• Buro Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, de overheid in Nederland en Europa kritisch volgt. Een grond-rechten kollektief dat al 30 jaar publiceert over uitbreiding van repressieve wetgeving, publiek-private samenwerking, bevoegdheden, overheids-optreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.
  • Publicaties

  • Migratie

  • Politieklachten

  • IX – De autobranche en de (vracht)autocriminaliteit – 5.1. De aantrekkelijkheid van autodiefstallen voor criminele groepen

    5. CRIMINELE GROEPEN EN AUTODIEFSTALLEN

    5.1. De aantrekkelijkheid van autodiefstallen voor criminele
    groepen

    Een van de klassieke terreinen van criminele groepen is in
    landen als Itali, de Verenigde Staten en Rusland de diefstal van
    auto’s. Gelet op het eerder geschatte schadebedrag kan met
    autodiefstallen een aardige hoeveelheid geld worden verdiend.
    Waarom is het plegen van autodiefstallen zo interessant voor
    criminele groepen? Hiervoor zijn, in willekeurige volgorde, de
    volgende factoren aan te geven.

    1. er kunnen relatief grote winsten worden gemaakt in verband
    met de hoge waarde van de voertuigen;
    2. er bestaat een zeer groot potentieel aanbod van auto’s om
    eventueel te stelen (ruim vijf miljoen in Nederland);
    3. na enige oefening kunnen auto’s makkelijk door een dader worden
    opengemaakt en gestolen. De gebrekkige techno-preventieve
    maatregelen de auto-industrie om auto’s tegen diefstal te
    beveiligen hebben weinig effect op het voorkomen van diefstal. Maar
    ook verbeteringen in techno-preventieve maatregelen zullen
    vermoedelijk niet helpen, zo schrijft Sehr (1995, p. 120):…eine
    verbesserte Diebstahlschutzsicherung durch verfeinerte
    Aufbruchtechniken zunichte gemacht wurde. Entwicklungslogisch
    bildeten sich specialisierte Gruppen, die in der Lage waren und
    auch noch sind, innerhalb krzester Zeit, teilweise unter zehn
    Sekunden, ein Kraftfahrzeug zu ffnen.

    Ook een hogere prijs heeft tot dusverre de autoproducenten ervan
    weerhouden adequate techno-preventieve apparatuur te
    installeren;
    4. er is een kleine pakkans bij de diefstal. Het gemak waarmee een
    auto kan worden geopend verkleint de pakkans en waarschuwt geen
    getuigen of toevallige passanten (zelfs van het geregeld om niets
    afgaan van allerlei alarminstallaties die verkeerd zijn afgesteld,
    kijkt niemand in een straat of op een plein nauwelijks meer op of
    om);

    5. er is een relatief kleine kans op strafrechtelijke vervolging
    bij heterdaad; 6. de rechtspraktijk wijst uit dat een relatief lage
    straf wordt opgelegd bij een veroordeling; 7. autodiefstallen staan
    niet hoog op de politieke agenda en worden door politie en justitie
    niet altijd als prioriteit beschouwd, maar eerder als een zaak
    tussen slachtoffers en verzekeringsmaatschappijen. Het opsporen en
    achterhalen van daders wordt steeds meer een geprivatiseerde
    activiteit. Verzekeringsmaatschappijen nemen tegenwoordig vaker
    zelf de opsporing ter hand en stellen de politie pas later op de
    hoogte van hun bevindingen. De opsporingsafdelingen van
    verzekeringsmaatschappijen of van particuliere bureaus zijn voor
    professionele criminele groepen geen partij;

    8. er bestaat een goede afzetmarkt voor het produkt. Het aandeel
    van nieuwe auto’s op de Nederlandse markt neemt steeds meer af en
    de vraag naar goedkope gebruikte auto’s wordt steeds groter. De
    laatste jaren is het in vele huishoudens gebruikelijk over meer
    auto’s te beschikken. De tweede (of derde) auto is vrijwel altijd
    een oudere, goedkope gebruikte auto. Deze afzetmarkt is verder
    toegenomen door het openstellen van de grenzen tussen de landen van
    de EU. Voorts zal de behoefte aan relatief goedkope auto’s in
    Oost-Europa en Afrika de komende jaren alleen maar toenemen;

    9. de mogelijkheden zelf snel een ketenbeheer (of
    procesmanagement) op te bouwen en na diefstal in handen te krijgen,
    zijn zeer groot. Het is relatief eenvoudig met een garagehouder een
    samenwerkingsverband aan te gaan want de controle is toch gering
    (alleen inschrijving Kamer van Koophandel en getuigschrift nodig).
    Diefstallen worden gepleegd door jongeren of door professionele
    groepen, het omkatten gebeurt in garages (symbiose en/ of eigen
    beheer) en het vervoer gaat redelijk snel via koeriers naar de
    plaats van bestemming. Het is bovendien voor vakmensen technisch
    gesproken nog altijd makkelijk een auto van identiteit te laten
    veranderen; 10. er bestaat een grote naviteit in de autobranche.
    Aankoop van omgekatte auto’s verloopt soms wel erg makkelijk (zie
    eerdere publikatie van de Bovag) en men levert wel erg makkelijk
    vitale onderdelen van auto’s zoals sloten, ruiten en kentekenplaten
    aan onbekenden; 11. er is een traag werkend systeem van signalering
    van gestolen auto’s (door een late constatering door het
    slachtoffer, door een vertraagde aangifte aan het bureau, door een
    afwachtende houding van de politie en verzekeringinstanties). Dit
    wordt misschien beter door de toewijzing van de centrale
    registratie van gestolen auto’s aan de Rijksdienst voor het
    Wegverkeer (RDW);

    12. vanuit Nederland zijn gestolen auto’s vrij snel te
    verplaatsen naar het buitenland; 13. politie en andere
    opsporingsdiensten voeren nauwelijks controle uit op de weg of aan
    de grenzen;

    14. er bestaat een gebrekkige samenwerking tussen de
    politiekorpsen in Europa, het Oostblok en Afrika wat betreft de
    opsporing van gestolen auto’s. Bovendien speelt corruptie bij
    politie en justitie in bepaalde landen de georganiseerde handel in
    de kaart en doen smeergelden de eventuele, zeer kleine pakkans,
    volledig te niet;

    15. in Nederland hebben groepen te maken met een gebrekkig en
    versnipperd signaleringssysteem voor diefstalmeldingen;
    16. er bestaat een ondoorzichtige opsporingspraktijk van gestolen
    auto’s die bovendien commercieel aantrekkelijk is en nauwelijks is
    te controleren door politie en verzekeringsmaatschappijen (zie
    .6.3);

    17. de mogelijkheid op beperkte schaal zwart geld wit te wassen
    door met cash geld (reguliere praktijk bij autodealers) te
    betalen.


    vorige        
    volgende        
    inhoudsopgave en zoeken