• Buro Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, de overheid in Nederland en Europa kritisch volgt. Een grond-rechten kollektief dat al 30 jaar publiceert over uitbreiding van repressieve wetgeving, publiek-private samenwerking, bevoegdheden, overheids-optreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.
  • Publicaties

  • Migratie

  • Politieklachten

  • Bijlage I – 4.4 Het rechtsvergelijkend onderzoek

    4.4 Het rechtsvergelijkend onderzoek

    Voor de beantwoording van een aantal vragen achtte de commissie
    het van belang inzicht te hebben in enkele specifieke onderdelen
    van de wettelijke normering van het gebruik van opsporingsmethoden
    in andere landen. Aanvankelijk was de commissie voornemens externe
    onderzoekers te vragen dit onderzoek uit te voeren. Toen bleek dat
    het ministerie van Justitie aan prof. mr P.J.P. Tak opdracht had
    gegeven een rechtsvergelijkend onderzoek uit te voeren naar het
    gebruik van bijzondere opsporingsmethoden ter voorkoming en
    bestrijding van de georganiseerde criminaliteit, naar de normering
    van die methoden en de ervaringen daarmee in de Bondsrepubliek
    Duitsland, Denemarken, Frankrijk en Itali, besloot de commissie,
    met instemming van het ministerie, haar vragen aan Tak mee te
    geven. Namens de commissie heeft het staflid Wiewel als toehoorder
    de bijeenkomsten van de begeleidingscommissie over dit onderzoek
    bijgewoond. Medio oktober 1995 ontving de commissie de
    concept-onderzoeksverslagen van de vier rechtsvergelijkende
    studies. De commissie heeft echter toch gemeend op basis van haar
    eigen onderzoek in bijlage 5 een hoofdstuk op te nemen over de
    opsporingsmethoden in Belgi, het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde
    Staten en Duitsland. De commissie is van oordeel dat met dit
    onderzoek een vergelijkend beeld wordt gegeven van de
    opsporingsmethoden in die landen.


    vorige        
    inhoudsopgave en zoeken