• Buro Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, de overheid in Nederland en Europa kritisch volgt. Een grond-rechten kollektief dat al 30 jaar publiceert over uitbreiding van repressieve wetgeving, publiek-private samenwerking, bevoegdheden, overheids-optreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.
  • Publicaties

  • Migratie

  • Politieklachten

  • Nederland danst nog niet met de duivel

    Trouw
    2001-11-03

    PARIJS, AMSTERDAM – De woordvoerder van de Nederlandse anti-terreurofficier Van der Moolen kiest zijn woorden zorgvuldig, gevraagd naar de verhouding met Frankrijk. ,,In het algemeen werken wij tot dusver professioneel samen.” De hartelijkheid straalt er niet vanaf.
    Twee als zeer gevaarlijk aangemerkte verdachten van terrorisme, die in Nederland verbleven, zijn ontsnapt omdat Frankrijk en Nederland er niet uit kwamen met het rechtshulpverzoek. De ruzie is hoog opgelopen.
    Formeel zijn er geen fouten gemaakt. Frankrijk kent wetgeving die deelname aan een terroristische organisatie uitdrukkelijk verbiedt, Nederland niet. Als Frankrijk verzoekt telefoons af te tappen, omdat de eigenaars worden verdacht van terrorisme, kan Nederland zeggen: terrorisme is bij ons geen erkend vergrijp. Daarmee is de telefoontap van de baan, tenzij de Fransen een reden aandragen die hier wel tot de strafbare feiten behoort.
    In dit geval vroeg Nederland om aanvullende informatie. Het Franse verzoek was niet meer dan ‘een briefje’, luidt het. Maar het parket in Parijs ontkent ooit antwoord te hebben gekregen. Frankrijk vindt dat Nederland, wel wat meer initiatief had mogen nemen. En de zaakofficier, Michel Debacq, zegt dat Parijs heus geen vodje heeft ingeleverd, maar ‘een verzoek met alles erop en eraan.’


    De Franse officier van justitie Marc Trividic, belast met terreurbestrijding, zei onlangs al in Trouw dat terroristen naar Nederland gaan ‘om rustig te kunnen werken.’ Hij legt uit: ,,In Frankrijk, Italië en België worden ze opgepakt, dus trekken ze nu naar landen als Nederland en Denemarken, die niet gewoon zijn hen op te sporen.” Dat Nederland niet hard achter de terroristen aangaat, heeft volgens hem minder te maken met een hiaat in de wetgeving, dan met de wil om alle beschikbare instrumenten te gebruiken.
    Frankrijk is voortrekker in de bestrijding van het internationale terrorisme, maar dat land is dan ook vaak doelwit geweest van moslim-extremisten. Iets dergelijks geldt voor Israël en in mindere mate voor Italië. ,,Ik wens het natuurlijk niemand toe, maar Nederland zou pas wakker schrikken als er een vliegtuig op de Rotterdamse haven invloog”, zegt een goed ingevoerde buitenlandse diplomaat. De inzet van Nederland is kleiner, omdat terroristen die zich hier ophouden, hun acties elders uitvoeren. Nederland heeft er geen last van.
    De nieuwste rel gaat over de arrestaties van moslim-extremisten in Rotterdam en Brussel, enkele dagen na de aanslagen op de VS. Ze zijn betrokken bij een netwerk dat heel Europa omspant en de Amerikaanse ambassade in Parijs wilde opblazen. Arrestaties in Engeland, Frankrijk, Duitsland en Spanje volgden dan ook snel. Volgens de Rotterdamse persofficier is het oprollen van het hele netwerk te danken aan speurwerk van de BVD.
    Een gotspe, vindt justitie in Parijs. De informatie over alle verdachten is afkomstig van Djamel Beghal, een in Doebai gearresteerde Algerijn, die al sinds juli in Franse handen is. De tip over de Rotterdamse cel kreeg de BVD van haar Franse evenknie. De arrestaties in Rotterdam en Brussel zouden juist hebben plaatsgevonden zonder overleg met andere Europese landen, waardoor die nu hals over kop óók moesten overgaan tot aanhoudingen. Direct na de arrestaties zei de Rotterdamse persofficier al dat het tijdstip van de arrestaties door de aanslagen op de VS was vervroegd. Volgens de Fransen was het onervaren Nederland in paniek. De bewijzen zouden door de haast mager zijn.
    Alle betrokkenen merken wel dat sinds 11 september in Nederland de politieke wil groeit om het terrorisme aan te pakken. Bleven Nederlandse vertegenwoordigers vóór ‘het WTC’ weg bij vergaderingen over Europese justitiesamenwerking, nu zitten zij wel aan tafel. Minister Korthals zinspeelt zelfs al op het inzetten van criminele burgerinfiltranten, elders gebruikelijk, maar sinds de IRT-affaire in Nederland een absoluut taboe. ,,Terreurbestrijding is dansen met de duivel”, zegt de buitenlandse diplomaat. ,,Je moet bereid zijn geld te betalen aan een crimineel om er een of twee levens mee te redden. Het is een vuil spel.”