• Buro Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, de overheid in Nederland en Europa kritisch volgt. Een grond-rechten kollektief dat al 30 jaar publiceert over uitbreiding van repressieve wetgeving, publiek-private samenwerking, bevoegdheden, overheids-optreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.
  • Publicaties

  • Migratie

  • Politieklachten

  • “Hallo, met de AIVD”

    Ik schrijf deze tekst omdat mij iets is overkomen wat iedereen die politiek actief is of was, kan overkomen: benaderd worden door de AIVD. De laatste maanden waren een vriendin en een kennis benaderd, toch was de gedachte niet bij me opgekomen dat het mij zou gebeuren. Dus toen het zover was, stond ik mooi met mijn mond vol tanden. Bovendien merkte ik hoe slim en manipulatief ze zijn. Ik vond het helemaal niet zo makkelijk om hiermee om te gaan. Ik heb dit dus zo eerlijk mogelijk geschreven, om je een idee te geven hoe het kan lopen en hoe het voelt als de AIVD het eens bij jou komt proberen.

    Nog heel even voor ik begin: de AIVD probeert activisme te criminaliseren, en zoekt altijd informanten, mensen van binnenuit die hen meer kunnen vertellen over een beweging, een actiegroep of zelfs een bepaald persoon. lees meer

    “Hallo, met de AIVD”

    Ik schrijf deze tekst omdat mij iets is overkomen wat iedereen die politiek actief is of was, kan overkomen: benaderd worden door de AIVD. De laatste maanden waren een vriendin en een kennis benaderd, toch was de gedachte niet bij me opgekomen dat het mij zou gebeuren. Dus toen het zover was, stond ik mooi met mijn mond vol tanden. Bovendien merkte ik hoe slim en manipulatief ze zijn. Ik vond het helemaal niet zo makkelijk om hiermee om te gaan. Ik heb dit dus zo eerlijk mogelijk geschreven, om je een idee te geven hoe het kan lopen en hoe het voelt als de AIVD het eens bij jou komt proberen.
    Nog heel even voor ik begin: de AIVD probeert activisme te criminaliseren, en zoekt altijd informanten, mensen van binnenuit die hen meer kunnen vertellen over een beweging, een actiegroep of zelfs een bepaald persoon.
    Ik ben in de dertig en woon in Amsterdam Centrum. Maandag was ik ziek en ik lag in bed. Mijn telefoon ging, een mij onbekend nummer, ik nam op. Een vrouw vroeg of ik vijf minuten had om met haar iets te bespreken. Nou, dat hing er vanaf waar het over ging, zei ik, meer denkend aan verkooppraatjes dan iets anders. ‘Ik zal me eerste even voorstellen’, zei ze, ‘Ik ben Mia Ploumen van de AIVD’….hier rolde ik mijn bed uit, wat?! Werd ik hier gewoon gebeld door de AIVD?

    artikel als pdf

    AIVD: we lezen niet elke e-mail

    De Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) leest niet elke e-mail die wordt verstuurd, ook al is dit een hardnekkige mythe die blijft bestaan, zo liet de dienst onlangs weten. Toch wordt mogelijk dit jaar de wet aangepast waardoor de AIVD meer bevoegdheden krijgt om internetverkeer te onderscheppen.

    Tijdens de NCSC Conferentie in Den Haag sprak Sebastian Reyn van de AIVD over de rol die de inlichtingendiensten op internet spelen en welke risico’s Nederland bedreigen. Dit om meer inzicht in de werking van de diensten te geven en waar die zich mee bezighouden, voor zover het grote publiek dit mag weten.

    “Ik kan jullie niets over onze bronnen, werkwijze en huidige informatiepositie vertellen. Dit vereist geen verdere uitleg”, liet Reyn de zaal weten. Hij begon met het ontzenuwen van populaire mythes, zoals de mythe dat de AIVD al het e-mailverkeer zou afluisteren. “Dat is niet het geval.”

    Dreigingen
    “Het is belangrijk dat burgers begrijpen wat we doen en waarom wat we doen van belang is voor hun veiligheid.” Volgens Reyn zijn cybercrime en cyberspionage in dat licht twee van de grootste dreigingen voor de nationale veiligheid. “Er is geen twijfel dat cyberspionage, samen met cybercrime, de grootste dreiging is waar we in het cyberdomein mee te maken hebben.”

    Vanwege de omvang van de dreiging is het belangrijk dat partijen samenwerken. “Deze dreiging is te groot om alleen aan te pakken.” Daarin spelen ook internetgebruikers een rol. Volgens Reyn gedragen veel mensen zich nog altijd op onveilige wijzen en zijn zich niet van de risico’s bewust. Zo wordt software niet gepatcht, worden wachtwoorden nauwelijks gewijzigd en laat men overal persoonlijke informatie op het web slingeren.

    Voorbeelden hiervan verschijnen dagelijks in de media. Het probleem met cyberspionage is dat het onzichtbaar is. “Het is een feit dat buitenlandse inlichtingendiensten op geheime wijze toegang tot belangrijke informatiesystemen proberen te krijgen.” Veel van deze aanvallen worden door bestaande beveiligingssystemen nauwelijks gedetecteerd.

    E-mail
    “We zijn niet geinteresseerd in elke e-mail of verstuurd sms-bericht, of elk cyberincident. Onze focus ligt bij dreigingen voor de nationale veiligheid.” Cyberspionage en cybercrime ziet de AIVD als serieuze dreigingen, dat geldt echter niet voor cyberterrorisme. Cyberterroristen vormen nog geen grote bedreiging voor de nationale veiligheid, aldus Reyn. “De mogelijkheden die cyberterroristen hebben zijn op dit moment beperkt.”

    Terroristen zouden dan ook nog niet bij grote cyberaanvallen betrokken of hiervoor verantwoordelijk zijn geweest. Ook voor hacktivisten is Reyn niet bang. Hij vergeleek ze met het digitale equivalent van demonstrerende mensen.

    De grootste dreiging komt dan ook van andere staten. Reyn stelt dat in veel landen het de juridische taak van de overheid is om andere landen te bespioneren om hun eigen positie in de wereld te versterken. “Elke dag proberen duizenden mensen die voor legio inlichtingendiensten werken toegang tot de informatie van andere landen te krijgen. En je kunt ervan uitgaan dat een aantal in Nederland is geinteresseerd.”

    En Nederland is voor deze landen een interessant doelwit op zowel economisch, technologisch als wetenschappelijk gebied. Volgens Reyn is er nog een te groot vertrouwen in de veiligheid van ICT-systemen.

    Spionage
    Cyberspionage is voor veel landen aantrekkelijk, ging Reyn verder. “Het is een goedkope manier om in korte tijd een grote hoeveelheid data te verzamelen en is voor een groot aantal doelen te gebruiken. Daarnaast is het risico op detectie klein en is ‘attributie’ lastig.” Het is bijna onmogelijk voor aangevallen landen om te bewijzen wie de dader is. “Landen zoeken bewust naar lekken in software en systemen”, stelt Reyn.

    Volgens Reyn worden soms agenten gebruikt die USB-sticks op systemen aansluiten die niet op het internet zijn aangesloten. Daarnaast worden ook bekendere tactieken toegepast. “We zien vaak valse e-mails met verborgen malware.” Om ervoor dat te zorgen dat het slachtoffer deze e-mails ook opent, gebruiken staten klassieke spionagetactieken. “Ze zoeken naar menselijke kwetsbaarheden.”

    Aftappen
    Aan het eind van de lezing stelde Simone Halink van digitale burgerrechtenbeweging Bits of Freedom nog een vraag over de transparantie en openheid die de AIVD wil uitdragen, terwijl de bevoegdheden waaronder de dienst opereert mogelijk verder worden uitgebreid. Daardoor kan de dienst wel elke e-mail onderscheppen, zowel van Nederlandse als buitenlandse internetgebruikers.

    Nederlandse veiligheidsdiensten hebben op dit moment de bevoegdheid om “ongericht” communicatie te onderscheppen. Ze mogen onder bepaalde voorwaarden de recorder aanzetten. Het gaat dan om “ongericht ontvangen en opnemen van niet-kabelgebonden telecommunicatie”.

    Op dit moment is er een wijzigingsvoorstel voor de Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (Wiv) in de maak, waardoor die bevoegdheid wordt uitgebreid naar het aftappen van communicatie via kabels.

    “De wet is in 2002 gemaakt en sindsdien heeft de technologie zich verder ontwikkeld. De meeste communicatie verloopt tegenwoordig via de kabel. Het is belangrijk dat de wet de spelregels beschrijft waar de inlichtingendiensten aan moeten voldoen, maar dat de wet zelf niet afhankelijk van technologie is”, aldus Reyn.

    Vrijdag,11:38 doorRedactie

    Find this story at 01 February 2013

    © 2001-2013 Security.nl – The Security Council

    Circuscommissie ziet complot van AIVD tegen circus Belly Wien

    ALMELO – De gemeente Almelo heeft circus Belly Wien ten onrechte geweigerd, zegt de Commissie Klassiek Circus. De AIVD en de politie zouden een hetze tegen het circus zijn begonnen.

    De commissie legt die complottheorie uit op de eigen website. Almelo weigert Belly Wien omdat de gemeente bang is voor ongeregeldheden. Die angst is gebaseerd op demonstraties van dierenrechtenactivisten en vechtpartijen elders.

    Geplaatst op:
    21 januari 2013
    Laatste update:
    21 januari, 12:18

    Find this story at 21 January 2013

    Copyright © 2012 Wegener Media

    Toezichtsrapport rubricering staatsgeheimen AIVD

    Bij het toezichtsrapport inzake de rubricering van staatsgeheimen door de AIVD
    Bij de uitoefening van zijn taken heeft de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) in belangrijke mate te maken met staatsgeheime informatie. Staatsgeheime informatie raakt het belang van de Staat of van diens bondgenoten. Voorkomen moet worden dat staatsgeheime informatie ter kennis komt van personen die niet tot kennisneming daarvan gerechtigd zijn. Staatsgeheime informatie moet op een voorgeschreven wijze als zodanig worden aangemerkt. Het aanmerken van informatie als staatsgeheime informatie is het rubriceren. De Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (hierna: de Commissie) heeft een onderzoek verricht naar de vraag of de AIVD de rubricering van staatsgeheimen juist toepast. lees meer

    De inzet van de afluisterbevoegdheid en van de bevoegdheid tot de selectie van Sigint door de AIVD

    Bij het toezichtsrapport inzake de inzet van de afluisterbevoegdheid
    en de bevoegdheid tot de selectie van Sigint door de AIVD
    Het onderzoek van de Commissie heeft zich gericht op de rechtmatigheid van de inzet van
    de afluisterbevoegdheid en de bevoegdheid tot de selectie van Sigint door de AIVD in de
    periode van september 2010 tot en met augustus 2011. Deze bevoegdheden zijn neergelegd
    in de artikelen 25 en 27 van de Wiv 2002 en mogen enkel worden ingezet indien dit
    noodzakelijk is in het kader van de veiligheidstaak of de inlichtingentaak buitenland van de
    AIVD. Ook is wettelijk vereist dat de inzet van deze bevoegdheden proportioneel en
    subsidiair is en voldoet aan in de Wiv 2002 neergelegde zorgvuldigheidsvereisten.
    De Commissie constateert dat de AIVD bij de inzet van de afluisterbevoegdheid doordacht
    te werk gaat. Zij heeft in de door haar onderzochte operaties geen onrechtmatigheden
    geconstateerd. Dit is gezien het grote aantal onderzochte operaties een compliment waard.
    Op enkele punten constateert de Commissie evenwel dat er sprake is van
    onzorgvuldigheden, vooral ten aanzien van de motivering van operaties.
    Voor een deugdelijke motivering is van belang dat de AIVD hierin alle beschikbare relevante
    informatie betrekt. Alleen dan kan zorgvuldig worden afgewogen of de privacyinbreuk die
    gepaard gaat met de inzet van de afluisterbevoegdheid inderdaad noodzakelijk,
    proportioneel en subsidiair is. De Commissie heeft in één geval geconstateerd dat contraindicaties
    inzake de dreiging die van een target uitging, niet waren opgenomen in de
    motivering. De Commissie signaleert ook dat de AIVD incidenteel omwille van de efficiëntie
    van het inlichtingenwerk parallelle, verschillend gerubriceerde motiveringen aanwendt.
    Naar het oordeel van de Commissie staat dit op gespannen voet met het belang van een
    zorgvuldige en eenduidige motivering.

    De Commissie constateert dat het in het onderzoek van de AIVD naar
    radicaliseringstendensen niet altijd evident is dat de personen of organisaties jegens wie de
    afluisterbevoegdheid wordt ingezet, ook daadwerkelijk aanleiding geven tot het ernstige
    vermoeden een gevaar te zijn voor de nationale veiligheid. De Commissie onderkent het
    belang van dit onderzoek maar benadrukt dat dan wel voortdurend de inzet van bijzondere
    bevoegdheden jegens deze personen of organisaties kritisch geëvalueerd dient te worden. Zij
    heeft in één geval geconstateerd dat de AIVD gedurende enkele jaren bijzondere
    bevoegdheden heeft ingezet zonder duidelijkheid te hebben verkregen over de dreiging die
    van de betrokken personen uitging. De Commissie is van oordeel dat de inzet van de
    afluisterbevoegdheid met name in de laatste periode van dit onderzoek zich op het
    grensgebied bevond van wat wettelijk is toegestaan. In één geval zijn door de AIVD
    bijzondere bevoegdheden ingezet tegen een persoon die een bepaalde boodschap wilde
    publiceren waarvan volgens de AIVD niet uit te sluiten was dat deze opgevat kon worden
    als een oproep tot activisme of geweld. De Commissie vindt deze formulering te ruim. Voor
    ii
    de inzet van een bijzondere bevoegdheid moet immers gemotiveerd worden dat er een
    ernstig vermoeden van een gevaar is.
    In één geval constateert de Commissie dat de AIVD de afluisterbevoegdheid heeft ingezet
    terwijl er belangrijke redenen waren om voorafgaande hieraan de MIVD de consulteren.
    Hierdoor had de AIVD niet alleen mogelijk operationeel relevante informatie kunnen
    verkrijgen, ook kan zo voorkomen worden dat beide diensten zich los van elkaar met
    dezelfde operationele aangelegenheden bezighouden.
    De Commissie onthoudt zich, net als in twee eerdere rapporten waarin dit onderwerp ter
    sprake kwam, van een oordeel over de rechtmatigheid van de selectie van Sigint door de
    AIVD. Bij de inzet van deze bevoegdheid licht de AIVD vaak niet toe aan wie de nummers
    en technische kenmerken toebehoren en waarom deze telecommunicatie dient te worden
    geselecteerd. Deze problematiek lijkt eigen aan de selectie van Sigint, de Commissie heeft dit
    onlangs ook ten aanzien van de MIVD geconstateerd. De motiveringsvereisten van de Wiv
    2002 zijn evenwel strikt, aangezien bij de selectie van Sigint kennis wordt genomen van de
    inhoud van communicatie van personen en organisaties. In het eind 2011 uitgebrachte
    toezichtsrapport 28 inzake de inzet van Sigint door de MIVD heeft de Commissie het
    juridisch kader voor het gehele proces van de inzet van Sigint uiteengezet en
    aanknopingspunten gegeven voor een betere motivering. De Commissie zal dan ook in het
    volgende diepteonderzoek naar de inzet van de afluisterbevoegdheid en de bevoegdheid tot
    de selectie van Sigint door de AIVD nagaan in hoeverre de motivering van de selectie van
    Sigint is verbeterd.

    Het rapport is te vinden bij CTIVD

    Reactie van de minister

    Persbericht

    Toezichtsrapport rubricering staatsgeheimen AIVD

    Bij de uitoefening van zijn taken heeft de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) in belangrijke mate te maken met staatsgeheime informatie. Staatsgeheime informatie raakt het belang van de Staat of van diens bondgenoten. Voorkomen moet worden dat staatsgeheime informatie ter kennis komt van personen die niet tot kennisneming daarvan gerechtigd zijn. Staatsgeheime informatie moet op een voorgeschreven wijze als zodanig worden aangemerkt. Het aanmerken van informatie als staatsgeheime informatie is het rubriceren. De Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (hierna: de Commissie) heeft een onderzoek verricht naar de vraag of de AIVD de rubricering van staatsgeheimen juist toepast.

    het toezichtsrapport

    Roel van Duijn eist bij AIVD films en geluidsopnames op van “journalist” Wieting

    Ik heb van de AIVD nu ook  foto’s, film- en geluidsopnamen opgeëist. Die zijn omstreeks 1970 gemaakt door een geheim agent van de Groep IJzerman. En aan de BVD overgedragen.

    Ik vraag het onder het voorwendsel van journalistiek  gemaakte materiaal met het oog op een verfilming van mijn boek “Diepvriesfiguur”. Dit is  onlangs bij uitgeverij van Praag verschenen. Het nu door mij gevraagde  materfoto- , film- en geluidsmateriaal is van historisch belang.

       De Groep IJzerman is een groep van de Amsterdamse politie  geweest, die zich in de periode 1967-1972 heeft bezig gehouden met het inwinnen van inlichtingen omtrent opstandige groeperingen, waartoe Provo en de Kabouterbeweging behoorden. 

    De bronnen

    De naam van deze geheim agent was Dolf Wieting. Dit is uit verschillende openbare bronnen bekend. Zijn spionage-activiteiten zijn niet alleen uitgebreid beschreven  in mijn bovengenoemde boek, maar ook in  “De Groep IJzerman” van de politiehistoricus dr. G.Meershoek (uitgeverij Boom, 2011). In deze studie wordt hij als “Agent Zomer” aangeduid. In het tijdschrift “Ons Amsterdam”, van maart 2011, wordt duidelijk wie er achter dit pseudoniem schuil gaat. Eerder, in 1996, waren enkele van zijn activiteiten al beschreven in het boek “Louter Kabouter” van Coen Tasman (uitgeverij Babylon/De Geus).

    Wieting gaf zich bij zijn activiteiten uit als journalist. Enkele malen heeft hij tegenover ons  voorgegeven medewerker van de VPRO te zijn.

    Dolf Wieting heeft ongeveer 4 jaar voor de Groep IJzerman gewerkt. Vanaf begin 1968 tot en met zomer 1971. De Groep IJzerman bespioneerde t.b.v. de Amsterdamse politie en de BVD verschillende linkse jongerengroepen, waaronder de Kabouterbeweging.

    Foto’s, films en geluidsbanden

    Concreet eis ik u tenminste het materiaal dat Wieting geproduceerd heeft bij de volgende gelegenheden:

    1. Opnames in de periode  eind 1969 t/m maart 1970 gemaakt in de studentensociëteit Akhnaton bij vergaderingen van de door mij opgerichte “Volksuniversiteit voor Sabotoga en Pseudo-erotiek”, een voorloper van de Kabouterbeweging.

    2. Film -, foto- en geluidsmateriaal door hem gemaakt op 11 maart 1970 tijdens een kabouteractie bij de Juliana van Stolbergkazerne in Amersfoort, waar Kabouters naartoe getrokken waren om pamfletten te verspreiden over geweldloze defensietechnieken. Volgens de bovenbeschreven bronnen is Wieting daar aanvakelijk gearresteerd, maar onmiddellijk vrijgelaten met teruggave van zijn camera en andere apparatuur.

    3. Volgens een rapport van de BVD, afgedrukt in “Diepvriesfiguur” als

        Document 7-1 heeft Wieting in mei 1970 filmopnames gemaakt van acties

        van de Kabouterbeweging in het kader van de gemeenteraadsverkiezingen.

         Citaat uit dit rapport: “Zowel het filmapparaat als de geluidsopname-

          apparatuur waren van professionele kwaliteit. Opmerkelijk was, dat

           richtlijnen van deze filmer voetstoots- en zonder enig ommentaar

           uitgevoerd.” Grappig genoeg wist de BVD-er die dit rapport gemaakt heeft

           dat Wieting ook een geheim agent was.

       Het rapport is in kopie bijgevoegd (eerste attachment).

       Ik herinner mij dat Wieting bij deze campagne mij, als lijsttrekker, niet 

        alleen op straat, maar ook bij mij thuis. herhaaldelijk heeft geïnterviewd

        met zijn filmcamera en bandrecorder.

    4.Op de achttiende foto in “Diepvriesfiguur” is te zien hoe Wieting bij het kraken van een langdurig leegstaand pand in de Damstraat door de Kabouterbeweging, op 28 mei 1970, opnamen maakt van een vergadering. Wat is het resultaat daarvan geweest?

    De foto is bijgevoegd (tweede attachment, in zwart jasje + microfoon aan onderkant foto).

    5. Op pg. 86 van “De Groep IJzerman” wordt beschreven dat Wieting veel

         foto’s gemaakt heeft in het politiek café “De Pieter” in de

         Pieterspoortsteeg,in Amsterdam, dat vanaf 1968 gediend heeft als een

         onderkomen voor linkse jongerenbewegingen zoals de Kabouters.

     6. Op pagina 94 van dit laatste boek beschrijft de auteur hoe deze geheim agent ontmaskerd werd door een van onze medestanders, Hans Hofman,  In 1969. op het moment dat deze met een pistool zwaaide in een café in de Peperstraat. Het was zijn dienstpistool. Wieting ontkende krachtig dat hij een geheim agent was en om Hofman te intimideren schoot hij met een kogel een urinoir van het café kapot. Aangezien Wieting steeds met zijn apparatuur gezien werd, heeft hij waarschijnlijk ook rond deze gebeurtenis opnames gemaakt.

    Een verzoek met gelijke strekking is verzonden aan de politie Amsterdam-Amstelland en aan de MIVD.

    roelvduijn@planet.nl

    1 June 2012
     

    Kraaijer, de AIVD en de Telegraaf

    Paul Kraaijer kwam in juni 2011 uit de kast na vijfentwintig jaar voor de inlichtingen- en veiligheidsdiensten te hebben gewerkt. Kraaijer laat zich in twee paginagrote artikelen interviewen over zijn carrière. Buro Jansen & Janssen heeft het verhaal met grote belangstelling gelezen en heeft uit diverse hoeken reacties en aanvullingen gehad, maar heeft gekozen om terughoudend te zijn met een reactie. Het interview / artikel in de Telegraaf roept namelijk meer vragen op dan dat je er zinnige conclusies aan kan verbinden.

    lees meer

    “Hallo, met de AIVD”

    Ik schrijf deze tekst omdat mij iets is overkomen wat iedereen die politiek actief is of was, kan overkomen: benaderd worden door de AIVD. De laatste maanden waren een vriendin en een kennis benaderd, toch was de gedachte niet bij me opgekomen dat het mij zou gebeuren. Dus toen het zover was, stond ik mooi met mijn mond vol tanden. Bovendien merkte ik hoe slim en manipulatief ze zijn. Ik vond het helemaal niet zo makkelijk om hiermee om te gaan. Ik heb dit dus zo eerlijk mogelijk geschreven, om je een idee te geven hoe het kan lopen en hoe het voelt als de AIVD het eens bij jou komt proberen.
    lees meer

    Bij de AIVD bushalte

    ‘Tijdens het college nog een gezellig gesprek gehad met Eric en vervolgens net de bus gehaald naar huis. Dromerig staarde ik naar buiten over de polder. Ik werd opgeschrikt door het getril van mijn mobiel in mijn jaszak. Het nummer herkende ik niet, maar nam toch op. “Met de geheime dienst,” klonk het aan de andere kant van de lijn. Ik schrok helemaal wakker. Wat, waarom ik, in korte tijd schoten er allerlei gedachten door mijn hoofd. De mannenstem vroeg of hij met mij kon afspreken. Ik wist niet wat ik moest zeggen en zei dat ik hem zou bellen als ik thuis was. De rest van de busreis voelde ik de spanning toenemen, wat moest ik doen? Ik belde een vriend om te overleggen wat te doen. Ik heb niets te verbergen, prentte ik mezelf in, maar waarom wil die geheim agent dan een afspraak met mij?’
    lees meer

    Kraaijer, de AIVD en de Telegraaf

    Paul Kraaijer kwam in juni 2011 uit de kast na vijfentwintig jaar voor de inlichtingen- en veiligheidsdiensten te hebben gewerkt. Kraaijer laat zich in twee paginagrote artikelen interviewen over zijn carrière. Buro Jansen & Janssen heeft het verhaal met grote belangstelling gelezen en heeft uit diverse hoeken reacties en aanvullingen gehad, maar heeft gekozen om terughoudend te zijn met een reactie. Het interview / artikel in de Telegraaf roept namelijk meer vragen op dan dat je er zinnige conclusies aan kan verbinden.

    Zijn het waarheden, halve waarheden, verzinsels, leugens? Wat wil de Telegraaf met het verhaal, en wat wil de inlichtingendienst? Waarom treedt iemand na zoveel jaar naar buiten? Welke schade heeft hij ondervonden van een 25-jarig dubbelleven? Kraaijer schrijft zelf op de website van Villamedia.nl dat “de Telegraaf zaken nog wel eens uit het verband wil rukken of wil aandikken.” Kraaijer reageert op de passages in het Telegraaf artikel waarin gerefereerd wordt aan zijn rol als journalist. Zijn de andere opmerkingen van Kraaijer dan ook “uit hun verband gerukt of aangedikt”? En wat betekent dat voor het waarheidsgehalte van de twee reportages?

    Bij de AIVD bushalte

    ‘Tijdens het college nog een gezellig gesprek gehad met Eric en vervolgens net de bus gehaald naar huis. Dromerig staarde ik naar buiten over de polder. Ik werd opgeschrikt door het getril van mijn mobiel in mijn jaszak. Het nummer herkende ik niet, maar nam toch op. “Met de geheime dienst,” klonk het aan de andere kant van de lijn. Ik schrok helemaal wakker. Wat, waarom ik, in korte tijd schoten er allerlei gedachten door mijn hoofd. De mannenstem vroeg of hij met mij kon afspreken. Ik wist niet wat ik moest zeggen en zei dat ik hem zou bellen als ik thuis was. De rest van de busreis voelde ik de spanning toenemen, wat moest ik doen? Ik belde een vriend om te overleggen wat te doen. Ik heb niets te verbergen, prentte ik mezelf in, maar waarom wil die geheim agent dan een afspraak met mij?’

    lees meer

    Bij de AIVD bushalte

    ‘Tijdens het college nog een gezellig gesprek gehad met Eric en vervolgens net de bus gehaald naar huis. Dromerig staarde ik naar buiten over de polder. Ik werd opgeschrikt door het getril van mijn mobiel in mijn jaszak. Het nummer herkende ik niet, maar nam toch op. “Met de geheime dienst,” klonk het aan de andere kant van de lijn. Ik schrok helemaal wakker. Wat, waarom ik, in korte tijd schoten er allerlei gedachten door mijn hoofd. De mannenstem vroeg of hij met mij kon afspreken. Ik wist niet wat ik moest zeggen en zei dat ik hem zou bellen als ik thuis was. De rest van de busreis voelde ik de spanning toenemen, wat moest ik doen? Ik belde een vriend om te overleggen wat te doen. Ik heb niets te verbergen, prentte ik mezelf in, maar waarom wil die geheim agent dan een afspraak met mij?’

    Kraaijer, de AIVD en de Telegraaf

    Paul Kraaijer kwam in juni 2011 uit de kast na vijfentwintig jaar voor de inlichtingen- en veiligheidsdiensten te hebben gewerkt. Kraaijer laat zich in twee paginagrote artikelen interviewen over zijn carrière. Buro Jansen & Janssen heeft het verhaal met grote belangstelling gelezen en heeft uit diverse hoeken reacties en aanvullingen gehad, maar heeft gekozen om terughoudend te zijn met een reactie. Het interview / artikel in de Telegraaf roept namelijk meer vragen op dan dat je er zinnige conclusies aan kan verbinden.

    Zijn het waarheden, halve waarheden, verzinsels, leugens? Wat wil de Telegraaf met het verhaal, en wat wil de inlichtingendienst? Waarom treedt iemand na zoveel jaar naar buiten? Welke schade heeft hij ondervonden van een 25-jarig dubbelleven? Kraaijer schrijft zelf op de website van Villamedia.nl dat “de Telegraaf zaken nog wel eens uit het verband wil rukken of wil aandikken.” Kraaijer reageert op de passages in het Telegraaf artikel waarin gerefereerd wordt aan zijn rol als journalist. Zijn de andere opmerkingen van Kraaijer dan ook “uit hun verband gerukt of aangedikt”? En wat betekent dat voor het waarheidsgehalte van de twee reportages?

    lees meer

    << oudere artikelen  nieuwere artikelen >>