• Buro Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, de overheid in Nederland en Europa kritisch volgt. Een grond-rechten kollektief dat al 30 jaar publiceert over uitbreiding van repressieve wetgeving, publiek-private samenwerking, bevoegdheden, overheids-optreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.
  • Publicaties

  • Migratie

  • Politieklachten

  • fort2_98

    162 7 De verwikkelingen in de zomer en het najaar van 1997 7.1 Inleiding Dat “Amsterdam” en “Haarlem” eigenlijk ook niet door één deur konden werd al enigermate zichtbaar in  de  zomer  van  1997  toen  Snijders,  zonder  Teeven  daarbij  te  betrekken,  een  nieuwe  aanzet  gaf  tot zijn   onderzoek   naar   de   Colombiaanse   drugshandel   op   Nederland   in   de   voorafgaande   jaren:   het zogenaamde   “Schilderstraject”.   Maar   de   opbouw   van   dit   traject   was   niet   de   meest   opvallende ontwikkeling   in   deze   fase   van   het   onderzoek.   Het   kwam   bij   wijze   van   spreken   toen   pas   op kousenvoeten van de grond. De  meest  opmerkelijke  ontwikkeling  was  de  afbouw  van  spoor  2  en  de  ontmanteling  van  het bijbehorende team in ruimtelijk, financieel, personeel en het belangrijkst van al, in inhoudelijk opzicht: de  opsplitsing  van  het  onderzoek  in  een  aantal  deelprojecten.  Op  bepaalde  punten  verliep  dit  laatste niet zo gemakkelijk. Maar eind september 1997 was deze klus geklaard. De   tweede   belangrijke   ontwikkeling   omvatte   allereerst   de   aanzet   tot   de   opening   van   een (gerechtelijk)   vooronderzoek   tegen   J.   en   het   bijlopen   van   het   Haarlemse   onderzoek   naar   de “Taartman”.  Maar  als  gevolg  van  een  (tweede)  BVD-bericht  over  De  J.  en  een  familielid  d.d.  31  juli 1997  moest  het  onderzoek  van  het  LRT-team  ook  in  hun  richting  worden  uitgebreid.  Uit  de  stukken valt  af  te  leiden  dat  er  in  de  zomer  van  1997  door  het  team  keihard  werd  gewerkt  om  deze  drie deelonderzoeken verder op de rails te zetten, het deelonderzoek naar J. voorop. Het  onderzoek  naar  de  (berichten  over  de)  bedreiging  van  een  officier  dat  in  de  late  lente  van 1997  de  parketten  van  Amsterdam  en  Haarlem  had  samengebracht,  verloor  nog  deze  periode  zijn bindend   vermogen.   Halverwege   september   kwam   namelijk   vast   te   staan   dat   de   dreiging   die   had bestaan was geweken. Dit betekende echter niet de stopzetting van de analyse van het IRT-dossier. 7.2 De afbouw van spoor 2 Op initiatief van de plaatsvervanger van Zwerwer, Welschen, werd begin juli 1997 een lijst opgemaakt van activiteiten die met het oog op de afbouw van KL 26-01 moesten worden ondernomen.344 Op deze lijst   prijkten   kwesties   als   de   beschrijving   van   de   over   te   dragen   projecten,   de   herplaatsing   van personeel, de financiële verantwoording, bekendmaking van de afsluiting van het onderzoek et cetera. In  de  loop  van  juli  en  augustus  werden  de  meeste  van  deze  onderwerpen  ter  hand  genomen  en afgewikkeld. Een  klein  deel  van  de  projectbeschrijvingen  werd  direct  afgewerkt.  De  meerderheid  werd  eind augustus  opgesteld.  Dit  kwam  erop  neer  dat  per  project  een  kort  rapport  werd  geschreven  waarin melding  werd  gemaakt  van  de  status  van  de  betrokken  informatie,  van  de  bevoegdheid  om  er  kennis van  te  nemen,  van  de  overdracht  en  bruikbaarheid  van  de  informatie,  van  de  doelstelling  van  het project, van de onderzoeksmogelijkheden en van de mate waarin er onderzoek was verricht.345 Rond   10   juli   1997   schreef   Godlieb   de   politiekorpsen   aan   die   opsporingsambtenaren   hadden gedetacheerd   voor   het   onderzoek.   Hij   deelde   de   betrokken   diensthoofden   beleefd   mede   wat   het                                                 344 Vergelijk het concept van dit document in C9. Overigens geeft ook het journaal van het team dat werd bijgehouden tot 15 september 1997, een zeker beeld van de manier waarop zijn afbouw is verlopen (F2). 345 De rapporten (met bijlagen) bevinden zich in F2 en C10.