zuid-Molukken

    Wat gebeurde er:                     in de kennisgeving staat onder de kop hulpmiddelen die worden gebruikt ter on- dersteuning van de manifestatie: ‘spandoeken, vlaggen en maximaal 6 vlag- genstokken.’

    ‘De politie pakte de Molukkers op nadat een demonstratie bij het Malieveld even uit de hand was gelopen. De demonstranten zitten vast voor mishandeling van een agent en omdat ze stenen naar de mobiele eenheid hadden gegooid,’ bericht het ANP. Het ANP bericht vervolgens uitvoerig over ‘relletje’ zoals zij het noe- men. ‘De demonstranten, die begeleiding krijgen van een grote politiemacht, hebben onder meer bij de Amerikaanse ambassade in Den Haag petities aange- boden. Een groep van ruim honderd, meestal jonge RMS aanhangers, wilde na afloop van de officiële demonstratie verder protesteren en trok op in de richting van het provinciehuis. Daarna begonnen ze aan een blokkade van een kruispunt in de buurt van het Ministerie van Financiën. De uitbraak van de Molukse jonge- ren was van korte duur. Ze bezetten eerst een half uur een kruispunt voor het Malieveld, waar de demonstratie was begonnen. Daarna liepen ze richting pro- vinciehuis. Daar hield de ME de groep tegen, maar kon de jongeren niet inslui- ten. Op aandringen van de eigen Molukse ordedienst keerden de jongeren ver- volgens terug naar het Malieveld. Een van de organisatoren van de demonstratie in Den Haag zei dat de betoging uit de hand was gelopen omdat de jongeren zich niet serieus genomen voelden (door de Nederlandse regering red.). (…) Verder waren ze boos dat de regering te weinig doet om de situatie op de Molukken te helpen verbeteren.’ (verschillende ANP berichten)

    Arrestatie:                      2 arrestanten

    Vervolging:                     –

     

    Wanneer:                        29 maart 2001

    Waar:                              het Malieveld (demonstratie naar de Hofplaats)

    Hoeveel:                         250 demonstranten

    Waarom:                         tegen de uitzetting van vluchtelingen naar Noord Irak

    Wat gebeurde er:                     in de kennisgeving onder het kopje afspraken en maatregelen te nemen door de organisatie om de manifestatieordelijk te laten verlopen: Spandoeken mogen niet voorzien zijn van stokken, m.u.v. een spandoek dat wordt meegevoerd op de kop van de stoet. Meegevoerde borden mogen zijn voorzien van een dun stokje.

    ‘De demonstranten gooiden met stenen en fietsen. Op het Buitenhof belaagden ze een tram. Ze sloegen met hun vuisten en straatstenen tegen de tram. Ook ver- nielden ze bushokjes. Het winkelend publiek in de omgeving maakte zich snel uit de voeten.’(ANP bericht). Over de aanleiding van de wanordelijkheden wordt het volgende geschreven: ‘SP Tweede-Kamerlid H. van Bommel had op 29 maart, vlak voordat de demonstratie uit de hand liep, een petitie van de Koerden in ont- vangst genomen. Deetman suggereerde vrijdag tijdens een commissievergadering

     

    dat dit niet verstandig was, omdat er tegelijkertijd in een asielzoekerscentrum in Waddinxveen Koerden in hongerstaking waren tegen het Nederlandse uitzet- tingsbeleid. Volgens de burgemeester konden leden van de Tweede Kamer weten dat bij hongerstakingen de emoties snel hoog op kunnen lopen. Van Bommel stelde vrijdag na de vergadering dat Deetman uit zijn nek kletste. ‘En dat vind ik nu nog steeds’, aldus het Tweede-Kamerlid zondagavond. ‘In het politierapport staat dat de rellen volkomen onvoorzien waren. Er was niets aan de hand. Met die vage verdachtmakingen kan ik niets. Ik weet wel dat de keuze voor de Hof- plaats voor de demonstratie een verkeerde was. De politie en dus Deetman dra- gen daarvoor de verantwoordelijkheid. Het heeft er de schijn van dat hij de ver- antwoordelijkheid wil afschuiven op mij’.’ (ANP bericht) En ‘De politie had toe- stemming gegeven voor een demonstratie van ongeveer 500 mensen. De beto- ging begon om 13.00 uur op het Malieveld, waarna de Koerden naar het Binnen- hof liepen. Daar nam Tweede-Kamerlid Van Bommel van de SP een petitie in ontvangst. Een deel van de betogers liep om het gebouw van de Tweede Kamer, probeerde binnen te komen, maar werd tegengehouden. Rond 14.00 uur vloog de vlam in de pan.’

    Arrestatie:                      10 arrestanten

    Vervolging:                     ja

     

    Wanneer:                        2 september 2000

    Waar:                              het Tournooiveld

    Hoeveel:                         75 demonstranten

    Waarom:                         protest tegen de dreigende doodstraf van Mumia Abu Jamal

    Wat gebeurde er:                     in de kennisgeving staat onder de kop afspraken en maatregelen te nemen door de organisatie om de manifestatie ordelijk te laten verlopen: ‘Het plein direct aan de voorzijde en het trottoir aan de zijkant van de ambassade zijn niet voor de demonstranten toegankelijk en men dient zich op te houden op het trottoir bij het parkeerterrein aan het Tournooiveld, schuin tegenover de ambassade van de Verenigde Staten.’

    De media berichtten: ‘De politie greep op 2 september in bij een betoging voor de Amerikaanse ambassade, nadat enkele demonstranten tomaten en eieren naar de ambassade begonnen te gooien. De betogers waren boos, omdat ambassade- personeel de stalen rolluiken dichtdeed terwijl enkele demonstranten eronder stonden. Volgens de ambassade hadden de betogers geprobeerd het gebouw te bestormen, de demonstranten zeggen zelf dat zij slechts een petitie hadden willen aanbieden tegen de dreigende doodstraf van een zwarte Amerikaan.’(ANP be- richt) ‘Bij de Amerikaanse ambassade probeerden demonstranten een petitie aan te bieden, waarin zij hun standpunten duidelijk maakten. Zij kregen echter niet de kans om in de buurt van de voordeur te komen. Zodra de demonstranten de trappen van de ambassade opliepen, begon er een sirene te loeien en werd met veel geraas een metalen rolluik neergelaten.’ (maandblad Targets)

    In de gemeenteraad werden vragen gesteld over de demonstratie: ‘Bent u het met mij eens dat er geen duidelijke gronden zijn waarop deze vrouw gearresteerd is? Zo ja, wat bent u van plan te doen om bovenstaande situatie of vergelijkbare si- tuaties in de toekomst te voorkomen?

    Zo nee, wat zijn dan volgens u de legitieme gronden waarop deze vrouw is aan- gehouden? Alle arrestanten zijn in verzekering gesteld op verdenking van open- lijke geweldpleging.’ Het antwoord van het College luidde: ‘Dit terwijl er ten min- ste tegen een gedeelte van de arrestanten geen persoonlijke verdenking was en kon zijn van een persoonlijk aandeel in de geweldpleging. Dit is volkomen in

     

    strijd met de strekking van artikel 141, waarbij tijdens de kamerbehandeling uit- drukkelijk gesteld is dat er sprake moet zijn van een persoonlijk aandeel. Het en- kele feit dat er vanuit de manifestatie ‘geweld’ (aanhalingstekens in het antwoord van het College) gebruikt is (d.w.z. er zijn wat eieren en tomaten gegooid richting ambassade en een paar mensen wilden met de ambassadeur spreken over de doodstraf welke Mumia Abul Jamal ten onrechte te wachten staat), men zich niet gedistantieerd heeft, is onvoldoende grond voor verdenking van openlijk ge- weldpleging.’

    Arrestatie:                      6 arrestanten

    Vervolging:                     ja

     

    Wanneer:                        25 mei 2000

    Waar:                              het Malieveld (demonstratie naar het Malieveld)

    Hoeveel:                         1.000 demonstranten

    Waarom:                         protest tegen het militaire offensief van Ethiopië tegen Eritrea

    Wat gebeurde er:                     in de kennisgeving staat onder de kop uitgangspunten: ‘Bij te hoog oplopende emoties, wanordelijkheden en niet voldoen aan de voorwaarden kan door de po- litie van de route worden afgeweken of de demonstratie ontbonden worden.’ Onder het kopje algemeen staat: ‘De organisatie treedt op tegen iedere activiteit in het kader van de demonstratie die niet met de politie besproken en overeenge- komen is. Tijdens het aanbieden van de petities door een delegatie lopen de ove- rige deelnemers door. Uitzondering hierop is het aanbieden van de petitie bij de Tweede Kamer op het Plein. Hier is een kort oponthoud toegestaan.’

    ‘Bij het Tweede Kamergebouw werden later vier mensen aangehouden omdat zij niet wilden weggaan van het Plein toen de stoet daar al weg was. (…) Naar schat- ting duizend Eritreërs demonstreerden donderdagmiddag in Den Haag tegen de oorlog met buurland Ethiopië. Eerst kregen zij het bij het ministerie van Buiten- landse Zaken met de politie aan de stok. Volgens de politie wilden de demon- stranten tegen de afspraken in met teveel mensen het ministerie binnen om een petitie aan te bieden. De politie moest de wapenstok trekken om de betogers te beletten het gebouw binnen te gaan. Bij de Britse ambassade vielen enkele rake klappen toen ongeduldige betogers opdrongen naar het ambassadegebouw. De rust keerde hier weer toen een vertegenwoordiger van de ambassade een petitie in ontvangst nam.’ (ANP bericht)

    Om de demonstratie in haar context te zien is het van belang de ontwikkelingen in Eritrea en Ethiopië in de gaten te houden. De context bij deze demonstratie zijn het oplaaien van de gevechten tussen beide landen. ‘Volgens de demonstran- ten zijn er in totaal een miljoen Eritreërs ontheemd of op de vlucht geslagen voor het geweld. De oorlog heeft aan tienduizenden mensen het leven gekost.

    De betogers verwijten het de westerse landen dat zij de ogen sluiten voor de oor- log.’(ANP bericht)

    Arrestatie:                      5 arrestanten

    Vervolging:                     ja

     

    1. Niet ingegrepen demonstratie

     

    Wanneer:                        12 juni 2005

    Waar:                              het Ministerie van Binnenlandse Zaken

    Hoeveel:                         1500 in totaal

    Waarom:                         protest tegen opstelling van de overheid bij de CAO onderhandelingen

    Wat gebeurde er:                     in de kennisgeving staat onder het kopje afspraken en maatregelen te nemen door de organisatie om de manifestatie ordelijk en veilig te laten verlopen: ‘In- dien gebruik wordt gemaakt van geluidsversterking, dan zal het volume daarvan op een, door de politie bepaald, aanvaardbaar niveau blijven.’

    In de media zeggen ‘werknemers van het ministerie dat zij last hebben van het lawaai.’ (ANP bericht) Dit heeft deels te maken dat de actie plaats vindt onder de overkapping tussen de ministeries van Binnenlandse Zaken en Justitie. Ook de lange duur van de actie (meer dan 10 dagen). Daarbij geven de bonden zelf geven aan dat de ‘Blauwe Belegering’ een grimmig karakter moet hebben. Tijdens de ‘blauwe belegering’ wordt er niet ingegrepen.

    Arrestatie:                      nee

    Vervolging:                    nee

     

    Wanneer:                        20 april 2001

    Waar:                              het Malieveld

    Hoeveel:                         400 demonstranten

    Waarom:                         protest tegen het ruimen van gezonde dieren tijdens de MKZ crisis

    Wat gebeurde er:                     in het kennisgevingsformulier staan geen voorwaarden deze zijn apart toege- voegd. Bij de afspraken in deze aparte brief staat: ‘De organisatie doet wat in haar vermogen ligt om mogelijke schade aan de grasmat van het Malieveld zoveel mo- gelijk te beperken. En in eerste instantie is de organisatie verantwoordelijk voor de kosten van herstel van het Malieveld. Tevens draagt de organisatie zorg voor de kosten van de huur van het Malieveld. Bij maatregelen staat: ‘De organisatie zorgt voor het uitzetten van de dranghekken welke door de politie worden aan- geleverd. Na afloop van de manifestatie dienen de hekken, in bundels van 19 stuks, terug te worden gezet op rijbaan van de Boorlaan. Zonodig zal afzetlint door de politie ter beschikking worden gesteld.’

    Uit de media: ‘Land- en tuinbouworganisatie LTO raadt veehouders af te gaan demonstreren op het Malieveld in Den Haag. Daar is zaterdag een landelijk pro- test tegen het Europese beleid dieren niet in te enten tegen de ziekte. LTO is bang dat een samenkomst van boeren uit verschillende regio’s de verspreiding van mond- en klauwzweer in de hand zal werken. ‘Onze reactie is dubbel’, zo zegt een woordvoerder van LTO . ‘We steunen het initiatief en het doel van de demonstratie, maar tegelijkertijd hopen we toch echt dat er geen veehouders ko- men.’ Ontsmettingsmatten en andere voorzorgsmaatregelen kunnen volgens hem niet altijd voorkomen dat het MKZ virus zich verspreidt.’(ANP bericht)

    Arrestatie:                      nee

    Vervolging:                    nee

     

    Wanneer:                        september 2000

    Waar:                              Rijksweg A4 en Rijksweg A12

    Hoeveel:                         100den demonstranten

    Waarom:                         protest tegen de hoge brandstofprijzen voor wegvervoerders

    Wat gebeurde er:                     in de kennisgeving staat heel gedetailleerd hoe het protest moet verlopen. Onder de kop algemeen staat: ‘De organisatie is verantwoordelijk voor het volgens af-

     

    spraken uitvoeren van de demonstratie. Men houdt zich hierbij aan de volgende regels: Er wordt per provincie een colonne geformeerd; In totaal twaalf colonnes met een totaal van 360 voertuigen en 12 sluitrijders; (volledige beschrijving van de colonnes en de communicatiekanalen).’

    In de media: ‘Eerder op de ochtend leek de protestdag te ontaarden in totale chaos. Bij het Haagse Centraal Station blokkeerde een aantal taxichauffeurs de wegen en dreigde de protestactie te saboteren. Later op de ochtend zette een viertal vrachtwagens de toegangsroute (afslag Voorburg) naar Den Haag af. In Den Haag zelf gingen taxichauffeurs ook over tot het versperren van de weg. Rond half elf stond de helft van de georganiseerde konvooien door wilde blok- kades vast, met in totaal tientallen kilometers file als gevolg. (…) Een deelnemer aan de wilde blokkade verklaarde dat de vrachtwagenchauffeurs hardere acties willen dan een georganiseerde rondrit door Den Haag.’ (ANP bericht)

    Arrestatie:                      –

    Vervolging:                     –

     

    1. Niet ingegrepen diplomatieke ophef

     

    Wanneer:                        1 maart 2003

    Waar:                              het Plein (demonstratie naar het Spuiplein)

    Hoeveel:                         250 demonstranten

    Waarom:                         aandacht vragen voor het recht van demonstratie en de schijnveiligheid.

    Wat gebeurde er:                     in het kennisgevingsformulier staan geen voorwaarden deze zijn apart toege- voegd. In een begeleidende brief staat: ‘Mede op verzoek van de organisatie de onderstaande afspraken zijn gemaakt. Deel a gaat over het verloop van de de- monstratie, deel b over het politie optreden. Bij deel a staat een minutieuze be- schrijving wat er op welke locatie gebeurde. Ook staat er bijvoorbeeld dat het in- nemen van stokken escalerend werkt en daarvan wordt afgezien door de organi- satie. Er wordt bij gezegd dat camera’s van cameratoezicht Den Haag worden af- gedekt door de organisatie. Bij de Amerikaanse ambassade waar de route langs gaat, staat dat er gegooid gaat worden met sponzen en dat er borden geplaatst gaan worden.’

    ‘De Amerikaanse regering heeft bij de minister geprotesteerd over het gebrekkige optreden van de politie. ‘Dat protest is terecht en de minister is het daar hart- grondig mee eens’, aldus de woordvoerder. De Hoop Scheffer zal dinsdag ophel- dering vragen bij burgemeester Deetman van Den Haag, die verantwoordelijk is voor de bescherming van de Amerikaanse ambassade aan het Lange Voorhout.’ (ANP bericht)

    Het was een heuse politieke rel die naast de gemeenteraad ook het ministerie be- zig houdt.

    ‘Buitenlandse Zaken bekritiseerde, mede namens de Amerikaanse ambassadeur, deze week de gemeente en politie in Den Haag, omdat linkse activisten tijdens een demonstratie ongestraft het gebouw konden benaderen. Ze zetten simpelweg een van de hekken rond het zwaarbewaakte pand opzij, zodat ze het konden be- kladden en er natte sponzen tegenaan konden gooien. (…) De activisten wisten zaterdag door te dringen tot het ambassadegebouw door een hek uit zijn schar- nieren te lichten. Daarna brachten ze met spuitbussen teksten als ‘Peace’ en ‘U- SA=Terror’ op de gevel van het gebouw aan. Ook gooiden demonstranten natte sponsjes tegen de ambassade. De politie verwijderde de activisten met zachte hand van het terrein. Anders dan bij eerdere demonstraties stonden er geen ME- ers rond het zwaarbewaakte gebouw. Er werd niemand gearresteerd.’ (ANP be- richt)

    Uit een brief van de burgemeester aan de gemeenteraad: ‘Om 14.15 uur vertrok de demonstratieve tocht volgens de vooraf door de organisatie aangegeven route. Verschillende locaties werden aangedaan. Hier vonden verschillende ludieke ac- ties plaats. Deze acties verliepen zonder incidenten. Te 14.46 uur arriveerde men op het Lange Voorhout nabij de Amerikaanse ambassade. Hier werd invulling gegeven aan het ‘ludiek sponsjes gooien naar de ambassade’. Ondanks de aanwe- zigheid ter plaatse van politie zowel in burger als in uniform en 20 medewerkers van de eigen begeleidingsdienst van de demonstratie, slaagden ca. 30 demon- stranten erin om achter het hek rond de Amerikaanse ambassade te komen. Op dat moment werd daarmee het ludieke karakter aan de demonstratie ontnomen en gehandeld in strijd met de door de organisatie aangegeven uitgangspunten. De demonstranten pakten binnen de hekken de sponsjes weer op om deze opnieuw naar de ambassade te werpen. Ook zou er met flessen gegooid zijn, hetgeen ove- rigens noch tijdens het incident, noch achteraf, kon worden vastgesteld. Tijdens opruimwerkzaamheden is ter plaatse slechts 1 kapot bierflesje aangetroffen.

     

    Door een of meerdere personen werd binnen enkele seconden een graffiti aan- gebracht op de buitenmuur van de ambassade. In verband hiermee wordt inten- sief gerechercheerd. Tevens werd er een demonstratiebordje aangebracht tegen het rolluik naast de ingang van de ambassade. In opdracht van de organisatie verwees de begeleidingsdienst de demonstranten terug achter de hekken. Hier werd gehoor aan gegeven; binnen ca. 7 minuten was de orde hersteld en bevon- den zich geen demonstranten meer binnen het hek.’

    Arrestatie:                      nee

    Vervolging:                    nee

     

     

    Conclusie 1, 2 en 3

    In de praktijk is het optreden bij demonstraties weerbarstig. Daar waar op basis van de WOM (gevaar voor gezondheid bij MKZ crisis) een verbod opgelegd had kunnen worden gebeurde dat niet. De vraag is ook hoe ver demonstranten nu eigenlijk van een diplomatieke vestiging kunnen worden afgehouden. Welke ruimte is er dan voor het uiten van gedachten en gevoelens? Zuid- Molukkers willen bijvoorbeeld graag naar de Indonesische ambassade, maar mogen daar niet in de buurt komen. Problemen ontstaan dan juist omdat demonstranten daar wel heen willen.

     

    1. Ingegrepen/verboden in verband met niet/te laat aanmelden

     

    Wanneer:                        12 november 2002

    Waar:                              het Plein (demonstratie naar het Malieveld)

    Hoeveel:                         7 demonstranten

    Waarom:                         protest tegen de bezuinigingen op het onderwijs

    Wat gebeurde er:                     in het kennisgevingsformulier staan geen voorwaarden deze zijn apart toege- voegd. Deze kennisgeving is afgegeven op 5 november 2002 en daarin staat op de plaats van de verzamelplaats: ‘Malieveld’. De studenten hadden echter aange- geven dat zij op het Plein een demonstratie wilden houden. Dit hadden zij bij het aanmelden van de demonstratie aangegeven. Vrijdag 8 november 2002 verbood burgemeester Deetman de demonstratie. ‘Het wilde eigenlijk op het Plein in Den Haag demonstreren. Dit ging niet door omdat burgemeester Deetman vreesde dat er meer dan 1.000 man op de demonstratie af zou komen.’ (ANP bericht)

    In de afzonderlijke afsprakenlijst onder het kopje uitgangspunten van de drie- hoek: ‘Op het Plein wordt een manifestatie gehouden. (…) Te voren wordt ver- zameld op het Malieveld aan de zijde van de Koekamplaan.’ Bij het gedeelte al- gemeen staat: ‘De deelnemers begeven zich vanaf het verzamelpunt op de Koe- kamplaan naar het Plein via de over de te voren afgesproken route namelijk de Bosbrug, Korte Voorhout, Tournooiveld, Lange Houtstraat.Na afloop van de manifestatie op het Plein wordt een demonstratieve tocht gelopen via de navol- gende route; Korte Vijverberg, Lange Voorhout, Parkstraat, Mauritskade, Dr Kuyperstraat, Koninginnegracht, Prinsessegracht, Dierentuinbrug, Koningskade (oversteken) Malieveld.’ En ten slotte bij de manifestatie staat: ‘Op dinsdag 12 november 2002 arriveren de deelnemers vanaf 14.15 uur op het Malieveld. Te ui- terlijk 15.00 uur zal worden vertrokken naar het Plein. De manifestatie op het Plein wordt te 16.00 uur beëindigd, aansluitend vindt dan de demonstratieve tocht plaats die te 16.45 uur eindigt op het Malieveld nabij de Koekamplaan. Te

    17.00 uur wordt de bijeenkomst op het Malieveld ontbonden.’

    In tegenstelling tot wat op de kennisgeving staat was er op het Malieveld geen plaats. ‘Als enige andere mogelijkheid stelde de burgemeester het Malieveld voor. ‘Maar daar staat tot 24 november een paardencircus en zo lang kunnen we niet wachten’, legt Combrink van het platform uit.’ (ANP bericht)

    Het politiejournaal: ‘Op 12 oktober wordt op internet een oproep tot de demon- stratie ontdekt en wordt er contact gezocht met de Landelijke Studenten Vak- bond (LSVB). Op 25 oktober 2002 komt de fax van de aanvraag in bij de politie. Op 29 oktober is de politie akkoord met de demonstratie, niet met de route. Op 4 november is een afspraak met de organisatie.’ In het politiejournaal: ‘Ons voor- stel is het Malieveld en een andere route. Op 7 november vindt er een voorbe- spreking plaats waarin gezegd wordt dat het aantal demonstranten onduidelijk is. Er is contact geweest met de organisatie die het aantal bussen doorgeeft. Ge- vraagd wordt naar een indicatie van het aantal deelnemers. De politie refereert aan een scholieren demonstratie van 4.000 personen die niet op Plein paste. Een muziekband komt ter sprake en dit was niet eerder gezegd. Na de vergadering wordt de organisatie naar huis gestuurd met de opdracht na te denken over de ordedienst, het aantal deelnemers en een alternatief voor het Lange Voorhout.

    Op 8 november staat dat de burgemeester de demonstratie verbiedt om het on- duidelijke aantal deelnemers en de te verwachten ongeregeldheden. De politie verwacht dat op de dag zelf ondanks het verbod er toch honderden demonstran- ten zullen komen.’ Het laatste bericht uit het politiejournaal is dat: ‘Iemand van de politie de studenten tot ‘rede’ probeert te brengen.’

     

    Op 24 oktober heeft de organisatie de demonstratie van 12 november 2002 aan- gemeld. Uit de brief van de organisatie: ‘Daarna hebben wij op 4 november een afspraak met de politie gehad. De heer (…) heeft ons toen gezegd dat de burge- meester akkoord is met de demonstratie. Op donderdag 7 november kregen we een telefoontje van de politie dat er spoedoverleg nodig was. Toen zei de politie dat er makkelijk tot 3.000 mensen bij de voorgestelde opstelling op het plein konden. Als mensen niet heel mooi hoeven te staan, kunnen er meer mensen op. Wij hebben aangegeven dat wanneer we schatten dat er meer mensen zouden komen, dat we zouden uitwijken naar de Lange Voorhout. Die (de politie red.) gaven aan dat dat een reële optie was, maar wilden wel dat we het op papier zou- den zetten.’

    Uit de brief van de burgemeester van 8 november 2002 aan het platform 12 no- vember 2002: ‘Uit politie-informatie is gebleken dat in diverse studentensteden studenten op uiteenlopende wijze worden opgeroepen om per bus of per trein naar Den Haag te gaan, dat hen soms gratis vervoer wordt aangeboden en dat per saldo rekening moet worden gehouden met aanzienlijk grotere aantallen de- monstranten dan door de organisator zijn genoemd; (…) Voorts overwegende dat a. openbare manifestaties van studenten en scholieren in Den Haag vaker hebben geleid tot wanordelijkheden; mede door de wijze van communicatie over de te houden manifestatie, organisatoren doorgaans onvoldoende zicht hebben op het aantal en de aard van de deelnemers; openbare manifestaties van meer dan beperkte omvang in de binnenstad vaker hebben geleid tot wanordelijkheden, schade en letsel; (…) besluit de openbare manifestatie (…) te verbieden.’

    In de brief staat dat er bezwaar kan worden ingediend en eveneens een voorlopi- ge voorziening kan worden aangevraagd bij de rechtbank. De bezwaarschriften- procedure wordt ingezet. Bijna een jaar later volgt de behandeling van het be- zwaar.

    Op 14 november 2002 tekenen de studenten bezwaar aan tegen het besluit van de burgemeester. Het bezwaar is behandeld de Adviescommissie bezwaarschrif- ten op 12 augustus 2003.

    De Adviescommissie bezwaarschriften stelt in haar oordeel: ‘Bij de beperkingen en voorschriften als bedoeld in artikel 5 lid 1 WOM gaat het om voorwaarden, die worden gesteld aan een activiteit die in beginsel geoorloofd is. Slechts in het uiterste geval kan een verbod worden gegeven. (…) Het recht op betoging is een essentieel grondrecht in een democratische rechtstaat. Dat wil niet zeggen, dat dit recht te allen tijde onbeperkt moet kunnen worden uitgeoefend, maar wel dat beperkingen zeer restrictief moeten worden toegepast. Dat betekent dat een ver- bod slechts gerechtvaardigd is, indien ook met alle beschikbare middelen (politie, bijstand) de veiligheid van burgers niet kan worden gegarandeerd. (…) Op grond van de beschikbare informatie is de commissie niet gebleken, dat voorafgaand aan het bestreden besluit een evenwichtige belangenafweging heeft plaatsgevon- den. (…) Niet is onderbouwd, dan wel aannemelijk gemaakt, dat er sprake was van een bestuurlijke overmachtsituatie. Niet is aangetoond, dat met inspanningen die onder dit soort omstandigheden van de politie mogen worden verwacht, ern- stige wanordelijkheden niet konden worden voorkomen. (…) Voorts is niet aan- getoond dan wel aannemelijk gemaakt, dat er sprake was van een duidelijk objec- tieve vrees voor zeer ernstige wanordelijkheden. Het bestaan van vrees als zoda- nig is onvoldoende. Deze moet met concrete gegevens worden onderbouwd. De commissie stelt vast, dat de vrees voor wanordelijkheden door u onvoldoende is geconcretiseerd. De commissie overweegt, dat te verwachten verkeersbelemme- ringen dan wel ontwrichting van het verkeer als zodanig onvoldoende grond

     

    vormen een demonstratie, c.q. een demonstratieve optocht te verbieden. Niet duidelijk is geworden, of weg- en/of bouwwerkzaamheden konden worden afge- dekt. (…) Niet is gemotiveerd, dat met de beschikbare middelen (politie, bij- stand) de veiligheid van personen en goederen niet kon worden gegarandeerd. (…) Het feit, dat de organisatoren niet konden inschatten hoeveel demonstran- ten er zouden komen, kan hun niet worden toegerekend. Op grond van uw bre- de ervaring had u kunnen inschatten, dat demonstraties over actuele onderwer- pen groter kunnen worden dan aanvankelijk was ingeschat. (…) Tot slot is niet aangetoond, dan wel aannemelijk gemaakt, dat de door u opgesomde in het ver- leden gehouden demonstraties voor wat betreft te verwachten wanordelijkheden, schade en letsel op een lijn kunnen worden gesteld met de onderhavige de- monstratie.’

    Op 10 september 2003 oordeelt de commissie: ‘Het bestreden besluit kan niet in stand blijven en adviseert u daarom het bestreden besluit te herroepen en wel in die zin dat het verbod voor de studentendemonstratie op 12 november 2002 alsnog wordt ingetrokken.’

    Op 8 januari 2004 verwerpt de burgemeester het oordeel van de Adviescommis- sie. Tegen dit besluit wordt op 18 februari 2004 beroep aangetekend en de ge- meente schrijft daar op 19 maart 2004 een verweerschrift tegen.

    Uit de uitspraak van de rechtbank ’s-Gravenhage sector bestuursrecht op 16 fe- bruari 2005: ‘Het beroep is op 2 februari 2005 ter zitting behandeld. (…) De rechtbank stelt vast dat het tijdstip waarop eisers voornemens waren te Den Haag een openbare manifestatie te houden (12 november 2002) reeds geruime tijd is verstreken en dat zij bovendien, na verbod van de demonstratie in Den Haag, in Amsterdam hebben gedemonstreerd. Dit leidt tot de conclusie dat eisers met hun beroep niet meer kunnen bewerkstelligen wat zij met het instellen ervan hebben beoogd, namelijk het mogen houden van een demonstratie op genoemde datum te Den Haag. (…) Gezien het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat eisers geen belang hebben bij de inhoudelijke behandeling van hun beroep. Het beroep dient derhalve niet-ontvankelijk te worden verklaard.’

    Meer dan twee jaar later volgt er geen uitspraak of er nu op 12 november 2002 wel of niet door studenten gedemonstreerd kon en mocht worden.

    Op de dag zelf togen enkele studenten naar Den Haag. Uit een verhoor van een politieambtenaar: ‘Het leek erop dat zij bij elkaar hoorden en wilden protesteren, terwijl dit verboden was door de burgemeester. Dit werd bevestigd toen ik een van hen hoorde zeggen: ‘We mogen niets zeggen, de overheid legt ons het zwij- gen op.’ Dit bleek later ook uit het feit dat zij flyers uitdeelden aan bezoekers van het Centraal Station.’

    Uit het proces-verbaal: ‘Na aanspreken verklaarden enkelen te willen demonstre- ren tegen dit verbod om te demonstreren tegen de onderwijsplannen. Zij gaven aan dat zij dit wilden doen in de vorm van een toneelstukje. Op de vraag van verbalisant of zij daar een vergunning voor hadden werd negatief geantwoord.

    Tevens verklaarden zij niet in het bezit te zijn van een kennisgevingformulier voor het houden van een demonstratie. Uit politie-informatie was het ons be- kend dat voor het centrumgebied op deze dag geen enkele kennisgeving was ge- daan om te demonstreren. (…) Gelet op de beperkte omvang van de groep heb- ben wij in overweging genomen de groep te begeleiden bij een eventueel stil pro- test. (…) Voorwaarde was wel dat er dan tenminste twee leden van de groep hun identiteit bekend zouden maken, zodat zij verantwoordelijk gesteld konden wor- den voor het verloop van deze demonstratie. Dit mede met het oog om eventue- le wanordelijkheden te voorkomen en duidelijk aanwijsbare personen te hebben

     

    die verantwoordelijk zouden kunnen worden gesteld voor het groepsoptreden bij dreigend geweld of vernielingen. (…) Omdat de groep zich niet wilde confor- meren aan deze afspraken en daardoor het goede verloop van de demonstratie niet kon worden gewaarborgd hebben de verbalisanten driemaal gevorderd de aanzet tot deze demonstratie te beëindigen en uiteen te gaan. Deze vordering is gedaan in overleg met Algemeen Commandant, Commissaris van Politie, namens de burgemeester op basis van artikel 7 in verband met artikel 11 van de WOM. Dit conform het algemene beleidsuitgangspunt van de driehoek binnen Regio Haaglanden. Waarbij het algemene uitgangspunt is dat er zonder tijdige ken- nisgeving niet mag worden gedemonstreerd.’

    De Nationale Ombudsman schrijft in haar eindverslag naar aanleiding van een klacht van de demonstranten: ‘Tegen verzoeksters werd in verband met overtre- ding van de Wet Openbare Manifestaties proces-verbaal opgemaakt. Op 30 ok- tober 2003 werden verzoeksters door de kantonrechter vrijgesproken. Het rede- lijkheids vereiste houdt in dat bestuursorganen de in het geding zijnde belangen tegen elkaar afwegen en dat de uitkomst hiervan niet onredelijk is. Dit brengt onder meer met zich mee dat politieambtenaren bij hun taakuitoefening op het juiste moment gebruik maken van de hun toegekende bevoegdheden. (…) Het is niet vast komen te staan dat de groep ten tijde van het politieoptreden, naast de voorbereidingshandelingen van het schminken van het gezicht en het afplakken van de mond, daadwerkelijk een begin had gemaakt met de demonstratie. On- danks de weigering van enkele personen uit de groep om hun identiteit bekend te maken ten einde afspraken te maken over het verdere verloop, heeft de politie te snel besloten over te gaan tot het vorderen dat de groep zich zou verwijderen. Er was immers op dat moment slechts sprake van (niet strafbare) voorbereidings- handelingen en (nog) geen sprake van de feitelijke uitvoering van een (verboden) demonstratie. In zoverre heeft de politie gehandeld in strijd met het redelijkheids vereiste.’

    Het verbod op de demonstratie van 12 november 2002 kwam zijdelings ter spra- ke tijden een vergadering van de Commissie Veiligheid en Bestuur van 27 april 2005 naar aanleiding van een demonstratie op 25 april 2005. Een raadslid vraagt tijdens de vergadering: ‘Is het mogelijk bij dit soort groepen te zeggen: er wordt niet meer door de stad getrokken, maar er kan worden gedemonstreerd op een vaste plek bijv. het malieveld. Of ergens anders waar het beter te beheersen is, desnoods met een cordon ME eromheen.

    De Burgemeester antwoordt: ‘Er valt niet toe te staan alleen maar te verbieden. Het is een ieder vrij, niet alleen de plaats te kiezen, waar hij zijn mening wil uiten, maar ook de route, tijdstip, daar valt niets aan te toetsen: dat is een gegeven. Er kan alleen worden ingegrepen: Indien er een gegrond vermoeden bestaat dat de openbare orde verstoord wordt. De rechter is op dat punt echter uiterst terug- houdend; de facto komt het er op neer dat de verstoring zo ongeveer moet plaatshebben. Wanneer er zich blokkades bij verkeer zich voordoen en in ver- band met de gezondheid.’

    Na een beschrijving van de gebeurtenissen tijdens de demonstratie zegt de bur- gemeester over het verbieden van demonstraties: ‘Dat kan eigenlijk amper. Ik heb nu een keer een demonstratie verboden. Dat heeft tot een procedure geleid en daarvan moet ik zeggen dat ik weliswaar in het gelijk ben gesteld, maar dat was omdat de rechter van mening was dat het beroep geen enkel doel meer dien- de en zich over de hoofd zaak niet heeft uitgesproken. U moet echt van mij aan- nemen, kijkend naar de jurisprudentie, dat het dossier “verbieden” bijna tot de onmogelijkheden behoort. Zelfs op het punt van de voorwaarden moet je be-

     

    hoedzaam zijn. Zie bijv. de demonstratie rond het Vredespaleis met die foto’s. Ook daar stelde de rechter dat de burgemeester het maar moest zien te organise- ren.’

    Arrestatie:                      7 arrestanten

    Vervolging:                     ja

     

    Wanneer:                        22 november 2000

    Waar:                              de Prof. B. M. Teldersweg (demonstratie naar Groot Hertoginnelaan) Hoeveel:       50 demonstranten

    Waarom:                         aandacht vestigen op het belang van de klimaatconferentie

    Wat gebeurde er: het politiejournaal: ‘Om 13.00 uur is er nog gebeld naar de organisatie met de vraag hoeveel mensen er gaan komen. Het antwoord van de organisatie is 50 deelnemers.’

    Arrestatie:                      nee

    Vervolging:                    nee

     

    Wanneer:                        22 november 2000

    Waar:                              het Malieveld (demonstratie naar de Prof. B. M. Teldersweg)

    Hoeveel:                         93 demonstranten

    Waarom:                         protest tegen het gebruik van kernenergie

    Wat gebeurde er:                     in de kennisgeving die afgegeven is op 10 november 2000 gaat het nog over een demonstratie op 13 november 2000. Organisatie, doel, tijd, plaats, aantal deelne- mers, welke vervoer, hulpmiddelen en route zijn identiek aan de demonstratie op 22 november 2000. In de kennisgeving staat bij de afspraken en maatregelen te nemen door de organisatie om de manifestatie ordelijk te laten verlopen: ‘Het is toegestaan dat 25 deelnemers gekleed zijn in z.g. stralingspakken. Het is niet toe- gestaan dat deze pakken zijn voorzien van een helm of anderszins, waardoor de deelnemers onherkenbaar worden. De organisatie draagt zorg voor een orde- dienst van tenminste 20 personen (de organisatie verwachtte 100 deelnemers red.) die onderling met elkaar in contact staan en als zodanig herkenbaar zijn.’ Voor 22 november 2000 is geen kennisgevingsformulier. De organisatoren kun- nen zich niet meer herinneren of voor 13 november 2000 ook een demonstratie is aangemeld. Voor 22 november wel, maar volgens de gemeente was de aanmel- ding te laat en daarom niet geldig. De demonstratie van 22 november is gepland binnen het grotere geheel van de klimaatconferentie waarbij veel demonstraties en activiteiten plaats vinden.

    Het politiejournaal van de politie van 20 november meldt dat de organisatie zich heeft gemeld bij de politie. De organisatie wil een demonstratie houden langs een aantal ambassades. ‘Hij is doorverwezen naar de afdeling Operationele Zaken’ staat in het politiejournaal. Het politiejournaal meldt: ‘Het bleek dat de organisa- tie op woensdag 22 november een demonstratie wilde organiseren. Omdat er dan al twee demonstratie zijn is de organisatie verteld dat dit niet mogelijk is. Het is 23 november mogelijk. Op 21 november wordt er opnieuw contact opgenomen.’ Op 21 november staat niets in de politiejournaals. Op 22 november nam de poli- tie al om 8.50 uur contact op met de organisatie. Daaruit blijkt dat de demonstra- tie doorgaat en dat de organisatie ongeveer 100 mensen verwacht. Om 9.35 uur verzamelde zich een groep demonstranten op het Malieveld. De politie deelde hen mee dat er niet gelopen mocht worden. Er wordt overlegd en de organisatie gaf aan te willen lopen. Om 9.53 uur zocht de politie contact met de driehoek (OM, burgemeester, politie). Die deelden mee dat de demonstratie niet werd toe- gestaan. Een manifestatie op het Malieveld mocht wel, en een kleine delegatie

     

    mocht langs de ambassades gaan. Tegelijkertijd bleek één van de ander demon- straties wegens gebrek aan deelnemers niet door te gaan. ‘De politie heeft contact gehad met één van de andere organisaties. De demonstratie ging niet door in verband met te weinig deelnemers,’ meldt het politiejournaal. De andere demon- stratie (hierboven beschreven op 22 november 2002) begon pas om 13.00 uur.

    Toch gaat de politie over tot arrestatie van de mensen van de demonstratie. In totaal werden 93 mensen gearresteerd.

    In de media is te lezen: ‘Leden en sympathisanten van verschillende milieuorgani- saties waren woensdagmorgen op weg van het Malieveld naar de Amerikaanse ambassade aan het Lange Voorhout om daar een petitie aan te bieden. Aangezien zij daarvoor geen vergunning hadden, hield de politie hen op de Koningskade te- gen.’(ANP bericht).

    Uit de dagvaarding: ‘Zij hebben op of omstreeks 22 november 2000 te ’s- Gravenhage opzettelijk niet voldaan aan een bevel of een vordering, krachtens artikel 2 Politiewet 1993.’

    Uit het proces-verbaal: ‘De groep demonstranten is aangehouden als verdacht van het overtreden van artikel 184 lid 1 van het Wetboek van Strafrecht krach- tens artikel 2 van de Politiewet.’ Ook in het proces-verbaal staat: ‘Op dinsdag 21 november 2002 omstreeks 19:25 uur via de radiozender uit het kraakobject ‘de blauwe aanslag’ opgeroepen wordt op woensdag 22 november 2002 te 09:30 uur te verzamelen op het Malieveld te Den Haag. In het proces-verbaal van bevin- dingen wordt geschreven dat er signalen waren binnengekomen ‘dat milieuacti- visten zich radicaler zouden willen opstellen bij manifestaties.’ De radiozender zou daartoe hebben opgeroepen. Eerder in het proces-verbaal staat echter dat: ‘Via de zender werd aangegeven dat de demonstratie door de politie verboden was, doch koste wat het kost door zou moeten gaan.’

    Uit de vragen in de gemeenteraad: ‘Klopt het dat er maandagmiddag 20 novem- ber i.v.m. de aankondiging van de demonstratie op 22 november een gesprek heeft plaatsgevonden tussen vertegenwoordigers van de organisatie (…) en de politie? Nee luidt het antwoord van de voorzitter van de gemeenteraad.’ De vol- gende vraag luidt: ‘Klopt het dat op 20 november en 21 november jl. er telefo- nisch gesprekken hebben plaatsgevonden tussen (…) (hoofd Operationele Zaken bureau Haaglanden en (…) namens de organisatie over de voor 22 november aangekondigde demonstratie. Kunt u bevestigen dat door de heer (…) is aange- geven dat het geen zin had voor verdere bespreking naar het bureau te komen daar de demonstratie verboden bleef om de reden dat deze te laat was aangemeld en er i.v.m. de vergunning van twee andere demonstraties te weinig politieperso- neel beschikbaar was om de demonstratie te begeleiden?’ Het antwoord luidt: ‘Wettelijk is geregeld dat een demonstratie vooraf aangemeld dient te worden bij de burgemeester. In Den Haag wordt deze bevoegdheid van de burgemeester uitgevoerd door de afdeling Operationele Zaken van het politiekorps Haaglan- den. Dit betekent dat degene die voornemens is een demonstratie te organiseren, de afdeling Operationele Zaken vooraf actief moet informeren over de demon- stratie. Dit is niet gebeurd.’

    (Op 28 november 2002 vinden vier aangemelde demonstraties plaats. Op 13 maart 2003 vinden er twee demonstraties plaats met respectievelijk 7.000 en 100 deelnemers. Op woensdag 22 november meldt Milieudefensie per fax dat ze op vrijdag, zaterdag en zondag willen demonstreren. Het politiejournaal meldt: ‘In principe kan er iets. Actie in principe akkoord’ red.)

    Arrestatie:                      93 arrestanten

     

    Vervolging:                     bij de politierechter is een deel van de demonstranten veroordeeld tot een geld- boete. De andere groep werd vrijgesproken, nadat ze betoogd hadden de vorde- ring niet begrepen te hebben, dan wel niet gehoord te hebben. Na hoger beroep is iedereen vrijgesproken. De rechtbank stelde daarbij dat inderdaad niet iedereen het bevel goed heeft kunnen opvangen. Een aantal mensen had tijdens de rechts- zaak echter aangegeven dat ze het bevel goede hadden gehoord. Toch sprak de rechtbank hen ook vrij, deze oordeelde dat de situatie chaotisch was en dat de demonstranten niet genoeg gelegenheid hadden gehad om terug te keren naar het Malieveld.

     

    Wanneer:                        15 juni 2000

    Waar:                              de ambassade van Iran

    Hoeveel:                         ongeveer 10 demonstranten

    Waarom:                         ter ondersteuning van gevangenen in Iran

    Wat gebeurde er:                     er is geen kennisgeving bij de gemeente Den Haag. Volgens de media is de de- monstratie verboden omdat er geen vergunning zou zijn aangevraagd. ‘Omdat de organisatie te laat een vergunning had aangevraagd, kreeg de groep een verbod om te demonstreren. Ze mochten onder meer niet ‘samenscholen’ en niet zin- gen.’ (ANP bericht) In de Trouw is naast het ANP bericht een foto afgedrukt van de demonstranten die niet mogen samenscholen.

    Arrestatie:                      nee

    Vervolging:                    nee

     

    1. Ingegrepen/verboden door te late toestemming

     

    Wanneer:                        19 november 2002

    Waar:                              het Plein (demonstratie naar het Plein)

    Hoeveel:                         –

    Waarom:                         voor het recht op demonstratie

    Wat gebeurde er:                     in het draaiboek van de politie staat onder het kopje beleidszaken: ‘De politie pleegt een inspanning om te beschouwen of de afspraken tussen de politie en de organisatie van 8 november 2002 worden nagekomen. Niet nakoming van af- spraken kan onder meer gevolg hebben voor de doorgang c.q. voortgang van de manifestatie/demonstratie. De consequenties van niet nakoming zijn vervat in de genoemde afspraken.’ Bij het gedeelte afspraken met de organisatie onder het kopje manifestatie: ‘Indien reeds aan het begin of gedurende de manifestatie blijkt dat er deelnemers zijn die kennelijk de bedoeling hebben de openbare orde te verstoren, kan dit tot gevolg hebben dat niet gestart wordt met de manifestatie. De organisatie heeft aangegeven dat de spandoeken voorzien zullen zijn van dunne latten. (Maximaal ongeveer 2 cm keer 2 cm).’

    Op maandag 11 november 2002 besluit de organisatie van de demonstratie op 12 november 2002 juridische stappen tegen de gemeente Den Haag te nemen, de demonstratie van 12 november 2002 te verplaatsen naar Amsterdam en op 19 november een demonstratie te houden. Op woensdag 13 november 2002 wordt de demonstratie van 19 november per fax gemeld aan de gemeente. Voor de de- monstratie op 19 november 2002 krijgt de organisatie pas op maandagmiddag 18 november 2002 toestemming. ‘De demonstratie voor het recht op demonstreren die het Platform 19 november dinsdag in Den Haag wilde voeren, gaat niet door. Het Platform kreeg pas maandagmiddag de zekerheid van de gemeente dat de ac- tie was toegestaan. (…) Eerder vandaag meldde het ANP dat het Platform 19 november de demonstratie van morgen had afgeblazen. ‘Maar sommigen van ons wilden wel door gaan, we hebben alleen geen tijd meer om het groots aan te kondigen. Vanaf donderdagmiddag hebben we geen voorbereidingen meer ge- troffen omdat het onzeker was of het wel kon doorgaan.’ zegt Combrink van het Platform. De gemeente Den Haag maakt het ons gewoon praktisch onmogelijk om te demonstreren. Eerst door de demonstratie te verbieden en nu door te wei- geren met ons te communiceren. We hebben ruim op tijd aangekondigd dat we wilden demonstreren. De officiële reactie van de burgemeester op de aankondi- ging van de demonstratie was dat er geen reden was om te reageren, omdat er niet voldoende informatie was. Verder wilde de gemeente niet met ons praten tot maandagmiddag, daar was geen tijd voor.’ (ANP bericht)

    Arrestatie:                      nee

    Vervolging:                    nee

     

    1. Niet ingegrepen te laat aangemeld/vooraf verbod

     

    Wanneer:                        30 januari 2003

    Waar:                              het Plein

    Hoeveel:                         60 demonstranten

    Waarom:                         protest tegen de installatie van Tweede Kamerlid mevr. Hirsi Ali

    Wat gebeurde er:       in de kennisgeving onder het kopje de afspraken en maatregelen te nemen door de organisatie om de manifestatie ordelijk te laten verlopen: ‘In verband met het overschrijden van de in artikel 10 van de APV bepaalde kennisgevingtermijn zal bij doorgang vinden van de demonstratie proces-verbaal worden opgemaakt van overtreding van deze bepaling.

    In de media is te lezen: ‘De demonstratie, die rustig verliep is georganiseerd door een overigens onbekende groep die zich ‘Comité Moslimhaat Nee’ noemt. (ANP bericht) ‘Ongeveer 100 mensen hebben zich, kleumend in de natte sneeuw, ver- zameld voor de Kamer. Er is geen toestemming verleend voor de betoging, maar omdat het er rustig aan toegaat is ingrijpen onnodig.’ (Trouw)

    Arrestatie:                      nee

    Vervolging:                    nee

     

    Wanneer:                        25 april 2001

    Waar:                              het Malieveld (demonstratie naar het Malieveld)

    Hoeveel:                         100 demonstranten

    Waarom:                         herdenking van het uitroepen van de Republiek der Vrije Zuid-Molukken

    Wat gebeurde er:                     het politiejournaal: ‘Om 10.30 uur wordt gemeld dat er 20 personen op Centraal Station staan met vlaggen en vlaggenstokken. Om 10.45 uur worden 6 vlaggen- stokken in beslag genomen. Om 11.20 uur staan er 60 personen op het Malieveld en is er overleg met burgemeester Deetman. Om 11.30 uur is er overleg met Deetman. Om 12.02 uur gaat de demonstratie lopen. Om 12.15 gaat een agent de demonstranten aansporen te gaan lopen. Er zijn 80 deelnemers. De route loopt langs de Amerikaanse ambassade, de Engelse ambassade, UMPO (waarschijnlijk Unrepresented Nations and Peoples Organization (UNPO) red.).’ Uit het politie- journaal is op te maken dat er veel politie in de stad is. Een helikopter in de lucht, spoorweg politie is op diverse stations paraat, op de ingaande wegen wordt ge- controleerd en rond de demonstratie worden kleine groepen die zich afsplitsen in de gaten gehouden. Uit het politiejournaal: ‘Om 13.05 uur wordt er gemeld dat er vuurwerk wordt gegooid.’

    ‘De gemeente gaf aanvankelijk geen toestemming voor de demonstratie omdat ze het met de organisatie niet eens kon worden over de route. De woordvoerder van burgemeester Deetman zegt vrijdag (20 april 2001) dat het Haagse drie- hoeksoverleg voor een georganiseerde demonstratie langs een voorgestelde route in principe toestemming heeft verleend. ‘Een van de voorwaarden is dat de de- monstranten niet in de buurt van het Vredespaleis en de Indonesische ambassade komen. Gezien eerdere ervaringen vinden we dat met het oog op de openbare orde en veiligheid niet verantwoord’, aldus de zegsman. Mede-initiatiefnemer van de demonstratie P. Patty toont zich verbaasd over de toestemming van de ge- meente. ‘Dinsdag (17 april 2001) zijn de organisatoren en de politie na een aantal gesprekken uit elkaar gegaan. De politie gaf geen toestemming voor de route die wij hadden voorgesteld, hoewel die op ruime afstand van het Vredespaleis en de Indonesische ambassade zou blijven. Daarom hebben wij ons uit de organisatie teruggetrokken.’ Patty vindt dat de Haagse politie de organisatie op het verkeerde been heeft gezet. ‘Met de beste bedoelingen hebben wij vanaf eind maart gepro-

     

    beerd afspraken te maken, omdat wij voorzagen dat woensdag veel Molukkers in Den Haag willen demonstreren. De politie stemde alleen in met een bijeenkomst op het Malieveld, maar daar kon onze achterban niet mee leven. Vrijdagmiddag vernamen we ineens dat de door ons voorgestelde route wel mogelijk is. Nu is het te kort dag om alsnog zo’n demonstratie te organiseren.’ Nu de Vrije Moluk- se Jongeren (VMJ) zich heeft teruggetrokken, zullen eventuele spontane demon- stranten niet door een eigen Molukse ordedienst worden begeleid.’ (ANP be- richt)

    Arrestatie:                      nee

    Vervolging:                    nee

     

    Wanneer:                        17 augustus 2000

    Waar:                              de ambtswoning van de Indonesische ambassadeur

    Hoeveel:                         20 demonstranten

    Waarom:                         tegen de situatie op de Zuid Molukse eilanden

    Wat gebeurde er:                     in een brief van de burgemeester aan de organisatie staat: ‘Uw melding van maandag 16 augustus (moet zijn 14 augustus red.) voor een manifestatie, te hou- den op donderdag 17 augustus 2000 is mitsdien te laat en niet conform het hier- voor geldende voorschrift. (…) Met het oog op de handhaving van de openbare orde is het echter gebruikelijk aan het houden van een dergelijke manifestatie na- dere voorwaarden te verbinden. (…) Hierbij heb ik in het bijzonder de manifes- taties van 17 augustus 1999 en 28 juni 2000 op het oog. Daarbij zijn de gemaakte afspraken niet nagekomen. De door u gewenste locatie Malieveld is zeer geschikt voor een statische manifestatie maar helaas op het door u gekozen tijdstip niet beschikbaar.’ In de brief zijn ook ‘de gebruikelijke voorwaarden en afspraken’ opgenomen.

    Uit de media: ‘Er was geen toestemming gegeven voor de demonstratie, die vreedzaam verliep. Bij de Molukkers heerste verontwaardiging over het verbie- den van de door hen aangevraagde demonstratie. Volgens hen hebben de autori- teiten in de Haagse regio aangekondigd voorlopig geen Zuid Molukse demon- straties toe te zullen staan, nadat bij een demonstratie in mei relletjes dreigden te ontstaan. In de afwijzingsbrief die de organisatoren kregen staat echter alleen dat ze te laat waren met aanvragen.’ (Trouw)

    Arrestatie:                      nee

    Vervolging:                    nee

     

    Wanneer:                        28 juni 2000

    Waar:                              het Plein

    Hoeveel:                         2.000 demonstranten

    Waarom:                         tegen het religieuze geweld op Ambon en Halmahera

    Wat gebeurde er:                     in de kennisgeving staat bij de afspraken en maatregelen te nemen door de orga- nisatie om de manifestatie ordelijk te laten verlopen: ‘De demonstratie is te laat aangevraagd en wordt derhalve onder de met de organisatie gemaakte afzonder- lijk vermelde afspraken gedoogd. Deze kennisgeving is dus niet gedaan conform de Wet Openbare Manifestaties.’ Bij de afspraken onder het kopje algemeen: ‘Het is deelnemers van de demonstratie verboden zich op Carnegielaan, Car- negieplein, Groot Hertoginnelaan, Tobias Asserlaan, Lange Voorhout, Het Korte Voorhout te Den Haag en de directe omgeving van de Indonesische ambassade te begeven.’ Tevens onder het kopje demonstratie met de hand geschreven: ‘Maximaal 20 bussen – 2.000 personen.’ In de media staat: ‘Tweemaal zoveel als de organisatie had aangekondigd.’(ANP bericht)

     

    De organisatie vermeldt bij het aantal te verwachten deelnemers: 1.000, maar de politie schrijft in de aangehechte afspraken al 2.000 als maximum. In een brief aan de gemeenteraad schrijft de burgemeester: ‘Buiten op het Plein liepen de emoties onder de daar aanwezige Molukkers hoog op. Dit vertraagde het ge- plande vertrek per bus. Oproepen van de politie en van de organisatoren om te kalmeren en naar de gereed staande bussen terug te keren, leidden niet tot resul- taat. (…) Toen zwaar vuurwerk werd afgestoken en enkele journalisten werden gemolesteerd greep de politie in.’

    Uit de media: ‘Bij aankomst in Den Haag deelde de politie flyers uit aan de beto- gers. Daarin verklaart de gemeente Den Haag respect te hebben voor de beto- ging en deze te laten doorgaan, ondanks dat de manifestatie niet op tijd is aan- gemeld. Ook worden enkele spelregels bekendgemaakt. Zo zal de politie de de- monstranten begeleiden, mits sprake is van een vreedzaam en waardig protest.

    De ME zal op de achtergrond blijven. Er waren ongeveer tweeduizend mensen op de been. Tweemaal zoveel als de organisatie had aangekondigd. De demon- stratie van Molukkers in Den Haag begon gisteren rustig. De meeste betogers dromden samen bij de ingang van de Tweede Kamer, die aandacht besteedde aan de moordpartijen op de Molukken. Toen er zwaar vuurwerk in de hal ontplofte greep de politie in. Maar ze liep tenslotte zo uit de hand, dat de politie het Plein met waterkanon en andere middelen schoonveegde. Betogers bestookten de poli- tie met stoelen en tafels van terrasjes. De politie hield vijf mensen aan.’ (ANP be- richt)

    Arrestatie:                      5 arrestanten

    Vervolging:                     ja

     

    Wanneer:                        24 november 2000

    Waar:                              het Churchillplein

    Hoeveel:                         onduidelijk

    Waarom:                         positieve oproep aan klimaatconferentie om tot een verdrag te komen

    Wat gebeurde er:                     in de kennisgeving onder het kopje de afspraken en maatregelen te nemen door de organisatie om de manifestatie ordelijk te laten verlopen: ‘De organisatie neemt uit eigen beweging contact met de politie op indien anderen dan opge- geven aan de politie voornemens zijn deel te gaan nemen aan de demonstratie.’ In het politiejournaal is te lezen: ‘De organisatie faxte de kennisgeving van deze actie op woensdag 22 november.’ In de kennisgeving staat niets over het te laat aanmelden, alleen dat de kennisgeving op 22 november 2002 is ondertekend.

    Arrestatie:                      nee

    Vervolging:                    nee

     

    Conclusie 4 5 en 6

    Het is onduidelijk hoeveel demonstraties er verboden zijn in Den Haag over de periode 2000 – 2005. Volgens de afdeling bestuursdienst van de gemeente Den Haag wordt daar geen aparte administratie van bijgehouden. Binnen het onderzoek is daarom geen éénduidige conclusie te trekken.

    Daar waar de gemeente naar het zware middel van een verbod grijpt, speelt de vrees voor wan- ordelijkheden een grote rol. Daar waar de vrees groot is, in het geval van demonstraties rond de situatie op de Zuid-Molukken besluit de gemeente soms echter een demonstratie te begeleiden ondanks een te late aanmelding of vrees voor wanordelijkheden.

    Uit de stukken blijkt geen concrete aanwijzing voor dreigende wanordelijkheden en ook wijzen de situaties niet op bestuurlijke overmacht. Eerder lijkt er sprake van gebrek aan bestuurlijke

     

    daadkracht of een weinig flexibele houding ten aanzien van het betogingrecht. De demonstratie op 22 november 2002 werd op procedurele gronden en op grond van het feit dat er die dag twee andere demonstraties waren verboden. Dat alle drie de demonstraties een zeer beperkte omvang hadden en dat één van de andere demonstraties zelfs niet doorging, kon de beslissing van de burgemeester niet meer terugdraaien.

    Bij een verbod is het praktisch onmogelijk voor een organisatie de beslissing aan te vechten. Het aanvragen van een voorlopige voorziening is aanwezig, maar die kan ook aangevraagd worden bij een aanmeldingsprocedure van 24 of 48 uur. In principe kan een procedure voor een voorlo- pige voorziening binnen 24 uur worden afgerond. In welke situatie dan ook zal de organisatie van een demonstratie een afweging moeten maken tussen verdere mobilisatie voor een verboden demonstratie/een demonstratie elders houden of de gang naar de rechter. Voor de bezwaar- schriftenprocedure is de termijn 4 keer 24 uur veel te lang. Gezocht moet worden naar een alter- natief.

     

    1. Ingegrepen vooraf middels beperking van de locatie

     

    Wanneer:                        24 september 2005

    Waar:                              rond de Hofvijver

    Hoeveel:                         5.500 demonstranten

    Waarom:                         protest tegen het harde rechtse beleid van het kabinet

    Wat gebeurde er:                     in de kennisgeving onder het kopje de door de organisator genomen maatregelen om een ordelijk verloop van de manifestatie te bevorderen: ‘De organisatie voor- ziet in een ordedienst ter grootte van 100 personen.’ Bij het onderdeel gemaakte afspraken, aanvullend op de algemene richtlijnen in de toelichting, om de mani- festatie ordelijk en veilig te laten verlopen staat: ‘De uitvoering van de symboli- sche omsingeling van de regering en de demonstratieve tocht vanaf station Den Haag CS vinden plaats in overleg met de politie.’ Bij besluit tot het stellen van voorschriften en beperkingen of verbod staat: ‘Het gebruik van het Binnenhof tijdens de demonstratie is niet toegestaan.’

    Uit de brief van de burgemeester aan de organisatie: ‘Sinds juli 2004 geldt voor het Binnenhof een verhoogde dreiging op een terroristische aanslag. Het Rijk kwalificeert deze dreiging als ernstig met een hoge waarschijnlijkheid. (…) Bij publieksevenementen, worden sindsdien beveiligingsmaatregelen genomen. Toe- gang tot het Binnenhof is in die gevallen slechts mogelijk voor genodigden of mensen met een toegangsbewijs (…), waarbij bijvoorbeeld gebruik wordt ge- maakt van detectiepoorten en/of van accreditatie. Dit alles op kosten en onder verantwoordelijkheid van de organisator van het evenement. (…) Een toegangs- controle tot het Binnenhof, (…) , is in dat geval mijns inziens onverenigbaar met het karakter van een demonstratie.’ Het Binnenhof wordt dus afgesloten bij eve- nementen want er is geen controle op wie er rondloopt tenzij de organisatie toe- gangscontrole uitvoert. In dezelfde brief schrijft de burgemeester: ‘Daarbij komt nog dat overige bezoekers en bewoners van de stad toegang houden tot het Bin- nenhof en zich onder de demonstranten kunnen mengen.’ Het Binnenhof wordt dus afgesloten voor de demonstranten omdat er geen veiligheidscontrole kan plaatsvinden, maar de overige bezoekers en bewoners van de stad moeten zonder veiligheidscontrole het Binnenhof kunnen betreden.

    Uit de media: ‘Enkele duizenden mensen hebben in Den Haag met een omsinge- ling van de Hofvijver tegen het kabinetsbeleid gedemonstreerd. De betoging was door ‘Keer het tij’ georganiseerd. De betogers wilden ook een menselijk lint door het Binnenhof trekken, maar daar gaf de politie geen toestemming voor.’ (NOS teletekst)

    Arrestatie:                      1 arrestant

    Vervolging:                     ja

     

    Wanneer:                        21 september 2004

    Waar:                              het Spuiplein

    Hoeveel:                         2.500 demonstranten

    Waarom:                         protest tegen het kabinetsbeleid

    Wat gebeurde er:            in het plan van aanpak manifestatie ABVA KABO / FNV staat bij sfeerbeeld en risicofactoren: ’Gelet op de internationale situatie en de hieruit voortvloeiende terreurdreiging zijn er rondom deze dag de locaties en de route extra beveili- gingsmaatregelen getroffen. De burgemeester van Den Haag heeft geen bezwaar tegen het houden van de manifestatie; (…) . De locatie van de manifestatie dient derhalve beperkt te blijven tot het Spuiplein: ‘overloop’ van groepen demon- stranten naar de route of locaties die een relatie hebben met Prinsjesdag is niet

     

    toegestaan.’ Bij uitgangspunten van de driehoek van Den Haag staat: ’Het is de organisatie en deelnemers niet toegestaan zich buiten de afgesproken locatie (Spuiplein) in demonstratieverband te manifesteren. Hiertegen zal door de politie worden opgetreden.’ Bij tolerantiegrenzen staat: ‘Opgetreden wordt als er een dreigende verstoring van de activiteiten en plechtigheden rondom de opening van de Staten Generaal.’

    Uit de media: ‘Protesterende brandweermannen hebben dinsdag in Den Haag ge- probeerd op te rukken naar het Binnenhof. Zij raakten daarbij slaags met de poli- tie, die hen tegenhield. De politie heeft een brandweerman aangehouden.’ (ANP bericht)

    Arrestatie:                      1 arrestant

    Vervolging:                     ja

     

    Wanneer:                        8 september 2005

    Waar:                              het Plein

    Hoeveel:                         30 demonstranten

    Waarom:                         aandacht vragen voor het mobiliteitsbeleid van Minister Peijs

    Wat gebeurde er:                     in de kennisgeving onder het kopje de door de organisator genomen maatregelen om een ordelijk verloop van de manifestatie te bevorderen: ‘De organisatie voor- ziet in een herkenbare ordedienst van 10% van het aantal deelnemers aan de ma- nifestatie.’ Bij het onderdeel gemaakte afspraken, aanvullend op de algemene richtlijnen in de toelichting, om de manifestatie ordelijk en veilig te laten ver- lopen staat: ‘Maximaal 4 personen van de organisatie nemen plaats op de Lange Poten. Zij stellen zich op voor de ingang van perscentrum nieuwspoort. De ove- rige deelnemers van de manifestatie leggen op locatie Plein symbolisch een weg aan door een rol zwart vinyl te ontrollen. Ook gebruikt men kruiwagens en scheppen.’

    Het politiejournaal: ‘Op 7 september 2005 staat: ‘In telefonisch overleg is aange- geven dat de ervaring met de burgemeester (BM) is dat er op de Lange Poten niet gedemonstreerd zal worden.’ Uit de correspondentie in het Politiejournaal valt op te maken dat er op de Lange Poten eigenlijk niet gedemonstreerd mag wor- den. De reden voor deze beperking blijft onduidelijk.

    Uit de reactie van de organisatie: ‘Doordat wij de demonstratie aanmelden wor- den we beperkt in ons handelen. Melden we het niet aan dan lopen we de kans dat we gelijk aangehouden worden.’

    Arrestatie:                      nee

    Vervolging:                    nee

     

    Wanneer:                        9 juli 2004

    Waar:                              het Internationaal Gerechtshof

    Hoeveel:                         20 demonstranten

    Waarom:                         demonstratie voor gerechtigheid in Palestina

    Wat gebeurde er:                     het politiejournaal: ‘Op 2 juli 2004 faxt de organisatie het programma van de de- monstratie. Op 5 juli 2004 worden de dranghekken besteld en doet ‘wapen en terreur’ een bomcheck. Op 7 juli 2004 wordt de dreiging matig tot ernstig beoor- deeld, maar de waarschijnlijkheid laag tot zeer laag,’ zo is uit het politiejournaal te halen.

    Uit de media: ‘Enkele tientallen demonstranten hebben vrijdagmiddag gedemon- streerd bij het Internationaal Gerechtshof in Den Haag. Het gebied waar de be- togers stonden, was afgezet met dranghekken.’ (ANP bericht)

    Arrestatie:                      nee

     

    Vervolging:                    nee

     

    Wanneer:                        12 juni 2004

    Waar:                              de Kettingstraat en de Gravenstraat

    Hoeveel:                         20 demonstranten

    Waarom:                         aandacht vragen voor de vermiste kinderen in Argentinië

    Wat gebeurde er:                     in de kennisgeving bij het onderdeel gemaakte afspraken, aanvullend op de alge- mene richtlijnen in de toelichting, om de manifestatie ordelijk en veilig te laten verlopen: ‘Indien het aantal deelnemers meer dan 30 bedraagt kan dit consequen- ties hebben voor de locatie waar gedemonstreerd kan worden.’

    Uit de brief van de organisatie: ‘Bij de ondertekening van de kennisgeving vertel- de de politie dat we geen lawaai mochten maken. Op de dag van de demonstra- tie, zijn we drie keer door de politie aangehouden en moesten wij onze toestem- ming laten zien. De politie had met krijt een vierkant op de grond getekend waarbinnen de demonstratie moest blijven. Als een demonstrant daarbuiten kwam, werden ze meteen door geüniformeerde agenten teruggestuurd. Op het moment dat Zorreguieta voorbij kwam, stonden er zoveel agenten voor ons dat wij ons protest niet konden laten horen. Een aantal mensen waren geschminkt en verkleed. Deze demonstranten werden extra in de gaten gehouden en mochten niet het vierkant verlaten.’

    Elders langs de route stond ook een demonstrant: ‘Op 12 juni 2004 was een de- monstrant aanwezig op de Torenstraat alwaar hij achter de afzetting een span- doek toonde, gericht tegen de heer Zorreguieta. Hier werd hij door twee politie- functionarissen over aangesproken die hem sommeerden het spandoek te verwij- deren. Toen de demonstrant hieraan niet voldeed wilden deze twee functionaris- sen hem vastpakken. Dit werd verhinderd door een leidinggevende ter plaatse.’

    Arrestatie:                      nee

    Vervolging:                    nee

     

    Wanneer:                        5 juni 2004

    Waar:                              Leidse Straatweg (demonstratie naar de Leidse Straatweg)

    Hoeveel:                         40 demonstranten

    Waarom:                         aandacht voor folter en martelpraktijken

    Wat gebeurde er:                     in de kennisgeving bij de door de organisator genomen maatregelen om een or- delijk verloop van de manifestatie te bevorderen staat: ‘De demonstratie start om

    14.00 uur. Uitloop in tijd voorafgaande aan de demonstratie kan consequenties hebben voor de te volgen route.’ Bij het onderdeel gemaakte afspraken, aanvul- lend op de algemene richtlijnen in de toelichting, om de manifestatie ordelijk en veilig te laten verlopen staat: ‘Indien er veranderingen optreden aan de in deze kennisgeving beschreven demonstratie, kan dit leiden tot aanvullende beperkin- gen.’ In het draaiboek van de politie staat bij sfeerbeeld: ‘De rechtse organisaties hebben het gevoel dat zij hierdoor structureel verwezen worden naar achteraf lo- caties zoals industrieterreinen. Mede om die reden is men uiterst tevreden met de demonstratie welke in Den Haag kan worden gehouden.’

    Arrestatie:                      nee

    Vervolging:                    nee

     

    Wanneer:                        21 februari 2004

    Waar:                              het Malieveld (demonstratie naar het Plein)

    Hoeveel:                         500 demonstranten

    Waarom:                         aandacht vragen voor de situatie in Iraaks Koerdistan

     

    Wat gebeurde er:            het politiejournaal: ‘Twee jaar geleden liep een demonstratie op de Hofplaats uit de hand. Andere demonstraties waren ’oké. De Regionale Inlichtingendienst (RID) is om informatie gevraagd.’

    Uit de media: ‘De demonstranten droegen vlaggen met zich mee, waaronder de Nederlandse. Ook speelden ze muziek en zongen ze liederen.’ (ANP bericht). De organisatoren: ‘Een aantal keren mochten we niet naar het Plein bij de Twee-

    de Kamer. Meestal was dan de reden dat er al andere protesten of activiteiten wa- ren. Of dat er te weinig politiemankracht was. In 2002 en 2003 is het een aantal keren voorgekomen dat we tijdens een demonstratie een petitie aan de Tweede Kamer wilden aanbieden. We mochten dan alleen op het Malieveld protesteren en de delegatie werd met een politiebusje naar de Kamer en weer terug gereden. Wat ook is opgevallen is dat er in de laatste jaren geen vergunning meer wordt afgegeven voor een tent waar hongerstakers in kunnen overnachten. Overdag mag het wel, maar in de nacht moet iedereen weg wezen.’

    Arrestatie:                      nee

    Vervolging:                    nee

     

    Wanneer:                        30 januari 2004

    Waar:                              de ambassade van Thailand

    Hoeveel:                         ongeveer 10 demonstranten

    Waarom:                         protest tegen het ruimen van kippen in Azië

    Wat gebeurde er:                     in de kennisgeving bij het onderdeel gemaakte afspraken, aanvullend op de alge- mene richtlijnen in de toelichting, om de manifestatie ordelijk en veilig te laten verlopen: ‘De in- en uitgangen van gebouwen mogen niet worden geblokkeerd en dienen voor eenieder vrij toegankelijk te blijven. De demonstra- tie/manifestatie vindt plaats op een in overleg met de politie aan te wijzen locatie aan de overzijde van de weg ter hoogte van de ambassade van Thailand.

    De organisatie van de demonstratie schrijft in een brief: ‘Wij wilden aan de kant van de weg staan waar de ambassade is, maar de politie stond dat niet toe. Wij moesten aan de overkant van de weg gaan staan. Twee mensen mochten wel oversteken om bij de ambassade een petitie aan te bieden.’

    Arrestatie:                      nee

    Vervolging:                    nee

     

    Wanneer:                        17 oktober 2002

    Waar:                              het Churchillplein

    Hoeveel:                         ongeveer 10 demonstranten

    Waarom:                         protest tegen een wapenbeurs

    Wat gebeurde er:                     in de kennisgeving onder het kopje de afspraken en maatregelen te nemen door de organisatie om de manifestatie ordelijk te laten verlopen: ‘De spandoeken mogen niet zijn voorzien van spandoeken, de locatie voor de demonstratie be- treft het Churchillplein op het trottoir dus niet onder de luifel voor de ingang.’ Uit de media: ‘De demonstratie was verbannen achter hekken, ver van de ingang van het Congrescentrum. Een demonstrant die zich te dicht bij de ingang begeeft wordt onmiddellijk verwijderd.’ (’t Kan Anders).

    Op 17 oktober 2002 stonden een tiental demonstranten bij het Nederlands Con- gres Centrum waar op dat moment een wapenbeurs plaats vond. De demon- stranten waren achter een dranghek geplaatst. Een van de demonstranten was gearresteerd in verband met het verlaten van de beperkte ruimte. Eén demon- strant terwijl er over de beperking werd onderhandeld en één demonstrant omdat deze de vloer voor de ingang met rode verf had besmeurd.

     

    Door de demonstranten is geklaagd over de beperking bij de Onafhankelijke commissie voor klachten tegen politie Haaglanden. Uit de klachtprocedure: ‘De commissie stelt vast dat dit klachtelement (het beperken van het recht op vrije meningsuiting en demonstratie) in eerste aanleg niet gegrond is verklaard. De commissie stelt vast dat de klager op grond van artikel 9 van de Grondwet het recht tot betoging had. Dit recht kan alleen worden beperkt door een wet in formele zin; artikel 2 van de Wet Openbare Manifestaties. Zij stelt vast dat de af- spraken zoals vermeld op het kennisgevingsformulier niet zijn opgesteld als be- perkende voorwaarden, zoals genoemd in artikel 2 van de Wet Openbare Mani- festaties. Om die reden had die betoging dan ook niet beperkt kunnen worden. Alles overziend is de commissie derhalve van mening dat dit klachtelement ge- grond is.’

    Arrestatie:                      3 arrestanten

    Vervolging:                     ja

     

    Wanneer:                        18 mei 2002

    Waar:                              het Malieveld

    Hoeveel:                         1.000 demonstranten

    Waarom:                         aandacht vragen voor de Molukse situatie

    Wat gebeurde er:                     in de kennisgeving staat op de afzonderlijke afspraken bij het oordeel van de driehoek: ‘Het is de organisatie bekend dat de driehoek het verloop van de de- monstratie laat meewegen in haar oordeel over volgende demonstraties, herden- kingen en feesten.’ Bij uitgangspunten van de driehoek staat: ‘De manifestatie en demonstratie dienen zo rustig en ordelijk mogelijk te verlopen. Tevens is de wij- de omgeving van de ambassade van Indonesië de residentie van de ambassadeur van Indonesië, en het Binnenhof voor de deelnemers niet toegankelijk. Het is toegestaan maximaal 10 vlaggenstokken, gedragen door leden van de ordedienst, met de demonstratie mee te voeren.’ Bij het gedeelte demonstratie staat weer: ‘Het is de organisatie toegestaan maximaal 4 vlaggenstokken gedragen door leden van de ordedienst mee te voeren met de demonstratie. Door de ordedienst zal er op toegezien worden dat er niet meer vlaggenstokken meegevoerd worden.’

    Uit de media: ‘De demonstratie verliep vrij rustig. Alleen tegen het einde van de optocht werd de sfeer even grimmig. Diverse Molukkers wilden doorgaan met demonstreren. Zij blokkeerden een belangrijke weg langs het Malieveld in het centrum van Den Haag. De politie hoefde evenwel niet in te grijpen.’ (ANP be- richt)

    Arrestatie:                      nee

    Vervolging:                    nee

     

    Wanneer:                        24 mei 2000

    Waar:                              het Hofsingelplein

    Hoeveel:                         150 demonstranten

    Waarom:                         protesten ter ondersteuning van het inlossen van de Japanse ereschulden

    Wat gebeurde er:                     in het kennisgevingsformulier staat bij afspraken en maatregelen te nemen door de organisatie om de manifestatie ordelijk te laten verlopen: ‘zie afsprakenlijst.’ Bij uitgangspunten in de afsprakenlijst staat: ‘De organisatie draagt zorg, voorzo- ver het binnen hun invloedsfeer valt, voor een waardig bezoek van de Keizer van Japan aan Nederland. Er zal voorafgaand, of aansluitend daaraan geen demon- stratieve tocht of demonstratie worden gehouden langs of nabij de route van de Japanse Keizer. Bij te hoog oplopende emoties, wanordelijkheden en/of niet voldoen aan de voorwaarden kan door de politie de demonstratie worden beein-

     

    digd.’ Bij het kopje algemeen staat: ‘De organisatie neemt met maximaal 50 per- sonen, als toeschouwer, op het Plein plaats langs de route. De organisatie ziet er op toe dat de aanwezigheid van deze personen geen vorm van demonstratie aan- neemt. De organisatie zorgt voor het schoon opleveren van de locatie Hofplaats na afloop van de activiteiten. Indien er een persvoorlichter van de organisatie is, zal deze in overleg met de persvoorlichter van de politie afspraken maken om- trent voorlichtingsactiviteiten.’

    Uit de media: ‘Koningin Beatrix heeft persoonlijk verzocht om een waardig be- zoek van de Japanse keizer Akihito en zijn vrouw in mei vorig jaar. De vorstin wilde niet dat de keizer in verlegenheid gebracht zou worden door demonstraties van oud-Indiëgangers. Dat heeft de gemeente Apeldoorn gezegd tijdens een klachtenprocedure die is aangespannen door de stichting Japanse Ereschulden.

    De stichting vindt dat het recht op vergadering en demonstratie geschonden is en dat er sprake is van censuur. In Den Haag mocht de demonstratie niet plaatsvin- den op het Plein. ‘De ongeveer 150 ouderen, die te lijden hebben gehad van de Japanse bezetting van voormalig Nederlands-Indië, wilden in mei 2000 op het Plein bij de Tweede Kamer demonstreren, zichtbaar voor de keizer. Zij droegen onder meer T-shirts met daarop de tekst ‘Pay your debts’, om het staatshoofd te laten zien dat ze een schadevergoeding wilden. De gemeente liet de groep de- monstranten echter niet toe op het Plein, uit angst voor wanordelijkheden. Uit- eindelijk mocht de groep achter het parlementsgebouw protesteren, een plek waar de keizer niet langskwam. De Haagse burgemeester W. Deetman biedt in een brief aan de Stichting Japanse Ereschulden (JES) zijn verontschuldigingen aan voor het verbod van een demonstratie twee jaar geleden tijdens het bezoek van de Japanse Keizer Akihito aan Nederland. De JES tekende destijds beroep aan tegen het verbod van een demonstratie op het Plein in Den Haag. De Ad- viescommissie Bezwaarschriften stelde de stichting eerder deze maand in het ge- lijk. De gemeente Den Haag heeft volgens de commissie twee jaar geleden ten onrechte beperkingen opgelegd aan een groep demonstranten van de JES. ‘Den Haag had zorgvuldiger moeten omgaan met het demonstratierecht’, aldus de commissie.’ (diverse ANP berichten).

    Op de dag vonden er twee demonstraties plaats. Eén of de Hofplaats waarvan slechts 50 demonstranten zich naar het Plein mochten begeven, maar daar niet demonstreren (zie de onderdelen uit de kennisgeving hierboven). Op het Plein vond ook een andere demonstratie plaats van twee demonstranten. Er ontstond enige spanning tussen de eerste groep die niet mocht demonstreren en de twee demonstranten die zonder aanmelding hun mening uiten.

    Op het Plein is uiteindelijk één arrestatie verricht. De demonstratie op het Plein was erg beperkt, slechts twee demonstranten. In de brief van de burgemeester is te lezen: ‘Op het Plein waren er bij een officieel bezoek passende politiemaatre- gelen getroffen. Deze maatregelen werden uitgebreid toen enkele nabij de toe- gang tot het Binnenhof aanwezige toeschouwers zich zodanig gedroegen dat vrees ontstond voor wanordelijkheden: de emoties namen toe, evenzo het aantal demonstratieve uitingen. Voorts werden er spanningen geconstateerd tussen de deelnemers van de demonstratie aan het Hofsingelplein en de twee demonstran- ten op het Plein. (…) De veronderstelling van de briefschrijvers dat dit de reden is geweest dat het op het Plein aanwezige publiek door de politie op ruimere af- stand van de route werd geplaatst en de daar aanwezige leden van de stichting werden gevraagd zich te onthouden van demonstratieve uitingen, is echter on- juist. Dit waren namelijk de afspraken die vooraf met de stichting zijn gemaakt.’

    Arrestatie:                      1 arrestant

     

    Vervolging:                     ja

     

    Wanneer:                        17 januari 2000

    Waar:                              Hofplaats voor de Tweede Kamer

    Hoeveel:                         ongeveer 20 demonstranten

    Waarom:                         aandacht vragen voor de burgeroorlog op de Molukken

    Wat gebeurde er:                     in de kennisgeving onder het kopje de afspraken en maatregelen te nemen door de organisatie om de manifestatie ordelijk te laten verlopen: ‘Er zal een orde- dienst vanuit de Molukse samenleving aanwezig zijn. De demonstratie is toege- staan met een maximaal aantal van 10 deelnemers aan de marathonzit. De deel- nemers en sympathisanten dienen zich te onthouden van bezoeken aan Indone- sische diplomatieke vestigingen.’

    Uit de media: ‘Ongeveer twintig Molukkers hebben zich maandag rond het mid- daguur verzameld bij de Tweede Kamer in Den Haag. Ze zijn van plan tot en met donderdag elke dag te posten, om zo Nederlandse politici te herinneren aan de slechte mensenrechtensituatie op Ambon en de andere Molukse eilanden.’ (ANP bericht)

    Arrestatie:                      nee

    Vervolging:                    nee

     

     

    Conclusie:

    Veel beperkingen worden opgelegd om dreigende wanordelijkheden voor te zijn. Hoe ver kan de burgemeester daar echter in gaan? Mogen 20 mensen in een demonstratiekooi van dranghekken geplaatst worden? Mogen demonstranten ver uit de buurt van een ambassade worden gehouden terwijl ze daar hun stem willen laten horen.

    Bij elke beperking dient de burgemeester aan te geven of er concrete aanwijzingen zijn voor mo- gelijke wanordelijkheden en dat er sprake moet zijn van bestuurlijke overmacht. Deze overwe- ging lijkt niet altijd te zijn gemaakt. Beslissingen lijken te worden geleid door de vrees voor mo- gelijke wanordelijkheden, maar niet door concrete aanwijzingen.

     

    1. Ingegrepen vooraf middels beperking spandoek vlaggen stokken foto’s en ander materiaal

     

    Wanneer:                        25 april 2005

    Waar:                              het Malieveld (demonstratie naar het Churchillplein)

    Hoeveel:                         100 demonstranten

    Waarom:                         protest tegen de mensenrechtenschendingen in Indonesië

    Wat gebeurde er:            bij het onderdeel gemaakte afspraken, aanvullend op de algemene richtlijnen in de toelichting, om de manifestatie ordelijk en veilig te laten verlopen: ‘Op de rou- te zal men gebruik maken van het trottoir en niet van de rijbanen. De organisatie geeft aan dat maximaal 5 vlaggen voorzien van een stok met de demonstratie zul- len worden meegevoerd. Overige stokken zullen door de ordedienst worden in- genomen. De politie ondersteunt de ordedienst hierbij.’

    Uit een brief van de burgemeester aan de gemeenteraad: ‘Kort na het begin van de tocht werd op de Koninginnegracht door enkele demonstranten met vuur- werk gegooid. Hierop is in overleg met de organisatie op de Koninginnegracht halt gehouden en zijn de deelnemers door de organisatie toegesproken. Hierbij verzocht de organisatie de deelnemers om op ordelijke en waardige wijze te de- monstreren.’ De demonstratie vervolgde zijn weg en op een andere locatie wil- den de demonstranten in de richting van de ambassade van Indonesië trekken. In de brief: ‘Vanuit de groep demonstranten werden enkele stenen en afgebroken takken in de richting van de Mobiele Eenheid gegooid.’ In de brief gaat de bur- gemeester nog in op een incident aan het eind van de demonstratie: ‘Aangeko- men ter hoogte van het NCC liep een deel van de demonstranten de Willem Lo- dewijklaan in. Vanaf de Willem Lodewijklaan hadden deze demonstranten zicht op een nabijgelegen school aan de Jan Willem Frisolaan. Voor de hoofdingang van deze school stond een groep van 5 – 10 leerlingen. Enkelen van hen zouden gekleed zijn geweest in zgn. “Lonsdale-kleding” en zich provocerend in de rich- ting van de demonstranten hebben gedragen. Daarbij zouden uitdagende teksten zijn geroepen en een provocerende pose zijn aangenomen. Kennelijk voelden de demonstranten zich hierdoor inderdaad geprovoceerd en een gedeelte van hen rende op de leerlingen voor de hoofdingang af. Direct daarop voegde een groot aantal demonstranten zich bij dit opstootje, waarna er op het trottoir voor deze school een vechtpartij ontstond tussen demonstranten en leerlingen.’

    Uit de media: ‘Ruim honderd Molukkers demonstreren maandag ter herdenking van het uitroepen van de Vrije Republiek der Zuid-Molukken (RMS), 55 jaar ge- leden. Zwaaiend met vlaggen lopen ze van het Malieveld naar het Nederlands Congres Centrum (NCC), waar later op de dag een bijeenkomst is.’ (ANP be- richt).

    Tijdens een vergadering van de Commissie Veiligheid en Bestuur komt het inci- dent aan het eind van de demonstratie ter sprake. Een raadslid vraagt: ‘Is het mogelijk bij dit soort groepen te zeggen: er wordt niet meer door de stad getrok- ken, maar er kan worden gedemonstreerd op een vaste plek bijv. het malieveld. Of ergens anders waar het beter te beheersen is, desnoods met een cordon ME eromheen.

    De Burgemeester antwoordt: ‘Er valt niet toe te staan alleen maar te verbieden. Het is een ieder vrij, niet alleen de plaats te kiezen, waar hij zijn mening wil uiten, maar ook de route, tijdstip, daar valt niets aan te toetsen: dat is een gegeven. Er kan alleen worden ingegrepen: Indien er een gegrond vermoeden bestaat dat de openbare orde verstoord wordt. De rechter is op dat punt echter uiterst terug- houdend; de facto komt het er op neer dat de verstoring zo ongeveer moet

     

    plaatshebben. Wanneer er zich blokkades bij verkeer zich voordoen en in ver- band met de gezondheid.

    Over het incident bij de school zegt de burgemeester nog: ‘Maar de politie heeft mij gemeld dat er evident aan uitlokking is gedaan van de kant van de scholieren. In verband daarmee heb ik de politie een nader rapport gevraagd.’

    Arrestatie:                      4 arrestanten

    Vervolging:                     ja

     

    Wanneer:                        21 maart 2005

    Waar:                              het Kon. Julianaplein

    Hoeveel:                         300 demonstranten

    Waarom:                         tegen de bezuinigingen op het onderwijs

    Wat gebeurde er:                     in de kennisgeving onder het kopje de door de organisator genomen maatregelen om een ordelijk verloop van de manifestatie te bevorderen: ‘De organisatie draagt zorg voor een ordelijk verloop bij aanvang, gedurende en bij afloop van de manifestatie. Er zullen door de organisatie geen activiteiten worden ontplooit waardoor wanordelijkheden kunnen ontstaan.’ Bij het onderdeel gemaakte af- spraken, aanvullend op de algemene richtlijnen in de toelichting, om de manifes- tatie ordelijk en veilig te laten verlopen staat: ‘De organisatie voorziet in een goed functionerende ordedienst 10% van het aantal deelnemers.’ Bij besluit tot het stellen van voorschriften en beperkingen of verbod staat: ‘Voor het ten behoeve van deze manifestatie gebruik van tafels en stoelen geldt de beperking dat er op de manifestatielocatie Koningin Julianaplein 10 tafels en 10 stoelen geplaatst worden.’

    Uit de media: ‘Als een falende voetbalcoach werd de VVD-bewindsman uitge- zwaaid met witte zakdoekjes. De driehonderd studenten op het plein voor het centraal station van Den Haag, recht tegenover het ministerie van onderwijs, lie- ten zich gisteren niet overtuigen.’ (ANP bericht)

    Arrestatie:                      nee

    Vervolging:                    nee

     

    Wanneer:                        7 mei 2004

    Waar:                              het Malieveld (demonstratie naar het Malieveld)

    Hoeveel:                         200 demonstranten

    Waarom:                         aandacht vragen voor de situatie op de Molukken

    Wat gebeurde er:            in de kennisgeving bij de door de organisator genomen maatregelen om een or- delijk verloop van de manifestatie te bevorderen staat: ‘De organisator zorgt er- voor dat de achterban geïnformeerd is omtrent de afspraken die de organisator met de politie heeft gemaakt. Dit kan gecommuniceerd worden in de oproep tot deelname aan de demonstratie en/of door het verstrekken van z.g. flyers voor aanvang van de demonstratie.’ Tevens is opgenomen: ’De deelnemers van de demonstratie zullen zich niet op het Binnenhof, Carnegielaan, de Tobias Asser- laan te Den Haag en op de Kerkeboschlaan te Wassenaar in de wijde omgeving van respectievelijk de Indonesische ambassade en de residentie van de ambassa- deur begeven.’ Bij het onderdeel gemaakte afspraken, aanvullend op de algemene richtlijnen in de toelichting, om de manifestatie ordelijk en veilig te laten verlo- pen staat: ‘De spandoeken mogen niet zijn voorzien van dikke stokken, de teksten op de spandoeken mogen niet discriminerend, beledigend of opruiend zijn. De politie treedt tevens op als er sprake is van, personen die door middel van hun gedrag kennelijk tot doel hebben de demonstratie dan wel de openbare orde te verstoren, personen die goederen met zich dragen of mee voeren die

     

    kennelijk bedoeld zijn bij te dragen aan verstoring van de demonstratie dan wel de openbare orde.’

    In het draaiboek van de politie is opgenomen bij de situatie: ‘De ervaring is dat met name de komst van een groep 3e en 4e generatie jongeren in combinatie met zicht op de Indonesische ambassade een vreedzaam betoog kan doen omslaan in een agressieve actie o.a. gericht tegen de ambassade en vervolgens tegen de poli- tie.’ Onder de kop eerdere ervaringen: ‘De organisatie ‘Recht op vrijheid’ heeft in 2001 gedemonstreerd in Den Haag. Nabij het Vredespaleis is deze demonstratie uitgelopen op ernstige ongeregeldheden. In 2002 waren er een tweetal demon- straties die rustig verliepen maar kort voor het einde moest de ME optreden. Op 25 april 2004 zijn een dertigtal jongeren zonder voorafgaande aanmelding gaan demonstreren. Twaalf jongeren zijn toen aangehouden na het plegen van vernie- lingen.’ Het draaiboek besluit bij het optreden van politie dat: ‘Ondanks een or- delijk verloop kan het mogelijk zijn dat de Mobiele Eenheid zichtbaar aanwezig is.’

    Niet in 2001 liep de demonstratie bij het Vredespaleis uit de hand, maar in 1995. ‘Uit vrees voor vernielingen en rellen mogen Molukse jongeren vandaag in Den Haag geen demonstratieve optocht houden. Gemeente, politie en justitie zijn bang dat een optocht langs de Indonesische ambassade en het Vredespaleis tot ‘ernstige wanordelijkheden’ zou leiden, zoals begin vorig jaar en in 1995 gebeur- de,’ schrijft Trouw op 25 april 2001. Tijdens de demonstratie begin 2000 werd er wel gedemonstreerd door Molukkers tijdens het bezoek van Indonesische presi- dent Wahid, maar ook toen mocht de demonstratie niet in de buurt van het Vre- despaleis komen. Voor de demonstratie op 25 april 2002 zie de beschrijving bij 01 ingegrepen in verband met openbare orde? en de demonstratie op 25 april 2004 in het hoofdstuk niet aangemelde demonstraties.

    Uit de media: ‘De demonstratie verliep rustig. Alleen aan het slot van de wande- ling, toen de groep weer bij het Malieveld terugkeerde, stond een groepje jonge- ren stil op straat. Ze wilden niet verder lopen. De eigen ordedienst van de Mo- lukkers kreeg ze echter al snel zover dat ze weggingen. Opvallend bij demonstra- ties van Molukkers is dat keer op keer wordt gezegd dat ‘met zicht op de Indone- sische ambassade kan een vreedzaam betoog omslaan in een agressieve actie.’ (ANP bericht)

    Het vreemde is dat in de onderzochte periode van 2000 tot 2005 geen enkele demonstratie van Molukkers in de buurt is gekomen van de ambassade. In de pe- riode vond slechts één demonstratie plaats tegenover de residentie van de Indo- nesische ambassadeur. Deze demonstratie verliep zonder incidenten.

    Arrestatie:                      nee

    Vervolging:                    nee

     

    Wanneer:                        23 februari 2004

    Waar:                              het Internationaal Gerechtshof

    Hoeveel:                         2.100 demonstranten

    Waarom:                         protesten bij de hoorzitting over de Israëlische veiligheidsmuur

    Wat gebeurde er:            uit de brief van de burgemeester aan de gemeenteraad: ‘De voorschriften zijn ge- richt op een ordelijk verloop van de demonstraties. De organisatoren hebben daarmee – op één uitzondering na – ingestemd. De uitzondering betreft één or- ganisatie die op één onderdeel van de gestelde voorschriften een opgelegde be- perking, die bestaat uit het verbieden van het met zich meedragen van foto’s door de demonstranten, niet accepteert.’

     

    Uit de media: ‘De burgervader wil problemen zoveel mogelijk voorkomen en stelde daartoe een aantal voorschriften op. Een daarvan was het verbod op foto-

    1. Christenen voor Israël (CVI) wilde deze afspraken niet ondertekenen en sleep- te de gemeente vrijdag voor de rechter. De stichting kreeg gelijk. De rechter vond dat het recht op demonstratie door het verbod werd beperkt. De rechter zei dat het CVI de gemeente al weken geleden had gemeld dat de demonstranten tijdens een protestbijeenkomst bij het Vredespaleis 926 portretten van slachtof- fers willen meedragen. Pas een aantal dagen geleden deelde de gemeente mee dat foto’s waren verboden.’ (ANP bericht).

    Uit de brief van de burgemeester aan de gemeenteraad: ‘Met de organisatoren zijn werk-, houdbare en afdwingbare afspraken gemaakt over het tentoonstellen van symbolen; die afspraken hebben betrekking op het voorkomen van (onge- wenste) wanordelijkheden c.q. verstoring van de openbare orde en veiligheid.’ Uit de media: ‘Hij (de burgemeester red.) heeft wel aan demonstranten van beide kanten zware eisen gesteld en zegt alles ‘precies, strak en gebalanceerd’ te hebben geregeld. Zo moet de bus die uit Israël overkomt in de dieplader blijven waarmee hij wordt vervoerd en blijft hij het grootste deel van de dag afgedekt met doeken. Op slechts enkele momenten zal de bus te zien zijn.’

    Uit de brief van de burgemeester aan de gemeenteraad: ‘Ofschoon er van de zij- de van het Ministerie van BZK op het punt van de veiligheid rond het Vredespa- leis geen signalen zijn ontvangen over mogelijke verstoringen die een onbelem- merde procesgang eventueel in de weg zouden kunnen staan, vereisen de bijzon- dere omstandigheden in termen van denkbare veiligheidsrisico’s een maximale inzet om de veiligheid in alle opzichten te waarborgen.’

    Tot slot uit de media: ‘De Haagse burgemeester Deetman is ontstemd over de manier waarop de Israëlische ambassade in Den Haag medewerking verleent aan een demonstratie bij het Vredespaleis, maandag. Hij hekelt vooral het beschik- baar stellen door de ambassade van 926 portretten van Israëlische slachtoffers van aanslagen. Een zegsman van het Israëlische ministerie verklaarde geschokt te zijn dat Deetman de beelden als provocatief bestempelt. Het ministerie verwerpt de beschuldigingen aan het adres van de Israëlische vertegenwoordiger in Den Haag.’ (ANP bericht)

    Arrestatie:                      4 arrestanten

    Vervolging:                     –

     

    Wanneer:                        5 april 2003

    Waar:                              het Malieveld (demonstratie naar het Malieveld)

    Hoeveel:                         ongeveer 20 demonstranten

    Waarom:                         steun betuigen aan de geallieerde troepen in Irak

    Wat gebeurde er:                     in de kennisgeving onder het kopje de afspraken en maatregelen te nemen door de organisatie om de manifestatie ordelijk te laten verlopen: ‘Meegevoerde span- doeken vlaggen e.d. zijn voorzien van dunnen breekbare stokken. De organisatie heeft aangegeven dat: – de organisatie zorg draagt voor een ordedienst van ten- minste 15 – 20 personen, die als zodanig herkenbaar zijn. Indien veiligheidsmaat- regelen rond een eventuele tegendemonstratie dit noodzakelijk maken zal de de- monstratie mogelijk een andere route volgen, naar een andere locatie worden verplaatst of afgelast worden. De organisatie stemt in een dergelijke situatie hiermee in.’

    Uit de media: ‘Enkele tientallen demonstranten kwamen zaterdag in Den Haag bijeen om hun solidariteit te betuigen met de Amerikaanse en Britse geallieerden in Irak. De betogers liepen een korte route vanaf het Malieveld langs de Ameri-

     

    kaanse en Britse ambassade. De betogers droegen Amerikaanse en Britse vlaggen met zich mee.’ (ANP bericht)

    Arrestatie:                      nee

    Vervolging:                    nee

     

    Wanneer:                        1, 2 en 3 mei 2002

    Waar:                              de Bezuidenhoutseweg

    Hoeveel:                         50 demonstranten

    Waarom:                         aandacht vragen voor de Koerdische kwestie

    Wat gebeurde er:                     in de kennisgeving staat bij de afspraken en maatregelen te nemen door de orga- nisatie om de manifestatie ordelijk te laten verlopen: ‘Men dient te verblijven op het trottoir nabij de ingang van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Het fiets- pad langs het ministerie dient vrij te blijven voor fietsers en voetgangers. De teksten op de spandoeken mogen niet discriminerend zijn en dienen in de Neder- landse taal te zijn. De organisatie voorziet in een eigen ordedienst van tenminste 40 personen herkenbaar aan een armband (de organisatie verwachtte 300 deel- nemers).’ Op de kennisgeving voor 3 mei wordt hieraan toegevoegd: ‘In verband met het overschrijden van de in artikel 10 van de APV voor ‘ ‘s-Gravenhage 1982 bepaalde kennisgevingtermijn van vier werkdagen, zal bij het doorgang vin- den van de demonstratie proces-verbaal worden opgemaakt van overtreding van deze bepaling.’

    ‘Bij het ministerie van Buitenlandse Zaken in Den Haag stonden rond 10.30 uur ongeveer vijftig betogers. Woensdagavond werd hier ook al gedemonstreerd. Op hun spandoeken staan alleen Nederlandse teksten. Daarmee geven de Koerden gehoor aan een verzoek van de politie. Die liet woensdagavond al weten dat spandoeken met Turkse of Koerdische teksten niet zijn toegestaan.’ (ANP be- richt).

    Uit een brief van de organisatie: ‘Er wordt inderdaad gelet op de spandoektek- sten en vaak zeuren politieagenten over spandoekstokken. Soms moeten die worden afgegeven. Soms niet. Het is gewoon willekeur afhankelijk van wie er toevallig dienst heeft. Een paar keer hebben we gewoon geweigerd om de stok- ken in te leveren. Dat laten ze dan wel doorgaan omdat ze geen zin in problemen met Koerden hebben.’ Ook de plaats waar wordt gedemonstreerd vormt vaak een twistpunt. De organisatie: ‘Bij de Turkse ambassade mag alleen aan de over- kant op het veld gedemonstreerd worden. Op het fietspad staan is verboden, en naar de overkant gaan is helemaal uit den boze.’

    Arrestatie:                      nee

    Vervolging:                    nee

     

    Wanneer:                        30 maart 2002

    Waar:                              het Plein

    Hoeveel:                         200 demonstranten

    Waarom:                         protest tegen de aanschaf van de Joint Strike Fighter

    Wat gebeurde er:                     in de kennisgeving onder het kopje de afspraken en maatregelen te nemen door de organisatie om de manifestatie ordelijk te laten verlopen: ‘Men houdt de de- monstratie op het pleinvormige gedeelte van het Plein. De spandoeken mogen niet voorzien zijn van dikke stokken, de teksten op de spandoeken mogen niet discriminerend, beledigend of opruiend zijn.’ Twee demonstranten worden op aanwijzen van de ter plaatse aanwezige marechaussee aangehouden door de poli- tie voor het ophangen van een spandoek aan het hek voor het Ministerie van De- fensie.

     

    Arrestatie:                      2 arrestanten

    Vervolging:                     ja, beide demonstranten zijn vrijgesproken.

     

    Wanneer:                        15 februari 2002

    Waar:                              het Internationaal Gerechtshof

    Hoeveel:                         100 demonstranten

    Waarom:                         herdenking aanhouding Öcalan

    Wat gebeurde er:                     in de kennisgeving staat bij de afspraken en maatregelen te nemen door de orga- nisatie om de manifestatie ordelijk te laten verlopen: ‘Aan de hekken van het Vredespaleis mogen geen voorwerpen worden vastgemaakt.’

    Uit de media: ‘Een groep van ongeveer honderd Koerden heeft vrijdagmiddag een demonstratie gehouden op het plein voor het Vredespaleis in Den Haag. De actievoerders, van wie een aantal rond liep met tape op de mond, lieten weten dat ze een politieke oplossing willen van de Koerdische kwestie. Met vlaggen en spandoeken met de afbeelding van PKK leider Öcalan betuigden ze steun aan hun leider.’ (ANP bericht).

    De organisatoren: ‘Het is ook voor ons duidelijk dat het in de laatste jaren steeds moeilijker is geworden om in Den Haag te demonstreren. Op zich hebben we nog altijd een vergunning gekregen, maar het kost vaak wel moeite. Soms hebben we moeten dreigen om zonder vergunning te demonstreren om een doorbraak te krijgen. Vooral de route blijft altijd een knelpunt. Je krijgt het bijna niet voor el- kaar om door de echte centrumbuurt te lopen. Vroeger werd je meestal naar de ambassadebuurt gestuurd, waar natuurlijk geen hond op straat loopt. Nu is het intussen beruchte rondje om het Malieveld meestal de keuze van de politie. We hebben dat vooral gemerkt met de demonstraties voor Nuriye Kesbir. We kregen nauwelijks de kans om bij het Malieveld vandaan te komen.’

    Arrestatie:                      nee

    Vervolging:                    nee

     

     

    Conclusie:

    Beperkingen op demonstratiemiddelen raken ook het recht op vrijheid van demonstratie. Veel- vuldig wordt in Den Haag de ‘afspraak’ vastgelegd dat er geen stokken mogen worden meege- nomen om de spandoeken aan te bevestigen. Soms worden er specifieke eisen gesteld aan de dikte van de stokken of wordt de organisatie opgedragen de stokken in te nemen of om te ruilen voor dunne stokken. Hier is geen wettelijke basis voor. Elke verwijzing naar mogelijke wanorde- lijkheden die eventueel zouden kunnen ontstaan dienen geconcretiseerd te worden.

    Hetzelfde geldt voor inhoudelijke beperkingen op het terrein van meenemen van foto’s of ander materiaal dat van inhoudelijk van belang is voor de demonstranten. Ook wordt er restrictief om- gegaan met het ophangen van spandoeken aan hekken, terwijl dit geen schade oplevert en meestal na een demonstratie weer wordt meegenomen.

     

    1. Ingegrepen middels het verbod op lopen

     

    Wanneer:                        4 maart 2003

    Waar:                              het Plein bij het Centraal Station

    Hoeveel:                         ongeveer 50 demonstranten

    Waarom:                         tegen de verhoging van de collegegelden

    Wat gebeurde er:                     in de kennisgeving onder het kopje de afspraken en maatregelen te nemen door de organisatie om de manifestatie ordelijk te laten verlopen: ‘de manifestatie vindt plaats op een door de politie aan te wijzen locatie op het pleinvormige ge- deelte van het Plein.’ Onder het kopje route staat: ‘Niet in een demonstratieve optocht naar het Plein (bij de Tweede Kamer red.).’

    Arrestatie:                      nee

    Vervolging:                    nee

     

    Wanneer:                        30 juni 2001

    Waar:                              het Zuiderpark

    Hoeveel:                         500 demonstranten

    Waarom:                         tegen politieke situatie in Turkije

    Wat gebeurde er:            ‘de demonstranten wilden ook een demonstratie houden vanuit de Schilderswijk naar het Zuiderpark. Daarvoor kregen de organisatoren echter geen toestemming van de autoriteiten.’ (ANP bericht)

    De organisatoren: ‘Wat wij weten van de onderhandelingen is dat de toestem- ming om te lopen werd geweigerd omdat de burgemeester het niet wilde hebben. Dat had weer te maken met die eerdere demonstratie van de Iraakse Koerden die uit de hand was gelopen. Die problemen hadden met onze organisatie eigenlijk niets te maken, maar Deetman wilde toen eigenlijk helemaal geen Koerdische demonstraties meer. (…) Hij (de burgemeester red.) heeft verschillende keren te- gen het bestuur (van de organisatie die de demonstratie wilde organiseren red.) gezegd dat er naar een andere stad moest worden uitgekeken voor Koerdische demonstraties. Hij (de burgemeester red.) noemde dan meestal Amsterdam. Het antwoord van het bestuur (van de organisatie die de demonstratie wilde organise- ren red.)is hierop altijd geweest dat de politiek in Den Haag zit, dus dat er juist daar ook actie gevoerd moet worden om de aandacht van die politiek te krijgen.’

    Arrestatie:                      nee

    Vervolging:                    nee

     

    1. Ingegrepen middels een beperking op emotionele uitingen

     

    Wanneer:                        19 maart 2001

    Waar:                              het Hofsingelplein

    Hoeveel:                         1.200 demonstranten

    Waarom:                         tegen de gemeentelijke herindeling

    Wat gebeurde er:                     in de kennisgeving onder het kopje de afspraken en maatregelen te nemen door de organisatie om de manifestatie ordelijk te laten verlopen: ‘Bij te hoog oplo- pende emoties, wanordelijkheden en het niet voldoen aan de voorwaarden kan door de politie de demonstratie worden ontbonden.’ Bij de uitgangspunten staat: ’Een demonstratie op het Hofsingelplein tussen 13.00 – 14.00 uur is toegestaan.’ En bij algemeen staat: ‘De bussen van de deelnemers dienen na afloop van de demonstratieve bijeenkomst om 14.00 uur weer voor te rijden.’ Verder staat er in de kennisgeving: ‘De organisatie c.q. deelnemers is het toegestaan vlaggen, span- doeken te dragen in de demonstratie. De organisatie treedt op tegen iedere activi- teit in het kader van de demonstratie die niet met de politie besproken en over- eengekomen is.’

    Uit de media: ‘Deetman bemoeilijkt een demonstratie van de antiannexaties co- mités. De demonstratie mocht niet op het Binnenhof plaatsvinden en moest naar het Hofplein, nu mag de koninklijke politiekapel Haaglanden niet meedoen. Poli- tiewoordvoerder zegt dat het onzin is want dat de comités de politiekapel hebben gevraagd en dat die niet meedoet in verband met belangenverstrengeling.’ (ANP bericht)

    Arrestatie:                      –

    Vervolging:                     –

     

    1. Ingegrepen middels een beperking van het aantal mensen

     

    Wanneer:                        22 oktober 2005

    Waar:                              de Leidse Straatweg (demonstratie naar de Leidse Straatweg)

    Hoeveel:                         ongeveer 130 demonstranten

    Waarom:                         tegen de Amerikaanse agressie politiek

    Wat gebeurde er:                     in de kennisgeving bij de door de organisator genomen maatregelen om een or- delijk verloop van de manifestatie te bevorderen staat: ‘De organisatie voorziet in een ordedienst van 10% van het aantal deelnemers. Zij zijn herkenbaar aan een witte band om de bovenarm met in zwarte letters de tekst “ordedienst”. De de- monstratie start om 13.00 uur. Te 13.30 uur vertrekt de demonstratie volgens de afgesproken route. Te 13.45 uur is er een toespraak op de Bezuidenhoutseweg tegenover het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Te 14.15 uur wordt de demon- stratie voortgezet. Te 14.20 uur zijn er toespraken op de Bezuidenhoutseweg te- genover het Centraal Station. Uitloop in tijd voorafgaande aan de demonstratie kan consequenties hebben voor de te volgen route.’ Ook staat expliciet vermeld dat: ‘Na vertrek ziet de ordedienst erop toe dat laatkomers zich niet bij de de- monstratie aansluiten.’ Verder krijgt de ordedienst de volgende taak toebedeeld: ‘De ordedienst zorgt ervoor dat er niet van de route wordt afgeweken.’

    Arrestatie:                      –

    Vervolging:                     –

     

    Wanneer:                        6 april 2002

    Waar:                              het Buitenhof

    Hoeveel:                         100 demonstranten

    Waarom:                         aandacht vragen voor de positie van het Palestijnse volk

    Wat gebeurde er:                     in de kennisgeving onder het kopje de afspraken en maatregelen te nemen door de organisatie om de manifestatie ordelijk te laten verlopen: ‘Aan de demonstra- tie nemen maximaal 50 personen deel Indien meer personen deelnemen, dan wordt de demonstratie gehouden op het Plein. De ruimte direct voor de ambas- sade (van Israël red.) is niet toegankelijk voor de deelnemers aan de protestactie. De organisatie zorg draagt voor een ordedienst van tenminste 10 personen, die als zodanig herkenbaar zijn (het aantal te verwachten deelnemers was 50).

    Uit de media: ‘Een groep van ruim honderd mensen heeft zaterdag gedemon- streerd op het Plein in Den Haag tegen het geweld van Israël tegen de Palestij- nen. De deelnemers droegen spandoeken met teksten als ‘Stop de etnische zuive- ring van Palestijnen’ en ‘de Palestijnen hebben recht op hun beloofde land’. Na de actie op het Plein verspreidden de demonstranten zich door de stad. Zij deel- den pamfletten uit waarop onder meer een oproep stond geen Israëlische pro- ducten te kopen.’ (ANP bericht)

    De keuze van de locatie aan het Buitenhof door de organisatoren van de demon- stratie was bepaald door de plaats van de Israëlische ambassade. Het Plein was voor hen geen optie. De gemeente besloot anders.

    Arrestatie:                      –

    Vervolging:                     –

     

    Wanneer:                        20 februari 2001

    Waar:                              de Korte Voorhout

    Hoeveel:                         100 demonstranten

    Waarom:                         tegen de nieuwe belastingwetgeving

     

    Wat gebeurde er:                     in de kennisgeving onder het kopje de afspraken en maatregelen te nemen door de organisatie om de manifestatie ordelijk te laten verlopen: ‘Het aantal deelne- mers aan de demonstratie/manifestatie mag maximaal honderd personen bedra- gen.’ Uit de media: ‘De demonstratie tegen de artiestenregeling, die dinsdagmid- dag zou worden gehouden in Den Haag, is afgelast. De organisatoren krijgen geen toestemming voor een demonstratie met meer dan zeshonderd mensen bij het Ministerie van Financiën. De organisatie kreeg wel toestemming voor een kleine demonstratie. Maar dat vonden we geen goed idee. We rekenen op meer dan zeshonderd man. Heel veel artiesten hebben laten weten naar Den Haag te willen komen’.’ (ANP bericht).

    De gemeente Den Haag heeft op voorhand de demonstratie verboden, hoewel er wel een toestemming is gegeven voor een kleinere demonstratie. Dit terwijl er veel onrust was onder de artiesten. ‘Volgens de organisatoren van de betoging, die zo’n 15.000 protest e-mails aan staatssecretaris Bos (Financiën) overhandig- den, treft deze maatregel vooral de mensen die in muziek maken ‘een passie zien in plaats van een professie’.’ (Rotterdams Dagblad)

    Arrestatie:                      nee

    Vervolging:                    nee

     

    Wanneer:                        29 februari 2000

    Waar:                              het Malieveld (demonstratie naar het Plein)

    Hoeveel:                         500 demonstranten

    Waarom:                         aandacht vragen voor voortdurende oorlog in Eritrea

    Wat gebeurde er:                     in de kennisgeving staat bij route: ‘Malieveld, Koekamplaan, Boslaan, Bezuiden- houtseweg, Min. Van Buiza, Prinsessegracht, Korte Voorhout, Tournooiveld, Lange Houtstraat, Plein.’

    In het Politiejournaal: ‘Een politieambtenaar had contact gehad met een andere ambtenaar die hem meldde: ongeveer 600 deelnemers van de demonstratie op het Malieveld. Ongeveer 200 worden opgehouden op korte arm van het Lange Voorhout. Na vertrek van President Chirac mogen zij richting plein voor het aanbieden van petitie. Demonstratie over Eritrea heeft een petitie aangeboden en zijn weer richting het Malieveld. Alles zonder incidenten verlopen.’

    In de kennisgeving van 10 februari 2000 krijgen de demonstranten de toegang tot het Plein. Op de dag zelf wordt besloten dat de demonstratie in tweeën wordt gesplitst.

    Uit de media: ‘Een demonstratie van Eritreërs dinsdagmiddag in Den Haag is ru- moerig verlopen. De politie moest enkele malen de wapenstok trekken om de be- togers in het gareel te krijgen. Circa 500 Eritreërs vroegen met de demonstratie aandacht voor de oorlog tussen Eritrea en Ethiopië. De betogers droegen vlag- gen en spandoeken met zich mee en riepen ‘Wij willen vrede’. Daarbij vielen rake klappen. Een groep van circa tweehonderd betogers werd hier gescheiden van de rest om verder te trekken naar het Plein, waar zij een petitie aan de vaste kamer- commissie voor buitenlandse zaken mochten aanbieden. De politie wilde niet alle betogers op het Plein hebben, in verband met het staatsbezoek van de Franse president Chirac. Die zat op dat moment te lunchen in de Trêveszaal.’ (ANP be- richt).

    Arrestatie:                      –

    Vervolging:                     –

     

    1. Ingegrepen middels de verplichting van een ordedienst

     

    Wanneer:                        28 september 2000

    Waar:                              het Malieveld

    Hoeveel:                         500 demonstranten

    Waarom:                         aandacht vragen voor de Molukse situatie

    Wat gebeurde er:                     in de kennisgeving staat bij de afspraken en maatregelen te nemen door de orga- nisatie om de manifestatie ordelijk te laten verlopen: ‘zie afzonderlijke afspraken- lijst.’ Daarin onder het kopje oordeel driehoek: ‘Het is de organisatie bekend dat de driehoek het verloop van de demonstratie laat meewegen in haar oordeel over volgende manifestaties, indien bij deze manifestatie ongeregeldheden voorkomen zal dat zware consequenties hebben voor volgende te organiseren evenementen.’ Daarnaast staat bij uitgangspunten van de driehoek: ’Er zal sprake zijn van een manifestatie op het Malieveld op donderdag 28 september 2000, deze ma- nifestatie dient zo rustig en ordelijke mogelijk te verlopen.’ Bij het gedeelte de- monstratie staat: ‘De ordedienst telt minimaal 100 leden aangevuld met mensen uit de wijkorganisaties (5 per bus). De ordedienst beschikt over een commando- structuur de leden van de ordedienst zijn herkenbaar zij dragen een zwarte broek en een groen jack zij beschikken over communicatiemiddelen (het aantal te ver- wachten deelnemers was volgens de organisatie 500). Onder de demonstranten mogen geen stokken aanwezig zijn.’

    Uit de media: ‘De Molukse actiegroep People Against Genocide (PAG) zet de voor donderdag in Den Haag geplande demonstratie door, hoewel er met de po- litie alleen overeenstemming is over een manifestatie op het Malieveld. De Mo- lukkers willen echter naar de Tweede Kamer. De politie in Den Haag voelt niets voor een betoging op het Binnenhof. Die wil de manifestatie beperken tot het Malieveld.’ (ANP bericht) Door het verbod op een demonstratie kwamen er op het Malieveld niet de verwachtte 500 deelnemers maar 70 deelnemers (er zou een ordedienst van 100 leden aanwezig moeten zijn red.). ‘Ongeveer 70 Molukkers hebben donderdag op het Malieveld in Den Haag gedemonstreerd. Een delegatie van negen Molukkers kreeg toestemming om op het Binnenhof een demonstrant een hart onder de riem te steken. De overige Molukkers bleven op het Malie- veld.’ (ANP bericht)

    Arrestatie:                      –

    Vervolging:                     –

     

    Wanneer:                        8 april 2000

    Waar:                              het Kon. Julianaplein (demonstratie naar het Plein)

    Hoeveel:                         50 demonstranten

    Waarom:                         tegen uitzetting van Esteban de Murillo Zubiri naar Spanje

    Wat gebeurde er:                     in de kennisgeving onder het kopje de afspraken en maatregelen te nemen door de organisatie om de manifestatie ordelijk te laten verlopen: ‘De organisatie dient zelf zorg te dragen voor een ordedienst van tenminste 15 personen herkenbaar aan een armband. Deze ordedienst is verantwoordelijk voor het ordelijke verloop van de demonstratieve tocht. Zij treden in eerste instantie op indien de politie daartoe verzoekt. Indien de eigen ordedienst er niet in slaagt zal de politie optre- den waarbij bijzondere eenheden kunnen worden ingezet. De route dient na af- loop schoon te worden opgeleverd.’

    Uit de media: ‘Enkele tientallen sympathisanten van de Baskische gevangene Es- teban Murillo demonstreren zaterdagmiddag in Den Haag tegen de dreigende uit- levering van Murillo door Nederland aan Spanje.’ (ANP bericht)

     

    Arrestatie:                      –

    Vervolging:                     –

     

     

    Conclusie:

    In bijna alle kennisgevingen staat vermeld dat de organisatie zorg draagt voor een ordedienst. In de overleggen met organisatoren wordt dit benadrukt. Toch is hier geen wettelijke basis voor.

    Op vragen van de Tweede Kamer heeft de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrela- ties geantwoord: “De Grondwet en de WOM geen aanknopingspunt bieden voor mogelijkheden om de vrijheid van betoging te beknotten om de reden dat de overheid als gevolg van zo’n uiting met hoge kosten wordt geconfronteerd”.

     

    1. Ingegrepen middels invloed op teksten en publiek

     

    Wanneer:                        9 juni 2005

    Waar:                              het Plein

    Hoeveel:                         ongeveer 10 demonstranten

    Waarom:                         protest tegen de jacht op walvissen

    Wat gebeurde er:                     in de kennisgeving bij de door de organisator genomen maatregelen om een or- delijk verloop van de manifestatie te bevorderen staat: ‘De organisatie draagt er zorg voor dat de manifestatie geen gevaar of hinder veroorzaakt voor het (voet- gangers)verkeer.’ Bij het onderdeel gemaakte afspraken, aanvullend op de alge- mene richtlijnen in de toelichting, om de manifestatie ordelijk en veilig te laten verlopen staat: ‘De demonstratie locatie zal na afloop schoon worden opgele- verd. De eventueel door derden weggeworpen flyers worden door de organisatie opgeruimd. Door de deelnemers aan de manifestatie zal aan passanten vooraf toestemming worden gevraagd of zij gefotografeerd willen worden.’

    Arrestatie:                      –

    Vervolging:                     –

     

    Wanneer:                        25 mei 2005

    Waar:                              de Wassenaarseweg

    Hoeveel:                         4 demonstranten

    Waarom:                         protest tegen de slechte luchtkwaliteit in Den Haag

    Wat gebeurde er:                     in de kennisgeving bij de door de organisator genomen maatregelen om een or- delijk verloop van de manifestatie te bevorderen staat: ‘De organisatie zorgt voor een ordelijk verloop van de demonstratie en draagt zorg voor een herkenbare or- dedienst van 10% van het aantal deelnemers.’ Bij het onderdeel gemaakte afspra- ken, aanvullend op de algemene richtlijnen in de toelichting, om de manifestatie ordelijk en veilig te laten verlopen staat: ‘De demonstratie locatie zal na afloop schoon worden opgeleverd. De eventueel door derden weggeworpen flyers wor- den door de organisatie opgeruimd.’

    Uit een bericht van de organisatie: ‘Het uitdelen van de laatste alarmerende meet- resultaten aan automobilisten en bewoners moet de ernst van de zaak nogmaals onderstrepen. Wanneer komt de gemeente Den Haag nu eens met maatregelen?’

    Arrestatie:                      –

    Vervolging:                     –

     

    Wanneer:                        12 november 2004

    Waar:                              het Malieveld (demonstratie naar het Malieveld)

    Hoeveel:                         –

    Waarom:                         opkomen voor een vrij Jeruzalem

    Wat gebeurde er:            de demonstratie is afgelast om onduidelijke redenen.

    In de kennisgeving bij de door de organisator genomen maatregelen om een or- delijk verloop van de manifestatie te bevorderen staat: ‘Zie bijlage.’ In de bijlage staat onder het kopje de politie heeft de organisatie aangegeven: ‘De teksten op de spandoeken zoveel mogelijk in de Nederlandse taal gesteld zullen zijn. Er op- getreden zal worden indien de deelnemers teksten spreuken of spreekkoren voe- ren die gericht zijn op discriminatie, belediging, opruiing, dood of vernietiging. Tijdens de demonstratie zal hier door de politie op worden toegezien. Het is niet toegestaan voorwerpen te verbranden in de demonstratie gedurende aanvang of ontbinding. Ondanks een ordelijk verloop van de demonstratieve optocht is de mobiele eenheid zichtbaar aanwezig.’ In de kennisgeving bij het onderdeel ge-

     

    maakte afspraken, aanvullend op de algemene richtlijnen in de toelichting, om de manifestatie ordelijk en veilig te laten verlopen: ‘De spandoeken zullen niet zijn voorzien van dikke stokken en de teksten op de spandoeken zullen niet discrimi- nerend beledigend of opruiend zijn.

    Uit de media: ‘De demonstratie die enkele honderden moslims jaarlijks in Den Haag houden, gaat dit jaar niet door. Een woordvoerder van de Haagse burge- meester Deetman heeft dat gisteren gezegd. Het protest zorgt altijd voor de no- dige ophef vanwege discriminerende en kwetsende leuzen. Elk jaar lopen tolken mee om Arabische teksten op spandoeken en leuzen van demonstranten te con- troleren. Enkele jaren geleden werd overwogen de tocht te verbieden. De meeste deelnemers van de tocht komen uit Iran en Palestina.’ (de Haagse Courant)

    Een jaar eerder leidde de demonstratie tot vragen in de gemeenteraad. De bur- gemeester antwoordde: ‘Op grond van de Wet openbare manifestaties kan de burgemeester beperkingen opleggen aan het recht op betoging. Dit kan echter al- leen ter bescherming van de gezondheid, in het belang van het verkeer en ter be- strijding of voorkoming van wanordelijkheden. Beperking van het recht op beto- ging vanwege de inhoud van de uit te dragen boodschap is niet toegestaan. Wel kan het zo zijn dat de uit te dragen boodschap dusdanige tegenreactie oproept dat wanordelijkheden ontstaan. Om echter te kunnen beoordelen of dit het geval zal zijn, is het geoorloofd voorafgaand aan de demonstratie inzicht te vragen in de uit te dragen boodschap en de mee te voeren spandoeken en te verzoeken de- ze in de Nederlandse taal mee te dragen.

    Tegen de inhoud van een boodschap kan in bepaalde gevallen strafrechtelijk worden opgetreden. Te denken valt aan het aanzetten tot haat, rassendiscrimina- tie of antisemitisme.’

    Arrestatie:                      –

    Vervolging:                     –

     

    Wanneer:                        22 mei 2004

    Waar:                              het Malieveld (demonstratie naar het Malieveld)

    Hoeveel:                         1500 demonstranten

    Waarom:                         ter ondersteuning van Nurije Kesbir

    Wat gebeurde er:                     in de kennisgeving bij de door de organisator genomen maatregelen om een or- delijk verloop van de manifestatie te bevorderen staat: ‘De organisatie voorziet in een herkenbare ordedienst van 150 personen.’ Bij het onderdeel gemaakte af- spraken, aanvullend op de algemene richtlijnen in de toelichting, om de manifes- tatie ordelijk en veilig te laten verlopen staat: ‘De spandoeken zullen niet zijn voorzien van dikke stokken de teksten op de spandoeken zullen niet discrimine- rend, beledigend of opruiend zijn. Tevens zullen de teksten behalve in het Koer- disch ook in de Engelse en de Nederlandse taal geschreven zijn. Indien spandoe- ken voorzien zijn van dikke stokken zullen deze nabij het Centraal Station of de parkeergarage door de ordedienst ingenomen worden. Eventueel stelt de orde- dienst dunne latten beschikbaar. Door middel van de megafoon zullen alleen ui- tingen in de Nederlandse taal gedaan worden.’ Bij besluit tot het stellen van voorschriften en beperkingen of verbod staat: ‘Nadat de burgemeester voorne- mens was een eerdere aangemelde demonstratie te beperken qua route heeft de organisatie aangegeven de in dit formulier aangegeven route te willen lopen en af te zien van de eerdere kennisgeving.’ Uit het draaiboek van de politie bij sfeer- beeld staat: ‘De demonstratie zal ordelijk en vreedzaam verlopen. Wel dient er rekening mee te worden gehouden met al dan niet geregisseerde emoties onder de deelnemers.’

     

    Uit de media: ‘De demonstratie eindigde omstreeks half zes op het Malieveld, na een manifestatie met sprekers en muziek. Er hebben zich geen ongeregeldheden voorgedaan, aldus de politie.’ (ANP bericht)

    Arrestatie:                      –

    Vervolging:                     –

     

    Wanneer:                        21 september 2003

    Waar:                              het Malieveld (demonstratie naar het Malieveld)

    Hoeveel:                         15 demonstranten

    Waarom:                         tegen de Roadmap en fundamentalistische terreur in het Midden Oosten

    Wat gebeurde er:                     in de kennisgeving onder het kopje hulpmiddelen die worden gebruikt ter onder- steuning van de manifestatie: ‘1 spandoek – 2 vaandels – beperkte ge- luidsversterking.’ Bij de afspraken en maatregelen te nemen door de organisatie om de manifestatie ordelijk te laten verlopen staat: ‘Door de organisatie zullen 1 spandoek en 2 vaandels tijdens de demonstratieve tocht worden meegevoerd. De tekst op het spandoek zal niet discriminerend, beledigend of opruiend van karak- ter zijn en in het Nederlandse taal zijn gesteld. Tijdens de tocht zullen geen leu- zen worden gescandeerd.’ Het gedeelte over de ordedienst stelt: ‘De organisatie voorziet in een ordedienst ter grootte van 20 personen. De leden van de orde- dienst zijn herkenbaar aan een blauw jack waarop een ster met daarin een tot vuist gebalde hand is afgebeeld.’ Bij deze laatste ‘afspraak of maatregel’ stelt de politie reeds: De politie zal deze vorm van herkenbaarheid nader toetsen aan de juridische kaders en de invloed op de openbare orde.

    Uit de media: ‘De leden van de Joodse Defensie Liga Holland (JDL Holland) zijn duidelijk herkenbaar aan hun kleding. Vrijwel alle leden kochten zondagmiddag voor 20 euro een blauw windjack, met op voor- en achterkant een davidster met een gebalde vuist in het midden.’ (ANP bericht). ‘De Joodse Defensie Liga para- deerde gisteren in uniform en met vlaggen door Den Haag. Dat gaf nogal wat be- roering bij omstanders. Op joodse en Marokkaanse websites liepen de emoties op. Het zijn niet meer dan dertig zwijgende mannen, die door de drukke binnen- stad van Den Haag paraderen. Veel grote, veel jonge mannen, gelijk gekleed.

    Kistjes aan de voeten, baret schuin op het hoofd, grote zwarte zonnebrillen. Bij het Binnenhof staan ze stil. En meer dan van hun logo’s van vuisten op blauwe jacks en van de wapperende vlaggen gaat de dreiging uit van dat zwijgen. Om twee uur zegt de woordvoerder van de organisatie dat zij tevreden is over de de- monstratie. De JDL’ers hebben de instructies van de ‘ordedienst’ voorafgaand aan de tocht ter harte genomen. ‘De politie helpt bij een eventuele aanval’, zei hij. ‘Wij gaan niet op provocaties in. Wij zijn gewoon netjes.’ Dat de optocht toch provoceerde, dat gelooft hij wel. Dat wilden JDL’ers ook laten zien vandaag, dat ze niet bang zijn.’ (NRC Handelsblad). ‘De kleine optocht langs de Amerikaanse ambassade en het Binnenhof verliep gisteren zonder problemen. Op verscheide- ne neonazistische en Marokkaanse websites werd opgeroepen de stille tocht te verstoren en de deelnemers af te maken. De JDL zorgde voor een ordedienst om de deelnemers te beschermen bij eventuele vijandigheden. Behalve de mensen van de ordedienst waren er nauwelijks deelnemers aan de protestmars.’ (Alge- meen Dagblad)

    Arrestatie:                      nee

    Vervolging:                    nee

     

    Wanneer:                        16 september 2003

    Waar:                              langs de door de Gouden Koets te volgen route

     

    Hoeveel:                         ongeveer 30 demonstranten

    Waarom:                         protest tegen de kabinetsplannen

    Wat gebeurde er:                     in de kennisgeving onder het kopje de afspraken en maatregelen te nemen door de organisatie om de manifestatie ordelijk te laten verlopen: ‘Teksten op de schuimrubber handschoenen, tekstbordjes e.d. zullen niet discriminerend, beledi- gend of opruiend van karakter zijn. Tekstbordjes e.d. zullen niet zijn voorzien van dikke stokken. De deelnemers zullen geen overlast of hinder veroorzaken voor toeschouwers langs de route en/of anderen.’

    Uit het draaiboek van de politie is op te tekenen: ‘Vorig jaar heeft tijdens de plechtigheden een demonstratie plaatsgevonden. Ter begeleiding zijn uitgebreide politiemaatregelen getroffen. Met betrekking tot dit jaar zijn er 2 demonstraties op Prinsjesdag aangemeld: Demonstratie 1: Milieudefensie op het Plein maximaal maal 6 personen fietsen schoonmaken van kamerleden. Demonstratie 2: Actie- groep ‘Keer het Tij’ zal op verschillende punten langs route ‘zwaaisessies’ hou- den. Zij doen dit met maximaal 30 personen. Men maakt gebruik van tekstbor- den en grote schuimrubberen handschoenen.’ Bij sfeerbeeld staat: ‘Van oudsher is prinsjesdag een traditionele en feestelijke plechtigheid waarbij weinig of geen problemen ontstaan.

    Uit de media: ‘Op straat krijgen de demonstranten van Keer het Tij, een sa- menwerkingsverband van meer dan tweehonderd organisaties, ‘wisselende reac- ties’. Sommige Oranjeklanten vatten hun gezwaai naar minister Zalm op als een aanval op het koningshuis. De demonstranten steken de draak met Zalm’s op- merking dat hij vanuit zijn werkkamer zal zwaaien naar de menigte op het Malie- veld.’ (de Volkskrant). ‘Langs de route van de Gouden Koets klonk gisteren veel protest. Zo deelde de actiegroep ‘Keer het Tij’ koekjes uit aan de toeschouwers. Dit deden zij onder het mom van ‘De koek is nog niet op, wij willen een eerlijke verdeling’.’ (Trouw)

    Arrestatie:                      –

    Vervolging:                     –

     

    Wanneer:                        7 januari 2000

    Waar:                              het Malieveld (demonstratie naar het Plein)

    Hoeveel:                         350 demonstranten

    Waarom:                         opkomen voor een vrij Jeruzalem

    Wat gebeurde er:                     in de kennisgeving bij het onderdeel de afspraken en maatregelen te nemen door de organisatie om de manifestatie ordelijk te laten verlopen: ‘Zie afzonderlijke af- spraken.’ Bij het gedeelte uitgangspunten ‘driehoek’ te Den Haag, zoals vastge- steld op 30 december 1999 staat: ‘Teksten spreekkoren leuzen en andere teksten worden in het Nederlands gebezigd en mogen niet duiden op vernietiging van de staat Israël of de president van Israël. De bovengenoemde teksten van de spreekkoren en leuzen alsmede de teksten van de spandoeken worden tevoren aan de politie getoond ter goedkeuring.’ Bij het gedeelte algemeen staat: ‘Het is de organisatie c.q. de deelnemers toegestaan vlaggen te dragen in de de- monstratie. Deze mogen uitsluitend teksten in het Arabisch bevatten, gerelateerd aan het geloof. Het is de organisatie c.q. de deelnemers niet toegestaan afbeeldin- gen of portretten mee te dragen in de demonstratie c.q. gedurende aanvang of ontbinding. Het is de organisatie c.q. de deelnemers wel toegestaan kleine foto- portretten van familieleden of vrienden, niet zijnde politieke leiders. Formaat on- geveer 20×30 cm. De organisatie geeft te kennen foto’s mee te willen nemen van Khomeiny en Mousawi. Het is de organisatie c.q. de deelnemers niet toegestaan teksten, spreuken of spreekkoren te voeren die gericht zijn op discriminatie, be-

     

    lediging, opruiing, dood of vernietiging. Tijdens de demonstratie zal dit door de politie gecontroleerd worden, bijgestaan door tolken. De organisatie toont de po- litie voor aanvang van de demonstratie op 7 januari 2000 de teksten die gevoerd worden op de spandoeken en de vlaggen alsmede de teksten die geroepen wor- den al dan niet middels geluidsversterking. De organisatie zorgt ervoor dat de deelnemers de toegestane teksten op papier verstrekt krijgen. Ongeacht het ver- loop van de demonstratie wordt op 21 januari 2000 om 11.00 uur een evaluatie gehouden met de organisatie en de politie aan het hoofdbureau te Den Haag.’ Bij de demonstratieve tocht staat: ‘Tijdens de demonstratie worden door de organi- satie geen activiteiten ontplooit waardoor wanordelijkheden kunnen ontstaan.’ Uit de media: ‘De wijze van demonstreren en dan met name de meegevoerde teksten en afbeeldingen alsmede de groepen teksten wierpen veel weerzin op in de landspolitiek en van burgers. Strafrechtelijke actie was nauwelijks mogelijk.

    Dit jaar heeft de burgemeester van Den Haag geen aanleiding kunnen vinden de demonstratie te verbieden. De moslims droegen spandoeken mee met daarop teksten als ‘Weg met het zionisme’ en ‘Weg met Israël uit Midden-Oosten’. Voor de Amerikaanse ambassade riepen ze leuzen als ‘Amerika moordenaar’ en ‘Ame- rika terrorist’. De demonstranten, onder wie veel kinderen, hadden portretten en foto’s van Khomeiny in de hand. Het Openbaar Ministerie nam een foto in be- slag waarop een doodshoofd met een davidsster stond afgebeeld. Een tolk en of- ficier van justitie mr. A. Rijsdorp liepen met de betoging mee om direct in actie te kunnen komen bij te extreme uitingen van antisemitisme, discriminatie en beledi- ging. Het stadsbestuur en de politie van Den Haag probeerden de demonstratie in goede banen te leiden door afspraken te maken.’ (ANP bericht). ‘In het verle- den mochten spandoekteksten alleen in het Nederlands worden opgesteld. Ook leuzen mochten alleen in het Nederlands worden geroepen. Al in 1997 werd daar echter de hand mee gelicht.’ (Dagblad van Zuidwest Nederland)

    Op 29 november 2002 werd een vergelijkbare demonstratie gehouden. ‘Enkele honderden moslims hebben vrijdag in Den Haag gedemonstreerd tegen de staat Israël en het westen. Voor de demonstratie was veel politie op de been. Bij de Amerikaanse ambassade riepen demonstranten de leus “Amerika terrorist”.

    Langs de ambassade stonden dranghekken en ME’ers van de politie om de men- sen op afstand te houden. Dranghekken stonden ook op het Buitenhof waar de Israëlische ambassade zetelt.’ (ANP bericht) Naar aanleiding van deze demon- stratie wordt er een brief in de commissie voor Veiligheid, Bestuur en Leefomge- ving besproken. De burgemeester reageert op de brief met: ‘Blijkens de Neder- landse wetgeving staat het een ieder vrij te demonstreren. Toestemming vooraf is dan ook niet nodig. Wel moet de voorgenomen demonstratie worden aangemeld. De organisator kan dan met de politic afspraken maken over een ordelijk ver- loop, begin – en eindtijd, te volgen route etc. In de meeste gevallen is dat afdoen- de.’

    Arrestatie:                      –

    Vervolging:                     –

     

    Conclusie:

    In de Haagse praktijk maakt de politie ‘afspraken’ met de organisatoren van demonstraties over de inhoud en taal van leuzen. Bijna standaard wordt vermeld dat de teksten niet discriminerend, niet beledigend en niet opruiend mogen zijn. Wettelijk is inhoudelijke bemoeienis vooraf met een demonstratie niet toegestaan. Er mag wel verzocht worden de Nederlandse taal te gebruiken, maar het mag niet verplicht worden gesteld. Ook legt de politie regelmatig beperkingen op, op grond van belediging. Dit is maar met mate mogelijk. In essentie is belediging een klachtdelict.

    Een bevriend staatshoofd kan slecht beledigd worden indien deze in Nederland verblijft. Het Europese Hof van Justitie bepaalde dat grievende uitlatingen in het algemeen kunnen deel uit- maken van de vrijheid van meningsuiting (art. 10 EVRM). Als ze bijdragen aan het publieke de- bat, kunnen ze niet verboden worden. Een recente uitspraak in Nederland, over teksten op spandoeken die gericht waren tegen minister Verdonk, bevestigen deze grote vrijheid.

     

    1. Prinsjesdag

     

    Wanneer:                        21 september 2004

    Waar:                              langs de door de Gouden Koets te volgen route

    Hoeveel:                         ongeveer 10 demonstranten

    Waarom:                         demonstratie tegen het kabinetsbeleid

    Wat gebeurde er:                     in het draaiboek van de politie: ‘bij de activiteiten rond prinsjesdag is opgenomen dat de actiegroep Keer het Tij op verschillende plaatsen langs de door de Gou- den Koets te volgen route aanwezig zal zijn. Middels sandwichborden zal zij op- roepen voor een demonstratie tegen het kabinetsbeleid te Amsterdam op za- terdag 2 oktober 2004. Zij doen dit met maximaal 10 personen.’

    Arrestatie:                      nee

    Vervolging:                    nee

     

    Wanneer:                        17 september 2002

    Waar:                              de Lange Vijverberg

    Hoeveel:                         1.000 demonstranten

    Waarom:                         protest tegen het kabinetsbeleid

    Wat gebeurde er:                     in het draaiboek van de politie van prinsjesdag onder het kopje beleidsuitgangs- punten: ‘Het houden van een demonstratie op de Lange Vijverberg door het Platform ‘Keer het Tij’ is onder voorwaarden toegestaan.’ Ook een beleidsuit- gangspunt is het voorkomen van confrontaties tussen demonstranten en derden. Uit de media: ‘Het protest tegen de manier waarop de regering met het milieu, vluchtelingen en armoede omgaat, zal de meeste Oranjefans zijn ontgaan. Het ac- tieterrein was moeilijk te bereiken door de afzettingen en een beetje aan het oog onttrokken door politiebusjes. De politie arresteerde vier mensen. Twee vrouwen sprongen met beschilderde blikjes in de Hofvijver om premier Balkenende ‘zijn radioactief afval terug te brengen’. Een van hen slaagde er steeds in om onder luid gejoel van de toekijkende actievoerders de politiebootjes te ontwijken. Maar ook zij werd uiteindelijk afgevoerd naar het politiebureau.’ (ANP bericht)

    Uit het proces-verbaal: ‘Op dat moment zagen wij dat er een tweetal vrouwen in de hofvijver sprongen en dat deze vrouwen zwommen in de richting van de Eer- ste Kamer der Staten Generaal. In de Algemene Politie Verordening ’s- Gravenhage staat vermeld dat het verboden is te zwemmen in openbaar water.

    Uit het Cassatieschriftuur van de advocaat van één van de demonstranten: ‘Hoe het ook zij, de zwemactie van verzoekster tot cassatie is gedaan om alsnog aan- dacht voor haar mening te kunnen krijgen, hetgeen gelukt is. Het was gelet op de omstandigheden een noodzakelijke actie om alsnog een belangrijker rechtsgoed, dat op dat moment door de overheid niet voldoende werd gerespecteerd, name- lijk dat van de vrijheid van meningsuiting, gerealiseerd te krijgen.’

    ‘Twee anderen werden op de Lange Vijverberg aangehouden omdat ze weiger- den de stokken van hun spandoeken af te geven, aldus een politiewoordvoerster. ‘Dat was niet volgens de afspraak’.’ (ANP bericht).

    Verslag van één van de arrestanten: ‘Een groep mensen besloot om te lopen en langs de route te gaan staan. De zwartrode vlag werd een paar hekken verder op- nieuw opgehangen en toen de koets langs kwam omhoog gehouden. De politie reageerde zeer agressief en trok de vlag naar beneden en probeerde de vlag in be- slag te nemen. Ik werd gearresteerd. Niet veel later kreeg ik gezelschap van een tweede arrestant. Op het hoofdbureau kregen we voor het eerst een reden van arrestatie te horen, namelijk opruiing.’

     

    Het ANP bericht: ‘De boodschap kan prinses Maxima en kroonprins Willem- Alexander nauwelijks ontgaan zijn. Vlak voordat de Gouden Koets weer terug was op paleis Noordeinde, tilde een handjevol activisten hun rode en witte hoed- jes voor hen op. Op de hoedjes van papier stond de tekst Gekken aan de macht. Enkele minuten daarvoor kregen leden van de internationale socialisten niet de kans hun mening te uiten. De politie stuurde hen met hun protestborden tegen Nawijn, Bush en de oorlogsdreiging met Irak van de route weg.’

    Arrestatie:                      4 arrestanten

    Vervolging:                     ja

     

     

    Conclusie:

    Prinsjesdag is bij uitstek een dag waarop mensen kritiek willen laten horen op het regeringsbe- leid. De hoeveelheid beperkingen geven de indruk dat de gemeente Den Haag een kritisch geluid op de dag dat het kabinet haar plannen voor het komende regeringsjaar presenteert buiten de route en verre van kabinet en koningin wil houden.

     

    Tenslotte

     

    In de praktijk is het optreden bij demonstraties weerbarstig. Daar waar op basis van de WOM (gevaar voor gezondheid bij MKZ crisis) een verbod opgelegd had kunnen worden gebeurde dat niet. Aan de andere kant krijgen veel organisatoren de indruk dat ze aan veel voorwaarden dienen te voldoen.

     

    Het recht op betoging wordt bij diplomatieke vestingen restrictief uitgelegd. De WOM geeft aan dat demonstranten ‘zich dienen te onthouden van gedragingen die het functioneren van de desbetreffende instelling aantasten’. Bij maatregelen die de burgemeester in deze treft is vaak onduidelijk of het functio- neren ook daadwerkelijk gevaar loopt.

     

    Het is onduidelijk hoeveel demonstraties er verboden zijn in Den Haag over de periode 2000 – 2005. Volgens de afdeling bestuursdienst van de gemeente Den Haag wordt daar geen aparte administratie van bijgehouden. Binnen het onderzoek is daarom geen éénduidige conclusie te trekken.

    Daar waar de gemeente naar het zware middel van een verbod grijpt, speelt de vrees voor wanordelijk- heden een grote rol. Daar waar de vrees groot is, in het geval van demonstraties rond de situatie op de Zuid-Molukken besluit de gemeente soms echter een demonstratie te begeleiden ondanks een te late aanmelding of vrees voor wanordelijkheden.

    Uit de stukken blijkt geen concrete aanwijzing voor dreigende wanordelijkheden en ook wijzen de situa- ties niet op bestuurlijke overmacht. Eerder lijkt er sprake van gebrek aan bestuurlijke daadkracht of een weinig flexibele houding ten aanzien van het betogingrecht. De demonstratie op 22 november 2002 werd op procedurele gronden en op grond van het feit dat er die dag twee andere demonstraties waren verboden. Dat alle drie de demonstraties een zeer beperkte omvang hadden en dat één van de andere demonstraties zelfs niet doorging, kon de beslissing van de burgemeester niet meer terugdraaien.

    Bij een verbod is het praktisch onmogelijk voor een organisatie de beslissing aan te vechten. Het aanvra- gen van een voorlopige voorziening is aanwezig, maar die kan ook aangevraagd worden bij een aanmel- dingsprocedure van 24 of 48 uur. In principe kan een procedure voor een voorlopige voorziening bin- nen 24 uur worden afgerond. In welke situatie dan ook zal de organisatie van een demonstratie een af- weging moeten maken tussen verdere mobilisatie voor een verboden demonstratie/een demonstratie el- ders houden of de gang naar de rechter. Voor de bezwaarschriftenprocedure is de termijn 4 keer 24 uur veel te lang. Gezocht moet worden naar een alternatief.

     

    Veel beperkingen worden opgelegd om dreigende wanordelijkheden voor te zijn. Hoe ver kan de bur- gemeester daar echter in gaan? Mogen 20 mensen in een demonstratiekooi van dranghekken geplaatst worden? Mogen demonstranten ver uit de buurt van een ambassade worden gehouden terwijl ze daar hun stem willen laten horen.

     

    Beperkingen op demonstratiemiddelen raken ook het recht op vrijheid van demonstratie. Veelvuldig wordt in Den Haag de ‘afspraak’ vastgelegd dat er geen stokken mogen worden meegenomen om de spandoeken aan te bevestigen. Soms worden er specifieke eisen gesteld aan de dikte van de stokken of wordt de organisatie opgedragen de stokken in te nemen of om te ruilen voor dunne stokken. Hier is geen wettelijke basis voor. Elke verwijzing naar mogelijke wanordelijkheden die eventueel zouden kun- nen ontstaan dienen geconcretiseerd te worden.

    Hetzelfde geldt voor inhoudelijke beperkingen op het terrein van meenemen van foto’s of ander materi- aal dat van inhoudelijk van belang is voor de demonstranten. Ook wordt er restrictief omgegaan met het ophangen van spandoeken aan hekken, terwijl dit geen schade oplevert en meestal na een demonstratie weer wordt meegenomen.

     

    Soms is er een verbod om te lopen, terwijl ook daarbij geen reden uit de WOM is vermeld. Hetzelfde geldt bij beperkingen op het gebeid van ‘emoties’. Demonstraties roepen nu eenmaal emoties op. Ook vermelden een aantal kennisgevingen een maximum aantal deel te nemen demonstranten.

     

    In bijna alle kennisgevingen staat vermeld dat de organisatie zorg draagt voor een ordedienst. In het overleg met organisatoren wordt dit benadrukt. Toch is hier geen wettelijke basis voor. Op vragen van de Tweede Kamer heeft de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties geantwoord dat ‘de Grondwet en de WOM geen aanknopingspunt bieden voor mogelijkheden om de vrijheid van betoging te beknotten om de reden dat de overheid als gevolg van een dergelijke uiting met hoge kosten wordt geconfronteerd.’

     

    In de Haagse praktijk maakt de politie ‘afspraken’ met de organisatoren van demonstraties over de in- houd en taal van leuzen. Bijna standaard wordt vermeld dat de teksten niet discriminerend, niet beledi- gend en niet opruiend mogen zijn. Wettelijk is inhoudelijke bemoeienis vooraf met een demonstratie niet toegestaan. Er mag wel verzocht worden de Nederlandse taal te gebruiken, maar het mag niet ver- plicht worden gesteld. Ook legt de politie regelmatig beperkingen op, op grond van belediging. Dit is maar met mate mogelijk. In essentie is belediging een klachtdelict. Een bevriend staatshoofd kan slecht beledigd worden indien deze in Nederland verblijft. Het Europese Hof van Justitie bepaalde dat grie- vende uitlatingen in het algemeen kunnen deel uitmaken van de vrijheid van meningsuiting (artikel 10 EVRM). Als ze bijdragen aan het publieke debat, kunnen ze niet verboden worden. Een recente uit- spraak in Nederland over teksten op spandoeken die gericht waren tegen minister Verdonk, bevestigen deze grote vrijheid.

     

    Aantal demonstraties aangemeld (per jaar en totaal)

     

    (de cijfers zijn gebaseerd op de door de Politie Haaglanden geleverde overzichten over de demonstraties van 2000 tot 2005)

     

    2000 (315 aangemelde manifestaties)

    2001 (153 aangemelde manifestaties)

    2002 (378 aangemelde manifestaties)

    2003 (424 aangemelde manifestaties)

    2004 (546 aangemelde manifestaties)

    2005 (952 aangemelde manifestaties) Totaal (2768 aangemelde manifestaties)

    Omvang van demonstraties (per jaar en totaal)

    (De informatie komt uit de media, internet en van afzonderlijke organisaties. Natuurlijk kunnen we niet exact zijn in aantallen)

     

    2000

    Ongeveer tussen de 48.893 tot 50.000 deelnemers, de helft komt voor rekening van een demonstratie van motorrijders (25.000)

    Aantal “grote” demonstraties 15 (meer dan 500) 12 (tussen de 100 en 500) en 11 (tussen de 50 en 100), in het onderzoek gevonden.

    Aantal “grote” demonstraties (meer dan 50) bij benadering tussen de 38 en de 48 Aantal “grote” demonstraties (meer dan 100) bij benadering tussen de 27 en de 34 Aantal “grote” demonstraties (meer dan 500) bij benadering tussen de 15 en de 19

    Aantal arrestaties bij manifestaties rond de 103 – 120 waarvan de meerderheid 91 bij anti kernenergie demonstratie

    Aantal arrestaties bij acties rond de 55 – 70 waarvan de meerderheid 27 bij Greenpeace acties

     

    2001

    Ongeveer tussen de 6.929 tot 10.000 deelnemers

    Aantal “grote” demonstraties 5 (meer dan 500) 11 (tussen de 100 en 500) en 4 (tussen de 50 en 100), in het onderzoek gevonden.

    Aantal “grote” demonstraties (meer dan 50) bij benadering tussen de 20 en de 30 Aantal “grote” demonstraties (meer dan 100) bij benadering tussen de 16 en de 23 Aantal “grote” demonstraties (meer dan 500) bij benadering tussen de 5 en de 9

    Aantal arrestaties bij manifestaties rond de 9 – 20 waarvan de meerderheid 91 bij anti kernenergie de- monstratie

    Aantal arrestaties bij acties rond de 38 – 50 waarvan de meerderheid 23 bij Greenpeace acties

     

    2002

    Ongeveer tussen de 10.881 tot 12.000 deelnemers

    Aantal “grote” demonstraties 6 (meer dan 500) 15 (tussen de 100 en 500) en 4 (tussen de 50 en 100), in het onderzoek gevonden.

    “grote” demonstraties (meer dan 50) bij benadering tussen de 25 en de 35 “grote” demonstraties (meer dan 100) bij benadering tussen de 21 en de 28 “grote” demonstraties (meer dan 500) bij benadering tussen de 6 en de 10

    Aantal arrestaties bij manifestaties rond de 61 tot 80 waarvan de meerderheid 20 bij anti BPRC demon- stratie

     

    Aantal arrestaties bij acties rond de 10 tot 15 waarvan de meerderheid 9 bij acties van anti BPRC groe- pen

     

    2003

    Ongeveer tussen de 15.857 tot 17.000 deelnemers

    Aantal “grote” demonstraties 6 (meer dan 500) 9 (tussen de 100 en 500) en 6 (tussen de 50 en 100), in het onderzoek gevonden.

    Aantal “grote” demonstraties (meer dan 50) bij benadering tussen de 21 en de 31 Aantal “grote” demonstraties (meer dan 100) bij benadering tussen de 15 en de 22 Aantal “grote” demonstraties (meer dan 500) bij benadering tussen de 6 en de 10

    Aantal arrestaties bij manifestaties rond de 37 tot 50 waarvan de meerderheid 30 bij Juanra demonstratie Aantal arrestaties bij acties rond de (…) waarvan de meerderheid (…)

     

    2004

    Ongeveer tussen de 17.024 tot 19.000 deelnemers

    Aantal “grote” demonstraties 8 (meer dan 500) 6 (tussen de 100 en 500) en 5 (tussen de 50 en 100), in het onderzoek gevonden.

    Aantal “grote” demonstraties (meer dan 50) bij benadering tussen de 19 en de 29 Aantal “grote” demonstraties (meer dan 100) bij benadering tussen de 14 en de 21 Aantal “grote” demonstraties (meer dan 500) bij benadering tussen de 8 en de 12

    Aantal arrestaties bij manifestaties rond de 344 tot 365 waarvan de meerderheid 330 bij een demonstra- tie van AFA plaatsvond

    Aantal arrestaties bij acties rond de (…) waarvan de meerderheid (…)

     

    2005

    Ongeveer tussen de 22.285 tot 24.000 deelnemers

    Aantal “grote” demonstraties 4 (meer dan 500) 2 (tussen de 100 en 500) en geen (tussen de 50 en 100), in het onderzoek gevonden.

    Aantal “grote” demonstraties (meer dan 50) bij benadering tussen de 6 en de 16 Aantal “grote” demonstraties (meer dan 100) bij benadering tussen de 6 en de 13 Aantal “grote” demonstraties (meer dan 500) bij benadering tussen de 4 en de 8

    Aantal arrestaties bij manifestaties rond de rond de 39 tot 50 waarvan de meerderheid 26 bij een demon- stratie van Iraniërs plaatsvond

    Aantal arrestaties bij manifestaties rond de (…) waarvan de meerderheid (…)

    Aantal arrestaties bij acties rond de 19 tot 25 waarvan de meerderheid 19 van Greenpeace

     

    Totaal over 2000 tot 2005

    Van 2000 tot en met 2005 ongeveer tussen de 121.869 tot 132.000 deelnemers Aantal “grote” demonstraties (meer dan 50) bij benadering tussen de 129 en de 189 Aantal “grote” demonstraties (meer dan 100) bij benadering tussen de 99 en de 141 Aantal “grote” demonstraties (meer dan 500) bij benadering tussen de 44 en de 68

    Aantal arrestaties bij manifestaties rond de rond de 39 tot 50 waarvan de meerderheid 26 bij een demon- stratie van Iraniërs plaatsvond

    Aantal arrestaties bij acties rond de 19 tot 25 waarvan de meerderheid 19 van Greenpeace.

     

    Welke organisaties het meest en wat voor soort (absolute aantallen en percentages)

    (de cijfers zijn gebaseerd op de door de Politie Haaglanden geleverde overzichten over de demonstraties van 2000 tot 2005)

     

    • doel Evangelisatie 406 aangemelde openbare manifestaties (14.67 %)

     

    • Organisaties en vormen van protest die regelmatig voorkomen (891 manifestaties) (32.20 %) Falun Gong gerelateerd protest 559 aangemelde openbare manifestaties (20.2 %)

    Stichting Japanse Ereschulden 82 aangemelde openbare manifestaties (2.96 %) Stichting Schreeuw om Leven 78 aangemelde openbare manifestaties (2.82 %) ATD vierde wereld 64 aangemelde openbare manifestaties (2.31 %)

    Stille wakes door diverse organisaties gesteund 108 aangemelde openbare manifestaties (3.90 %)

     

    1) en 2) samen 46.87 % (1297 manifestaties)

     

    • milieu algemeen

    64 aangemelde openbare manifestaties (2.31%) waarvan het merendeel voor rekening komen van Mili- eudefensie 25 aangemelde openbare manifestaties en Greenpeace 15 aangemelde openbare manifestaties

     

    • Dierenleed

    50 aangemelde openbare manifestaties (1.80 %) waarvan het merendeel voor rekening komen van Bont voor dieren 8 aangemelde openbare manifestaties, 6 aangemelde openbare manifestaties van Stichting Wakker Dier en Een Dier een Vriend 5 aangemelde openbare manifestaties

     

    • vrede

    108 aangemelde openbare manifestaties (3.91 %) waarvan het merendeel van ITEC 4 aangemelde openbare manifestaties

    Haags Vredes Platform 101 aangemelde openbare manifestaties (3.61 %)

     

    • politiek

    68 aangemelde openbare manifestaties (2.46 %) door politieke partijen waarvan het merendeel voor re- kening komen van

    Socialistische Partij 43 aangemelde openbare manifestaties Keer het tij 6 aangemelde openbare manifestaties Andersoortig Anti SGP 2 aangemelde openbare manifestaties

     

    • arbeid

    79 aangemelde openbare manifestaties (2.85 %) rond arbeid

    Vakbonden (FNV, ABVA KABO, CNV, (…)) 58 aangemelde openbare manifestaties Nederlandse Bond van Moeder CAO 22 aangemelde openbare manifestaties

     

    • zorg

    29 aangemelde openbare manifestaties (1.05 %) van diverse organisaties van huisartsen, doven of diabe- tici.

     

    • Mensenrechten

    16 aangemelde openbare manifestaties (0.58 %) rond mensenrechten Amnesty International 14 aangemelde openbare manifestaties Rechten van het kind 2 aangemelde openbare manifestaties

     

    • Migranten organisaties en vluchtelingen

    393 aangemelde openbare manifestaties (14.21 %) van migranten en vluchtelingen organisaties waarvan het merendeel voor rekening komt van:

    Koerdische kwestie door verschillende organisaties 74 aangemelde openbare manifestaties 31 aangemelde openbare manifestaties van Actiecomité plus 6 min 6

    21 aangemelde openbare manifestaties van Prime

    8 aangemelde openbare manifestaties van Vietnamese vluchtelingen

     

    20 aangemelde openbare manifestaties van mensen uit diverse andere landen 17 aangemelde openbare manifestaties van Molukse organisaties

    10 aangemelde openbare manifestaties van mensen uit Papua

    8 aangemelde openbare manifestaties van mensen uit Screbenica

    6 aangemelde openbare manifestaties vanuit de Marokkaanse gemeenschap 13 aangemelde openbare manifestaties vanuit de moslimgemeenschap Voor Israël 10 aangemelde openbare manifestaties

    Ter ondersteuning van de Palestijnen 159 aangemelde openbare manifestaties

     

    • demonstraties tegen specifieke staten

    220 aangemelde openbare manifestaties (7.96 %) van organisaties die zich hun stem laten horen tegen een bepaald land waarvan het merendeel voor rekening komt van

    Iran 59 aangemelde openbare manifestaties Turkije 5 aangemelde openbare manifestaties Libië 8 aangemelde openbare manifestaties Venezuela 6 aangemelde openbare manifestaties China 6 aangemelde openbare manifestaties Birma 5 aangemelde openbare manifestaties Syrië 5 aangemelde openbare manifestaties

    Irak 15 aangemelde openbare manifestaties

    Tibet 11 aangemelde openbare manifestaties van de Tibet Support Group Spanje 6 aangemelde openbare manifestaties

     

    • Diversen

    443 aangemelde openbare manifestaties (16.00 %) Merendeel voor rekening van

    16 aangemelde openbare manifestaties van personeel van de Spaanse ambassade 7 aangemelde openbare manifestaties van Cordaid, NOVIB, COS

    6 aangemelde openbare manifestaties van IKV en Pax Christi 4 aangemelde openbare manifestaties van de BOVAG

    3 aangemelde openbare manifestaties van Scientology

    5 aangemelde openbare manifestaties van mensen van de aandelen lease 2 aangemelde openbare manifestaties van Artsen zonder Grenzen

    5 aangemelde openbare manifestaties van Coalitie voor familierecht 2 aangemelde openbare manifestaties van de Consumentenbond

    21 aangemelde openbare manifestaties van een persoon

    2 aangemelde openbare manifestaties in verband met huisvestingsbeleid 6 aangemelde openbare manifestaties in verband met de nesara law

     

     

    Plaatsen in Den Haag waar veel gedemonstreerd wordt (absolute aantallen)

     

    Van de 2.768 demonstraties die bij de politie Haaglanden staan geregistreerd zijn van 2.082 hier de loca- ties uit die registratie weergegeven.

    Verzamelen of demonstreren op of rond het Malieveld (ongeveer 197 keer) Het Malieveld (meestal verzamelplek) 128 keer

    Koekamplaan (bij het Malieveld) 7 keer

    Leidse straatweg (verzamelplek bij het Malieveld) 2 keer

    Het Koningin Julianaplein (Centraal Station Den Haag) 38 keer

     

    Het Plein bij Centraal Station 22 keer

    Demonstraties gericht op het kabinetsbeleid of een debat in het parlement (ongeveer 811 keer) Plein (protest bij de Tweede Kamer) 647 keer

    Binnenhof (regeringsgebouwen) 103 keer Hofplaats (Tweede Kamer) 12 keer Hofsingelplein (Tweede Kamer) 28 keer

    Lange vijverberg (dat is bij het binnenhof) 19 keer Lange Poten (Nieuwspoort, Tweede Kamer) 2 keer

    Demonstraties gericht op het beleid van specifieke ministeries (ongeveer 56 keer) Ministerie van VROM 6 keer

    Ministerie van Buitenlandse Zaken 8 keer Ministerie van LNV 8 keer

    Ministerie van Justitie 21 keer Ministerie van OCW 4 keer

    Ministerie van Economische Zaken 3 keer Ministerie van financiën 1 keer

    Ministerie van Binnenlandse Zaken 1 keer Ministerie van Defensie 4 keer

    Demonstraties gericht op Internationale instanties (ongeveer 502 keer) Vredespaleis/Internationaal Gerechtshof 502 keer gedemonstreerd Demonstraties gericht op diplomatieke vestigingen (ongeveer 516 keer) Chinese ambassade 193 keer

    Amerikaanse ambassade 111 keer Japanse ambassade 83 keer Israëlische ambassade 7 keer Iraanse ambassade 30 keer Iraakse ambassade 8 keer Syrische consulaat 7 keer ambassade van Brazilië 1 keer ambassade Vietnam 5 keer ambassade Venezuela 3 keer ambassade van Marokko 4 keer ambassade van Spanje 22 keer Libische Consulaat 6 keer Cubaanse ambassade 2 keer Russische ambassade 5 keer Belgische ambassade 1 keer ambassade van Oekraïne 2 keer ambassade Griekenland 1 keer Ambassade van Australië 1 keer

    Ambassade van Bangladesh 1 keer Ambassade van Kameroen 1 keer Ambassade van Wit Rusland 1 keer

    Ethiopische consulaat 1 keer Franse ambassade 3 keer Tunesische ambassade 5 keer ambassade van Soedan 1 keer ambassade van Filippijnen 1 keer Canadese Ambassade 3 keer Ambassade van Egypte 2 keer Ambassade van Indonesië 1 keer Ambassade van Duitsland 1 keer Ambassade van Pakistan 1 keer Ambassade van Zuid-Afrika 2 keer