april 1998
inhoud
inleiding De nieuwe kleren van de ROS
Bekentenissen van een anarchiste
Donder & bliksem: het marini-proces
Bericht uit de isoleer
Verdeel en heers
…ondertussen in Turijn…
adressen
april 1998
inhoud
inleiding De nieuwe kleren van de ROS
Bekentenissen van een anarchiste
Donder & bliksem: het marini-proces
Bericht uit de isoleer
Verdeel en heers
…ondertussen in Turijn…
adressen
Stenografisch verslag van het gesprek met de heer F.F.M. van den Kieboom, gehouden op donderdag 2 april 1998 te 10.15 uur in de Den Uyl-zaal
Aanwezig van de werkgroep: de leden G. Valk (voorzitter), M. Beinema, J.F. Jeekel en R. Luchtenveld, alsmede de heer A.J.M. den Teuling (onderzoeker)
Verder aanwezig: de heren A.J.B. Hubert (griffier) en F.M.J. Hendrickx (stafmedewerker)
De voorzitter: Mijnheer Van den Kieboom, ik heet u hartelijk welkom. Dat geldt ook voor uw begeleiders, de heren Wuisman en Soonius. Het gesprek vindt plaats in beslotenheid, maar het is wel de bedoeling dat het stenogram van dit gesprek bij het eindrapport wordt gepubliceerd. U zult het ontwerpstenogram krijgen voorgelegd voor eventuele op- en aanmerkingen.
Stenografisch verslag van het gesprek met de heer mr.H. Soonius, gehouden op maandag 30 maart 1998 te 10.15 uur in de Den Uyl-zaal
Voorzitter: Valk
Aanwezig van de werkgroep: de leden G. Valk (voorzitter), M. Beinema, J.F. Jeekel en R. Luchtenveld, alsmede de heer A.J.M. den Teuling (onderzoeker)
Verder aanwezig: de heren A.J.B. Hubert (griffier) en F.M.J. Hendrickx (stafmedewerker)
Waar blijven de beloofde plakplaatsen?
De afgelopen tijd is er in Nijmegen weer de nodige deining ontstaan over het (illegaal) plakken van posters. Verschillende kleinere politieke partijen en organisaties, maar ook individuen, worden door de overheid – zowel gemeente als openbaar ministerie – aangesproken op hun ‘plakgedrag’. Die overheid, de gemeentelijke, worstelt nu al bijna twintig jaar met de vraag hoe en waar ‘vrije plakplaatsen’ te realiseren. Het waarom lijkt daarbij een ondergeschikte rol te spelen betoogt Louis Sévèke in De Gelderlander.
Drugs op internet BPh/RD SCHENGEN NL
Werkgroep Verdovende Middelen artikel 70
Brussel, 12 februari 1998
SCH/Stup (99) 14
Vertaling: orig.DE
NOTA VAN HET DUITSE VOORZITTERSCHAP
Betreft: drugs op internet
A. Uiteenzetting van het vraagstuk
lnternet biedt, als wereldwijde communicatiestructuur van lokale, nationale en transnationale computernetwerken die via telefoon, radio of satelliet met elkaar zijn verbonden, iedere bezitter van een PC met bijbehorende gewone software en hardware voor telecommunicatie, toegang tot een direct beschikbare gegevenspool.
De verschillende diensten (zoals Telnet, FTP/FSP, Gopher, Hyper-G, Use-net, emailfas, WWW, IRC, Cybercash, lnternet Phone) maken uitwisseling van berichten tussen individuele lnternet-gebruikers mogelijk en stellen hen in staat op een gemakkelijke wijze toegang te verkrijgen tot databanken met velerlei informatie en programma’s.
Internet wordt als communicatiemiddel in toenemende mate door de meest diverse categorieën van criminelen gebruikt. Het informatieverkeer kan namelijk veelal anoniem plaatsvinden en het ontdekken van een strafbaar feit of het leggen van een verband tussen strafbaar feit en dader is zeer moeilijk.
lees meer
‘Behandel de arrestant correct. Immers zo gauw hij gearresteerd is, is hij in onze macht en weerloos.’ Een van de meest opmerkelijke richtlijnen die begin jaren tachtig zijn opgesteld ten faveure van het optreden van aanhoudingseenheden in Amsterdam. Een vrijbrief voor geweld. Het is dan ook niet verwonderlijk dat veel actievoerders de blauwe plekken en gekneusde ribben weer voelen bij het aanschouwen van groepen stillen in de stad. Over dit omstreden politieonderdeel hangt al jaren een waas van geheimzinnigheid. Het lijkt wel alsof, behoudens de enkele activist, er geen haan naar kraait.
‘Behandel de arrestant correct. Immers zo gauw hij gearresteerd is, is hij in onze macht en weerloos.’ Een van de meest opmerkelijke richtlijnen die begin jaren tachtig zijn opgesteld ten faveure van het optreden van aanhoudingseenheden in Amsterdam. Een vrijbrief voor geweld. Het is dan ook niet verwonderlijk dat veel actievoerders de blauwe plekken en gekneusde ribben weer voelen bij het aanschouwen van groepen stillen in de stad. Over dit omstreden politieonderdeel hangt al jaren een waas van geheimzinnigheid. Het lijkt wel alsof, behoudens de enkele activist, er geen haan naar kraait. lees meer
Eerder schreef Jansen en Janssen een artikel over de voorstellen om artikel 13 van de Grondwet (het brief- en telefoongeheim) te wijzigen. Daarmee zou het voor politie en inlichtingendiensten eenvoudiger worden om het briefgeheim te schenden en zou e-mail net zo openbaar worden als een ansichtkaart.
Over deze voorstellen ontstond in de media, in de politiek en in de juridische vakpers zoveel commotie dat de Ministers Sorgdrager en Dijkstal zich genoodzaakt zagen een aanvullende nota uit te brengen. De gevolgen van deze nota worden hieronder besproken.
Inmiddels gaan de ontwikkelingen echter al weer een stap verder. Zonder dat de grondwetswijziging nog maar door de Tweede Kamer is, is de eerste wet die gebruikt maakt van deze komende wijziging al naar de Kamer gestuurd: De Wet Computercriminaliteit 2. Verder wordt op korte termijn de nieuwe Wet op de Telecommunicatie behandeld. Ook op de gevolgen van deze twee wetsvoorstellen zullen we in het kort ingaan.
Sorgdrager stelt nieuwe openbare orde wetten voor,
Europa werkt aan een nieuw artikel 140
Eind november behandelde de Commissie Justitie van de Tweede Kamer een brief van minister van justitie Sorgdrager over de arrestaties bij de Eurotop. Sorgdrager reageerde met die brief op de evaluatie van de Amsterdamse driehoek van de Eurotop. Net als de Amsterdamse driehoek vindt Sorgdrager, dat ondanks het niet vervolgen van de arrestanten, de beslissing om art. 140 te gebruiken bij Vrankrijk terecht is. Ze baseert haar mening op een ambtsbericht van het College van Procureurs-Generaal d.d. 18 november 1997. lees meer
Eerder schreef Jansen en Janssen een artikel over de voorstellen om artikel 13 van de Grondwet (het brief- en telefoongeheim) te wijzigen. Daarmee zou het voor politie en inlichtingendiensten eenvoudiger worden om het briefgeheim te schenden en zou e-mail net zo openbaar worden als een ansichtkaart.
Over deze voorstellen ontstond in de media, in de politiek en in de juridische vakpers zoveel commotie dat de Ministers Sorgdrager en Dijkstal zich genoodzaakt zagen een aanvullende nota uit te brengen. De gevolgen van deze nota worden hieronder besproken. lees meer