• Buro Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, de overheid in Nederland en Europa kritisch volgt. Een grond-rechten kollektief dat al 30 jaar publiceert over uitbreiding van repressieve wetgeving, publiek-private samenwerking, bevoegdheden, overheids-optreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.
  • Publicaties

  • Migratie

  • Politieklachten

  • IX – De bouwnijverheid – 2.5. De kwetsbaarheid van het bouwproces

    2.5. De kwetsbaarheid van het bouwproces

    Vertragingen zijn voor een aannemer ook zo duur omdat het
    bouwproces op een bepaald plaats moet gebeuren, nooit standaard is
    en niet of nauwelijks in kleine, geprogrammeerde produktiestapjes
    is uiteen te leggen. Voor elk bouwproces moet cordinatie plaats
    vinden tussen vele onderaannemers, gespecialiseerde werknemers, en
    dergelijke binnen een bepaald produktieschema. Dat luistert nauw en
    heeft de medewerking van ieder nodig. Daardoor heeft elk van de
    betrokken partijen de macht het bouwproces te vertragen en zelfs
    plat te leggen. Logistieke en transportproblemen voor de aanvoer
    van bouwmaterialen en personeel verhogen deze kwetsbaarheid
    extra.

    Dit betekent dat de bouwnijverheid uiterst kwetsbaar is voor
    kwaadwillenden die door sabotage, brandstichting, geweld of
    corruptie elk moment het bouwproces kunnen stilleggen en slechts
    tegen betaling van bepaalde bedragen laten doorgaan.

    De bouwnijverheid is ook aantrekkelijk voor criminele groepen.
    De commissie geeft vijf punten aan: 1. Er gaan vele honderden
    miljoenen in de bouwnijverheid om;
    2. het bouwproces vereist een groot aantal geldhandelingen. Deze
    geldhandelingen bieden voor racketeers de mogelijkheid illegale
    betalingen te laten verrichten, fraudes met niet-bestaand personeel
    en niet-geleverde goederen te plegen die bovendien moeilijk na
    afloop door opsporingsinstanties zijn te achterhalen; 3. racketeers
    kunnen voor de buitenwereld een legitieme positie in de branche
    innemen waardoor zij minder snel door de belastingdienst achter de
    broek aan zullen worden gezeten. Zij komen bovendien door hun
    infiltratie in de bouwnijverheid in aanraking met kringen van
    gerespecteerde zakenlui, ambtenaren en politici. Deze contacten
    zijn voor hen van belang voor het binnenhalen van bouwcontracten en
    om zwakke plekken in de overheid te ontdekken en zonodig te
    exploiteren voor hun duistere zaken; 4. illegale betalingen en
    fraudes kunnen op klanten worden afgewenteld zonder dat daarop
    voldoende controle wordt uitgeoefend;

    5. de publieke bouw beschikt over eigenschappen die talrijke
    kansen voor op winst beluste racketeers bieden (NYSOCTF, 1990, p.
    61-64).
    Het grote aantal racketeers in de Newyorkse bouwnijverheid en zijn
    tientallen jaren durende misdadige exploitatie hebben tot gevolg
    gehad dat de georganiseerde criminaliteit een grote belanghebbende
    in de bouwnijverheid is geworden. Er is een paradoxale situatie
    ontstaan: door onrust en geweld is de branche
    veroverd maar geweld en onrust zijn slecht voor de zaken. De
    georganiseerde misdaad heeft baat bij een zo rustig mogelijke
    bedrijfstak waar zo min mogelijk zaken zich afspelen die de
    aandacht van politie en justitie op zich doet vestigen. Dreigen met
    geweld is nu en op termijn effectiever dan het daadwerkelijk
    uitvoeren daarvan. De georganiseerde criminaliteit is in de
    Newyorkse bouwnijverheid z betrokken dat zij als het ware de markt
    reguleert. Zij moet vandaag de dag zorgen voor stabiliteit en
    voorspelbaarheid in de bouwnijverheid (NYSOCTF, 1990, p. 66).

    De kennis van deze Amerikaanse situatie levert ons een groot
    aantal indicatoren (aanwijzingen) op waarmee empirisch kan worden
    nagegaan of, en zo ja hoe, de georganiseerde criminaliteit in
    Nederland is genfiltreerd in de bouwwereld, parasiteert op deze
    branche of, zoals in New York, volledig in handen heeft. Al deze
    indicatoren zouden n voor n moeten worden vastgesteld en vervolgens
    kan op grond van de uitkomsten een antwoord worden gegeven op de
    onderzoeksvragen van dit deelrapport. De grote tijdsdruk waaronder
    deze deelstudie moet worden uitgevoerd en de beperkte inzetbaarheid
    van menskracht (n onderzoeker) laat echter een volledige empirische
    test van alle indicatoren vanzelfsprekend niet toe. In deze studie
    zullen wij ons beperken tot de volgende indicatoren:

    1. In hoeverre de organisatie en de structuur van bouwnijverheid
    in Nederland lijken op die in New York; 2. of afpersing,
    brandstichting, bommeldingen en bomaanslagen, diefstal van
    bouwmateriaal op grote schaal, geweld tegen en ontvoeringen en
    liquidaties van aannemers en vakbondsvertegenwoordigers in de
    bouwnijverheid gebeuren;

    3. of op grote schaal fraudes worden gepleegd, gelden
    verdwijnen;
    4. of koppelbazerij bestaat;
    5. of veel faillissementen in de bouwnijverheid plaatsvinden;
    6. of het gebruikelijk is protectiegelden te betalen;
    7. of op grote schaal corruptie plaats vindt van private en
    publieke opdrachtgevers bij aanbestedingen; 8. of bekende
    buitenlandse criminele groepen in de bouwnijverheid zijn
    aangetroffen door opsporings- en controle-instanties in Nederland
    of door andere bronnen zijn beschreven.

    Gezamenlijk moeten deze indicatoren antwoord geven over de
    aanwezigheid van de georganiseerde criminaliteit in de
    bouwnijverheid. De eerste stap is evenwel na te gaan of, en zo ja,
    in hoeverre de Nederlandse bouwnijverheid qua structuur en
    organisatie overeenkomt met die van New York.


    vorige        
    volgende        
    inhoudsopgave en zoeken