• Buro Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, de overheid in Nederland en Europa kritisch volgt. Een grond-rechten kollektief dat al 30 jaar publiceert over uitbreiding van repressieve wetgeving, publiek-private samenwerking, bevoegdheden, overheids-optreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.
  • Publicaties

  • Migratie

  • Politieklachten

  • Bijlage I – HOOFDSTUK 5 DE GESPREKKEN

    HOOFDSTUK 5 DE GESPREKKEN

    De enqutecommissie heeft in het kader van haar onderzoek
    gesprekken gevoerd. De Wet op de Parlementaire Enqute kent geen
    gesprekken, hetgeen betekent dat de commissie de bevoegdheden die
    zij in het kader van de openbare verhoren heeft, ontbeert. Het gaat
    daarbij om de bevoegdheid getuigen en deskundigen op te roepen of
    te dagvaarden, wat een verschijnings- en antwoordplicht met zich
    brengt, en de bevoegdheid getuigen en deskundigen onder ede te
    verhoren. Desalniettemin was de bereidwilligheid van uitgenodigde
    gesprekpartners voor de commissie te verschijnen uitermate
    bevredigend te noemen, wat de commissie tot erkentelijkheid
    stemt.

    Het eerste gesprek werd op 1 juni 1995 gehouden, het laatste op
    12 januari 1996. In totaal werden 128 gesprekken gevoerd met 139
    personen. Sommige gesprekken betroffen meerdere personen. Het
    leeuwendeel van de gesprekken – 109 – vond plaats tijdens het
    voorbereidend onderzoek. De gesprekken hadden een besloten,
    vertrouwelijk karakter. Van een gesprek vervaardigde de
    Stenografische dienst der Staten-Generaal een woordelijk verslag,
    dat aan de gesprekspartners ter goedkeuring werd voorgelegd.
    Vanwege het vertrouwelijke karakter van de gesprekken worden de
    verslagen niet openbaar gemaakt. Noch in de openbare verhoren, noch
    in het eindrapport van de commissie wordt hieruit geciteerd, tenzij
    de betrokkene daar toestemming voor heeft gegeven. De verslagen
    maakten deel uit van het onderzoeksmateriaal dat de commissie ter
    beschikking stond.

    De commissie streefde met de gesprekken een drietal doelen na.
    In de eerste plaats wilde zij haar kennis van en inzicht in de
    materie vergroten. In de tweede plaats zou mede op grond van deze
    gesprekken de selectie van getuigen en deskundigen, die in het
    openbaar zouden worden gehoord, geschieden. In de derde plaats
    dienden de gesprekken voor de commissie en voor de gesprekspartners
    als voorbereiding van een openbaar verhoor.

    Op grond van een lijst van bevindingen, samengesteld op basis
    van interviews, documentenonderzoek, literatuur en gesprekken met
    de staf, maakte de commissie een selectie van personen die over een
    aantal thema’s relevante informatie konden verschaffen, te weten
    personen uit alle geledingen van politie, justitie en bijzondere
    opsporingsdiensten, rechters, advocaten, wetenschappers, politici
    en ondernemers. Noot De gesprekspartners werden door de
    griffier of haar plaatsvervanger telefonisch uitgenodigd, waarna
    een schriftelijke bevestiging volgde. Noot Bij het maken
    van afspraken trachtte de commissie zo veel mogelijk vast te houden
    aan de in haar ogen logische volgorde van de gesprekken, hetgeen
    niet altijd lukte. Vooral het feit dat de gesprekken grotendeels in
    de zomervakantieperiode plaatsvonden, was daar de oorzaak van. De
    gesprekken werden van tevoren over de leden van commissie verdeeld.
    Het lid dat een bepaald gesprek toebedeeld kreeg, was primair
    belast met het voeren van dat gesprek. De andere leden waren
    overigens vrij aanvullende vragen te stellen.

    Ten behoeve van (de voorbereiding van) elk gesprek werd door de
    staf een gespreksnotitie gemaakt, bevattende onder meer enkele
    gegevens over de gesprekspartner, een lijst van cruciale
    documenten, waaronder verslagen van interviews, en een lijst van
    mogelijk te stellen vragen, onderverdeeld naar te behandelen
    onderwerpen. Deze notitie werd van tevoren in de commissie
    besproken. De gesprekken werden in de tweede Commissiekamer in het
    Eerste-Kamergebouw gevoerd. Afgesproken was dat alle leden van de
    commissie in beginsel aanwezig zouden zijn, wat meestal het geval
    was. Verder werden de gesprekken bijgewoond door de griffier, de
    inhoudelijk secretaris, een stenograaf en, in voorkomende gevallen,
    een onderzoeker of adviseur.

    In de regel was de opbouw van het gesprek als volgt. Eerst
    maakte de voorzitter, of bij diens afwezigheid de ondervoorzitter,
    enkele inleidende opmerkingen over het onderzoek van de commissie
    en over het vertrouwelijke karakter van het gesprek. Vervolgens
    werd het woord gegeven aan het lid dat bij dat gesprek het voortouw
    had. De afsluiting geschiedde door de voorzitter. De gesprekken
    duurden doorgaans anderhalf uur. Niet meer dan vier personen werden
    op n dag gesproken.

    De gesprekken die in de zomermaanden waren gevoerd, werden door
    de verschillende interne onderzoeksgroepen geanalyseerd en in de
    concept-rapportages, die eind augustus gereed waren, verwerkt. Op
    basis van deze concept-rapportages werd door de griffier en de
    inhoudelijke secretaris een lijst van bevindingen opgesteld, die
    aan de commissie ter bespreking werd voorgelegd. Deze lijst vormde
    de basis voor de selectie van de te horen personen als ook van de
    thema’s die in de verhoren aan de orde zouden komen. Van de
    gesprekken die tijdens de openbare verhoren plaatsvonden, negen in
    totaal, was het merendeel
    bedoeld ter voorbereiding van een openbaar verhoor.
    Na afloop van de openbare verhoren werden nog tien gesprekken
    gevoerd. Met een aantal daarvan werd beoogd tegenstrijdigheden die
    tijdens de openbare verhoren aan het licht waren gekomen, op te
    helderen. De overige gesprekken hadden als doel een aantal zaken,
    waarop de commissie tijdens de openbare verhoren was gestuit, aan
    een nader onderzoek te onderwerpen.

    Tevens heeft de commissie nog met enkele informanten en
    criminelen gesproken. Van enkele van deze gesprekken is geen
    stenografisch verslag gemaakt. De commissie meende met deze
    gesprekken nader inzage te kunnen krijgen in de andere kant van de
    opsporing.


    Inhoudsopgave en zoeken