• Buro Jansen & Janssen, gewoon inhoud!
    Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, overheid in Nederland en de EU kritisch volgt. Een grond- rechten kollektief dat al 40 jaar, sinds 1984, publiceert over uitbreiding van repressieve wet- geving, publiek-private samenwerking, veiligheid in breedste zin, bevoegdheden, overheidsoptreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.
  • Publicaties

  • Migratie

  • Politieklachten

  • Camera’s

    Een camera komt goed van pas op vakantie, bij familiefeestjes, en bij een dagje Artis met de kinderen. Ook is een camera handig wanneer je ‘interessante’ mensen en hun ontmoetingen vast wilt leggen. Interessant voor de één is de welgevormde buurman aan de overkant en voor de ander mensen die er een afwijkende mening op na houden. Het doorsnee boulevardblad is vooral geïnteresseerd in coke-snuivende burgemeesters en vooraanstaande politici die buitenshuis uit de broek gaan, terwijl de politie foto’s verzamelt van krakers, kritische studenten en vredesactivisten. Camera’s kun je gebruiken om stiekem mensen te fotograferen, maar ook om bepaalde informatie vast te leggen. Zowel in de klassieke militaire spionage, als in de moderne bedrijfsspionnage behoort de mini-camera dan ook tot het standaard hulpmiddelenpakket.
    De eerste commercieel verkrijgbare beveiligingscamera’s werden op grote schaal geïnstalleerd. De moderne camera verdrong de traditionele nachtwaker met zaklamp naar het filmdoek. Het aantal video-camera’s dat de veiligheid van personen of objecten moet waarborgen, stijgt inmiddels spectaculair. Camera’s worden ingezet om overvallen op pompstations tegen te gaan, om tijdig files te constateren en om te voorkomen dat oude dames op het station op onplezierige wijze van hun handtasjes afgeholpen worden. Camera’s vormen een steeds normaler onderdeel van het straatbeeld.
    In dit hoofdstuk geven we aan wat voor soorten camera’s er zijn, hoe en onder welke omstandigheden ze gebruikt worden en wat je ertegen kunt doen. Onder camera’s verstaan we in zijn algemeenheid zowel foto- als videocamera’s, tenzij anders aangegeven is.

    De eerste camera’s hadden nog te kampen met kinderziektes, maar die zijn inmiddels verholpen; camera’s kunnen steeds beter tegen een stootje, en zijn kleiner, lichtgevoeliger en goedkoper dan zij vroeger waren. Opgenomen beelden kunnen op allerlei manieren overgebracht worden en omgekeerd kan de camera op afstand bediend worden. Voor transport van beelden is alles te gebruiken waarmee digitale gegevens getransporteerd kunnen worden: (coax) kabels, glasvezel, de gewone telefoonlijn, ISDN(1), auto-telefoon, packet-radio, zend/ontvangers en voor korte afstanden is tegenwoordig zelfs infrarood-licht geschikt. Ook kabels die naar je televisie lopen, zijn soms bruikbaar. Nu al zenden bedrijven berichten heen en weer via de (niet zichtbare delen) van bepaalde t.v.-frequenties. Over interactief gebruik van de kabel zullen we in de toekomst zeker nog meer horen.
    Camera’s kunnen gekoppeld worden aan computers en allerlei andere high-tech zodat meer met de informatie uit de beelden gedaan kan worden. Aan de andere kant kan nu ook weer niet alles. Hopelijk verduidelijkt dit artikel de (on-)mogelijkheden van de verschillende soorten camera’s en hun hun eventuele inzet bij observatie.

    Een camera met een flinke zoomlens kan tegenwoordig enorme afstanden overbruggen. Dat realiseerde Brigitte Bardot zich waarschijnlijk niet, toen ze topless op haar privé-terrasje werd gekiekt door een fotograaf met telelens. Uitkijken dus! Als ruwe stelregel kun je aannemen dat datgene wat je met een verrekijker kunt zien, ook te fotograferen of te filmen is. Met hele dure apparatuur kun je op die manier op een afstand van één kilometer nog ‘herkend’ worden. Dat de gluurder daarbij vrij zicht moet hebben, spreekt vanzelf.
    Het meest tot de verbeelding sprekend zijn misschien wel de camera’s in satellieten. Die kunnen vanuit de ruimte foto’s maken waarop, na wat manipulatie, zelfs nummerborden van auto’s te lezen zijn. Voor je besluit voortaan binnen te blijven, moet je wel bedenken dat zo’n camera maar één plek tegelijk kan bekijken. En je moet wel erg interessant zijn wil je op die manier in de gaten gehouden worden. (Satelliet-netwerken zijn natuurlijk wel zeer geschikt om peilzenders te volgen.) Wanneer jij de camera niet ziet, wil dat niet zeggen dat de camera jou niet ziet. Zelfs binnenshuis kun je gefotografeerd of gefilmd worden. Een camera is te verstoppen in de gekste dingen: pennen, aanstekers, broekgespen, deurknoppen, horloges, asbakken, aktentassen, schemerlampjes, boeken of schilderijen.(2) Dubbele plafonds (bij voorkeur naast een lamp, omdat je daar nooit recht inkijkt) en ventilatiekokers zijn favoriete verstopplaatsen. Kleine camera’s bestaan al jaren, maar worden de laatste tijd op grotere schaal gebruikt omdat ze behoorlijk in prijs gedaald zijn. Sommige geheime fotocamera’s koop je al voor een paar duizend gulden, maar de betere kosten wel wat meer. Voor videocamera’s tel je vanzelfsprekend nog meer geld neer. De allerkleinste camera bestaat uit een lens (‘pinhole’ lens), kleiner dan de nagel van je pink, die via een dunne buis/kabel verbonden is met de benodigde electronica. De ex-burgemeester van Washington werd met een dergelijke camera in zijn hotelkamer in de gaten gehouden, waarbij de lens verborgen zat in een piepklein gaatje in de muur. Zo kon bewezen worden dat hij weleens cocaïne gebruikte, wat tot zijn aftreden leidde. Nog vernuftiger is de ‘flexibele’ variant waarbij de camera via een ventilatiek oker van het luchtverversingssysteem of via een kabelgoot een bepaalde ruimte ingeschoven wordt. Ook kan de lens in de antenne van een auto aangebracht worden. Zo’n video-antenne is op afstand te draaien, terwijl het tevens mogelijk is om de beelden elders op te vangen. Een stuk minder opvallend dan een vent met hoed en zonnebril op wacht.

    Heel veel valt niet tegen camera’s te ondernemen, zeker als je niet in de gaten hebt dat er een camera op je gericht staat. In sommige situaties kun je identificatie via de camera voorkomen door jezelf onherkenbaar te maken. In de jaren zestig organiseerde een radicale beweging die bekend stond als “the yippies” (niet te verwarren met de yuppies), feesten waarbij iedereen een masker droeg om het fotograferende overheidsdienaren moeilijk te maken. In Duitsland is het tijdens demonstraties verboden gemaskerd over straat te lopen, maar met een alpino, een leuke zonnebril, een aangeplakte snor, veel make-up, en wat borstvulling kom je natuurlijk ook een heel eind.
    In andere situaties kun je aan bruikbare opnames ontkomen door naar de grond te kijken of je uit de voeten te maken. Vooral wanneer iemand zich onder een grote mensenmassa begeeft, is de persoon in kwestie vaak moeilijk te filmen of fotograferen.
    Binnenshuis hielp vroeger het plaatsen van enkele felle halogeenlampen nog wel eens, maar de meeste camera’s weten tegenwoordig wel raad met het fenomeen overbelichting.
    Nachtzicht camera’s
    Vroeger was het niet mogelijk in het donker te zien.
    Dankzij de uitvinding van de restlicht-versterker en de infrarood-kijker kan dat tegenwoordig wel. Aanvankelijk was de beeldkwaliteit niet optimaal. Het kon nog wel gebeuren dat op het scherm een grijze vlek te zien was op de plaats waar de tronie van de bankovervaller vermoed werd. Soms is dat nog zo. Tegenwoordig echter bestaat apparatuur waarmee je goed gefotografeerd of gefilmd kunt worden als je zelf geen hand voor ogen ziet.
    Er bestaan twee typen infrarood-camera’s, de actieve en passieve. De actieve camera zendt infrarood-licht uit via een schijnwerper, die eruit ziet als een zwarte of dofrode schijf die op de camera of kijker zit, of elders is geplaatst. Net zoals niet elk geluid voor het menselijk oor hoorbaar is, is niet elk soort licht voor onze ogen zichtbaar. Infrarood licht kun je zonder extra hulpmiddelen zelfs helemaal niet zien.

    Om te voorkomen dat voor de mens zichtbare delen van het licht waar te nemen zijn, moet de schijnwerper voorzien zijn van een filter. Naarmate de schijnwerper een groter bereik heeft, wordt de filter dikker en zwaarder. De actief infrarood-camera met een groot bereik vreet energie, waardoor ook de voeding een behoorlijk gewicht krijgt. Daarom reiken de meeste draagbare infrarood-camera’s niet verder dan honderd meter, alhoewel menig fabrikant genegen is daar een paar honderd meter bovenop te doen.
    Actie f-infraroodkijkers mogen niet aan zonlicht blootgesteld worden.

    Actief infrarood kan overigens ook op een speciale manier gebruikt worden om geluiden binnen een bepaalde ruimte af te luisteren, waarbij onder andere gebruik wordt gemaakt van een soort camera. Bij een raam in de ruimte worden kleine infrarode lampjes geplaatst die flikkeren in een frequentie die overeenkomt met het geluid dat in de kamer wordt opgevangen. De lampjes moeten bij het raam staan zodat de ‘camera’ van buitenaf het aan en uit gaan van de ‘onzichtbare’ lampjes kan registreren en weer terug kan vertalen naar geluid. De camera moet uiteraard onbelemmerd zicht hebben op de lampjes, maar kan op een afstand van 300 meter geplaatst worden. Dit systeem, dat de afluisteraar op de dag van vandaag slechts zo’n 7.500 gulden kost, kan niet via detectie van radiogolven, maar wel via infrarood-detectie geregistreerd worden.

    Onder de passieve infraroodcamera verstaan we de warmtecamera of, in technische taal, de thermografiecamera. De werking van deze camera is gebaseerd op het feit dat objecten met een temperatuur tussen de 0 en de 40 graden Celcius (dus hopelijk ook jouw lichaam) warmte ‘uitzenden’ in het infrarode gebied. Een moderne passief infrarood camera, die temperatuurverschillen registreert tot 0,01 graad Celcius, zet warmte om in een voor de mens zichtbaar beeld. Daarbij levert het warmtepatroon geen herkenbaar gezicht op; warme vlakken verschijnen als lichte plekken, de koude als donkere. Met behulp van een dergelijke camera kun je wel bepalen hoeveel mensen in een bepaalde afgesloten ruimte aanwezig zijn en wat hun contouren zijn. Zelfs je sleutelbos kan afsteken tegen de warmte-achtergrond van het lichaam. Met een dergelijke camera is het tevens mogelijk iemand op te sporen in een bos of de plaats te vinden waar iemand enkele uren geleden gezeten heeft. De spieder kan met zo’n camera op een parkeerplaats een zojuist geparkeerde auto vinden, of een rijdende auto volgen. Daarbij wordt de camera niet gehinderd door rook, dikke mist of duisternis. Ook met het traceren van vochtsporen op een tapijt, of het bepalen of een bed zojuist nog beslapen werd, heeft de warmtecamera geen enkel probleem. Alles wat met warmteverschillen te maken heeft, kan in principe geregistreerd worden. Wat natuurlijk niet wegneemt dat het beeld dat door de camera geconstrueerd wordt, foutief geïnterpreteerd kan worden.
    Heeft de warmte-detector van dit type camera ongeveer dezelfde temperatuur als het gezochte object, dan functioneert zij niet. Daarom wordt de detector van de betere apparatuur gekoeld wordt tot circa -200 graden Celcius.(3)

    Een laatste techniek om in de nacht te observeren zit verpakt in de restlicht-versterker. Deze versterkt het in het donker aanwezige licht, afkomstig van de maan of van straatlantaarns. Verkopers van deze apparatuur komen in reclamefolders op basis van misleidende rekensommetjes tot ‘versterkingen’ van een factor 45.000, terwijl de praktische versterking vaak niet meer is dan ‘slechts’ 7.000.
    De restlicht-versterker is niet geschikt voor gebruik overdag (te veel licht) of bij totale duisternis (geen licht dat versterkt kan worden). Om dit laatste probleem te omzeilen, wordt de restlicht-versterker vaak in combinatie gebruikt met de ‘infra-rood-schijnwerper’. Deze zendt, zoals eerder gezegd, voor de mens onzichtbaar licht uit waarmee de restlicht-versterker uitstekend functioneert.(4) Het apparaat is erg duur maar is breder toepasbaar, minder zwaar en heeft een groter bereik dan de actief infrarood-camera. Regen en mist belemmeren de effectieve werking van de restlicht-versterker.
    Restlicht-versterkers worden onder andere door de Amerikaanse grenspolitie gebruikt om Mexicanen op te sporen die op jacht naar ‘the American dream’ ‘s nachts illegaal de grens over proberen te steken.

    Aan de passief infrarood-camera kun je misschien ontkomen door speciale isolerende kleding aan te trekken die maakt dat de warmte van je lichaam niet door warmtecamera’s ‘gezien’ wordt. De buitenkant van het pak zal (na enige tijd) de temperatuur van de omgeving hebben aangenomen. Ook gezicht en handen moeten bedekt zijn, anders stralen deze nog warmte uit. Guerrilla’s in El Salvador wikkelden zich soms in aluminium-folie en trokken daaroverheen natte kleren aan om zich te beschermen tegen ontdekking door met warmte-camera’s uitgeruste militaire vliegtuigen. Helemaal perfect werkt dit natuurlijk niet, maar het geeft een bepaalde isolatie waardoor de interpretatie van de beelden bemoeilijkt wordt.
    Tegen actief-infrarood helpt isolatie helemaal niets. Het enige wat je daar tegen kunt doen is proberen te voorkomen dat de ‘onzichtbare’ lichtbundels je bereiken. Iemand die zelf een infrarood-kijker heeft kan andere actief-infrarood schijnwerpers ontdekken. Eenvoudiger voor dat doel zijn plastic kaartjes van credit-card formaat, die groen oplichten als er een infrarode lichtbron op je gericht is. Zo’n kaartje kost een paar tientjes. Voor iets minder dan tweeduizend gulden zijn op de markt apparaten te verkrijgen die naar keuze tegen infrarode lichtbundels waarschuwen met geluid, vibratie of een zichtbaar signaal.
    Bewakings camera’s
    Sommige bedrijven en instellingen maken gebruik van camera-omhulsels. Het betreft goedkope fake modellen, compleet met knipperend lampje die mensen de indruk moeten geven dat ze in de gaten worden gehouden. Helaas zijn ze moeilijk te onderscheiden van de echte camera’s van de oprukkende videobewaking, ook wel ‘Closed Circuit Television’ (CCTV) genoemd, die meestal wél lopen. In een moderne stad vind je ze in de metro, het station (alleen al 130 op Amsterdam Centraal!), bij banken, tankstations, winkelcentra, parkeergarages, ambassades en verkeersaders. En natuurlijk steeds vaker in gewone winkels. Soms intimiderend zichtbaar, soms verstopt in het oog van een modepop, achter een doorkijkspiegel(5), in een bol aan het plafond of in een artikel in de etalage.
    Vele beelden worden misschien niet eens bekeken laat staan bewaard, maar andere worden dat wel. Je zou je kunnen afvragen op hoeveel stukken videotape of computerschijf je gezicht voor komt als je gewoon door de stad fietst of wandelt. En wie weet krijgen we in de nabije toekomst een folder van de Hema in de bus als we daar meer dan 10 seconden voor de etalage hebben staan kijken.

    Niet iedereen kan permanent in de gaten worden gehouden vanwege bijvoorbeeld geldgebrek. Daar staat tegenover dat door de mogelijkheid camera’s aan computers te koppelen technisch enorm veel nieuwe mogelijkheden zijn ontstaan. Zo dalen digitale opslagmedia (harde schijven, vaker te beschrijven CD-ROM) nog steeds in prijs. Opslagcapaciteit kan verder bespaard worden door moderne efficiënte datacompressie-technieken waardoor een beeld in minder bits (enen en nullen) gepropt kan worden. Het is geen probleem meer om 20.000 opnames op 1 gigabyte te krijgen. Ook kunnen camera’s zo ingesteld worden dat ze weliswaar continue opnames maken maar alleen op vaste tijdsintervallen (time-lapse) een deel daarvan vastleggen op een videorecorder (time lapse recorder). Andere camera’s komen alleen in actie wanneer een bepaalde ruimte betreden wordt of wanneer bepaalde bewegingen gemaakt worden (opgemerkt door speciale detectoren). Moderne computer-gestuurde beveiligingssytemen kunnen tegenwoordig zelfs zo geprogrammeerd worden dat alleen objecten van een bepaalde grootte, die zich in bepaalde richting met een bepaalde snelheid voortbewegen, gedetecteerd en/of vastgelegd worden.
    Mocht de opname om de één of andere reden van slechte kwaliteit zijn, bijvoorbeeld door een vieze lens of een al vele malen gebruikte band, dan kan met behulp van computer-technieken alsnog een verrassend scherp beeld ontwikkeld worden.
    Het nieuwste type camera maakt alleen nog maar ‘digitale foto’s’. De camera, waaraan niets bijzonders te zien is, slaat het beeld direct in het elektronisch geheugen op in de vorm van enen en nullen. De zo opgeslagen foto wordt later rechtstreeks aan een computer gevoerd die het eigenlijke plaatje op het scherm tovert.(6) Zo’n camera is handig in combinatie met computer-programma’s die gemaakt zijn om identificatie van personen door middel van in de computer opgeslagen beelden mogelijk te maken. Van ieder hoofd kunnen een aantal karakteristieke maten, zoals de afstand tussen mondhoek en ooghoek, opgeslagen worden. In combinatie met andere maten levert dit een uniek identificatie-systeem op. Dergelijke programma’s zijn uiteraard bij vooral politiediensten populair.
    Politie en camera’s
    Camera’s in winkels, op gebouwen en langs de openbare weg kunnen voor de politie om verschillende redenen heel handig zijn. Het oplossingspercentage van overvallen in bedrijven mét camera’s is in Nederland bijvoorbeeld bijna twee maal zo hoog als bij bedrijven zonder.

    Camera’s zijn niet altijd zó gericht als je zelf zou denken. Een ‘verkeerscamera’ in Arnhem bleek bijvoorbeeld ingesteld te zijn om het gebeuren rond kraakpand ‘Hotel Bosch’ vast te leggen.(7) Verkeerscamera’s kunnen ook mooi gebruikt worden om te bepalen welke voertuigen zich waar in het land bevinden.
    Voor de politie is het in principe interessant om over een goede toevoer van camera-opnames te beschikken. Het opvragen van beelden van de met camera’s beveiligde objecten zou in de nabije toekomst dan ook wel eens een hoge vlucht kunnen nemen. Wanneer ergens om vijf uur ‘s nachts een misdrijf plaats gevonden heeft, is het interessant om te zien wie zich op dat uur in de buurt bevonden of wie zich voordien rond die plaats hebben opgehouden.

    Wat gaat er gebeuren met al die beelden van mensen die op de openbare weg door bewakings- of verkeerscamera’s vastgelegd zijn? Wie beheert de groeiende beeldenstroom? Wie heeft er toegang toe? Waarvoor worden de beelden gebruikt? Met de bewakingscamera’s van de Amsterdamse verkeerspolitie “… kon je inzoomen op het terrein waar de auto’s stonden van kerels die een heroïnehoer hadden opgepikt… Live sexshow, de hele nacht door”. (8)

    Afgezien van het gebruik van bestaande bewakingssystemen, observeert de politie zelf ook. Het gebruik van camera’s voor observatie wordt in de wet nergens nadrukkelijk verboden en de apparatuur wordt steeds goedkoper. Dat maakt dat de meeste korpsen, en zeker de technische diensten die de observatieteams bijstaan, beschikken over minicamera’s (bijvoorbeeld de video-antenne) flinke telelenzen, nachtkijk-apparatuur en apparatuur die observatie op afstand mogelijk maakt. Ook de gecamoufleerde observatiebus met ingebouwde foto- en videoapparatuur is uitermate geschikt om een object in de gaten te houden. Over de schaal waarop dit materieel wordt ingezet, is moeilijk zekerheid te krijgen. Het gebruik van technische middelen komt maar zelden tijdens rechtszaken naar voren.
    In 1980 verstopte de Duitse politie vijf camera’s bij de villa van F.J. Kroesen, opperbevelhebber van het Amerikaanse leger in Europa, omdat zij er lucht van had dat de R.A.F. een aanslag op hem voorbereidde. De camera’s registreerden mensen en autonummerborden die in de buurt van de villa kwamen, waarbij al het verkregen materiaal elektronisch werd opgeslagen. Uiteindelijk vond de aanslag 800 meter buiten de observatie-zone plaats, maar meer dan 200 personen bleken door de politie te zijn ‘doorgelicht’.

    Bij een rechtszaak tegen een hasjbende in ons eigen land, bleek dat het ambtsedig “ik zag” in een proces verbaal niet al te letterlijk moest worden opgevat. Met die woorden bedoelde de agent slechts dat hij de bewuste gebeurtenis op videobeelden had aanschouwd. Op de bewuste locatie, waar een grote partij hasj in beslag genomen werd, was hij zelf nooit geweest. In het proces verbaal werd verzuimd te vermelden dat de observatie met technische middelen was geschied. Door tegenover de rechter open kaart te spelen, ontkwam de agent aan een aanklacht vanwege het plegen van meineed.
    Eén van de grootste amfetaminevangsten in Nederland kwam tot stand nadat een ingenieus verborgen kuil, bedoeld voor de opslag van amfetamine, op een open plek in het bos werd ontdekt. Daarop werd de plek continu in de gaten gehouden met behulp van een videocamera die reageert op bewegingen. Het duurde niet lang voordat de politie in staat was de boeven bij hun kladden te vatten.

    Na een aantal verdachte kleine brandjes bij de firma Sanders en Gerards stapt het bedrijf naar Isar Beveiliging Techniek. Isar installeert een verborgen videocamera, die met behulp van het ‘hyperscan’ systeem via het telefoonnet verbonden is met de meldkamer van het beveiligingsbedrijf. Na een stil alarm maakt de camera ‘live’ videobeelden, die voorzien van tijd en datum bij Isar terecht komen. Deze videobeelden worden in een rechtszaak als bewijsmateriaal geaccepteerd.
    Achter een gat van 12 mm in de wand van een ijzeren container installeert Isar een camera met een zogenaamde ‘pinhole’ lens, een minuscuul lensje van een paar millimeter voorzien van een glasvezelkabel. De camera wordt aangestuurd als een passief infrarood detector een beweging registreert. Een videorecorder legt het beeldmateriaal op band vast. Omdat op het terrein geen telefoonaansluiting is, wordt de camera via een modem verbonden met een autotelefoon. Het duurt niet lang of Isar krijgt videobeelden van uitstekende kwaliteit binnen, waarop iemand een rubberen transportband in brand steekt en vervolgens recht in het beeld van de camera loopt.
    De beelden worden enige tijd later op televisie vertoond in een opsporingsprogramma dat in samenwerking met de politie tot stand komt. De dader geeft zichzelf een dag later aan. De acties tegen Sanders en Gerards waren een protest tegen het afgraven van een natuurgebied.
    Tijdens de rechtszaak en in de media kwam aan de orde dat het vertonen van beeldmateriaal van een verdachte op de televisie een zwaar middel is. In Nederland is het dan ook alleen maar toegestaan wanneer aan een aantal duidelijke richtlijnen is voldaan. Beelden van een verdachte mogen pas op televisie vertoond worden wanneer alle andere middelen voor identificatie hebben gefaald.
    Bij de Isar-affaire bleek met deze richtlijn behoorlijk de hand te zijn gelicht. Na afloop van de uitzending bleken sommige leden van het plaatselijk politiekorps de dader herkend te hebben, zonder de beelden vooraf te hebben gezien. Wat niet aan de orde kwam tijdens de rechtszaak is het feit dat de videobeelden per autotelefoon naar Isar zijn gestuurd. Het radiosignaal dat tussen de autotelefoon en het PTT basisstation wordt verzonden behoort tot de ‘free flow of information’. Iedereen kan en mag dat signaal ontvangen. Zendamateurs die bedreven zijn in de ontvangst van satellietbeelden (weerkaarten etc.) kunnen dit autotelefoonsignaal weer omzetten naar beeld. Wie de vakbladen van zendamateurs leest weet dat dit een aan populariteit winnende bezigheid is.
    Het gebruik van de autotelefoon door bewakingsbedrijven lijkt een inbreuk op de privacy van de gefilmde persoon en in strijd met artikel 7 van de Regeling Particuliere Beveiligingsorganisaties (de Wet op de Weerkorpsen). Dat artikel impliceert dat beveiligingsbedrijven verplicht zijn te voorkomen dat persoons- en andere vertrouwelijke gegevens in handen van onbevoegden komen. Isar maalt daar niet om: “Alleen high tech-apparatuur kan Nederland veiliger maken”.(9)

    De Nederlandse elite en de gevestigde media zijn er de afgelopen tijd in geslaagd om rond de explosieve mix van drugs, vreemdelingen, en de toenemende criminaliteit een angstpsychose te creëren. Dat maakt dat haast niemand zich meer lijkt af te vragen waar het veiligheidsbelang eindigt, en de inbreuk op de privacy begint. Privacy, in vroeger tijden het stokpaardje van de liberalen, dreigt opgeofferd te worden aan prioriteit nummer één, de “criminaliteitsbestrijding”. Daarbij gaat het om een ruim begrip. Zo is het maar de vraag of de aandacht van de politie vooral uitgaat naar de vuurwapens verzamelende schoonvader van Brinkman, Arie V. of naar de schrijvers en schrijfsters vadeze teksten. Met onze privacy is het waarschijnlijk net zo als met een heleboel andere zaken: we missen haar pas als we haar kwijt zijn.

    Terug naar de inhoudsopgave van ‘De muren hebben oren…’
    NOTEN

    1. Integrated Service Digital Network. Momenteel zijn zo’n 1500 bedrijven in Nederland voorzien van ISDN. Via ISDN is veel sneller transport van gegevens mogelijk dan over de normale telefoonlijn.
    2. De firma Watec uit Japan heeft zich bijvoorbeeld gespecialiseerd in miniatuurcamera’s, met afmetingen van 36x34x68 mm. voor zwart/wit en 42x44x50,5 mm. voor kleur. Een andere firma die goed thuis is in kleine camera’s is P3 (Personal Protection Products) uit Duitsland. Zij levert onder andere de volgende produkten: een polshorloge-fotocamera inclusief een koffer met de nodige chemicaliën om de film op lokatie te ontwikkelen voor DM 2.889. Een videocamera (model Bamboo) in een steungevend stokje, te verstoppen onder de bladeren van een gewone kamerplant voor DM 14.000. Door een gaatje van 5 mm. in de muur kun je fotograferen met de ‘pinhole camera’ van rond de DM 3.000. Voor een ander systeem met een langere lens die helemaal door de muur heen gaat ben je zo’n DM 5.800 kwijt. Voor DM 14.600 heb je bij de firma P3 een video-antenne.
    3. De koeling gebeurt thermo-electrisch of met behulp van een argon-verdamper. Een voorbeeld van een warmtecamera is de Thermovision 110. Grofweg bestaat deze camera uit een objectief, een bewegende spiegel, een detector met 48 gevoelige elementen, geïntegreerde elektronische versterkers, een miniatuur kathodestraalbuis en een oculair. Het warmtebeeld dat door het objectief valt wordt horizontaal en verticaal afgetast op een vergelijkbare wijze als waarop dat bij een TV-beeld gebeurt, zij het dat de resolutie minder groot is. Elk van de 48 detector-elementen zorgt voor het aftasten van één beeldlijn in samenwerking met de bewegende spiegel. Op deze wijze worden 30 warmtebeelden per seconde afgetast, die zichtbaar worden gemaakt op het scherm van de monochrome kathodestraalbuis (Preventie 8/9 1990, nr. 105).
    4. Restlicht-versterkers zijn in drie fasen ontwikkeld. In folders zie je die vaak aangeduid als generaties. De eerste generatie kijkers gebruikt een fotokathode-buis om het aanwezige licht om te zetten in energie van elektronen die daarna botsen op een elektronen-gevoelig scherm dat bedekt is met fosfor. Dit geeft een groen beeld. Het aanwezige licht wordt 5.000 tot 7.000 maal versterkt. Bij tweede generatie kijkers (duurder, kleiner, beter hanteerbaar, minder vertekening) gaan de elektronen voordat ze op het scherm botsen eerst door een zogenaamde M.C.P. (Microchannel Plate).
    Tweede generatie Oost-Europese apparatuur is voor relatief weinig geld in westerse dump-winkels te vinden. De modernste, derde generatie restlicht-versterkers, werkend met een ‘gallium arsenide’ fotokathode, is nog nauwelijks via het commercieel circuit te bemachtigen. Ze worden daarentegen wel reeds in de scheepvaartwereld gebruikt. Restlicht-camera’s zoals de Amerikaanse grenspolitie gebruikt kosten ongeveer DM 30.000 bij de firma P3. Voor DM 6.000 kan je daar dan nog eens een infrarood schijnwerper opzetten.
    I.T.T. Electro-Optical Products Division (onderdeel van I.T.T. Defense & Electronics) heeft zich gespecialiseerd in de produktie van restlicht-versterkers. Eén van hun produkten is de kijker-voor-op-het-hoofd de AN/PVS-7B Gen III, waarbij het beeld eventueel drie maal versterkt kan worden. De firma Covert Operations International heeft een lens in haar pakket die ze ‘Dark Invader’ heeft genoemd en die werkt als een restlicht-versterker. Deze lens kan bevestigd worden aan een spiegelreflex-fotocamera, een videorecorder of een C.C.T.V.- systeem en met een infrarood-schijnwerper gecombineerd worden.
    5. Of een spiegel een doorkijk-spiegel is, valt vrij eenvoudig vast te stellen door er met een sterke zaklamp op te schijnen. Als het een doorkijkspiegel is, dan zie je de ruimte erachter, en eventueel de onthutste gezichten van de personen aldaar.
    6. Bijvoorbeeld van HAL Peripherals: Dycam Model1.
    7. Antwoord op vragen aan burgemeesters en wethouders van Arnhem.
    8. Volkskrant 4-12-1993.
    9. Uit Criminineel Jaarboek 1994, Coornhert Liga.