• Buro Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, de overheid in Nederland en Europa kritisch volgt. Een grond-rechten kollektief dat al 30 jaar publiceert over uitbreiding van repressieve wetgeving, publiek-private samenwerking, bevoegdheden, overheids-optreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.
  • Publicaties

  • Migratie

  • Politieklachten

  • fort3_55

    243 het   college   en   de   minister   van   Justitie   zou   worden   uitgelegd.   In   zijn   eigen   presentatie   was   dit onderdeel,  mede  op  verzoek  van  Ficq,  weggelaten  teneinde  het  accent  te  kunnen  leggen  op  de strategische hoofdpunten.546 In  de  vastgestelde  notulen  van  de  collegevergadering  van  6  oktober  1998  wordt  opgemerkt  dat het  060-onderzoek  gestaag  verliep.547   In   scherp   contrast   met   deze   observatie   stelde   Snijders   na afloop   van   de   vergadering   vast   dat   tijdens   de   presentatie   van   Noordhoek   eigenlijk   niets   over   de tactische  voortgang  van  het  061-onderzoek  was  verteld.548  De  informatie  die  onder  het  kopje  “LRT 060-onderzoek”  aan  de  orde  komt,  is  inderdaad  goeddeels  van  Haarlemse  origine.  De  passages  in kwestie  hebben  betrekking  op  de  NN-verklaringen  en  het  parallel-pv,  maar  niet  op  de  activiteiten  van het LRT.549 In tegenstelling tot het 061-onderzoek kwamen wel het 062-onderzoek en het 063-onderzoek kort ter  sprake.  Over  het  eerste  onderzoek  werd  gemeld  dat  de  hoofdverdachten  inmiddels  in  voorlopige hechtenis zaten. Het meest uitgebreid werd gesproken over de voors en tegens van de deal met R. in het  062-onderzoek.  Zoals  beschreven  is  in  hoofdstuk  10,  stemde  het  college  kort  na  afloop  van  de vergadering – na een hernieuwd advies van de CTC – in met het aangaan van een overeenkomst met de veroordeelde in kwestie.550 In het kader van het 063-onderzoek wordt in het verslag niet meer gezegd dan dat door Haarlem informatie  werd  veredeld.  Hieruit  kwam  de  mogelijke  betrokkenheid  van  een  andere  informant  naar voren. Snijders zou in zijn presentatie aanzienlijk uitgebreider op deze materie ingaan. Voordat  de  presentatie  van  Snijders  wordt  besproken,  is  het  van  belang  nog  even  stil  te staan  bij  het  punt  waaraan  de  Haarlemse  CID-officier  van  justitie  zich  het  meest  gestoord  had  in  de presentatie van Noordhoek: de pre-deal tussen het Amsterdamse parket en K. De overeenkomst was weliswaar geen zelfstandig onderwerp van de presentatie van Noordhoek – noch van die van Snijders trouwens  –  maar  kwam  tijdens  de  beraadslagingen  naar  aanleiding  van  deze  presentaties  wel  een aantal malen zijdelings aan bod. Volgens Snijders trachtte Ficq uit alle macht te vermijden dat de pre- deal  onderwerp  van  gesprek  zou  worden.551  Dit  weerhield  Snijders  er  niet  van  om  meermaals  zijn bedenkingen    over    de    wijze    van    totstandkoming,    de    wijze    van    uitvoering    en    de    (summiere) terugkoppeling van (informatie over) de contacten met K. te berde te brengen. Vanuit het college werd naar aanleiding van deze kritiek gewezen op het feit dat voor de pre-deal toestemming was gegeven, maar dat nog geenszins vaststond dat het tot een deal zou komen.552 In  het  verlengde  van  de  discussie  over  de  pre-deal  met  K.  speelde  nog  iets  anders,  namelijk  de deelname  van  Teeven  aan  de  klankbordgroep.  Het  college  achtte  de  deelname  van  Teeven  aan  dit gremium  gewenst,  maar  een  aantal  participanten,  in  het  bijzonder  Snijders  c.s.,  waren  fel  tegen  dit voorstel gekant. De contacten die Teeven had gelegd met K. vormden in dit verband de belangrijkste barrière.553 De presentatie van Snijders en Schouten                                                 546 Brief van J. Snijders d.d. 16 oktober 1998 aan D. Frijlink (D21). 547 Vastgestelde notulen van de vergadering van het college van procureurs-generaal d.d. 6-10-1998 (C5). 548 Brief van J. Snijders d.d. 16 oktober 1998 aan de secretaris van het college van procureurs-generaal (D21). 549 Snijders stelt in zijn commentaar op de conceptnotulen – een reactie die 13 pagina’s omvat waarin 40 punten worden behandeld  –  overigens  terecht  vast  dat  het  verslag  van  de  vergadering  op  een  aantal  punten  onjuist  en  onvolledig  is. Bovendien  lopen  elementen  van  diverse  onderzoeken  in  het  verslag  door  elkaar  heen.  De  Amsterdamse  officier  van justitie Teeven wordt bijvoorbeeld ten onrechte verbonden aan de deal in het 062-onderzoek. De laatstgenoemde deal wordt verderop in het verslag vervolgens ten onrechte in verband gebracht met het NN-GVO en het 061-onderzoek. Het verslag is weliswaar later op een aantal punten aangepast, maar de versie die uiteindelijk door het college is vastgesteld bevat onverkort een aantal onjuistheden. 550 Vastgestelde notulen van de vergadering van het college van procureurs-generaal d.d. 6-10-1998 (C5). 551 Interview J. Snijders d.d. 12 februari 2001. 552 Vastgestelde notulen van de vergadering van het college van procureurs-generaal d.d. 6-10-1998 (C5). 553 Brief van J. Snijders d.d. 16 oktober 1998 aan de secretaris van het college van procureurs-generaal (D21).