• Buro Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, de overheid in Nederland en Europa kritisch volgt. Een grond-rechten kollektief dat al 30 jaar publiceert over uitbreiding van repressieve wetgeving, publiek-private samenwerking, bevoegdheden, overheids-optreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.
  • Publicaties

  • Migratie

  • Politieklachten

  • Klachtensoap als witwasoperatie van integrale wetenschapsfraude van Tilburg University

    Naar aanleiding van een onderzoek van Buro Jansen & Janssen wordt een klacht ingediend tegen wetenschappers van Tilburg University die betrokken zijn geweest bij ‘Integraal Appel.’ Deze klacht wordt afgewezen. Volgens Tilburg University zou er geen sprake zijn van ‘wetenschapsbeoefening’, het rapport zou slechts een bewustwordingsdocument zijn.

    Het oordeel dat ‘Integraal Appel’ geen wetenschappelijk publicatie is, is bevreemdend omdat volgens Tilburg University een Tilburgse hoogleraar “bij de begeleiding van de analisten en de redactie van de eerste conceptversie van het Rapport” namens Tilburg University “als wetenschappelijke onderzoeker” betrokken was, en volgens eigen zeggen begeleidde die onderzoeker “het rekenwerk” (het Brabants Dagblad van 15 november 2018) en werkte intensief mee aan de publicatie en gebruikte zelfs de gegevens van ‘Integraal Appel’ in 2017 voor een eigen wetenschappelijke publicatie.

    Inhoudelijk gaat de universiteit niet in op de klacht terwijl het wel schrijft dat “door de vermelding van Tilburg University op het Rapport de schijn is gewekt dat het Rapport wetenschappelijk verantwoord is.” Het eindoordeel van de universiteit is dan ook een soort slapstick van allerlei verdedigingslijnen zoals dat er geklaagd is over een verkeerde versie van het document, dat er geklaagd is over een concept dat nooit is afgerond, dat het handelen van de onderzoeker wetenschappelijk is maar het resultaat een ‘emo-document’ en dat de beklaagde hoogleraar in zijn eentje slechts zijdelings betrokken was bij ‘Integraal Appel’.

    Op 23 februari 2021 publiceerde Buro Jansen & Janssen het onderzoek ‘Integraal Appel, Nepwetenschap van Tilburg University.’ Het onderzoek is een analyse van een ‘vertrouwelijke’ publicatie van het Regionaal Informatie- en Expertise Centrum (RIEC), het afpakteam Brabant en Tilburg University. Op de ‘vertrouwelijke’ publicatie worden geen auteurs genoemd, wel instanties. ‘Integraal Appel’ wordt in 2012 en 2013 opgesteld en begin 2014 aan de Tilburgse gemeenteraad gepresenteerd. Het NRC heeft de primeur om uit het geheime document te publiceren.

    Het artikel van Marcel Haenen onder de kop ‘Tilburg wietstad’ zet de toon voor de discussie in de jaren die volgen. In het artikel wordt de opbrengst van wiet in Tilburg, door de onderzoekers van ‘Integraal Appel’ geschat op €728 à €884 miljoen euro, afgerond op 800 miljoen euro, evenveel als de begroting van de gemeente Tilburg. In het onderzoek van Buro Jansen & Janssen ‘Integraal Appel, Nepwetenschap van Tilburg University’ wordt de publicatie van onder andere Tilburg University ontleed.

    De conclusie van het onderzoek is vernietigend: “Onderzoek van Buro Jansen & Janssen maakt duidelijk dat bijna alle cijfers die de wetenschappers gebruiken, zijn aangedikt. Wetenschappelijke standaarden lijken niet gebruikt en aan verificatie of falsificatie van schattingen wordt niet gedaan. Rekenmethodes voor de wietproductie in Nederland, de provincie Noord-Brabant en Tilburg verschillen totaal van elkaar, zijn arbitrair en onderling tegenstrijdig. Soms worden gegevens van de politie gebruikt, soms twijfelachtige gegevens van het platform Energiediefstal en soms de ongefundeerde beweringen van de verdachte Alain S.”

    De verdachte Alain S. was al eerder in het nieuws gekomen in het NPO-radioprogramma Argos van 6 oktober 2018 met als titel ‘Belangrijk rapport over wietteelt gebaseerd op dubieuze bron.’ In dat programma komen twee wetenschappers aan het woord die twijfelen aan de betrouwbaarheid van het rapport. Dhr. Vols van de Universiteit Groningen trekt de “motieven, de geloofwaardigheid en de betrouwbaarheid” van de bron Alain S. in twijfel. Mw. Maalsté van de Universiteit Utrecht stelt dat naast de betrouwbaarheid van de bron ook vraagtekens zijn te zetten bij de methode van onderzoek van ‘Integraal Appel’. Zij zegt dat er “aanname na aanname na aanname is gedaan en berekeningen uitgevoerd” op basis van de gegevens van de bron die volgens haar onbetrouwbaar is.

    In het radioprogramma doet voormalig burgemeester van Tilburg Peter Noordanus (PvdA) de kritiek af als “letterlijk en figuurlijk een academische discussie”. ‘Integraal Appel’ zou een reëel beeld schetsen en gebaseerd zijn op andere, wetenschappelijke bronnen. Argos schetst echter een beeld van een dubieuze verdachte bron die de gegevens zou hebben geleverd voor een wetenschappelijke publicatie. Hoogleraar Spapens, verantwoordelijke voor de publicatie, ziet zich daarom genoodzaakt een maand later op 15 november 2018 te reageren in het Brabants Dagblad: “de Tilburgse hoogleraar criminologie Toine Spapens -als ‘kritisch klankbord’ – het rekenwerk van zijn vier collega’s begeleidde.”

    De academische discussie lijkt dan ter ziele. Dhr. Vols en mw. Maalsté laten de publicatie ‘Integraal Appel’ voor wat het is. Buro Jansen & Janssen is echter verbaasd over het feit dat nepwetenschap wordt gebruikt in het publieke debat, de media en door de overheid en start een onderzoek dat uiteindelijk na publicatie resulteerde in eerst een melding die niet door de universiteit werd geaccepteerd en vervolgens een klacht over wetenschappelijke integriteitsschending op 20 april 2021.

    Al met al duurde het vervolgens zeven maanden tot 18 november 2021 eer de Commissie Wetenschappelijke Integriteit (CWI) tot een oordeel komt en de klacht afwijst. De commissie bestaat uit hoogleraar recht, economie en bestuur en plaatsvervangend rechter dhr. Hol, professor econometrie dhr. Nijman en marketing professor mw. Gijsbrechts. Dat het zo lang duurt, heeft volgens de commissie te maken met het feit dat in eerste instantie getwijfeld is aan het feit of ‘Integraal appel’ een publicatie is waarbij de universiteit betrokken is en vervolgens wie er van Tilburg University aan de publicatie heeft meegewerkt. Veel communicatie met het CWI is er niet behalve dat de Commissie de klager beschuldigt van het schenden van de geheimhoudingsplicht en daarom geen inzage geeft in het verweerschrift van de hoogleraar. Welke geheimhouding geschonden zou zijn maakt de commissie pas duidelijk na ontvangst van het verweerschrift van de beklaagde hoogleraar.

    De beklaagde hoogleraar schrijft in zijn verweerschrift van 6 september 2021 dat “de klager de geheimhoudingsplicht heeft geschonden door de bij de klacht gevoegde bijlagen (het onderzoek van Buro Jansen & Janssen, een artikel over de rol van de media, een portret van de verdachte Alain S. en de rol van ‘Integraal Appel’ in bijvoorbeeld de rechtszaal red.) voorafgaand aan het initiëren van de klachtenprocedure openbaar te maken op zijn website.” De commissie en het College van Bestuur nemen deze klacht van beklaagde hoogleraar over en de klager ontvangt het verweerschrift niet, kan er niet op reageren en onthoudt de klager een hoorzitting. Op 3 oktober 2021 tekent de klager hier bezwaar tegen aan, maar de commissie reageert niet op het bezwaar en schuift die terzijde. Waarom Tilburg University een onderzoek van een onafhankelijke organisatie wilde censureren nadat er een klacht is ingediend tegen een hoogleraar, wordt door de universiteit niet uitgelegd.

    Het uiteindelijke oordeel van het CWI en het College van Bestuur is niet opvallend. De klacht wordt natuurlijk afgewezen terwijl beklaagde hoogleraar wel het onderzoek en de gegevens van ‘Integraal Appel’ gebruikt voor een andere wetenschappelijke publicatie uit 2017 van Tilburg University, ‘Cannabis cultivation in the Tilburg area How much money is involved and where does it go?’ dat opgenomen is in de publicatie ‘The many faces of crime for profit and ways of tackling it’ van Duyne, P. C., Harvey, J., Antonopoulos, G. A. & von Lampe, K. (eds.) Wolf Legal Publishers. Deze publicatie staat ook in de lijst van ‘research output’ van de department of criminal law van Tilburg University. Het artikel is een beknopte Engelse versie van ‘Integraal Appel’.

    De beklaagde hoogleraar reageert in zijn verweerschrift op alle inhoudelijke punten van de klacht en houdt het niet bij een korte verwijzing naar het feit dat het om een bewustwordingsdocument gaat en niet om een wetenschappelijke publicatie, hoewel hij dit wel beweert: “Het Rapport (‘Integraal Appel’ red.) is geen wetenschappelijke publicatie en geen vakpublicatie, maar een bewustwordingsdocument.”

    Volgens beklaagde hoogleraar hebben de analisten waar hij mee werkte Tilburg University op ‘Integraal Appel’ gezet en vond beklaagde hoogleraar “het ongemakkelijk om de analisten te verzoeken om de vermelding te verwijderen, omdat dit het gevoel zou kunnen oproepen dat hij hun werk zou diskwalificeren.” Waarom beklaagde hoogleraar als medewerker van Tilburg University tot nu toe echter de enige is die het rapport verdedigt, en niet een van de analisten, leggen hij en de universiteit niet uit. Ook niet waarom hij schrijft dat het rapport ‘geen wetenschappelijke publicatie’ en ‘geen vakpublicatie’ is, maar een bewustwordingsdocument en zelfs slechts een concept terwijl de beklaagd de hoogleraar het wel integraal gebruikt voor een eigen wetenschappelijke publicatie in 2017.

    Hoewel het verweerschrift niet openbaar is roept het inhoudelijke verweer van beklaagde hoogleraar, dat in het oordeel van het CWI wordt weergegeven, veel vragen op. De beklaagde hoogleraar reageert op drie manieren op de klachten. Of de klachten zouden “feitelijke onjuistheden of bewoordingen die niet in het Rapport voorkomen” bevatten. Of de klachten zijn “vage dan wel niet met bewijs onderbouwde verwijten.” Of de klachten zijn niet terecht want zien op zaken die onderdeel uitmaken van “het wetenschappelijk debat.” De reactie van de beklaagde hoogleraar is bevreemdend.

    Hij zegt bijvoorbeeld dat de klacht dat ‘Integraal Appel’ “geen inzicht geeft in de afspraken die zijn gemaakt tussen aan de ene kant Tilburg University en aan de andere kant het Integraal afpakteam Brabant en Regionaal Informatie en Expertise Centrum (RIEC) Zuid-West Nederland en Oost Brabant of de politie over de toegang tot de verdachte en de gegevens van de verdachte,” vaag is. ‘Integraal Appel’ geeft echter niet aan of er afspraken zijn gemaakt met de verdachte Alain S. en bij navraag bij politie, openbaar ministerie en de gemeente Tilburg blijkt dat er geen afspraken met de verdachte zijn gemaakt. Het is zelfs de vraag of de verdachte toestemming heeft gegeven voor het gebruik van de gegevens.

    Daarnaast zijn er negen afzonderlijke klachten over de gegevens die de verdachte Alain S. levert voor de publicatie van Tilburg University. De beklaagde hoogleraar doet de meeste af als vaag, een vindt hij feitelijk onjuist en een zou toebehoren aan het wetenschappelijke debat. De klachten gaan echter over fundamentele aspecten van wetenschappelijk onderzoek zoals “welke gegevens de onderzoekers van de verdachte hebben gebruikt”, of de verklaringen van de verdachte zijn gewogen, hoe de onderzoekers de verklaringen van de verdachte hebben verkregen, of dat de betrouwbaarheid van de beweringen van de verdachte niet zijn vastgesteld en andere vragen die bij de verdachte bron kunnen worden gezet. Zeker met het radioprogramma ‘Belangrijk rapport over wietteelt gebaseerd op dubieuze bron’ in het achterhoofd en de vragen die dhr. Vols bij de “motieven, de geloofwaardigheid en de betrouwbaarheid” van de bron Alain S. zet, is het verweer van vaag nogal mager en vreemd. Want wie is er nu vaag?

    Vijftien klachten hebben betrekking op verschillende aspecten van het feit dat ‘Integraal Appel’ berekening opvoert over de wietindustrie op drie niveaus: Het landelijke niveau, het provinciale niveau (alleen Noord-Brabant) en het lokale niveau (alleen Tilburg). De klachten gaan over het gebruik van verschillende rekenmethodes op de drie niveaus, het ontbreken van methodologische uitleg over de gebruikte rekenmethodes, het gebruik van verschillende datasets, gegevens en uitgangspunten op de verschillende niveaus, het shoppen in het gebruik van lage of hoge schattingen van verdachte Alain S. en politiefunctionarissen op de drie niveaus, het introduceren van nieuwe aspecten van de wietindustrie op het lokale niveau en andere aspecten met betrekking tot de wetenschappelijke onderbouwing van de berekeningen op drie niveaus. De beklaagde hoogleraar doet deze klachten af als behorende bij het wetenschappelijke debat en gaat niet inhoudelijk in op het ontbreken van enige wetenschappelijke verantwoording in ‘Integraal Appel.’

    Bij de hele klachtensoap van Tilburg University vallen een aantal bijzondere zaken op. Het CWI en het College van Bestuur volgen alle opmerkingen van de beklaagde hoogleraar. Een eigen beoordeling van het onderzoek van Buro Jansen & Janssen is in hun reactie niet te vinden. De beklaagde hoogleraar is dan ook een lokale en nationale bekendheid. Na het indienen van de klacht op 20 april 2021 besluit de commissie ruim een maand later om eerst maar eens een verkennend onderzoek te doen naar de klacht. Volgens de commissie is het onduidelijk wie “betrokken is bij het onderzoek en in welke vorm en is ook onduidelijk welke onderzoekers van Tilburg University medewerking hebben verleend aan het onderzoek en in welke mate.” Blijkbaar komt de commissie niet uit zijn woorden en schrijft twee keer hetzelfde op in een poging om te bedenken hoe onder de behandeling van de klacht uitgekomen kan worden.

    Wie er betrokken is bij het onderzoek is al sinds 2014 bekend zowel door berichten in de media, als het eigen orgaan van de universiteit, maar ook door de klacht zelf. In de klacht van 20 april 2021 staat de naam van de beklaagde hoogleraar genoemd: “Een van de onderzoekers is waarschijnlijk dhr. Spapens.” Dit schrijft het CWI ook bij de inhoud van de klacht in haar eindoordeel. De commissie heeft dan ook tijdens een verkennend onderzoek op 21 juni 2021 een gesprek met de beklaagde hoogleraar, waarvan de inhoud niet openbaar is gemaakt. Vervolgens is er blijkbaar een verdedigingsstrategie afgesproken, waarbij een van de lijnen is dat de klager over de verkeerde versie klaagt. Een andere verdedigingslijn is dat de klacht gaat over een conceptversie van ‘Integraal Appel’ dat niet is afgerond, dat het rapport niet wetenschappelijk is omdat het een ‘emo-document’ is en tot slot dat de beklaagde hoogleraar slechts zijdelings betrokken was bij ‘Integraal Appel’.

    Om de klacht af te wijzen omdat de klager over een verkeerd document zou klagen wordt de klager, drie maanden na het indienen van de klacht, op 26 juli 2021 gevraagd “het rapport waarop uw klacht betrekking heeft aan de commissie te overleggen.” De klager stuurt daarop een link naar het document dat te vinden is in het online archief van de gemeente Tilburg. Het gaat om de versie van ‘Integraal Appel’ dat door Tilburg University vertrouwelijk aan de gemeenteraad is gepresenteerd. Het handelen van de commissie is nogal vreemd omdat in de bijlagen van de klacht van 20 april 2021 een link naar de dezelfde publicatie staat. Het CWI heeft de klacht en de bijlagen dus niet bestudeerd.

    Hoewel de beklaagde hoogleraar publiekelijk ‘Integraal Appel’ verdedigt, wordt in de klachtensoap het concepten schimmenspel verder verfijnd. Al is het beklaagde document via de Wob openbaar gemaakt, de naam Tilburg University zelfs op de eerste pagina staat en gepresenteerd is aan de volksvertegenwoordigers van de gemeente Tilburg stelt het College van Bestuur dat er geklaagd is over een versie van ‘Integraal Appel’ waarbij de beklaagde hoogleraar niet betrokken was. De beklaagde hoogleraar zou betrokken zijn geweest bij “een eerdere conceptversie en als commentator van twee concepten.” Of die conceptversie en concepten andere berekeningen, andere methodieken en wel wetenschappelijke waren, wordt door Tilburg University niet aangegeven.

    De soap verdiept zich omdat volgens het CWI ‘Integraal Appel’ zelfs “nooit definitief is afgerond”. In het eindoordeel van het CWI en in het oordeel van het College van Bestuur wordt daarom gesproken over “conceptversie van oktober 2013”. Waarom deze “conceptversie” dan gepresenteerd is aan de regionale driehoek en de Tilburgse gemeenteraad en wat daarbij is gezegd, maakt Tilburg University en de beklaagde hoogleraar niet duidelijk. Het is dan ook vreemd dat de universiteit schrijft dat “een wetenschappelijke publicatie in een wetenschappelijk tijdschrift duidelijk niet is beoogd,” terwijl de beklaagde hoogleraar in 2017 een Engelse versie van ‘Integraal Appel’ schrijft voor een wetenschappelijke publicatie die ook op de website van de universiteit staat vermeld.

    De conceptversies stoelendans van Tilburg University is absurd, helemaal omdat alle versies door de universiteit niet openbaar zijn gemaakt om zo te verifiëren wat de verschillen zijn. Blijkbaar erkent de universiteit dit manco ook en bagatelliseert ze de rol van de beklaagde hoogleraar bij de publicatie. “Bij dit proces was de rol van Beklaagde zeer beperkt, namelijk het becommentariëren van een tweetal conceptversies,” schrijft het CWI. Als de universiteit het hierbij had gelaten, was het bizar geweest, maar niet absurd. Dit wordt het omdat de commissie een laatste zin toevoegt aan conceptversies dans: “Deze rol van Beklaagde is overigens voor de Commissie voor het eerst duidelijk geworden in het verweerschrift en was voor haar niet duidelijk bij de beoordeling van de ontvankelijkheid van de Klacht.”

    Wilde de universiteit de klacht eigenlijk niet ontvankelijk verklaren, maar raakte het verstrikt in de conceptversies, het aantal gewerkte uren van beklaagde hoogleraar voor ‘Integraal Appel’, de vele rollen die hij daarbij zegt te hebben vervuld en de vele betrokkenen van de universiteit bij de publicatie? Want een ding is zeker. De beklaagde hoogleraar was namens Tilburg University als “wetenschappelijk onderzoeker” betrokken bij het onderzoek. Hij werkte intensief aan de publicatie, namelijk in totaal 21 dagen in de periode van september 2012 tot november 2013, vier fulltime weken ofwel een fulltime maand in iets meer dan een jaar. Naar alle waarschijnlijkheid werd hij betaald door Tilburg University. In het Brabants Dagblad van 15 november 2018 zegt hij zelfs dat hij “het rekenwerk begeleidde”. De beklaagde hoogleraar spreekt in het artikel niet over conceptversies of een niet afgerond onderzoek. En uiteindelijk gebruikt de beklaagde hoogleraar een verkorte Engelse versie van ‘Integraal Appel’ in 2017 als een eigen wetenschappelijke publicatie voor een wetenschappelijk boek.

    De commissie neemt van de beklaagde hoogleraar over dat hij de enige werknemer van Tilburg University was die werkt aan ‘Integraal Appel’. Het CWI heeft daar zelf geen onderzoek naar gedaan terwijl ook die bewering van de beklaagde hoogleraar niet waar is. Een voormalig collega van beklaagde hoogleraar, dhr. Tops die in 2013 ook voor Tilburg University en de Taskforce B5 en/of het IAB werkte, schrijft in zijn boek ‘De achterkant van Nederland’ uit 2017 dat onderzoekers van de universiteit van Tilburg het rekenwerk hebben uitgevoerd. Dit wordt ook door de beklaagde hoogleraar in 2018 in het Brabants Dagblad bevestigd als hij zegt dat hij “het rekenwerk van zijn vier collega’s begeleidde.” De rol van de beklaagde hoogleraar fluctueert door de tijd. In 2013 is de beklaagde hoogleraar ‘rapporteur’ en ‘meedenker’ van “een jongere generatie van criminologische onderzoekers en recherchekundigen” van ‘Integraal Appel.’ In 2017 ‘scientific advisor’ maar ook ‘auteur’, in 2018 ‘klankbord’ en in het CWI oordeel van alles wat ‘begeleider’, ‘redacteur’ en ‘commentator.’

    Het moge duidelijk zijn dat een team van Tilburg University aan ‘Integraal Appel’ heeft gewerkt, vandaar ook dat de beklaagde hoogleraar het onderzoek in 2017 toe-eigent in een eigen wetenschappelijke publicatie. Dit verklaart ook het feit dat vooral mensen van de Tilburg Law School van Tilburg University waar de beklaagde hoogleraar werkt actief ‘Integraal Appel’ gebruiken en promoten zoals dhr. Tops in zijn boek en zoals een andere collega van de beklaagde hoogleraar, dhr. Fijnaut, in een publicatie in 2016 van de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur (NSOB). Dhr. Fijnaut en zelfs dhr. Noordanus zaten in de begeleidingscommissie van die publicatie.

    In juli 2021 publiceert Lex Bouter, hoogleraar methodologie en integriteit aan de Vrije Universiteit en het Amsterdam UMC een onderzoek naar integriteit bij wetenschappers. De conclusie is schokkend. “Ruim de helft van de wetenschappers in Nederland zondigt regelmatig tegen wetenschappelijke regels door onwelgevallige onderzoeksresultaten weg te laten, problemen met de methodiek van een studie te verzwijgen of selectief te citeren uit de beschikbare literatuur,” schrijft het NRC naar aanleiding van het onderzoek van Bouter. Tilburg University deed aan het onderzoek van Bouter mee, maar lijkt de schokkende resultaten niet serieus te nemen.

    Het onderzoek van Buro Jansen & Janssen toont namelijk overtuigend aan dat er sprake is van wetenschapsfraude bij ‘Integraal Appel.’ Zelfs als de universiteit zou vinden dat dat niet waar is, zou een gepast onderzoek naar de beweringen van Buro Jansen & Janssen op zijn plaats zijn. Helemaal omdat wetenschapsfraude eerder in 2011 bij Tilburg University is ontdekt. Een ander hoogleraar, dhr. Stapel, bleek toen op grote schaal te hebben gefraudeerd met onderzoeksgegevens. Bij ‘Integraal Appel’ heeft de beklaagde hoogleraar ook met gegevens gefraudeerd, wetenschappelijke regels overtreden, onwelgevallige onderzoeksresultaten weggelaten, problemen met de methodiek en de methodiek zelf verzwegen, selectief geselecteerd uit de beschikbare literatuur en een onderzoek in elkaar geknutseld dat tot doel heeft het repressieve drugsbeleid te legitimeren. Hier is niet alleen sprake van wetenschapsfraude maar ook van ondermijning van de rechtstaat omdat het onderzoek zijn weg zelfs heeft gevonden naar de rechtszaal en gebruikt wordt bij het bestraffen van verdachten.

     

    Integraal Appel, Nepwetenschap van Tilburg University (samenvatting)

    Integraal Appel, Nepwetenschap van Tilburg University

    Het fata morgana van Tilburg Wietstad

    Integraal Appel, Nepwetenschap van Tilburg University (Onderzoek)

    Melding 7 april 2021 schending wetenschappelijke integriteit Tilburg University

    Klacht schending wetenschappelijke integriteit tilburg university 20042021

    Besluit klachten commissie tilburg university integraal appel

    Oordeel college van bestuur tilburg university integraal appel

    20211021 – Advies CWI 2021-02 geanonimiseerd DEF

    Absurdistische mail wisseling met cwi juli 2021

    Brief cwi weigering inzage verweerschrift 17 september 2021

    Klacht over cwi geen antwoord cvb tilburg university 13 oktober 2021