• Buro Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, de overheid in Nederland en Europa kritisch volgt. Een grond-rechten kollektief dat al 30 jaar publiceert over uitbreiding van repressieve wetgeving, publiek-private samenwerking, bevoegdheden, overheids-optreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.
  • Publicaties

  • Migratie

  • Politieklachten

  • de sturing

    Veel aandacht vandaag voor het lang verwachte rapport van de Commissie Dessens. De onthullingen van Snowden over het massale vastleggen van internet- en telecomverkeer weerhielden de Commissie Dessens er niet van om te pleiten voor uitbreiding van de SIGINT-bevoegdheden van de Nederlandse inlichtingen- en veiligheidsdiensten, zij het dat dit gepaard dient te gaan met verregaande controle van de kant van de CTIVD. En er valt iets te zeggen voor een zo technisch-neutraal mogelijke omschrijving van bevoegdheden in de wet. Het zou de discussie terug kunnen brengen tot de nut en de noodzaak van de bevoegdheden an sich. Maar juist die vraag wordt niet beantwoord in het onderzoek van de Commissie Dessens. Wat levert de uitbreiding van de bevoegdheden op aan bruikbare informatie en wat kost het aan privacy en burgerrechten? Dat zou nog eens een interessante discussie kunnen worden.

    lees meer

    ‘Gaan jullie stenen gooien?’ Inlichtingenoperatie rondom studentenprotest

    Dat studenten actie voeren tegen aangekondigde bezuinigingen op het onderwijs is van alle tijden. Daar is niets staatsondermijnend aan. Des te meer opmerkelijk dat diverse actieve studenten gedurende de acties en betogingen door de Regionale Inlichtingendienst en geheime dienst AIVD benaderd zijn met de vraag informant te worden.

    ‘Gaan jullie stenen gooien?’

    Eind 2009 stak er langzaam een storm van protest op tegen de bezuinigingen in het onderwijs. Al jaren wordt er zowel binnen de politiek als vanuit wetenschappelijke hoek geroepen dat er geïnvesteerd moet worden om het Nederlandse onderwijs op peil te houden. De regering van CDA en VVD met gedoogpartner PVV vindt echter dat ook het onderwijs moet korten in verband met de algemene economische malaise. De studentenbonden, maar ook docenten keerden zich tegen het beleid van staatssecretaris Zijlstra van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW).

    Naast de ‘officiële’ organen van studenten (LSVB en IOS) en de jongerenorganisaties van enkele politieke partijen (Dwars en Rood) ontstond er een keur aan actiegroepen. Verspreid over het land richtten studenten clubs op als de Kritische Studenten Utrecht (KSU), Kritische Studenten Nijmegen Arnhem (KSNA), Kritische Studenten Twente (KST), Professor Protest (Amsterdam), SACU (Studenten Actie Comité Utrecht), Onderwijs is een Recht (OIER, Landelijk) en de comités SOS Nijmegen en SOS Amsterdam.

    Actiegolf

    Vanaf april 2010 tot de zomer van 2011 spoelde een golf aan acties over het land. Ludieke acties op straat of in universiteiten, bezettingen van hogescholen en faculteiten en demonstraties in verschillende steden. In het najaar van 2010 nam het protest in omvang toe en in januari 2011 demonstreerden ruim 10.000 studenten tegen de bezuinigingen.

    Doel van de acties was van meet af aan duidelijk: geen kortingen op het onderwijs, zeker in een tijd dat de werkloosheid toeneemt. Ook al leefde er groot ongenoegen over het kabinet en gedoogpartner PVV, de regering omverwerpen was nooit een doelstelling. Oppositiepartijen en universiteits- en schoolbesturen verzetten zich samen met de studenten.

    Nu lopen ludieke acties, bezettingen en demonstraties wel eens uit de hand, maar zoals onderzoek van Buro Jansen & Janssen naar demonstratierecht in Den Haag heeft uitgewezen, gebeurt dit zelden. Als er al ongeregeldheden plaats vinden, zijn lang niet altijd de actievoerders de schuldigen. Veelal is het ook te wijten aan het optreden van de politie. Bij grote demonstraties is vaak ook een overmacht aan mobiele eenheid aanwezig. De laatste jaren blijven ernstige rellen dan ook uit.

    Begin 2011, op het hoogtepunt van de protestgolf, deed zich echter iets geks voor. Op de ochtend van vrijdag 21 januari meldde VVD-burgemeester Van Aartsen aan de NOS dat ‘de gemeente Den Haag aanwijzingen had dat radicalen de studentendemonstratie van vandaag willen verstoren’. Van Aartsen zei dat de politie die aanwijzingen baseerde op informatie afkomstig van ‘open en gesloten bronnen’.

    Tijdens die demonstratie vonden er enkele schermutselingen plaats, maar of daar de ‘radicalen’ bij betrokken waren waar Van Aartsen eerder die dag op doelde, bleef onduidelijk. De open bronnen zouden websites, pamfletten en allerlei bladen zijn. Bij gesloten bronnen kan het gaan om telefoon en internet taps, observaties, maar ook informanten en infiltranten.

    Zoals verwacht vond er een relletje plaats op het Plein voor het Tweede Kamergebouw en op het Malieveld. De politie meldde dat een deel van de aangehouden jongeren deel uit zou maken van radicale groeperingen. Volgens burgemeester Van Aartsen waren de arrestanten leden van de linkse groep Anti-Fascistische Aktie, zo meldde de NOS die avond.

    Radicalen

    Volgens de demonstranten liepen er tijdens de betoging veel agenten in burger mee en was de ME dreigend aanwezig. Dit kan het gevolg zijn geweest van de dreigende taal van de burgemeester. De ‘radicalen’ moesten per slot van rekening in de gaten worden gehouden. Van de 27 verdachten (cijfers van de politie) werden er nog op dezelfde dag 22 vrijgelaten.

    Vijf verdachten werden maandag 24 januari voorgeleid. Volgens het openbaar ministerie bevonden zich hieronder ‘enkele niet-studenten’. Het zou gaan om een 27-jarige man uit Spanje, een 22-jarige man uit Haarlem, een 21-jarige Amsterdammer, een 26-jarige inwoner van Wassenaar en een 18-jarige Delftenaar.

    Het OM maakte niet duidelijk wie nu wel of niet student was. Een HBO-student Arts and Sciences kreeg 8 weken onvoorwaardelijk opgelegd, een student politicologie en geschiedenis 80 uur werkstraf, een bouwkundestudent 40 uur werkstraf en een student toerisme een boete van 500 euro.

    Alle verdachten en advocaten spraken van excessief politiegeweld. “De ME mishandelde vrouwen en kinderen” en “ik smeet vrijdag een aantal stenen, nee, geen bakstenen, naar de ME, omdat het geweld dat de politie gebruikte me diep schokte.” De rechter moest toegeven dat het optreden van de politie “niet de schoonheidsprijs verdiende.”

    De veroordeelden waren allemaal studenten, zelfs de Spanjaard. Waarom logen burgemeester, politie en OM zowel voor als na de demonstratie over ‘radicalen’? Bespeelden zij de media om zo studenten in een verkeerd daglicht te plaatsen? En waar kwamen die radicalen plotseling vandaan? Na de demonstratie waren de radicalen volgens de burgemeester deelnemers aan de actiegroep AFA. Welke kennis had de politie en vanwaar werd die ingezet?

    De gebeurtenissen rondom de demonstratie van 21 januari richtte de aandacht op iets dat al maanden aan de gang was. Vanaf het begin van de studentenprotesten is de overheid bezig geweest om het verzet in kaart te brengen, studenten te benaderen, informanten te werven, te infiltreren en zicht te krijgen op verschillende groepen. Niet de Landelijke Studenten Vakbond (LSVb) of het Interstedelijk Studenten Overleg (IOS) zouden een gevaar vormen, maar andere ‘radicalere’ studentikoze actiegroepen.

    Benadering

    In april en mei 2010 werd ‘Marcel’ gebeld door een man die zei dat hij van de recherche was en zichzelf Veerkamp noemde. Van welke afdeling en in welke hoedanigheid de beambte contact opnam, vertelde hij niet. Veerkamp werkt echter voor de Regionale Inlichtingendienst Utrecht, zoals uit een andere benadering blijkt. (zie Observant 58, Voor de RID is Griekenland ook een gevaar). De ‘rechercheur’ wilde graag geregeld contact met Marcel.

    Marcel is student en actief voor het Studenten Actie Comité Utrecht (SACU) dat nauw samenwerkt met de Kritische Studenten Utrecht (KSU). Beide actiegroepen richten zich op de bezuinigingen op het onderwijs, maar plaatsen die tevens in maatschappelijk perspectief. Naast bezettingen, demonstraties en acties organiseerden ze ook debatten, lezingen en discussies. De kritische studentengroepen hielden een weblog bij met verslagen, agenda en discussie, een open structuur.

    De man van de ‘recherche’ wilde van Marcel uit eerste hand weten wat de Utrechtse studenten de komende tijd gingen doen. “Zij wilden graag weten wat ze van ons konden verwachten”, vat Marcel het telefonische onderhoud samen. Marcel vond het nogal vreemd dat de man hem benaderde. Voor demonstraties werd openlijk opgeroepen en de groep meldde deze zelfs bij de politie aan. Waarom zou hij dan achter de rug om van andere studenten met deze man gaan praten?

    Al snel werd duidelijk waar het de man om te doen was. Tijdens een van de twee gesprekken vroeg hij Marcel of ze van plan waren om stenen te gaan gooien tijdens studentendemonstraties. Marcel was nogal overrompeld door deze vraag, het leek of de politie er op zat te wachten. Alsof er een behoefte bestond van de zijde van de overheid om de studenten te criminaliseren.

    AFA

    Waarom wordt een student in Utrecht benaderd met de vraag of de studenten stenen zouden gaan gooien? Als Marcel de enige benaderde actievoerder was geweest dan is de conclusie simpel. De man die hem belde is wellicht werkzaam voor de Regionale Inlichtingendienst (RID) en was op zoek naar een contact binnen de kritische studentengroepen met het oog op mogelijke toekomstige ongeregeldheden. RID’ers hebben zo ook contacten met voetbalsupporters, zoals die van FC Utrecht.

    Hoewel het personeel van de RID professionals zijn in het misleiden van mensen, kan de opmerking betreffende ‘stenen gooien’ een verspreking zijn geweest. De benaderde Marcel is echter geen uitzondering. ‘Peter’ werd in een eerder stadium gebeld door iemand van de overheid. Hij is student in Amsterdam en was actief voor de actiegroep Professor Protest. Het is niet duidelijk of de man die hem benaderde dezelfde persoon is geweest die Marcel heeft gebeld. Peter werd gevraagd om als informant te gaan werken. Hij voelde daar niets voor en verbrak de verbinding.

    De combinatie van verschillende benaderingen, het bestempelen van elementen bij een studentendemonstratie als zijnde ‘radicaal’ en het benoemen van de ‘linkse groep Anti-Fascistische Aktie’ is te toevallig. In het deelrapport Ideologische Misdaad uit 2005 en 2007 van de KLPD worden deelnemers van AFA expliciet genoemd als ideologische misdadigers, mensen die worden verdacht van het plegen van een misdaad uit ideologische, politieke motieven.

    Zodra activisten van AFA door politie worden gezien als ideologische misdadigers en door het landelijk parket gelijk worden gesteld aan roof misdadigers (Strategienota aandachtsgebieden 2005 – 2010) dan is een inlichtingenoperatie gericht op studenten een logisch uitvloeisel indien AFA-activisten ook student zijn en actief binnen die groepen. Daarbij passen benaderingen, infiltratie, aftappen, observaties en andere geheime methoden. Kritische studentengroepen plaatsen de strijd tegen de bezuinigingen van het kabinet in een breder perspectief.

    Actieve studenten zijn soms ook politiek actief of strijden voor bijvoorbeeld dierenrechten, ondemocratisch Europa of bijeenkomsten van de G8 of G20. Het optreden van de overheid in deze doet sterk denken aan de inlichtingenoperatie van de BVD rond de Amsterdamse studentenbond ASVA in de jaren ’60 en ’70. Het verschil leek dat Marcel en Peter niet door de inlichtingendienst (de AIVD) zijn benaderd, maar door de ‘recherche’. De recherche zou dan misschien de Nationale Recherche zijn geweest vanwege de ‘ideologische misdaad’.

    Geheime dienst

    Nu is de wijze waarop prioriteiten gesteld worden aan het werk van politie en parket onderhevig aan politieke druk. Prioriteiten veranderen jaarlijks, afhankelijk van gevoerde discussies in de Tweede Kamer en de doelstellingen van een individuele minister. Het is echter moeilijk voor te stellen dat studentenprotesten plotseling als een belangrijk strategiepunt zijn benoemd voor de Nationale Recherche. Beleid verandert meestal traag, het duurt een tijd voordat het opsporingsapparaat zich gaat richten op een andere prioriteit.

    Niet de Nationale Recherche zat dan ook achter de studenten aan, maar de geheime dienst. De benadering van ‘Karin’ onderstreept dit. Zij werd benaderd door iemand van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, het ministerie dat verantwoordelijk is voor het functioneren van de AIVD. Marcel en Peter zijn waarschijnlijk benaderd door functionarissen van de Regionale Inlichtingendiensten van Amsterdam en Utrecht.

    Probleem is dat inlichtingenfunctionarissen meestal niet te koop lopen met hun naam en het werk dat ze verrichten. Indien je als burger zelf niet vraagt met wie je van doen hebt, kunnen zij niet de beleefdheid opbrengen om duidelijk aan te geven dat zij voor een inlichtingendienst werken.

    Karin is student aan de Universiteit van Amsterdam (UvA). Zij is sinds eind 2010 betrokken bij het studentenverzet. In februari 2011 bezette zij samen met andere studenten het Bungehuis van de UvA. Aan de actiegroep waar zij deel van uitmaakte, Professor Protest, nam ook Peter deel.

    Op 20 april 2011 werd Karin gebeld door een man die zich voorstelde als ‘Ivo Kersting’ (of Kertjens of Kerstman of Kerstland) van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties. Haar mobiele nummer was niet gebruikt als perstelefoon dus Ivo moet haar nummer via het Centraal Informatiepunt Onderzoek Telecommunicatie (CIOT) hebben verkregen.

    Ivo belde vanuit Amsterdam met nummerherkenning en sprak Karin met haar voornaam aan. Zij was nogal overrompeld door het telefoontje. Hij vroeg of hij op een gelegen tijdstip belde waarop zij ontkennend antwoordde. Hij kon haar over een uur terugbellen, maar zei niet waarover. Karin vroeg het nog, maar Ivo zei, “nee, over een uur hoor je dat wel”.

    Een uur later hing hij weer aan de lijn, nu zonder achternaam. “Hallo, weer met Ivo, van Binnenlandse Zaken. Wij zijn de studentenbeweging in kaart aan het brengen. Jij bent toch woordvoerder geweest van de Bungehuis bezetting? Je bent ons positief opgevallen, en je zou ons erg helpen als je met ons rond de tafel komt zitten om wat te debatteren over de studentenbeweging.”

    Ivo heeft gedurende de telefoongesprekken op geen enkele manier uitgelegd wat voor functie hij op het ‘ministerie’ vervulde. Karin antwoordde dat ze geen tijd had en niet meer actief betrokken ws bij de studentenprotesten. Ivo leek een beetje van zijn stuk gebracht door haar resolute antwoord. “Oh, dat is jammer je zou ons echt enorm kunnen helpen, kan ik je niet overhalen?”, probeerde hij nog. Toen Karin ontkennend antwoordde, gooide hij zonder gedag te zeggen de hoorn op de haak.

    Intimiderend

    Medewerkers van de inlichtingendienst hebben de neiging zich boven de burger, de samenleving te plaatsen. Ze hebben toegang tot allerlei persoonlijke informatie waardoor mensen die benaderd worden zich erg geïntimideerd voelen. Karin vond de gesprekken met Ivo Kersting vervelend en intimiderend. Hij bleef aandringen, draaien, geveinsd vriendelijk doen en doordrammen terwijl zij toch duidelijk was met haar ontkenning.

    Ivo belde namelijk na een paar minuten weer terug. Hij verontschuldigde zich niet dat hij zo onbeschoft de hoorn op de haak had gegooid, maar zei meteen dat ze geld kreeg voor deelname aan het gesprek. Hoewel Karin opnieuw zei niet mee te willen werken, bleef de functionaris aanhouden. “We kunnen ook in Amsterdam afspreken. Ben je in Amsterdam? Je woont toch in Amsterdam? Ik ben nu met een collega in de buurt dus dan zouden we even kunnen spreken?”

    Blijkbaar wisten ze meer van haar dan ze hadden laten doorschemeren. Karin wees de agenten opnieuw af, maar op het drammerige af bleef Ivo aanhouden. “Anders spreken we af dat jij bepaalt waar en wanneer je af wilt spreken. Je zou ons echt enorm kunnen helpen.” De druk werd opgevoerd. Karin moest zich schuldig gaan voelen. Zij wilde niet meewerken terwijl Ivo en zijn collega zo redelijk waren.

    Dat waren ze echter niet. Ze intimideerden haar en toonden geen respect voor haar standpunt. “Weet je wat, ik overval je nu natuurlijk. Misschien kan ik je anders volgende week bellen”, zei Ivo alsof hij haar ontkenning helemaal niet had gehoord. Opnieuw voor de tiende keer antwoordde Karin dat ze niet wilde afspreken, geen tijd en zin had.

    Karin was overrompeld, maar was nee blijven zeggen. Achteraf realiseert zij zich dat ze blij was dat ze wist dat ze het volste recht had om te weigeren mee te werken. Na een spervuur aan vragen te hebben overleefd en geschrokken te zijn van de behandeling, bleef er alleen maar boosheid bij haar hangen. “Het is eigenlijk politie van de ergste soort omdat ze zich niet eens voordoen als politie, en het laten lijken alsof je gewoon een gezellig kopje koffie gaat drinken”, vat ze het maanden later samen.

    “Veel studenten die benaderd worden zullen dusdanig geïntimideerd zijn dat ze gaan praten omdat ze niet durven te weigeren. Anderen zullen denken dat het om een gezellige discussie of om een debat gaat”, concludeert Karin. De geheim agenten gaven haar ook die indruk. “Ze deden alsof het heel erg zou helpen als ik met ze zou gaan debatteren over de studentenbeweging, alsof zij invloed hadden op de besluitvorming rondom de bezuinigingen”, voegt ze nog toe. Karin is er van overtuigd dat er zeker studenten zijn geweest die op het aanbod zijn ingegaan en met Ivo en zijn collega of andere functionarissen hebben gesproken.

    Persoonsdossiers

    Naast Marcel, Peter en Karin zijn er ook andere mensen benaderd vanaf het najaar van 2010 tot en met de zomer van 2011. Waarom wordt een inlichtingendienst ingezet tegen een groep studenten die protesteert tegen de bezuinigingen op het onderwijs? Niet om rellen te voorkomen, zoals bij voetbalsupporters. Bij risicowedstrijden communiceert de RID vooral met de burgemeester en met de driehoek over mogelijke ongeregeldheden, niet met de inlichtingendienst.

    Dat er een uitgebreidere inlichtingenoperatie rondom de studentenprotesten op touw is gezet, maken de eerste stukken duidelijk die via de Wet openbaarheid van Bestuur (WoB) en de Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (WIV) zijn verkregen. De RID van de regiopolitie Haaglanden heeft op 27 januari 2011 een nabeschouwing van de studentendemonstratie opgesteld voor het Algemeen Commandant van de Staf grootschalig en bijzonder optreden (AC SGBO).

    Of dit rapport alleen naar de algemeen commandant is gegaan, valt te betwijfelen. Op 21 maart 2011 schrijft rapporteur ‘R: 15:’ van de RID Haaglanden het verstrekkingrapport 1414/11 aan de AIVD. Het rapport gaat over een studentendemonstratie van 25 maart 2011. Er wordt in gemeld wie de organisator was van de betoging, de route en het aantal te verwachten demonstranten. Onduidelijk is of er delen van het rapport zijn achtergehouden.

    Evenmin duidelijk is hoelang de overheid studenten al in kaart aan het brengen is. Duidelijk is wel dat er persoonsdossiers zijn samengesteld van individuele actievoerders. Op basis van die dossiers is de claim van burgemeester Van Aartsen, de politie en het Openbaar Ministerie rond de demonstratie van 21 januari 2011 te begrijpen. Of er provocateurs van politie of inlichtingendienst, mensen die aanzetten tot geweld, tussen de demonstrerende studenten rond hebben gelopen, is niet duidelijk. Wel waren er veel agenten in burger op de been en de ME trad onnodig hard op.

    Marcel, Peter en Karin zijn fictieve namen.

    Find this story at 26 maart 2013

    Quis custodiet ipsos custodes?

    Oud voorzitter van de Procureurs-Generaal, Harm Brouwer, zal op 1 januari voorzitter worden van de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten. Hij volgt daarmee Bert van Delden op, de huidige voorzitter, die in totaal dan 6 jaar lid is geweest van de CTIVD. Per 1 januari zal ook voormalig korpschef van Rotterdam, Aad Meijboom, die in februari 2010 opstapte nadat uit een onderzoek van het COT bleek dat de korpsleiding voor de strandrellen in Hoek van Holland veel te laat was ingelicht, op 1 januari toetreden tot de CTIVD. Meijboom nam de verantwoordelijkheid over Hoek van Holland op zich, terwijl hem persoonlijk niks te verwijten viel. Het enige lid van de CTIV dat na 1 januari doorgaat is Liesbeth Horstink-Von Meyenfeldt, net als Brouwer is zij afkomstig van Openbaar Ministerie.

    lees meer

    AIVD: we lezen niet elke e-mail

    De Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) leest niet elke e-mail die wordt verstuurd, ook al is dit een hardnekkige mythe die blijft bestaan, zo liet de dienst onlangs weten. Toch wordt mogelijk dit jaar de wet aangepast waardoor de AIVD meer bevoegdheden krijgt om internetverkeer te onderscheppen.

    Tijdens de NCSC Conferentie in Den Haag sprak Sebastian Reyn van de AIVD over de rol die de inlichtingendiensten op internet spelen en welke risico’s Nederland bedreigen. Dit om meer inzicht in de werking van de diensten te geven en waar die zich mee bezighouden, voor zover het grote publiek dit mag weten.

    “Ik kan jullie niets over onze bronnen, werkwijze en huidige informatiepositie vertellen. Dit vereist geen verdere uitleg”, liet Reyn de zaal weten. Hij begon met het ontzenuwen van populaire mythes, zoals de mythe dat de AIVD al het e-mailverkeer zou afluisteren. “Dat is niet het geval.”

    Dreigingen
    “Het is belangrijk dat burgers begrijpen wat we doen en waarom wat we doen van belang is voor hun veiligheid.” Volgens Reyn zijn cybercrime en cyberspionage in dat licht twee van de grootste dreigingen voor de nationale veiligheid. “Er is geen twijfel dat cyberspionage, samen met cybercrime, de grootste dreiging is waar we in het cyberdomein mee te maken hebben.”

    Vanwege de omvang van de dreiging is het belangrijk dat partijen samenwerken. “Deze dreiging is te groot om alleen aan te pakken.” Daarin spelen ook internetgebruikers een rol. Volgens Reyn gedragen veel mensen zich nog altijd op onveilige wijzen en zijn zich niet van de risico’s bewust. Zo wordt software niet gepatcht, worden wachtwoorden nauwelijks gewijzigd en laat men overal persoonlijke informatie op het web slingeren.

    Voorbeelden hiervan verschijnen dagelijks in de media. Het probleem met cyberspionage is dat het onzichtbaar is. “Het is een feit dat buitenlandse inlichtingendiensten op geheime wijze toegang tot belangrijke informatiesystemen proberen te krijgen.” Veel van deze aanvallen worden door bestaande beveiligingssystemen nauwelijks gedetecteerd.

    E-mail
    “We zijn niet geinteresseerd in elke e-mail of verstuurd sms-bericht, of elk cyberincident. Onze focus ligt bij dreigingen voor de nationale veiligheid.” Cyberspionage en cybercrime ziet de AIVD als serieuze dreigingen, dat geldt echter niet voor cyberterrorisme. Cyberterroristen vormen nog geen grote bedreiging voor de nationale veiligheid, aldus Reyn. “De mogelijkheden die cyberterroristen hebben zijn op dit moment beperkt.”

    Terroristen zouden dan ook nog niet bij grote cyberaanvallen betrokken of hiervoor verantwoordelijk zijn geweest. Ook voor hacktivisten is Reyn niet bang. Hij vergeleek ze met het digitale equivalent van demonstrerende mensen.

    De grootste dreiging komt dan ook van andere staten. Reyn stelt dat in veel landen het de juridische taak van de overheid is om andere landen te bespioneren om hun eigen positie in de wereld te versterken. “Elke dag proberen duizenden mensen die voor legio inlichtingendiensten werken toegang tot de informatie van andere landen te krijgen. En je kunt ervan uitgaan dat een aantal in Nederland is geinteresseerd.”

    En Nederland is voor deze landen een interessant doelwit op zowel economisch, technologisch als wetenschappelijk gebied. Volgens Reyn is er nog een te groot vertrouwen in de veiligheid van ICT-systemen.

    Spionage
    Cyberspionage is voor veel landen aantrekkelijk, ging Reyn verder. “Het is een goedkope manier om in korte tijd een grote hoeveelheid data te verzamelen en is voor een groot aantal doelen te gebruiken. Daarnaast is het risico op detectie klein en is ‘attributie’ lastig.” Het is bijna onmogelijk voor aangevallen landen om te bewijzen wie de dader is. “Landen zoeken bewust naar lekken in software en systemen”, stelt Reyn.

    Volgens Reyn worden soms agenten gebruikt die USB-sticks op systemen aansluiten die niet op het internet zijn aangesloten. Daarnaast worden ook bekendere tactieken toegepast. “We zien vaak valse e-mails met verborgen malware.” Om ervoor dat te zorgen dat het slachtoffer deze e-mails ook opent, gebruiken staten klassieke spionagetactieken. “Ze zoeken naar menselijke kwetsbaarheden.”

    Aftappen
    Aan het eind van de lezing stelde Simone Halink van digitale burgerrechtenbeweging Bits of Freedom nog een vraag over de transparantie en openheid die de AIVD wil uitdragen, terwijl de bevoegdheden waaronder de dienst opereert mogelijk verder worden uitgebreid. Daardoor kan de dienst wel elke e-mail onderscheppen, zowel van Nederlandse als buitenlandse internetgebruikers.

    Nederlandse veiligheidsdiensten hebben op dit moment de bevoegdheid om “ongericht” communicatie te onderscheppen. Ze mogen onder bepaalde voorwaarden de recorder aanzetten. Het gaat dan om “ongericht ontvangen en opnemen van niet-kabelgebonden telecommunicatie”.

    Op dit moment is er een wijzigingsvoorstel voor de Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (Wiv) in de maak, waardoor die bevoegdheid wordt uitgebreid naar het aftappen van communicatie via kabels.

    “De wet is in 2002 gemaakt en sindsdien heeft de technologie zich verder ontwikkeld. De meeste communicatie verloopt tegenwoordig via de kabel. Het is belangrijk dat de wet de spelregels beschrijft waar de inlichtingendiensten aan moeten voldoen, maar dat de wet zelf niet afhankelijk van technologie is”, aldus Reyn.

    Vrijdag,11:38 doorRedactie

    Find this story at 01 February 2013

    © 2001-2013 Security.nl – The Security Council

    Onterechte weigering circus in Almelo. Almelo vreest onterecht demonstraties dierenrechtenactivisten

    Circus Belly-Wien heeft in Almelo bezwaar aangetekend tegen de aan het circus geweigerde speelvergunning voor 2012. In TC/Tubantia lezen we waarom Almelo geen speelvergunning wilde afgeven aan Circus Belly-Wien: De gemeente vreest een verstoring van de openbare orde door vechtpartijen met dierenrechtenactivisten.

    De door de gemeente Almelo genoemde demonstraties van dierenrechtenactivisten en vechtpartijen met dierenrechtenactivisten vonden plaats in voornamelijk 2009. Toen heeft een AIVD-infiltrant onder de schuilnaam “Paul Kraaijer” wekelijks demonstraties georganiseerd bij Circus Belly-Wien met slechts een doel: Het in kaart brengen van de in Nederland opererende dierenrechtenactivisten. Tijdens de demonstraties werden activisten door de aanwezige KLPD agenten gefotografeerd en gefilmd. Deze acties van de AIVD en de politie hebben uiteindelijk geleid tot de arrestatie van enkele bekende dierenrechtenactivisten, waaronder de “Vegan Streaker”. Dezelfde AIVD-infiltrant heeft Circus Belly-Wien in diskrediet gebracht. Sinds 2011 is er geen enkele keer meer gedemonstreerd tegen circusdieren. Ook zijn er sinds 2011 geen vechtpartijen meer geweest; ook niet bij Circus Belly-Wien. Door personeelswisselingen is de “grootste vechtersbaas” ook niet meer bij het circus aanwezig.

    Almelo, 18 januari 2013

    Find this story at 18 January 2013

    © http://www.klassiekcircus.nl/

    Circuscommissie ziet complot van AIVD tegen circus Belly Wien

    ALMELO – De gemeente Almelo heeft circus Belly Wien ten onrechte geweigerd, zegt de Commissie Klassiek Circus. De AIVD en de politie zouden een hetze tegen het circus zijn begonnen.

    De commissie legt die complottheorie uit op de eigen website. Almelo weigert Belly Wien omdat de gemeente bang is voor ongeregeldheden. Die angst is gebaseerd op demonstraties van dierenrechtenactivisten en vechtpartijen elders.

    Geplaatst op:
    21 januari 2013
    Laatste update:
    21 januari, 12:18

    Find this story at 21 January 2013

    Copyright © 2012 Wegener Media

    Politie ronselde opnieuw journalist

    Van nieuwsblog.burojansen.nl

     

    AMSTERDAM – Eind juli is een journaliste benaderd door ‘twee personen die zich bekendmaakten als agenten’, die haar vroegen om tegen betaling foto’s te maken voor de politie.

    Daarvan heeft de Nederlandse Vereniging van Fotojournalisten (NVF) dinsdagavond melding gemaakt.

    De 26-jarige studente/fotojournaliste werd op haar privéadres benaderd door twee agenten die zich bekendmaakten als politie. Ze zeiden haar foto’s op Facebook te hebben gezien.

    De journaliste gaf ondanks herhaaldelijk verzoek te kennen niet te willen meewerken. Ze voelde zich geïntimideerd, toen de agenten maar bleven aandringen.

     

    AIVD

    Ze maakt regelmatig foto’s in de kraakscéne. Enkele weken eerder was haar camera gestolen. In het onderzoek daarnaar had de politie Amsterdam de geheugenkaart bekeken om strafrechtelijk materiaal te verzamelen, bevestigt een woordvoerder van de politie aan de NVF.

    Maar de politie Amsterdam weet niets van het voorval, het bezoek staat daar niet geregistreerd. De woordvoerder denkt dat het ‘andere mensen’ zijn geweest.

    De NVF heeft de AIVD benaderd, maar die kunnen niks over dit specifieke voorval zeggen. Wel laat een woordvoerster aan de NVF weten dat de AIVD ‘geen politie’ is.

     

    Geen verlengstuk

    De NVF is onderdeel van de Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ), die eerder al te kennen gaf het ronselen van journalisten sterk te veroordelen. “Journalisten zijn geen verlengstuk van justitie.”

    NVJ-secretaris Rosa García López van de sectie NVF geeft toe dat de agenten strikt juridisch ‘niets illegaals’ hebben gedaan. “Het enige dat we nu kunnen doen is het signaleren en hopen dat er een waarschuwing van de NVJ vanuit gaat”, zegt ze tegen NU.nl. “Daarom hopen we dat meer journalisten bij wie dit gebeurd is zich melden.”

     

    Peking

    In juni werd bekend dat de AIVD tijdens de Olympische Spelen in Peking in 2008 sportjournalisten zou hebben benaderd tegen betaling foto’s te maken van Chinese officials.

     

    Find this story at 22 August 2012

     

    Copyright © 1998-2012 NU.nl is onderdeel van het netwerk van Sanoma Media Netherlands groep

    het Meerenberg arrest

    “De betrokkenheid van de deelnemende organisaties in de CT Infobox is op verschillende grondslagen gebaseerd. Dit levert naar het oordeel van de Commissie op sommige punten een onduidelijke positie op ten aanzien van ieders taken en verantwoordelijkheden. In dit kader hebben zich in het verleden ook daadwerkelijk fricties voorgedaan.”

    Grote stilte gedurende deze verkiezingsperiode over de inlichtingendiensten en het terrorisme beleid. Dat is de laatste tien jaar wel anders geweest, maar misschien zijn de partijen inlichtingendiensten moe, hoewel de debatjes over controle na het tienjarig bestaan van de CTIVD anders doen vermoeden. Minister Spies kondigde zowaar een evaluatie, weliswaar alleen van de wet, aan. Dat allemaal in verband met een nieuwe wet die momenteel voorbereid wordt.

    lees meer

    De inzet van de afluisterbevoegdheid en van de bevoegdheid tot de selectie van Sigint door de AIVD

    Bij het toezichtsrapport inzake de inzet van de afluisterbevoegdheid
    en de bevoegdheid tot de selectie van Sigint door de AIVD
    Het onderzoek van de Commissie heeft zich gericht op de rechtmatigheid van de inzet van
    de afluisterbevoegdheid en de bevoegdheid tot de selectie van Sigint door de AIVD in de
    periode van september 2010 tot en met augustus 2011. Deze bevoegdheden zijn neergelegd
    in de artikelen 25 en 27 van de Wiv 2002 en mogen enkel worden ingezet indien dit
    noodzakelijk is in het kader van de veiligheidstaak of de inlichtingentaak buitenland van de
    AIVD. Ook is wettelijk vereist dat de inzet van deze bevoegdheden proportioneel en
    subsidiair is en voldoet aan in de Wiv 2002 neergelegde zorgvuldigheidsvereisten.
    De Commissie constateert dat de AIVD bij de inzet van de afluisterbevoegdheid doordacht
    te werk gaat. Zij heeft in de door haar onderzochte operaties geen onrechtmatigheden
    geconstateerd. Dit is gezien het grote aantal onderzochte operaties een compliment waard.
    Op enkele punten constateert de Commissie evenwel dat er sprake is van
    onzorgvuldigheden, vooral ten aanzien van de motivering van operaties.
    Voor een deugdelijke motivering is van belang dat de AIVD hierin alle beschikbare relevante
    informatie betrekt. Alleen dan kan zorgvuldig worden afgewogen of de privacyinbreuk die
    gepaard gaat met de inzet van de afluisterbevoegdheid inderdaad noodzakelijk,
    proportioneel en subsidiair is. De Commissie heeft in één geval geconstateerd dat contraindicaties
    inzake de dreiging die van een target uitging, niet waren opgenomen in de
    motivering. De Commissie signaleert ook dat de AIVD incidenteel omwille van de efficiëntie
    van het inlichtingenwerk parallelle, verschillend gerubriceerde motiveringen aanwendt.
    Naar het oordeel van de Commissie staat dit op gespannen voet met het belang van een
    zorgvuldige en eenduidige motivering.

    De Commissie constateert dat het in het onderzoek van de AIVD naar
    radicaliseringstendensen niet altijd evident is dat de personen of organisaties jegens wie de
    afluisterbevoegdheid wordt ingezet, ook daadwerkelijk aanleiding geven tot het ernstige
    vermoeden een gevaar te zijn voor de nationale veiligheid. De Commissie onderkent het
    belang van dit onderzoek maar benadrukt dat dan wel voortdurend de inzet van bijzondere
    bevoegdheden jegens deze personen of organisaties kritisch geëvalueerd dient te worden. Zij
    heeft in één geval geconstateerd dat de AIVD gedurende enkele jaren bijzondere
    bevoegdheden heeft ingezet zonder duidelijkheid te hebben verkregen over de dreiging die
    van de betrokken personen uitging. De Commissie is van oordeel dat de inzet van de
    afluisterbevoegdheid met name in de laatste periode van dit onderzoek zich op het
    grensgebied bevond van wat wettelijk is toegestaan. In één geval zijn door de AIVD
    bijzondere bevoegdheden ingezet tegen een persoon die een bepaalde boodschap wilde
    publiceren waarvan volgens de AIVD niet uit te sluiten was dat deze opgevat kon worden
    als een oproep tot activisme of geweld. De Commissie vindt deze formulering te ruim. Voor
    ii
    de inzet van een bijzondere bevoegdheid moet immers gemotiveerd worden dat er een
    ernstig vermoeden van een gevaar is.
    In één geval constateert de Commissie dat de AIVD de afluisterbevoegdheid heeft ingezet
    terwijl er belangrijke redenen waren om voorafgaande hieraan de MIVD de consulteren.
    Hierdoor had de AIVD niet alleen mogelijk operationeel relevante informatie kunnen
    verkrijgen, ook kan zo voorkomen worden dat beide diensten zich los van elkaar met
    dezelfde operationele aangelegenheden bezighouden.
    De Commissie onthoudt zich, net als in twee eerdere rapporten waarin dit onderwerp ter
    sprake kwam, van een oordeel over de rechtmatigheid van de selectie van Sigint door de
    AIVD. Bij de inzet van deze bevoegdheid licht de AIVD vaak niet toe aan wie de nummers
    en technische kenmerken toebehoren en waarom deze telecommunicatie dient te worden
    geselecteerd. Deze problematiek lijkt eigen aan de selectie van Sigint, de Commissie heeft dit
    onlangs ook ten aanzien van de MIVD geconstateerd. De motiveringsvereisten van de Wiv
    2002 zijn evenwel strikt, aangezien bij de selectie van Sigint kennis wordt genomen van de
    inhoud van communicatie van personen en organisaties. In het eind 2011 uitgebrachte
    toezichtsrapport 28 inzake de inzet van Sigint door de MIVD heeft de Commissie het
    juridisch kader voor het gehele proces van de inzet van Sigint uiteengezet en
    aanknopingspunten gegeven voor een betere motivering. De Commissie zal dan ook in het
    volgende diepteonderzoek naar de inzet van de afluisterbevoegdheid en de bevoegdheid tot
    de selectie van Sigint door de AIVD nagaan in hoeverre de motivering van de selectie van
    Sigint is verbeterd.

    Het rapport is te vinden bij CTIVD

    Reactie van de minister

    Persbericht

    Journalisten moesten Chinezen bespioneren

     

    Van een onzer verslaggevers AMSTERDAM, vrijdag Personen die door de AIVD worden benaderd om als informant of agent voor de dienst te gaan werken, kunnen hiertoe niet gedwongen worden , zo benadrukt de inlichtingendienst. Net zomin kunnen zij gedwongen worden om bepaalde informatie te verstrekken. Zowel de medewerking als de informatieverstrekking aan de AIVD is dus geheel vrijwillig en betreft primair de verantwoordelijkheid van de betrokken persoon zelf.

     

    Uit informatie die De Telegraaf heeft ontvangen, blijkt dat de Nederlandse journalisten is gevraagd verslagen over en foto s te maken van Chinese officials die contact zochten met Nederlandse officials en vertegenwoordigers van het bedrijfsleven en de overheid, die bijeenkwamen in het Holland Heineken House.

     

    De AIVD wil niet ingaan op verdere vragen, bijvoorbeeld hoe de betrokken journalisten voor vertrek naar China werden geïnstrueerd en of Nederlandse journalisten vaker worden benaderd als bron voor de geheime dienst.

     

    Find this Story at 15 juni 2012 

    © 1996-2012 Telegraaf Media Nederland | Landelijke Media B.V., Amsterdam.

    Roel van Duijn eist bij AIVD films en geluidsopnames op van “journalist” Wieting

    Ik heb van de AIVD nu ook  foto’s, film- en geluidsopnamen opgeëist. Die zijn omstreeks 1970 gemaakt door een geheim agent van de Groep IJzerman. En aan de BVD overgedragen.

    Ik vraag het onder het voorwendsel van journalistiek  gemaakte materiaal met het oog op een verfilming van mijn boek “Diepvriesfiguur”. Dit is  onlangs bij uitgeverij van Praag verschenen. Het nu door mij gevraagde  materfoto- , film- en geluidsmateriaal is van historisch belang.

       De Groep IJzerman is een groep van de Amsterdamse politie  geweest, die zich in de periode 1967-1972 heeft bezig gehouden met het inwinnen van inlichtingen omtrent opstandige groeperingen, waartoe Provo en de Kabouterbeweging behoorden. 

    De bronnen

    De naam van deze geheim agent was Dolf Wieting. Dit is uit verschillende openbare bronnen bekend. Zijn spionage-activiteiten zijn niet alleen uitgebreid beschreven  in mijn bovengenoemde boek, maar ook in  “De Groep IJzerman” van de politiehistoricus dr. G.Meershoek (uitgeverij Boom, 2011). In deze studie wordt hij als “Agent Zomer” aangeduid. In het tijdschrift “Ons Amsterdam”, van maart 2011, wordt duidelijk wie er achter dit pseudoniem schuil gaat. Eerder, in 1996, waren enkele van zijn activiteiten al beschreven in het boek “Louter Kabouter” van Coen Tasman (uitgeverij Babylon/De Geus).

    Wieting gaf zich bij zijn activiteiten uit als journalist. Enkele malen heeft hij tegenover ons  voorgegeven medewerker van de VPRO te zijn.

    Dolf Wieting heeft ongeveer 4 jaar voor de Groep IJzerman gewerkt. Vanaf begin 1968 tot en met zomer 1971. De Groep IJzerman bespioneerde t.b.v. de Amsterdamse politie en de BVD verschillende linkse jongerengroepen, waaronder de Kabouterbeweging.

    Foto’s, films en geluidsbanden

    Concreet eis ik u tenminste het materiaal dat Wieting geproduceerd heeft bij de volgende gelegenheden:

    1. Opnames in de periode  eind 1969 t/m maart 1970 gemaakt in de studentensociëteit Akhnaton bij vergaderingen van de door mij opgerichte “Volksuniversiteit voor Sabotoga en Pseudo-erotiek”, een voorloper van de Kabouterbeweging.

    2. Film -, foto- en geluidsmateriaal door hem gemaakt op 11 maart 1970 tijdens een kabouteractie bij de Juliana van Stolbergkazerne in Amersfoort, waar Kabouters naartoe getrokken waren om pamfletten te verspreiden over geweldloze defensietechnieken. Volgens de bovenbeschreven bronnen is Wieting daar aanvakelijk gearresteerd, maar onmiddellijk vrijgelaten met teruggave van zijn camera en andere apparatuur.

    3. Volgens een rapport van de BVD, afgedrukt in “Diepvriesfiguur” als

        Document 7-1 heeft Wieting in mei 1970 filmopnames gemaakt van acties

        van de Kabouterbeweging in het kader van de gemeenteraadsverkiezingen.

         Citaat uit dit rapport: “Zowel het filmapparaat als de geluidsopname-

          apparatuur waren van professionele kwaliteit. Opmerkelijk was, dat

           richtlijnen van deze filmer voetstoots- en zonder enig ommentaar

           uitgevoerd.” Grappig genoeg wist de BVD-er die dit rapport gemaakt heeft

           dat Wieting ook een geheim agent was.

       Het rapport is in kopie bijgevoegd (eerste attachment).

       Ik herinner mij dat Wieting bij deze campagne mij, als lijsttrekker, niet 

        alleen op straat, maar ook bij mij thuis. herhaaldelijk heeft geïnterviewd

        met zijn filmcamera en bandrecorder.

    4.Op de achttiende foto in “Diepvriesfiguur” is te zien hoe Wieting bij het kraken van een langdurig leegstaand pand in de Damstraat door de Kabouterbeweging, op 28 mei 1970, opnamen maakt van een vergadering. Wat is het resultaat daarvan geweest?

    De foto is bijgevoegd (tweede attachment, in zwart jasje + microfoon aan onderkant foto).

    5. Op pg. 86 van “De Groep IJzerman” wordt beschreven dat Wieting veel

         foto’s gemaakt heeft in het politiek café “De Pieter” in de

         Pieterspoortsteeg,in Amsterdam, dat vanaf 1968 gediend heeft als een

         onderkomen voor linkse jongerenbewegingen zoals de Kabouters.

     6. Op pagina 94 van dit laatste boek beschrijft de auteur hoe deze geheim agent ontmaskerd werd door een van onze medestanders, Hans Hofman,  In 1969. op het moment dat deze met een pistool zwaaide in een café in de Peperstraat. Het was zijn dienstpistool. Wieting ontkende krachtig dat hij een geheim agent was en om Hofman te intimideren schoot hij met een kogel een urinoir van het café kapot. Aangezien Wieting steeds met zijn apparatuur gezien werd, heeft hij waarschijnlijk ook rond deze gebeurtenis opnames gemaakt.

    Een verzoek met gelijke strekking is verzonden aan de politie Amsterdam-Amstelland en aan de MIVD.

    roelvduijn@planet.nl

    1 June 2012
     

    Somalische terreurdreiging of ordinaire afpersing?

    Kerstavond 2010. De nationale recherche heeft een ambtsbericht van de inlichtingendienst AIVD gekregen waarin staat dat de Somalische terreurbeweging Al Shabaab van plan is met de kerst een aanslag te plegen in Nederland. De tijd dringt, want het bericht van de AIVD is pas op vrijdag 24 december ter beschikking gesteld aan de nationale recherche. Veel tijd voor nader onderzoek is er niet. Er moet snel worden gehandeld. Politie en justitie nemen geen risico en dus wordt er nog diezelfde avond op verschillende locaties in Rotterdam en Gilzen een inval gedaan. Er worden twaalf personen aangehouden.

    Vijf dagen na hun aanhouding zijn alle twaalf Somaliërs vrijgelaten en twee maanden later geldt geen van hen nog langer als verdachte. Het Openbaar Ministerie komt met een schadevergoeding. De Somaliërs zelf zeggen dat ze er zijn ingeluisd. Ze spreken van een `valse tip’, afkomstig van een landgenoot die hen wilde afpersen. Hoe geloofwaardig is hun verhaal? Waar draaide het bij die afpersing om? En: Is het aannemelijk dat een simpele afpersingszaak binnen de Somalische gemeenschap tot zo’n ophef leidt in Nederland, waarbij driehonderd agenten worden ingeschakeld om een terreurdreiging af te wenden?
    Argos over afpersing, illegale banken en een Somalische journalist met bijzondere praktijken.

    Uitzending 24 december 2011

    Toezicht op veiligheidsdiensten

    De Commissie van Toezicht op Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) bestaat 10 jaar. Die commissie ziet erop toe dat de inlichtingendiensten geen wettelijke regels overtreden.
    In Argos een terugblik op 10 jaar CTIVD aan de hand van spraakmakende zaken zoals de moord op Theo van Gogh en de zaak van de Marokkaanse jongen Sadik Sbaa. Met voorzitter van de CTIVD Bert van Delden, oud- hoofd van de AIVD, Sybrand van Hulst en emeritus hoogleraar Cyrille Fijnaut.
    Hoe goed is de controle van de CTIVD? Wie controleert de diensten op effectiviteit, op de vraag of ze wel goed genoeg hun werk doen? En is de CTIVD wel in staat om de gevolgen van toenemende internationalisering in de inlichtingenwereld, die tot gevolg heeft dat de diensten nauwer samenwerken met diensten in allerlei landen waar mensenrechten niet zo serieus worden genomen, te onderzoeken?

     

    Uitzending 5 mei 2012

    een motie

    Het was weer eens raak, of moeten we zeggen mis, vanochtend in de Tweede Kamer. Op de agenda stond stond een VAO over de AIVD. Een kort plenair debat naar aanleiding van het Algemeen Overleg van 8 december 2011. Ronald van Raak (SP) had het VAO destijds aangevraagd naar aanleiding van de uitspraak van de Hoge Raad in de zaak Roel van Duijn. Van Raak stelde voor de Commissie van Toezicht de kwestie te laten onderzoeken en daarbij de bevoegdheden van de CTIVD uit te breiden met onderzoek naar de effectiviteit van de AIVD. De CTIVD mag momenteel alleen de rechtmatigheid van de uitvoering van de taken van de inlichtingendiensten onderzoeken.

    lees meer

    de (opnieuw) politiek

    ‘Het is dus niet gebeurd, en dat is voor ons het belangrijkste’, aldus PVV-Kamerlid André Elissen.

    Demonstranten verbranden pop Wilders bij protest in Afghanistan tegen Fitna

    Het is weer raak. Afgelopen maandag onthulde de Humanistische Omroep in de documentaire ‘Het Proces Wilders‘ dat toenmalig minister van Buitenlandse Zaken Maxime Verhagen in 2008 de AIVD wilde inschakelen om Geert Wilders te laten volgen en zo meer te weten te komen over de inhoud van de toen nog te verschijnen film Fitna. Toenmalig minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Guusje ter Horst, liet de documentairemakers overigens weten dat de AIVD niet is ingezet.

    lees meer

    << oudere artikelen  nieuwere artikelen >>