NRC Handelsblad , 20 september 2001
Er moet een algemeen geldend Europees arrestatiebevel komen en de lidstaten van de Europese Unie moeten één definitie van terrorisme in de wet vastleggen. Ook moeten zij dezelfde straffen uitdelen aan terroristen.
Een Europees arrestatiebevel zou inhouden dat een EU-lidstaat die om de aanhouding van een verdachte verzoekt automatisch medewerking krijgt van de andere lidstaten.
Met deze twee voorstellen, die gisteren door de Europese Commissie werden goedgekeurd, grijpt Eurocommissaris Vitorino (Justitie en Binnenlandse Zaken) de recente aanslagen in de Verenigde Staten aan om de moeizame Europese samenwerking op zijn terrein een nieuwe zet te geven.
Vandaag worden zijn voorstellen besproken door de Europese ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken op een speciale vergadering in Brussel. Vitorino legde hun ook plannen voor tot nauwere samenwerking op politie- en veiligheidsgebied. Zo zou Europol, de Europese politie-eenheid, moeten uitgroeien tot een echte inlichtingendienst die informatie uit alle lidstaten verzamelt. Verder zou Europol een samenwerkingsakkoord moeten kunnen tekenen met haar Amerikaanse tegenhangers. Ook Eurojust, het samenwerkingsorgaan voor magistraten dat in de kinderschoenen staat, zou een rol moeten spelen in de internationale terrorisme-bestrijding. Het debat hierover vormt de opmaat voor een extra top van EU-regeringsleiders, morgen, over dit onderwerp.
Volgens diplomaten is de kans klein dat de ministers vandaag verder komen dan ,,een verklaring van goede wil”. Vitorino’s voorstellen zijn kraakvers, en moeten eerst door juristen in de lidstaten worden bestudeerd. Maar vooral politiek zijn ze controversieel. Hoewel de Europese regeringsleiders in 1999 in het Finse Tampere besloten om hun nationale beleid op het terrein van justitie en binnenlandse zaken te harmoniseren, is daar nog weinig van terechtgekomen omdat de lidstaten vasthouden aan hun soevereiniteit.
Het waren Duitsland en Spanje die, na de aanslagen op 11 september, aandrongen op deze extra ministerraad. Duitsland ziet nu een kans om een leidende rol te spelen in een gemeenschappelijk beleid. En Spanje is de huidige moeizame uitleveringsprocedures beu, dat het soms onmogelijk maken om Baskische verdachten van elders uit de EU naar Spanje te krijgen. Vandaar dat de Commissie, die al bezig was met voorstellen over terrorisme en het aanhoudingsbevel, de publicatie vervroegde. Maar de Scandinavische landen en Nederland staan er `Tampere’ te spijt – huiverig tegenover. En het veto van één lidstaat is genoeg om een heel voorstel van tafel te vegen.
Het ene voorstel moet internationale terroristen-netwerken de pas afsnijden. Slechts zes Europese landen hebben het woord `terrorisme’ in de wet staan; straffen variëren van land tot land. ,,Door het vrije personenverkeer opereren terroristen nu vaak in landen met de lichtste straffen. Daar moeten we een stokje voor steken”, zei Vitorino gisteren.
Radicaler is zijn voorstel voor een Europees arrestatiebevel. Hij wil dat een verdachte binnen de Unie binnen drie maanden wordt uitgeleverd als een EU-land daar om vraagt. Als hij al veroordeeld is kan hij zijn straf zelfs uitzitten in het land waar hij wordt gearresteerd. Nu is uitlevering vaak een politieke beslissing: hét probleem is dat het ene land niet op de rechtspraak in andere landen vertrouwt. Vitorino’s voorstel is juist gebaseerd op wederzijdse erkenning van elkaars rechtssystemen. Die erkenning vormt de hoeksteen van `Tampere’ een principe dat, zo zeggen velen, ook na de aanslagen in de VS gemakkelijker met ronkende verklaringen dan met concrete daden wordt ondersteund.