• Buro Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, de overheid in Nederland en Europa kritisch volgt. Een grond-rechten kollektief dat al 30 jaar publiceert over uitbreiding van repressieve wetgeving, publiek-private samenwerking, bevoegdheden, overheids-optreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.
  • Publicaties

  • Migratie

  • Politieklachten

  • Op Terroristenjacht

    Jelle van Buuren en Wil van der Schans

    “De tijd van wachten is voorbij, iedereen zal nu iets moeten doen. Wie niet voor ons is, is tegen ons”. Woorden die president Bush sprak op 11 november 2001, twee maanden na de aanslagen, op de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties in New York. Een nieuwe wereldorde is aangebroken, de vijand is het terrorisme, de vriend iedereen die dat bestrijd.
    Wie die vijand is bepaald de VS. Momenteel Osama Bin Laden en zijn Al Quaeda netwerk, maar ook terroristen in Indonesië, de Filippijnen, en Yemen en de landen die ze ondersteunen, zoals bijvoorbeeld Syrië en Irak, worden door de VS als doel in de nieuwe oorlog beschouwd.
    De contouren van die nieuwe oorlog tekenen zich langzaam maar zeker af. Naast de hete oorlog in Afghanistan staat een nieuwe koude oorlog voor deur. Zo is in Groot-Brittannië de noodtoestand inmiddels afgekondigd, in Duitsland het systeem van Rasterfahndung ingezet, in Frankrijk de bevoegdheden van de politie uitgebreid en bereidt de Europese Commissie speciale terrorisme wetgeving voor. Ook in Nederland is er een fiks pakket maatregelen gepresenteerd om terrorisme te bestrijden.
    Het tempo waarin alle maatregelen worden genomen doet het ergste vrezen. Ruimte voor kritiek is er amper en over de gevolgen van de maatregelen wordt niet gediscussieerd. Gevolgen die het hardst aan zullen komen bij migranten en vluchtelingen. Ook activisten kunnen in de toekomst gemakkelijker geassocieerd worden met terrorisme.

    De oorlog tegen het terrorisme

    Net als in de Koude Oorlog wordt de oorlog tegen het terrorisme een oorlog die zich over de hele wereld uitspreid. Terroristen kunnen immers overal zijn. Een groot deel van de antiterrorisme maatregelen zal neerkomen op binnenlandse repressie. Destijds tegen communisten, nu tegen Moslims, migranten, vluchtelingen. De eerste contouren van die binnenlandse repressie worden zon twee maanden na de aanslagen steeds duidelijker.
    De Verenigde Staten zelf lopen voorop wat betreft het aanpassen van hun wetgeving. Buitenlanders kunnen zonder verdenking worden vastgezet. Er is een speciale adviseur Binnenlandse veiligheid benoemd, die de coördinatie van alle opsporings- en inlichtingendiensten op zich neemt. Er mag meer worden afgeluisterd. De CIA wordt uitgebreid en krijgt haar licence to kill weer terug. Verdachte terroristen kunnen voor een geheim militair tribunaal worden berecht, waartegen geen beroep mogelijk is.
    Amerikaanse burgerrechtenorganisaties en advocaten maken zich ernstige zorgen over de uitholling van de rechten van verdachten. Het is ook een teken aan de wand dat de meeste van de 1000 mensen die na de aanslagen zijn gearresteerd nog steeds vastzitten, hoewel van velen de onschuld al vast staat.
    Groot-Brittannië volgt de VS getrouw. Vorige jaar is daar al een nieuwe antiterrorismewet aangenomen, die onder andere ondersteuning verbiedt en rechten van verdachten minimaliseert, maar de regering wil die verder aanscherpen. Ook is de noodtoestand inmiddels afgekondigd, waardoor buitenlanders kunnen worden geïnterneerd. De mensenrechten artikelen van het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens zijn tijdelijk opgeschort. De regering Blair maakt ook meteen van de gelegenheid gebruik om het asielbeleid aan te scherpen, er kunnen immers terroristen tussen zitten.
    Ook in Duitsland slaat de repressie toe. Net als in de tijd van de Rote Arme Fraction wil men weer een verfijnd systeem van datakoppeling (Rasterfahndung) inzetten. Dit keer zal niet links Duitsland onder de loep worden genomen, maar Moslims, migranten en vluchtelingen.
    Het Bundes Kriminal Ambt (BKA) krijgt verregaande bevoegdheden om onderzoeken te starten en informatie uit te wisselen met de inlichtingendienst. Ook wil de Duitse regering dat alle werknemers van electriciteits-, chemie-, water-, atoom- en gasbedrijven maar ook ziekenhuispersoneel gescreend gaan worden door de inlichtingendienst.

    Nederland

    In vergelijking met de rest van Europa lijkt de reactie in Nederland nog mee te vallen. Toch worden ook hier buitenlanders in de toekomst veel vaker gecontroleerd en geregistreerd. In het actieplan bestrijding terrorisme en veiligheid gaf de regering in 43 punten haar reactie.
    Ze wil vooral meer zicht krijgen op hier verblijvende vreemdelingen en nieuwkomers. Zo zou het verstrekken van visa in nauw overleg en op dezelfde wijze als andere Europese landen moeten gebeuren. Verder moeten de plannen om alle reizigers te kunnen controleren met biometrische kenmerken versneld ingevoerd worden. Bijna alle westerse landen hebben al plannen biometrische kenmerken in paspoorten op te nemen. Doel daarvan is het in een later stadium terug kunnen vinden van personen in systemen, onafhankelijk van de identiteit die de persoon zich op dat moment aanmeet.
    Kort was er ook discussie over uitbreiding van de legitimatieplicht. Volgens onder ander minister van Boxtel zou dat de veiligheid in Nederland flink verhogen. Door een grote weerstand onder de Raad van Hoofdcommissarissen bond het Kabinet in en beperkt ze de uitbreiding van de legitimatieplicht voorlopig tot gevallen van ernstige terroristische dreiging.
    Toch betekend dat niet dat straatcontroles uit den boze zijn. Aangekondigd is de bestaande vormen van legitimatieplicht te intensiveren. Gecombineerd met de uitbreiding van de bewaking van de binnengrenzen door de Marechaussee (Mobiel Vreemdelingentoezicht) zullen vooral veel vreemdelingen dit aan den lijve gaan ondervinden.
    Ook ziet de regering een (mogelijk) verband tussen mensensmokkel en terrorisme en wil daarom de Unit Mensensmokkel uitbreiden. De nadruk moet komen te liggen op meer informatie, infiltratie en vergroten van de analysecapaciteit.
    Daarnaast ziet de regering het als optie om terroristen buiten de deur te houden door de buitengrenscontrole te intensiveren. Met ander Europese landen moeten hierover afspraken worden gemaakt, iets wat in het huidige klimaat niet al te moeilijk zal zijn.
    Naast deze maatregelen, die direct van invloed zijn op vreemdelingen, stelt de regering flink wat zaken voor die ook indirect van grote invloed zullen zijn op de positie van vreemdelingen in Nederland. BVD en politie zullen zich veel meer dan tot nu toe gaan richten op Moslims, migranten en asielzoekers. Binnen tal van organisaties zullen ze informanten gaan werven, ook zullen ze zelf vaker gaan infiltreren.
    Verregaand zijn ook de afluisterplannen van de regering. De capaciteit moet worden uitgebreid, de gegevens van telecommunicatie (inclusief plaatsbepaling via gsm) moeten langer bewaard worden en het e-mail en surfgedrag van iedereen moet worden vastgelegd. Het gebruik van cryptografie zou verder aan banden moeten worden gelegd.
    Onder druk van de Verenigde Staten wordt er ook intensief gewerkt aan het blokkeren van terroristische geldstromen. Vanuit de VS zijn lijsten doorgegeven van organisaties en personen die banden zouden hebben met Osama Bin Laden. Ook hier worden voornamelijk Islamitische steunfondsen en banktegoeden van buitenlanders getroffen. Wat de werkelijke verdenkingen tegen deze fondsen en personen zijn blijft echter onduidelijk.
    Ties Prakken, hoogleraar strafrecht in Maastricht, maakte zich in het Nederlands Juristenblad ernstig zorgen over bovenstaande ontwikkelingen: “De zichtbare verhoogde controle op buitenlanders zal zo schadelijk zijn voor het etnisch evenwicht, dat ik vrees dat er niet alleen op terroristen gejaagd gaat worden. Mensensmokkel en illegale immigratie zullen worden bekeken vanuit de invalshoek van het potentieel binnenbrengen van terroristen. Terwijl nu al in de ogen van sommigen elke asielzoeker een (potentiële) crimineel is, wordt hij dan ook nog een potentiële terrorist. Goed voor het klimaat in onze multiculturele samenleving kan dat niet zijn”.
    Onder druk van Europa wordt er ook nagedacht over het aanpassen van het strafrecht. Korthals kondigde al aan om de ban op het inzetten van criminele burgerinfiltranten bij terrorismebestrijding op te willen heffen. Ook kijkt de regering naar invoering van wetgeving in de trant van artikel 140 (lidmaatschap van een criminele organisatie), maar dan een verbod op lidmaatschap van een terroristisch organisatie. De straf zou dan hoger uit moeten vallen en ook ondersteuning zou opgenomen kunnen worden.
    Het grote gevaar van dit soort wetgeving is de rekbaarheid van begrippen als terrorisme, lidmaatschap en ondersteuning. Duitsland kent al lang deze bepalingen en daar heeft het geleid tot verregaande repressie tegen allerlei actiegroepen. Met het huidige vijandsbeeld (Moslimfundementalisme) zullen actievoerders voorlopig wel met rust worden gelaten. In de toekomst kan dat echter snel omslaan.

    Europese definitie van terrorisme

    De Europese Commissie bracht na 11 september in versneld tempo een voorstel naar buiten om in de EU een zelfde definitie van terrorisme te gaan hanteren. Ook de strafmaat op terroristische delicten dient in de Unie afgestemd te worden. Het voorstel van de Europese Commissie zat al enige tijd in de pijplijn, nadat de Europese regeringsleiders tijdens de speciale Europese justitietop in Tampere in oktober 1999 tot een gezamenlijke Europese definitie en strafmaat van terrorisme hadden besloten.
    De Europese Commissie stelt een ruime definitie van terrorisme voor, namelijk daden met het oogmerk landen, hun instellingen of bevolking te intimideren en de politieke, economische en sociale structuren van een land op ernstige wijze te veranderen of te vernietigen. Vervolgens specificeert de Commissie deze daden. Het gaat daarbij om zaken als moord, kidnapping, vliegtuigkaping, gijzeling, inbraken op computersystemen of aantasting van de energie- en watervoorziening. Ook stedelijk geweld kan volgens de Europese Commissie onder de terrorismedefinitie vallen.
    Op al deze daden komt een minimum maximumstraf te staan die de lidstaten moeten overnemen in hun nationale wetgeving.
    Verder stelt de Commissie voor om het lidmaatschap van een terroristische vereniging strafbaar te stellen. Een terroristische vereniging is dan een samenwerkingsverband van twee of meer personen die terroristische daden voorbereiden of plegen. Ook medeplichtigheid aan zon terroristische vereniging of aan terrorisme wordt strafbaar gesteld.
    De gedachte achter het voorstel van de Europese Commissie lijkt vooral te zijn eventuele problemen met uitlevering te voorkomen en de bestraffing van terrorisme te harmoniseren.
    Deskundigen betwijfelen echter het nut van het voorstel. Zo zijn de door de Commissie voorgestelde terroristische daden in alle EU-lidstaten strafbaar, óf onder speciale antiterrorismewetgeving, óf onder het gewone strafrecht. Veel problemen met uitlevering zullen zich in de praktijk dan ook niet voordoen, zeker omdat de Europese lidstaten in een Uitleveringsverdrag uit 1997 de klassieke weigeringsgrond voor uitlevering, namelijk het politieke karakter van misdrijven, al grotendeels hadden geschrapt.
    De definitie die de Europese Commissie voorstelt kan wel gevolgen hebben in Europa, omdat er veel onder te scharen valt. Zo geeft de Europese Commissie zelf aan dat ook stedelijk geweld onder de noemer terrorisme kan vallen. Volgens Gert Vermeulen van de Universiteit van Gent heeft dit een risico in zich. Dat heeft natuurlijk met protesten als in Genua te maken. Wat is daar de opportuniteit van? Legitieme protesten, ook al gaan ze soms gepaard met geweld tijdens demonstraties, de kop indrukken door het tot terrorisme te bestempelen? Ik vind dat een gevaarlijke ontwikkeling. Het risico met dit soort paniekreacties is altijd dat het een aantal klassieke vrijheden, die men zorgvuldig heeft opgebouwd in onze democratieën, overboord zet. De balans tussen veiligheid en vrijheid is delicaat. Als je daar al in wilt gaan schuiven, moet je tenminste de tijd nemen om tot een zorgvuldige afweging te komen.
    De strafmaat van twintig jaar voor het leiderschap van een terroristische organisatie vindt Korthals te hoog. Tijdens overleg met de Tweede Kamer op 30 oktober 2001 gaf hij echter aan niet ten koste van alles te willen vasthouden aan een lagere straf. Inmiddels heeft Korthals bekend gemaakt snel met een wetsvoorstel te komen om in Nederland het lidmaatschap van een terroristische organisatie strafbaar te stellen. In Europees verband wordt ook gewerkt aan lijst van terroristische organisaties. Ook dit kan gevolgen hebben voor de Nederlandse praktijk. Organisaties als de PKK zijn bijvoorbeeld in Nederland niet verboden, zolang ze zich in Nederland niet schuldig maken aan strafbare feiten. Korthals gaf in de Tweede Kamer toe dat dit beleid zal veranderen als de Europese maatregelen worden ingevoerd.
    Korthals stelde in de Tweede Kamer overigens een smalle definitie van terrorisme voor te staan, om te voorkomen dat actiegroepen tot terroristen gebombardeerd worden. Over de precieze definitie beslissen de Europese lidstaten op 6 december. De top van justitie onderhandelt vrijwel elke dag in Brussel, waarbij de definitie van terrorisme ook ongeveer per dag wisselt. De uitkomst is dus ongewis.

    Europol

    Bij Europol werd in allerijl de antiterrorismeeenheid uitgebreid met 25 man. De Europese regeringsleiders vaardigden op 22 september de oekaze uit dat alle nationale criminele informatie op het gebied van terrorisme met Europol te diende worden uitgewisseld; iets dat daarvoor eigenlijk ook al moest, maar in praktijk nauwelijks gebeurde. Voor Nederland zijn de BVD en de KLPD in het Europolteam vertegenwoordigd.
    Op basis van de informatie maakt Europol een dreigingsanalyse voor de Europese Unie. De uitgebreide antiterreureenheid is in principe voor zes maanden in het leven geroepen. Voor het eind van 2001 moet Europol een Europese lijst van terroristische organisaties samenstellen. Deze lijst kan gebruikt worden om het lidmaatschap van deze organisaties strafbaar te stellen en hun tegoeden te bevriezen.
    Bovendien kwam de discussie op gang of Europol toch niet snel meer bevoegdheden moet krijgen, waarbij het naar voorbeeld van de Amerikaanse FBI gemodelleerd zou kunnen worden. Europol-directeur Storbeck riep de lidstaten op eindelijk eens ernst te gaan maken met de uitwisseling van informatie. Ook moet Europol meer middelen en mogelijkheden krijgen om zijn werk naar behoren te doen, aldus Storbeck.
    Voor de coördinatie van justitiële onderzoeken naar terrorisme wordt het Europese justitiële samenwerkingsverband Eurojust versneld opgetuigd. Op 10 oktober 2001 vond de eerste bijeenkomst plaats. Eind september kwamen politieagenten en officieren uit België, Duitsland, Frankrijk en Nederland al samen om hun onderzoeken te coördineren. In deze landen vonden arrestaties plaats in verband met de gebeurtenissen van 11 september.
    Bovendien gaan de EU-lidstaten het versneld mogelijk maken om gezamenlijke onderzoeksteams in te stellen, waar ook Europol aan meedoet. De mogelijkheid van gezamenlijke onderzoeksteams staat in het Europese Rechtshulpverdrag, dat echter nog door de nationale parlementen geratificeerd moet worden. Europol verwacht op korte termijn de instelling twee gezamenlijke onderzoeksteams naar terrorisme, waaraan ook Europol deelneemt.

    Een tweede voorstel van de Europese Commissie is de invoering van een Europees arrestatiebevel. Het doel is om de uitleveringsprocedures tot een minimum te beperken. Als de Italiaanse justitie nu bijvoorbeeld aan Nederland vraagt iemand te arresteren en aan Italië over te dragen, vindt er eerst rechterlijke toetsing plaats. Gekeken wordt of het misdrijf waarvoor uitlevering wordt gevraagd, ook in Nederland strafbaar is. Dit heet het principe van dubbele strafbaarstelling. Is het misdrijf in Nederland niet strafbaar (abortus, euthanasie, softdrugsgebruik), dan volgt geen uitlevering. Bovendien kijkt de rechter of de verdachtmaking hard genoeg is, de verdachte een eerlijk proces kan tegemoet zien, en er geen vrees voor marteling of onmenselijke behandeling dreigt. Tegen de uitspraak van de Nederlandse rechter bestaan beroepsmogelijkheden en uiteindelijk moet de minister van Justitie er over beslissen.
    Door de invoering van een Europees arrestatiebevel vervalt het grootste deel van de rechterlijke toetsing. Voor een aantal misdrijven vervalt het vereiste van dubbele strafbaarstelling. Voor welke misdrijven dat is, en hoe die precies omschreven worden, is nog onduidelijk. Nederland wilde in eerste instantie het arrestatiebevel alleen voor terrorisme laten gelden, maar die positie bleek onhoudbaar.De rechterlijke toetsing moet binnen 60 dagen plaatsvinden, waarbij gesneden wordt in de beroepsmogelijkheden en de ministeriele toetsing wegvalt.De achterliggende gedachte is dat de Europese lidstaten elkaars rechtsstelsel zodanig vertrouwen, dat zware toetsing achterwege kan blijven.

    Conclusie

    Bovenstaande maatregelen vormen het begin van een periode waarin mensen- en burgerrechten het onderspit dreigen te delven in het kader van terreurbestrijding. Belangrijke vragen worden namelijk overgeslagen. Wat is nu eigenlijk terrorisme, hoe sporen we terroristen dan wel op en hebben al die maatregelen eigenlijk wel zin.
    Wat terrorisme voor de één is, is vrijheidstrijd voor de ander. Wat de één als politiek legitiem verzet ziet, ziet de ander als terrorisme. Wat de één als vrijheid van meningsuiting ziet, ziet de ander als ondersteuning van terrorisme. Wat de één als uiting van religie ziet, ziet de ander als broedplaats voor terrorisme. Wat de één als blokkade ziet, ziet de ander als de aantasting van de politieke, economische en sociale structuren van een land
    Ook de grote druk vanuit de VS om in een grote coalitie het terrorisme te bestrijden is niet bepaald bevorderlijk voor de mensenrechten. Tal van landen die nu deelnemen in de coalitie hebben op zn minst een twijfelachtige reputatie op dit terrein. In veel landen worden binnenlandse oppositiegroepen juist beschuldigd van terrorisme.
    Maar ook de manier waarop er internationaal zal moeten worden samengewerkt zal tot problemen leiden. Veel landen zullen hun eigen agenda uitspelen in het schimmenspel dat terrorismebestrijding is. De aanpak van het zeventiger jaren terrorisme heeft laten zien dat er maar al te graag gemanipuleerd wordt om een eigen agenda door te voeren..