• Buro Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, de overheid in Nederland en Europa kritisch volgt. Een grond-rechten kollektief dat al 30 jaar publiceert over uitbreiding van repressieve wetgeving, publiek-private samenwerking, bevoegdheden, overheids-optreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.
  • Publicaties

  • Migratie

  • Politieklachten

  • Spread Spectrum

    Spread Spectrum (‘gespreid spectrum’) is een communicatie- techniek die vanwege de hoge kosten tot aan het begin van de jaren negentig bijna uitsluitend voor militaire doeleinden toegepast werd. Langzamerhand begint er echter ook een commerciële markt te ontstaan. Veel mensen hebben waarschijnlijk wel eens gehoord van LAN’s (Local Area Networks). Dat zijn netwerken die computers via kabels met elkaar verbindt, wat het mogelijk maakt om via de computer bijvoorbeeld post te versturen binnen een bepaald gebouw. Tegenwoordig zijn er ook ‘Radio LAN’s’ (RLAN) te koop, die een draadloze verbinding vormen tussen een bepaald aantal computers. Om een radioprogramma te kunnen ontvangen moet je afstemmen op een zender, die op een bepaalde frequentie zit. Verschillende zenders zitten op verschillende frequenties. Elke zender neemt een klein stukje van de omroepband in beslag waarbinnen het uitgestraalde zendervermogen zich concentreert. Dat stukje, ook wel bandbreedte genoemd, moet zó groot zijn dat naburige zenders niet gestoord worden. Naarmate de bandbreedte smaller is, kunnen er meer zenders op een frequentieband.

    Een voorbeeld:
    De FM-omroepband beslaat het frequentie-gebied van 88 – 108 MHz. Als de bandbreedte van een zender 1 MHz is, dan kunnen er (108 – 88) / 1 = 20 zenders in de FM-omroepband.
    Als de bandbreedte van een zender 0,2 MHz (= 200 kHz) is, dan kunnen er (108 – 88) / 0,2 = 100 zenders in de FM-omroepband.

    Als we nu bijvoorbeeld 200 zenders in de FM-omroepband willen plaatsen dan kan dat alleen wanneer de bandbreedte van elke zender verminderd wordt. Dit geeft echter problemen omdat bij de FM-omroep een bandbreedte wordt gehanteerd van 200 KHz. Een kleinere bandbreedte geeft minder informatie-overdracht waardoor je HiFi-kwaliteit wel kunt vergeten. Dit principe geldt niet alleen voor de FM-omroepband, maar ook voor andere frequentiebanden als de AM-omroepband, radio-amateurbanden, politiebanden etc.

    Met de radio-ontvanger is steeds af te stemmen op één frequentie. Die frequentie wordt door de zender uitgezonden met een bandbreedte die zo klein mogelijk is, maar groot genoeg om de gewenste informatie over te dragen. Dit type ontvangers heten smalband-ontvangers.

    Bij Spread Spectrum daarentegen wordt niet gekozen voor een zo klein mogelijke bandbreedte, maar juist voor een zo groot mogelijke. De bandbreedte is veel groter dan strikt nodig voor de overdracht van informatie. Deze grotere bandbreedte kan op twee manieren worden verkregen. De eerste is de informatie te coderen met een pseudo-random(1) signaal. De gecodeerde informatie wordt uitgezonden op de werkfrequentie van de zender waarbij gebruik gemaakt wordt van een veel grotere bandbreedte dan zonder codering gebruikelijk is (Direct Sequence).
    De tweede mogelijkheid is om de werkfrequentie te coderen met een pseudo-random signaal, waardoor de werkfrequentie voordurend wisselt. Op elke frequentie wordt een stukje van de informatie uitgezonden (Frequency Hopping).

    Deze spreiding via het Spread Spectrum kan zo groot zijn dat een radio-ontvanger alleen maar ruis opvangt. Een radio-ontvanger ‘hoort’ namelijk slechts een klein stukje van de frequentieband. Om het gespreide signaal te kunnen ontvangen heb je speciale breedband-ontvangers nodig die de ontvangen ruis in informatie omzet. Deze breedband-ontvanger moet beschikken over de juiste decoder om het signaal van de zender om te kunnen zetten in informatie.

    Uit bovenstaande valt eenvoudig op te maken waarom militairen zo geïnteresseerd zijn in deze techniek. Daar komt nog bij dat het moeilijk is om zo’n zender te storen. Als je de hele frequentieband gaat storen wordt elke radio-communicatie onmogelijk!

    Ook bepaalde afluisterzendertjes maken gebruik van het Spread Spectrum-principe. Bij Spread Spectrum zijn de radiogolven ondergedompeld in de ruis, waardoor het zendertje niet eenvoudig te ontdekken is met behulp van de gangbare detectie-apparatuur (zie ook het artikel “Afluisteren van ruimes”).

    De algemene verwachting is dat er commercieel steeds meer van Spread Spectrum gebruik gemaakt gaat worden voor data-overdracht. Doordat het zendvermogen gespreid wordt over een brede band kan het over bestaande frequentiebanden heen gebruikt worden zonder de smalbandige ontvangst te storen. Hierdoor is het mogelijk om meer gebruikers in een frequentieband toe te laten. Een ander voordeel is de veiligheid van de communicatie. De informatie wordt immers versleuteld verstuurd.
    Bij een RLAN systeem met 100 gebruikers dat gebruik maakt van Spread Spectrum kun je volstaan met 1 zendfrequentie en 100 verschillende codeer-signalen. De informatie is dan direct gecodeerd.

    Spread Spectrum techniek kan op verschillende frequentie-banden worden gebruikt. Portofoons op het werk of draadloze telefoon thuis zijn toepassingen die technisch gezien in het verschiet liggen. Commercieel is dit type apparatuur echter nog nauwelijks verkrijgbaar.

    Doordat het voor een smalband-ontvanger net lijkt of er ruis is en de normale radiozenders in het geheel niet door Spread Spectrum techniek gestoord wordt, zou de toepassing van deze techniek buiten het systeem van zendvergunningen kunnen vallen. In Amerika is een RLAN systeem van de fabrikant NCR(2) inderdaad toegelaten zonder officiële toestemming. Eind 1994 stelt het European Telecommunications Standard Institute (ETSI) naar verwachting de standaard vast met betrekking tot RLAN’s voor één frequentieband (2,4 – 2,4835 GHz), waarna de Nederlandse regering waarschijnlijk met wetgeving komt. Op langere termijn zou de consument zonder verdere poespas toegang moeten kunnen krijgen tot door de overheid goedgekeurde Spread Spectrum-apparatuur.
    Hoe de herziening van de Telecommunicatie-wet en het dreigend verbod op cryptografische apparatuur en/of het afgeven van de codeersleutels, van invloed wordt op het gebruik van Spread Spectrum-apparatuur is nog niet geheel duidelijk. De HDTP (Hoofddirectie Telecommunicatie en Post) verklaarde desgewenst niet te verwachten dat de beleidsvoornemens van invloed zullen zijn op de RLAN’s, die binnenshuis gebruikt worden. De reglementering van cryptografie zou volgens de HDTP vooral te maken hebben met het gebruik van het digitale autotelefoonnet. Binnen het onlangs bekend geworden wetsvoorstel m.b.t. cryptografie werden echter geen uitzonderingscategorie‰en genoemd. Op dit voorstel is echter zoveel kritiek gekomen dat het in de huidige vorm zeker niet aangenomen zal worden.

    Terug naar de inhoudsopgave van ‘De muren hebben oren…’
    NOTEN

    1. ‘bijna-willekeurig’ signaal. Dit betekent dat het signaal binnen een bepaald tijdsbestek willekeurige waarden aan kan nemen. Na het tijdsbestek herhaalt het signaal zich. Het tijdsbestek kan b.v. 1 seconde zijn maar ook 4,5 dag.
    2. “Digitale-Analoge Technologie”, october 1992, p 24.