• Buro Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, de overheid in Nederland en Europa kritisch volgt. Een grond-rechten kollektief dat al 30 jaar publiceert over uitbreiding van repressieve wetgeving, publiek-private samenwerking, bevoegdheden, overheids-optreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.
  • Publicaties

  • Migratie

  • Politieklachten

  • fort2_55

    119 5 De voorbereiding van de operationele projecten in de winter van 1997 5.1 Inleiding In de loop van december 1996 gingen de twee onderzoeksteams over tot de verdere uitvoering van de plannen  die  zij  in  november  hadden  geformuleerd.  Hierna  zal  eerst  in  grote  lijnen  worden  geschetst welke activiteiten door beide teams tot en met maart 1997 werden ondernomen. Waarom tot in deze maand? Omdat zij toen – wat later dan in de zomer van 1996 was afgesproken – hun voorbereidingen afsloten   met   voorstellen   voor   het   eigenlijke   onderzoek.   Vervolgens   zal   worden   ingegaan   op   de samenwerking tussen de beide teams zoals die aan de hand van de verslagen van zowel hun interne overleg als hun onderlinge beraadslaging kan worden gereconstrueerd. In het verlengde hiervan wordt hun  samenwerking  met  de  andere  parketten  respectievelijk  politiekorpsen  in  ogenschouw  genomen. Hoe   op   het   niveau   van   het   college   van   procureurs-generaal   en   het   ministerie   van   Justitie   werd gedacht  over  de  verdere  aanpak  van  het  onderzoek,  zal  worden  besproken  bij  de  voortgang  van  het onderzoek van spoor 2, omdat de discussie die op dat niveau plaatsvond hoofdzakelijk betrekking had op   dit   onderzoek.   Tenslotte   wordt   niet   alleen   ingegaan   op   de   voortgang   van   sommige   van   de aanpalende  onderzoeken  die  in  het  vorige  hoofdstuk  ook  al  werden  aangehaald  maar  wordt  ook geschetst  hoe  in  de  onderhavige  periode  –  naast  de  sporen  1  en  2  –  een  heus  derde  spoor  tot ontwikkeling  kwam.  Dat  dit  de  onderlinge  verhoudingen  die  door  het  eigen  onderzoek  van  het  parket Amsterdam  –  eigenlijk  een  vierde  spoor  –  toch  al  zo  ingewikkeld  lagen,  nog  meer  compliceerde, spreekt welhaast voor zichzelf. 5.2 Het verdere onderzoek van spoor 1: onderzoek 96060 Uit  zowel  verslagen  van  vergaderingen  van  spoor  1  als  overzichten  van  de  ondernomen  activiteiten blijkt  dat  de  leden  van  het  betrokken  team  in  de  maanden  december  1996  tot  en  met  februari  1997 heel  wat  tijd  hebben  besteed  aan  de  bestudering  van  het  Fort-archief,  hoewel  de  verantwoordelijke hoofdofficier, Holthuis, vanaf het begin zijn twijfels had aan het nut van deze exercitie188: “En dan was er natuurlijk het probleem dat het LRT moest beginnen met de analyse van het Fort-materiaal. Ik vind de opzet van het Fort-onderzoek, namelijk dat het op fact-finding was gericht, een misser van de eerste orde. Er worden zware conclusies getrokken, maar je had er strafrechtelijk niets aan. Er is veel onnodig kwaad gesticht.” Het   is   echter   bepaald   niet   zo   dat   alle   teamleden   uitsluitend   hebben   gewerkt   aan   gedetailleerde analyses van dit archief met betrekking tot de eerder benoemde subjecten. Een aantal van hen heeft in   die   maanden   nadrukkelijk   ook   reeds   geprobeerd   om   langs   andere   wegen   informatie   over   de bedoelde  personen  te  verzamelen.189  Samengevat  komen  deze  aanvullende  activiteiten  neer  op  het volgende:                                                 188 Interview H. Holthuis d.d. 17 januari 2001. 189 Voor hetgeen volgt is met name gebruik gemaakt van de vergaderverslagen van spoor 1 d.d. 10 en 16 december 1996 (C7), de voortgangsrapportage die op 15 januari 1997 door E. Noordhoek werd overgemaakt aan H. Holthuis (C7), het “Overzicht activiteiten 060” van 25 februari 1997 (C1), het “Overzicht CID-trajecten i.v.m. 060” van 27 februari 1997 (F24) en de “actielijst van alle rubrieken” van 14 maart 1997 (C1).